Mogelijk constructiever bewind in Indonesië schept nieuwe kansen Dominicaanse dictator Trujillo schuldig aan ontvoering en moord? EK IS WEEK G KAS KOT EK Ook voor betrekkingen met ons i>Rmm£nie Vrijmoedige onthullingen van de Amerikaanse radio- en televisiecomentator Edward Marrow Geleerde Galindez en piloot Murphy wisten blijkbaar teveel ROOD-CHINA NOG STEEDS VAN MOSKOU AFHANKELIJK 96ste jaargang Vrijdag 31 mei 1957 Derde blad no. 29149 Nederland en Indonesië (slot) Mits wij het verleden totaal vergeten (Van onze reisredacteur) „Wanneer", zei de Indonesische arts en hij liet voor een moment de uit hoffelijkheid geveinsde instemming varen, die gesprekken met Indonesiërs zo vaak aan de oppervlakte houdt, „wanneer zal Neder land ooit de eeuwige schoonmoederverhouding laten varen? Wanneer zal het ophouden hier rond te spieden of de boorden van het lieve zoontje nog net zo netjes gestreken zijn als vroeger, of de baby soms in de rommel ligt, of er wel genoeg vitaminen in het eten zitten? Begrijpen jullie niet dat wij daar dol van worden, juist omdat wij heus wel weten, dat die baby een beetje in de rommel ligt? Jullie houding is vroeger altijd geweest: „Kijk dat moet je zó doen.zal ik het je eens voordoen? .Ach laat ik het zélf maar doen". Het liefst zouden jullie het nog zo inrichten. En als wij obstinaat zijn en zelf onze eigen fouten willen maken, dan lopen jullie als echte schoonmoe ders met bitse gezichten rond. De ex perts van rechts, de „Indiëkenners", zijn vol triomfantelijke hoon. En de mensen van links, „de vrienden van In donesië", zijn al even verontwaardigd, omdat wij na onze onafhankelijkheids strijd niet de zindelijke geluksrecepten van de Partij van de Arbeid hebben opgevolgd, waardoor zij nu een beetje in hun hemd staan. Kan er bij jullie dan niemand meer een „onbelaste" houding vinden, niemand werkelijk de wereldwijsheid! opbrengen om ons te plaatsen in de categorie, waar wij thuishoren, die van de jonge staten met al hun problemen en nationalisti sche kinderziektes, arm en irritant, maar trots en overgevoelig op onze souvereiniteit?" Dat was openhartige taal en hij ging nog even verder: „Jullie koloniale be heer was misschien uitstekend, maar in jullie na-koloniale beleid zijn jullie voor het grote gebaar te klein geble ken. Jullie durfden niet los te laten, bleven krampachtig papieren banden plakken: zware Unies, lichte Unies, R.T.C.-overeenkomsten, papier, papier,, papier." In het slop. Duidelijke taal, die uitspraak, het geen vele Indonesiërs voelen en die enige overdenking waard is nu de verhouding tussen Nederland en In donesië erger in het slop zit dan ooit tevoren. Alle papieren banden zijn verbroken, er resten zelfs niet meer de normale betrekkingen tussen twee soevereine staten. Niet alleen zijn er geen Hoge Commissarissen meer, maar zelfs geen ambassades. Neder land en Indonesië worden nu weder zijds gerepresenteerd door „onge noemde diplomatieke vertegenwoor digingen"! President Soekarno, die eens zei: „Van nu af aan zijn de Ne derlanders onze geëerde gasten", lanceert thans het ene anti-Neder landse dreigement na het andere, onze eigen beminnelijke minister van Buitenlandse Zaken lijkt een bezem steel te hebben ingeslikt wanneer hij het woord Indonesië verneemt. Zal deze miserabele toestand voort duren? Dat hangt van veel af. Ik heb eerder uiteengezet dat verbetering dei- betrekkingen onwaarschijnlijk lijkt, zo lang het in de huidige bewindslieden belichaamde destructieve nationalisme in Indonesië hoogtij viert. Maar ik heb ook aangeduid dat er constructiever krachten in verrassende sterkte nog wel doende zijn daar verandering in te brengen. Wanneer dat lukt en het lijkt vroeger of later onafwendbaar! slaat het uur van Nederlands laatste kans" om een gezonde verhouding met Indonesië tot stand te brengen. Maar eer iemand zich illusies zou willen ma ken, dient te worden gestipuleerd dat: a. een gezonde verhouding tussen Ne derland en Indonesië niets, maar dan ook niets meer kan zijn dan de normale, gangbare betrekkingen