IN KAMER EN TUIN
Friederika: zichzelf een vreemde
DE KLOK EN DE EEKHOORN
SNEEUWKLOKJES,
ZATERDAG 7 SEPTEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven
Kijkjes in de Natuur
„Afvallig"zij kón niet anders
Gelooft u aan
klok - kijkende paarden
de eerste lenteboden
Maar hy weet precies wanneer de sla
ger aan de deur komt, lange tijd van
te voren zit hij al bij de voordeur te
snuiven met z'n neus tegen de drem
pel". En zij, die er een kat op nahou.
den, en er ook nog op letten, kennen
een dergelijk verschijnsel maar dan
met de visboer als tegenspeler. Toch.,
dat letten op de klok bij hondjes en
katjes daar vliegen we niet in. Wie
zijn dieren aandachtig gadeslaat, maar
gewapend met een behoorlijke kriti
sche zin, die weet, dat meestal het
zeer scherpe gehoor van onze huisdie-
ren de schakel is tussen hen en de ge
liefde slager of vishandelaar. En als
het niet dit gehoor is, dan zijn er wel
zoveel kleine bijzonderheden, waar het
dier op let (maar die ons ontgaan)
en die de nadering van zo iets aange- I
naams als een slager voor een hond nu
eenmaal is, verraadt, ver voor wij er
op opmerkzaam worden. Het lijkt dan,
alsof het dier op de tijd let, maar in
werkelijkheid is het iets anders.
Het is een aardig soort detective
werk v. d. honde-eigenaar eens uit
te zoeken, wat het nu wel precies is,
dat zijn hond kwispelstaartend naar de
deur doet lopen, als de slager nog
niet eens heeft gebeld. Er is zo'n aar
dig verhaal in omloop over een man,
die vast en zeker geloofde dat zijn
(zeer bijzondere) hond iedere donder
dag precies wist, dat hij naar de die
renarts moest om daar een onaange
name behandeling te ondergaan. Op
gewone dagen sprong hij vrolijk om
zijn baas heen, als beiden uitgingen,
maar op donderdag, doktersdag, hing
z'n lip op z'n onderste knoopsgat. Een
ongelovige bezoeker en ik meen vriend
des huizes, lachte er om, geloofde niet
aan de hond met zijn gevoel voor de
dagen van de week. Hij maakte buiten
de hondebaas om een afspraak met de
werkster en wachtte de volgende don
derdag af. En zie, het werd weer don
derdag, doktersdag, maar 't hondje
ging zeer vrolijk met z'n stomverwon
derde baas de deur uit en sprong hui
zenhoog. En de vriend meesmuilde
maar wat. Wat was nu het geval? De
werkster, die altijd op donderdag de
gang kwam dweilen, had dit op ver
zoek nu eens niet op donderdag gezet,
maar ëen dag later! En nu de con
clusie: die hond had helemaal geen
begrip van tijd, hij wist niets van een
donderdag of een vrijdag, hij had al.
leen maar geleerd, verband te leggen
tussen een kletsnatte gang met bijbe
horende dweilende werkster en een
onaangename visite bij de dierenarts.
Ik loop de kans, dat hondevrienden
me nu te lijf zullen gaan met hun er
varingen van hun bijzonder schrandere
dieren. Misschien komt me iemand wel
aan boord met klokkijkende honden i
(en paarden!) in het circus. Kom nou!
We gaan toch immers naar een circus j
om ons op verschillende manieren
eens lekker te laten bedotten! Of ge
looft U werkelijk aan tellende en klok-
kijkende paarden? Ik niet.
Maar ondertussen zit ik nog met 1
dat eekhoorntje, dat aan mij
geen enkele boodschap had, dat in vol
komen vrijheid iedere morgen punc
tueel om half zes present was. Waarom j
om halfzes, waarom niet om half 5 of
7 uur? Mijn waarneming was juist, dat
staat vast. Enig verband tussen zijn
aanwezigheid op die vaste tijd en bij
zondere omstandigheden kan ik met
geen mogelijkheid vinden. De omgeving
sliep kilometers vers in het rond, het
was er bijna volkomen stil. Bijna!
Daar hebben we de eerste twijfel al.
Zou zo'n wild dier tijdens zijn jacht
door tuinen en bospartijen toch nog
heel kleine contactpunten hebben 1
waar zich zijn activiteit naar richt?
Heeft zo'n diertje zijn dagelijkse bezig
heden toch nog ingedeeld volgens een
geheimzinnig tijdschema, dat ons ont
gaat? Een kritische lezer zegt mis
schien: „Och, wat, die eekhoorn was
er al om 5 uur, maar jij slaapkop, je
wou maar niet wakker worden!" Ook
daaraan heb ik gedacht, maar ik weet
dat het geluid van een overtrekkende
vogel mij zelfs midden in de nacht
wakker maakt. Ik ben ervan overtuigd,
dat die kleine rode grapjas mij dagen
achtereen klokslag half 6 heeft gewekt.
Nu ga ik eens schrijven aan de be
woners van dat bewuste huis in dat
bos. zy moeten toch ook hun onder- j
vinding hebben met die eekhoorn
stamgast. In afwachting daarvan zal
ik proberen, dit tijdprobleem zelf op
te lossen, hoewel ik op het ogenblik
nog geen enkel lichtpunt zie. Mis
schien zyn er lezers en lezeressen met
soortgelijke ervaringen by andere die-
ren?
SJOUKE VAN DER ZEE.
Eenzaamheid in jeugd weegt dubbelzwaar
Friederike is eenzaam in Moskou. Vriendinnen of vrienden heeft ze niet. Aan een Hof
krijgt men alleen maar vrienden als men met geld kan smijtenof macht heeft.
Zij heeft een vreemde taak aan het Hof. Zij moet maken dat ze voor de grootvorst
onmisbaar is. Doch de grootvorst is een onnozele hals, die niets begrijpt van Rusland
en zijn eigen toekomstige taak. Die er alleen maar op uit schijnt te zijn om zich zoveel
mogelijk te vermaken ten koste van anderen en ten koste van waarden die in Rusland
heilig zijn.
Drinken kan hij wel, 's morgens vroeg stinkt hij al naar brandewijn, doch dat is in
Rusland geen schande, want ieder drinkt er enorme hoeveelheden alcohol, Vooral in
de week voor de Vasten is Moskou één drinkgelag.
Peter, wiens kamer door een geheime deur, verborgen achter een tapijt, in verbin
ding staat met een der kamers van de Keizerin, heeft stiekem gaten in die deur geboord
en daardoor heeft hij gespieden gezien dat de Keizerin zich stom-stom-dr
drinkt met enige vertrouwden.
r~7 IJN ontdekking vond hy zó belangrijk, dat hy
Friederika mee zeulde met nog enige kennissen. Met
£—1 een geheimzinnig gezicht heeft hij ze uitgenodigd om
door de gaatjes te gluren. Toen zyn gasten zich realiseer
den wat ze zagen en schrokken, lachte hy luid als een
schoolknaap, die een meesterlyke grap heeft uitgehaald.
Doch Friederika, het gevaar voelend waarin ze verkeer
den, wees hem voor het eerst streng terecht. Haar
toekomstige meester zag haar met open mond van ver
bazing aan en toen hij begreep wat ze zei, kwam er haat
in zyn ogen.
Voor het eerst had ze zyn kinderachtige streken niet
bewonderd. Voor het eerst was ze hem afgevallen. Nu zal
ze last van hem krijgen, want een vrouw moet je met de
knoet ranselen als ze je dwarsboomt.
Voortdurend moeilijker wordt het voor haar hem te
verdragen. Als zij hem in zijn kamer ziet staan met een
lange hondenzweep om honden te dresseren, die zo ge
ranseld worden, dat ze er kreupel van worden, dan moet
ze zich omkeren omdat ze het zo weerzinwekkend vindt.
Als hy stomdronken is, blijft er van hem niets over.
FRIEDERIKA begint bang te worden. Openlijk praat
hij met haar over zyn geliefden, niet eens om haar
te tarten. Als zy getrouw de voorstellingen van zyn
poppentheater bij wil wonen mag ze weer zyn kameraad
zyn.
Friederika begrijpt, dat het huwelyk snel komen moet.
Dan is ze een officieel persoon, de gemalin van de groot
vorst. en in zekere zin gered.
Eenzaamheid voor een jong mensenkind weegt dubbel
zwaar.
In deze tyd verdiept ze zich in de Russische Geschie
denis. Zy staat op het punt toe te treden tot de Grieks-
Katholieke Kerk, en de gemalin van de troonopvolger te
worden. Zy, de vreemdelinge, die, ten koste van alles
Russin moet worden, voelt dat kennis van de Geschie
denis haar te pas zal komen. De Geschiedenis van
Rusland is een Geschiedenis van drinkgelagen, kuipe-
ryen, machtswellust, corruptie, maar bovenal van ïyden.