tussen twee volkomen vrije en soe vereine staten met eerbiediging van elkanders gerechtvaardigde belangen en wensen, zonder enigerlei bijzon dere band. b. De eerdergenoemde constructieve krachten een Hatta en de jonge kolonels en autonomisten, die hem in het zadel willen helpen ons aller minst om de hals zullen vliegen, wan neer zij aan het bewind zijn geko men. Zij zijn volstrekt niet pro-Ne derlands, zij zijn slechts gematigder en reëler. Als men er om vraagt Punt a. vraagt weinig toelichting. Mis schien zal men tegenwerpen, dat er toch grote Nederlandse zakelijke belan gen, alsmede cultux-ele restanten in In donesië liggen, die speciale overeenkom sten verlangen, dat er in Nederland zelfs een reservoir van deskundigheid INDISCHE NEDERLANDERS In mijn artikel over de Indische Nederlanders maakte ik enige op merkingen omtrent een in Neder land gevoerde actie te hunner be hoeve, die verduidelijking nodig hebben. Mijn bedenkingen tegen de politieke aspecten ervan golden niet de actie van de Stichting „Hulp aan landgenoten in Indonesië". Voor deze was de kwalificatie „prijzens waardig" bedoeld. Mijn bedenkin gen richtten zich tegen degenen buiten deze Stichting, die uit wrok jegens Indonesië en politieke af keer van de Nederlandse regering de moeilijke positie van de Indische Nederlanders schromelijk hebben opgeblazen. Hetgeen niet wegneemt dat de situatie van de Indische Nederlanders in Indonesië zoals ik trouwens al schreef inderdaad veelal benard is. Naast de hulp, die de Nederlandse regering hun ver strekt, is er inderdaad ruimte voor particulier initiatief ter leniging van hun nood. Degenen die dit lof felijk streven willen steunen, her inner ik aan het gironummer van de Stichting „Hulp aan landge noten in Indonesië". Het is 308. bestaat, dat ten behoeve van Indonesië zou kunnen worden aangewend. Welnu, ik geloof, dat die Nederlandse zakelijke belangen niet met papieren garanties kunnen worden beschermd, dat zij slechts kunnen worden gecontinueerd wanneer en zolang het Indonesië duide lijk is, dat dit Nederlandse bedrijfsleven in eerste instantie de Indonesische eco nomie ten goede komt. Wa.t de culturele invloeden betreft en het is vleiend te merken, dat zoveel Indonesische intellec tuelen Nederlands gevormd zijn en ook onder elkaar Nederlands spreken de beste manier om ze om hals te brengen is, ze met officiële stimulansen op te dringen. En deskundige bijstand kan slechts wortel schieten wanneer de Indo nesische wederpartij er uit werkelijk ge voelde behoefte om vraagt. Punt b. impliceert dat het bereiken van normale betrekkingen met Indone sië, indien de constructieve krachten aan het bewind zouden komen, welis waar mogelijk, maar niet gemakkelijk zou zijn. En daar raakt men aan het tere punt van de Nederlandse houding jegens Indonesië, daar moet men de kri tische objectiviteit, die men zo gaarne op vreemde landen toepast, tegenover zich zelf betrachten. Dit is lastig, want géén probleem wordt door ons Nederlanders al is het vaak onbewust zo subjectief bekeken als het Indonesische. Herinne ringen, idealiseringen, ressentimenten, rancunes en desillusies kolken er rond in een pot vol emoties. Ook bij de we derpartij trouwens. Maar aangezien wij moeilijk de Indonesische houding kun nen veranderen, zullen wij ons ertoe moeten bepalen, ons eigen standpunt onder de loep te nemen. Politiek schoon schip maken Welnu, uitgaande van het feit, dat wij slechts als volkomen vrije en soe vereine staten tot normale betrekkin gen kunnen komen, zullen wij moe ten proberen ook politiek schoon schip te maken, het verleden en de daarbij behorende emoties definitief te vergeten. Men zou van sommigen willen vragen de naam Nederlands- Oost-Indië voorgoed op te bergen in de allerachterste klapper van het geestelijk archief. Want alles dat uit die hoek komt, wekt in Indonesië een gevaarlijke kettingreactie van beden kelijke associaties: Rijkseenheid.... Westerling.... Republiek Zuid-Mo- lukken. Door de eeuwen trouw. snode plannen tot terugkeer, die de Indonesiërs op de achterste benen drijven en „subversief komplot" doen roepen. Hun overgevoelige achterdocht op dit punt mag overdreven zijn, zij 'bestaat. Andere Nederlanders, die teleurgesteld ..Beeld uit het verleden, dat voor velen moeilijk te vergeten zal zijn". zijn, omdat Jhun voormalige Indonesi sche vrienden, na dankzegging voor de verleende hulp bij de verkrijging der onafhankelijkheid, hun eigen weg zijn gegaan, zou men erop willen wijzen, dat ook de best bedoelde adviezen voor een zojuist mondig gewordene naar voogdij schap rieken. Streven naar „onbelaste houding' Alle Nederlanders zullen tenslotte moeten streven naar een werkelijk „on belaste houding, waaruit men niet an ders, vooral niet heviger, reageert op de gebeurtenissen in Indonesië dan op het geen in soortgelijke andere landen ge schiedt. Die houding zal zich ook moe ten weerspiegelen in het regeringsbeleid. Op dit stuk zal het met name overwe ging verdienen, om, zij het dan ook ten diele afstand te doen van het grote re servoir van plaatselijke kennis, dat be lichaamd is in de oud-ibestuursamibte naren, die zowel op het Ministerie van Buitenlandse Zaken als op onze diplo matieke posten daarginds in grote mate het beleid bepalen en uitvoeren. Want de prijs voor die kennis is on afwendbaar een zekere .belastheid". Zeker zou het voor eventuele nieuwe contacten de beste start zijn met nieuwe onderhandelaars aan tafel te komen, uitverkoren op grond van hun diplomatieke gaven, en niet van hun kennis omtrent het verleden. Nu er in Indonesië grote verande ringen mogelijk lijken dient Neder land zich in de resterende tijd op die mogelijkheid geducht te prepareren. Acht- hoofdofficieren nomen ontslag Acht hoofdofficieren van het Indo nesische leger hebben ontslag geno men, omdat zij het niet eens waren met de politiek van de legerleiding. De woordvoerder van de Landmacht In Djakarta deelde vandaag mede, dat zij van hun functies zijn ontheven. Het betreft hier zes luitenants-kolonel en twee majoors, allen van de infanterie en verbonden aan het legerhoofdkwar tier. Zij waren van oordeel, dat de moei lijkheden in het leger langs de weg van overleg dienden te worden opgelost. Pobliktóe wo Het Nedetlaodj ZuJvelboieio 's-Guvcahige Spannend politiek detective-verhaal (Van onze correspondent in Washington) De Amerikaanse autoriteiten hebben de zaak tot dusverre zo onopvallend mogelijk proberen te be handelen, maar Edward R. Murrow, een zeer begaafd en gezaghebbend commentator voor radio en televisie, heeft de Dominicaanse kat een kolos sale bel aangebonden! In een zestig minuten lange uitzending, die van kust tot kust in Amerika be luisterd kon worden, heeft Murrow namelijk op grond van getuige-verklaringen de volgende veronderstellingen geconstrueerd: Jesus de Ga- Althans „aanvankelijk spoorloos". Er kwam namelijk meer licht in de zaak, toen in december 1956 een Amerikaanse piloot, werkzaam bij de luchtlijn van de Dominicaanse republiek, in het land van Trujillo „verdween". Deze piloot, Gerald L. Murphy, was verloofd met een stewardess van Pan American en dit meisje was vrij goed op de hoogte van Murphy's „bijbaantjes". Wellicht in alle onschuld was Murphy gebruikt om de bewusteloos gemaakte Galindez naar de Dominicaanse republiek te ontvoeren. Maar toen hjj eenmaal een zekere mate van medeplichtigheid bezat, had de regering van de Dominicaanse republiek deze Murphy gebruikt (en goed betaald) voor allerlei dubieuze praktijken. Hjj zou o.a. geld naar Cuba hebben gebracht om daar een revolutie te bevorderen en volgens een andere getuige zou men hem 250.000 dollar geboden hebben om een bom te gooien op het paleis van de president in Havana. Dit laatste aanbod, plus aan drang van zijn verloofde, zouden Murphy tot het besluit gebracht hebben de Dominicaanse republiek te verlaten. Hjj was echter zo naief om de Dominicanen tevoren van dit besluit op de hoogte te brengen en zij, overtuigd dat Murphy „te veel wist", zouden hem eind 1956 vermoord hebben! Kans op politieke wrijving Het zal sommigen buiten Amerika misschien