Op alle hoeken van de straten staat de Macht, die de
orde handhaaft, nergens is Recht.
Zy zal, wil ze zich handhaven, ook macht moeten zien
te krygen. En macht krygt men nooit alleen. Men moet
mensen hebben die men vertrouwen kan, die hun huid
voor je willen riskeren. Met hen samen verovert men
macht. Na afloop krijgen de getrouwen zeer ryke belonin
gen. Na gunstige afloop. Als de poging de macht te ver
overen mislukt, dan worden de volgelingen geradbraakt
en je gaat zelf naar Siberië of het klooster in.
Eens heeft Elisabeth, die nu Keizerin is, ook door een
revolutie de macht veroverd. Zy vond, dat ze er recht op
had boven een „vreemdeling" omdat ze een dochter was
van Peter de Grote.
Vlak voor de overrompeling, toen Elisabeth aarzelde,
tekende haar getrouwe lyfarts een keizerskroon op een
papier. Aan de andere kant een sluier en een rad. Elisa
beth begreep hem. Hij wilde zeggen: als het gelukt is uw
succes het grootst en als het mislukt onze ellende het
diepst: het rad is voor ons, de sluier slechts voor U.
ELISABETH heeft de macht veroverd en Friederika
weet precies hoe alles gegaan is. Zy heeft respect
voor de moed van de Keizerin. Jammer, dat ze zich
zo slecht beheerst. Ze heeft te avontuurlyk bloed. Daarom
drinkt ze ook zo verschrikkelyk veel. Elisabeth is de jong
ste dochter van haar held Peter de Grote eneen een
voudig Estlands boerenmeisje, dat in de oorlog door de
Russen gevangen genomen was. Het boerenkind was
beeldschoon, de vrouw van een Zweedse dragonder, doch
ondanks dat, werd ze al spoedfg de geliefde van een voor
name Rus. Een nog voornamer Rus eiste het boerenmeisje
voor zich op. en deze, de gunsteling des Keizers, moest
haar „de vryheid geven de Keizer te dienen."
Later, na de geboorte van Elisabeth, trouwde hy met
haar. Zij was zeer slim, redde eens het leven van de
Keizer, en hield haar doel voortdurend in het oog. Na
de dood van de grote Keizer heeft zy, het eenvoudige
boerenmeisje uit Estland: Catharina Alexjewna, Rusland
geregeerd onder de naam Catherina de Eerste. Zal er eens
een Catharina II komen? Wie zal dat dan zyn?
Zij moet er niet aan denken.
Die lijfarts Lestocq, die de Keizerin mede in het zadel
heeft geholpen, is nog altyd by haar. Hy is de doods
vijand van haar, Friederika en haar moeder. Hy heeft een
hekel aan vreemdelingen.
Feitelyk was dit ook wel zo. Meer echter door de be-
langrykheid dan door de diepte die ze in zich borg.
Catharina de Eerste, de moeder van Elisabeth, was
beeldschoon. Een beeldschone vrouw heeft veel macht
over mannen. Zij is niet beeldschoon, zy staat dus achter
by de eerste Catharina. Doch die had zo goed als geen
ontwikkeling. Misschien, dat ontwikkeling op den duur
nog wel belangrijker is dan schoonheiddie vergaat.
Nu ligt ze in bed. Ze had zo vurig gehoopt, dat ze nu
niet eenzaam meer zou zijn. Zij is immers lid geworden
van een nieuwe miljoenengemeenschap. Dan kan men
toch niet meer alleen zyn.
DAAR ziet ze eensklaps het gezicht van haar voorname
strenge vader. Hij heeft verdriet. Omdat alles buiten
hem omgaat. Méér omdat zy een afvallige is gewor
den. Zy behoort nu niet meer tot zyn kerk. Enige keren
had hy ook van geloof kunnen verruilen met als gevolg
groot maatschappelyk voordeel. Hij heeft het niet ge
daan. Vanzelfsprekend niet.
En zy deed het wel. Maar zy kan toch niet anders? De
vrouw van een Keizer kan toch niet tot een kerk be
horen, die niemand van haar onderdanen belydt?
Vader gaat verder weg. Dat doet haar verdriet.
Méér dan ze ooit heeft gedacht. Haar jeugd gaat ook
weg. Zy is een nieuw mens geworden op deze dag.
Neen, geen nieuw mens, een ander mens. Zichzelf een
vreemde.
REIN BROUWER.