vreemd aandoen, dat pers en radio in de Ver. Staten zozeer vooruit kunnen lopen op een zaak, die per slot van rekening nog in vooronderzoek is bij de officiële instanties. Men krijgt de indruk, dat de C.B.S., het grote radio- en televisie-concern, een eigen detecti ve-onderzoek heeft ingesteld. Het gede tailleerde relaas daarvan is heel inte ressant en wij zullen het de lezers niet onthouden. Maar allereerst dient erop gewezen te worden, dat deze affaire ge volgen met zich kan brengen van inter nat! onaal-politieke aard. Zouden de voorlopige conclusies van Murrow juist zijn, dan zou men de dictator van de Dominicaanse republiek in feite van ontvoering en moord kunnen beschuldi gen. Dat zou de Amerikaans-Domini caanse betrekkingen uiteraard zeer schaden en men kan zich voorstellen, dat de Amerikaanse regering zulks liefst zou vermijden. In de interna tionale politiek, vooral in de Ver. Naties, heeft Amerika het bloc van Zuid- en Centraal-Amerikaanse stemmen hard nodig. Juist wanneer het tegen het communisme ging, kon men steevast re kenen op de steun van een reactionair land als de Dominicaanse republiek. Die min of meer automatische steun zou heel wat minder zeker worden, in dien de Amerikanen Trujillo officieel gingen uitmaken voor moordenaar! Dat de Amerikaanse regering deze zaak met omzichtigheid heeft willen be handelen, kan men zich begrijpen. On danks aantijgingen van sommigen, zie ik geen reden om te beweren, dat de Amerikaanse autoriteiten de zaak zou den willen verdonkerenmanen. Maar één ding staat vast: Ed Murrow heeft thans aan deze affaire zoveel publici teit gegeven, dat de zaak nü al heel moeilijk meer in de doofpot te stoppen Opmerkelijk artikel van Oostenrijkse expert over verhouding Rusland-Peking (Van onze Weense correspondent) Onder de titel „De hoofdstad van China heet Moskou" schrijft H. Ophoff, bekend als vakman voor de politieke verhoudingen in het Verre Oosten, in het Oostendijkse tijdschrift „Forum" een opmerkelijk artikel over de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en Communistisch-China. Hij waarschuwt daarin tegen de opvatting als zou China zijn eigen weg kunnen gaan en daardoor een gevaar kunnen betekenen voor de alleenheerschappij van Moskou. Ofschoon China met zijn onmetelijke oppervlakte en zijn 500 tot 600 miljoen inwoners ontegenzeggelijk een potentiële macht is, is het door de achterstand van zijn industrie verreweg de mindere, in zekere zin zelfs de slaaf van de Sovjet-Unie Het grote China produceert bijvoorbeeld evenveel steenkool als Polen met zijn 28 miljoen inwoners en evenveel elektrische energie als België! Produktie van Rood-China is nog zeer gering Vooral de staal produktie staat met vier miljoen ton nog in een beginsta dium, concreter uitgedrukt: China pro duceert honderd maal minder staal dan de Verenigde Staten en veertig maal minder dan de Sovjet-Unie. Hieruit volgt, dat China van het buitenland en in de eerste plaats van de Sovjet-Unie afhangt, wil het zich een plaats ver overen in de communistische wereld, jom nog te zwijgen over een plaats op j de wereldmarkt. Deze economische afhankelijkheid drukt haar stempel op de politieke be trekkingen, die dan ook in de gemeen schappelijke verklaring van Boelganin en Tsjoe En-lai op 18 januari van dit jaar werden omschreven als betrekkin gen tussen socialistische landen van een geheel eigen soort, „omdat zij wordt beheerst door de hoogste belangen, na melijk de overwinning in de gemeen schappelijke strijd voor de triomf van het communisme". Maar ook in de praktische politiek is het nooit tot ern stige meningsverschillen gekomen. De communistische partij van China heeft bijvoorbeeld op bevel van Moskou haar doodsvijand Tsjang Kai-sjek in 1938 niet uit de weg mogen ruimen en tevens hebben de Chinese communisten zich in 1945 niet verzet tegen de demontage en vernieling van de industrie in Mandsjoe- rije, ofschoon Communistisch-China van die industrie het grootste voordeel had kunnen hebben. Tenslotte heeft geen communistisch land de wenken van