D
Er is een vraag by my gerezen naar
aanleiding van een kleine waar
neming, die ik enige weken geleden heb
gedaan. Het was tydens myn vakantie,
dat ik ergens logeerde in een bosrijke
omgeving, in een huis, dat aan drie
zijden geheel door bomen, dennen, ber
ken, eiken en kastanjebomen, was om
geven. Op de eerste morgen van mijn
verblyf werd ik in de vroegte gewekt
door een geluid, dat my zeer bekend
was en dat ik dan ook onmiddellyk
herkende. Het was het kokkerend
gebabbel van een eekhoorn, die in de
grote kastanje vlak voor mijn slaapka
merraam met zyn ochtendgymnastiek
bezig was. Dat geluid is my zo ver
trouwd, omdat jaren geleden een
tamme jonge eekhoorn onze huisgenoot
is geweest.
et was doodstil rondom het huis
ook daarbinnen. De natuur sliep.
Maar de roodbruine rakker was klaar
wakker, te oordelen naar de hevige
beweging, het rukken en trillen in de
kastanjekruin.
Het aardige en byzondere van de
situatie voor my was de omstandigheid,
dat ik in mijn bed lag en zelfs niet de
minste moeite behoefde te doen, om
de gebeurtenissen te volgen. Het raam
stond wyd open. De lucht was grys en
geladen met regenbeloften. Er sloeg
een torenklok, ver weg in het dorp. Ik
keek op mijn horloge. Half zes. Er
klonk een krys van een Vlaamse gaai
uit het aangrenzende heideveld, waar
na de kastanje even in rust bleef.
Maar dat duurde niet lang. Een eek
hoorn is een ongelofelyk beweeglyk
dier, dat niet zo heel lang achtereen
stil kan zitten luisteren naar mogelyk
gevaar. Als dat gevaar op zich laat
wachten, welnu roetsj, daar gaat ie
weer en zo sidderden en ritselden op
nieuw de kastanjebladeren, waartussen
de geelgroene prikkelvruchten mee
deinden met de" sprongen en het ge
krabbel van het ongedurige kereltje.
Eindelyk, daar verscheen iets van
een -bruine pels een flossige pluim
staart schokte op en neer, maar me
neer zelf bleef onzichtbaar. Een ogen
blik later was een volgende blader
partij aan 't bewegen en zo ging het
verder, de hele kastanjekroon door,
hoewel alleen aan het geglis van de
nageltjes en het bekende „woek-woek-
woek" te merken was waar de eek
hoorn zich bevond.
Toen was het uit en werd 't stil. Ik
dommelde weer in.
He volgende ochtend herhaalde zich
de geschiedenis. Weer werd ik wak
ker door 't eekhoorngeluid de dorpsklok
sloeg, en mijn horloge wees half zes.
Weer kon ik, genoeglyk languit, en in
een onbezorgde vakantiestemming het
rappe gescharrel en gespeel in de boom
volgen, weer vertoonde zich de eek
hoorn heel even, maar nu met de witte
buik naar boven gekeerd, de driftige
grijphandjes klauwend naar de kastan
jevruchten en ook klonk weer de vo-
gelschreeuw op een afstand. En toen
was 't weer voorbij. U begrypt, dat op
de volgende, de derde ochtend dus,
de herhaling van dit voorvalletje en
vooral de stiptheid wat de klok betreft
mijn nieuwsgierigheid opwekte. Ik kan
verder kort zyn: gedurende al myn
logeerdagen in dat boshuis kon ik myn
bruine vriend punctueel om half zes
in de kastanjeboom vinden, waar hy
na 'n kort bezoek, even stipt zyn hie
len weer lichtte.
Nu weet ik niet, hoe het op het
ogenblik, dat ik dit schrijf, in dat bos
is gesteld, maar het zou me niets ver
wonderen, als de huidige bewoners (ge
steld al, dat ze er hun ochtendrust
voor over hadden) tot dezelfde waar-
De bloemen, die wij als sneeuwklok
jes kennen, pleegt men beneden de
grote rivieren ook wel vastenavond-
zotjes te noemen. Overigens nog niet
zo'n malle naam want omstreeks de
vasten plegen ze wel te bloeien. Ik geef
toe: het weer moet een beetje mee zit
ten; een eigenlijke bloeityd is nu een
maal niet precies op te geven, doch
vroeg bloeien doen ze in ieder geval en
U kunt hen in ieder geval als eerste
lenteboden in uw tuin begroeten en
dat is op zich zelf al een attractie.
Sneeuwklokjes kunnen voor vele
doeleinden gebruikt worden. U ziet ze
misschien ook wel eens allemaal netjes
naast elkaar in een perkje gepoot; zo
moet U het echter beslist niet doen, ze
komen daar niet tot hun recht.
Sneeuwklokjes poten is eigenlyk hele
maal niet moeilijk; op de plaats waar
U ze wenst kunnen ze gewoon over de
grond heen gestrooid worden en daar
waar ze dan toevallig neerrollen kun
nen ze ook gepoot worden.
Sneeuwklokjes vinden de felle
zomerzon niet zo prettig. Dat lykt
misschien een beetje vreemd, de bol
letjes zyn dan immers helemaal afge
storven, doch ze biyven 's zomers graag
rusten in een koele bodem en daarom
verdient het aanbeveling ze onder een
hoog opgaande boom te poten, doch U
kunt ze ook zetten tussen licht struik
gewas. Er zijn verschillende soorten,
met enkele en met gevulde bloemen,
doch de gewone enkelbloemige soorten
zijn toch wel het sierlykst. In een
gazon kunnen sneeuwklokjes ook heel
goed voldoen, doch dan moeten ze ook
niet op rytjes gepoot, doch gewoon
over het gazon uitgestrooid worden.
Met een puntig stokje kan er dan een
gaatje in de grasmat gemaakt worden;
U hebt een pot vol aarde by U en laat
het bolletje in het gaatje zakken en
dan even aanvullen met een beetje
aarde en even vasttrappen en verder
behoeft U er niet meer naar om te
kyken, doch U moet mij wel beloven,
dat het nog groene loof in het voor
jaar niet tegelijk met het gras afge
maaid mag worden. Dat loof moet
eerst rustig kunnen afsterven en in
dien U zich hieraan houdt zullen ze
elke lente rijker bloeien. Want ze kwe
ken zich zelf wel voort door middel van
jonge broedbolletjes.
Dat aardige goedje voldoet ook uit
stekend indien ze aan polletjes by el
kaar in de rotstuin gepoot worden. Ze
hebben een hekel aan verse mest; oude
mest is wel nuttig en anders kunt U
ook heel goede resultaten bereiken
met de bekende roze tuin- en gazon-
korrelmest.
G. KROMDIJK.
RÏEDERIKA is Grieks-Katholiek geworden. Wélk een
plechtigheid!
Zy heeft de geloofsbekentenis met zo duidelyke en
vaste stem gesproken, dat, naar men zegt, de aarts
bisschop van Nowgorod er de tranen by in de ogen
kreeg. En dat moet natuurlyk. De geesteiykheid moet
haar bruidegom zijn, omdat haar werkeiyke bruidegom
het aankijken niet waard is. Ja, de duizenden, die het
hebben meegemaakt waren zeer onder de indruk van
de plechtigheid, van haar, Friederika, die nu geen
Friederika meer is. Zij heeft een nieuwe naam ontvan
gen: Jekaterina Alexejewna
Zij heeft in de Kerk de pokion geslagen, die diepe, diepe
buiging gemaakt met het bovenlichaam tot op de grond.
De Keizerin is verrukt geweest. Die heeft haar onmiddel
lyk na afloop een collier laten zenden, dat een waarde
had van minstens honderd duizend roebel, zy heeft het
onmiddellyk weg moeten bergen voor haar moeder, die
haar al verscheidene dingen zo en passant heeft afgepikt.
Haar moeder is net een ekster. Wat glimt wil ze hebben.
Dat komt misschien wel omdat ze altyd arm is geweest.
Maar Catharina de Eerste, het boeren meisje uit Estland,
dat door de Russen gevangen is genomen by Marienberg,
en later Tsarina is geworden, was nog veel armer. Die
had, toen ze naar Rusland kwam, alleen maar haar
schoonheid, haar slimheid en haar moed.
NU ligt de nieuwbakken Catharina in bed. zy heeft
de uitnodiging van de Keizerin om by haar te komen
deze avond afgeslagen onder voorwendsel, dat ze zo
moe was. De plechtigheid had haar zo aangegrepen.
neming kwamen. Ziehier nu het vraag
stuk: heeft deze eekhoorn begrip van
tyd? En daaraan dus vastgeknoopt de
volgende vraag: zouden dieren begrip
hebben van tijd
Zelf ben ik de eerste die deze vraag
met „neen" beantwoord. De honde
vriend spitst echter z'n oren en zegt:
„Natuurlyk wel! Vast en zeker heeft
myn hond begrip van tyd, of nou ja
begrip, dat is zo'n zwaar woord.