Moskou zo slaafs en gehoorzaam opge volgd als China, dat bijv. de collectivi sering van de landbouw in het snelste tempo heeft doorgevoerd. Opleiding in Moskou i>e partijkaders zijn in China op leven en dood aan elkaar vastgeklonken, omdat de leden van het Chinese cen trale comité voor 57 procent in de Sov jet-Unie zijn opgeleid. Deze zorgen er wel voor, dat Peking zich houdt aan de richtlijnen van Moskou inzake binnen landse en buitenlandse politiek. Wat China vooral nodig heeft is rijst en grondstoffen. Deze bevinden zich in Zuidoost Azië, welke gebieden vroeger bij China hebben behoord. Nu heeft elke regering in Peking slechts één ideaal, namelijk weer in het bezit te komen van deze bronnen, waardoor het altijd dreigende gevaar van hongersnood en armoede kan worden uitgeschakeld. Maar dit ideaal kan nooit althans niet in de gegeven situatie worden verwezenlijkt tegen de wil van Moskou, doch alleen in samenwerking en met Geslaagde AVRO landdag te Apeldoorn MEER DAN 35.000 BELANG STELLENDEN. Meer dan 35.000 mensen hebben giste ren de AVRO-landdag in Berg en Bos te Apeldoorn bezocht; dat waren er ruim 2000 meer dan het vorige jaar. De dag werd geopend door de burgemeester van Apeldoorn, mr A. L. des Tombe, die er zijn vreugde over uitsprak, dat zovelen op deze dag naar Apeldoorn waren ge komen, waarna de voorzitter van de Avro, jhr. Th. Röell, het gemeentebe stuur en de diverse gemeentelijke dien sten dankte voor de medewerking, bij de organisatie van de landdag onder vonden. Op zeven verschillende plaatsen in het fraaie natuurpark verzorgden ruim 550 AVRO-medewerkers, bij wie vele be kende radio-artiesten, gevarieerde pro gramma's van muziek en voordracht. Op het A.G.O.V.V.-terrein werd voorts een turndembnstratie gegeven, waaraan de „sportman van het jaar" Klaas Boot meewerkte. Verder was er een danswed strijd tussen Nederlandse, Belgische en Duitse dansparen. lindez, lector aan de Columbia-universiteit te New York, stond op het punt een dissertatie te publi ceren, waarin de dictatuur van generaal Trujillo in de Dominicaanse republiek zeer ongunstig be licht zou worden. Ondanks dreigende, anonieme waarschuwingen per telefoon, ging Galindez door met zijn werk. Op 12 maart 1956 is hij echter na college gegeven te hebben aan de universiteit te New York spoorloos verdwenen. zou zjjn. Het onderzoek naar deze even tuele internationale misdaad moet nu wel met alle middelen worden voortge zet, politiek ongerief ten spijt. Lugubere aspecten Het relaas, dat via CBS bekend ge worden is, heeft zoveel bonte en lugu bere aspecten, dat men er zonder moei te een spannende politieroman van zou kunnen maken. Galindez. de ontvoerde geleerde, was oorspronkelijk Spanjaard. Hij vocht tegen de fascisten in de Spaanse burgeroorlog en vluchtte ten slottenaar de Dominicaanse repu bliek. De man. die tegen Franco ge vochten had, werd daargouverneur van de kinderen van Trujillo! Hij kwam dus wel van de regen in de drop. In 1946 had Galindez. die kind aan huis geweest moet zijn in het paleis, schoon genoeg van het dictatoriaal geregeerde land. Hij trok als statenloze naai- Ame rika. begon lezingen te houden vol aan klachten tegen de dictator en ging ten slotte werken aan genoemde dissertatie. Bovendien heeft hij een roman op sta pel gezet over het intieme leven van Trujillo en zijn gezin. Trujillo schijnt een aantal handlan gers te hebben in de Ver. Staten, die er voor waken, dat hun leider niet te zeer in opspraak wordt gebracht. Tal van anti-dictatoriale Dominicanen in Ame rika hebben dreigbrieven op dreig-tele- foontjes van die handlangers ontvan gen en met name schijnt een mank man met een glazen oog een bijzonder on guur werktuig voor de dictator. De manier, waarop de piloot Murphy in deze zaak betrokken is geraakt, zou wel eens vrij triest geweest kunnen zijn. Murphy's grote verlangen was, piloot t« worden bij een officiële luchtvaartmaat schappij. Hij had zijn amateur-vlieg brevet. maar helaas waren zijn ogen niet goed genoeg om hem toe te laten tot vlieger in de burgerluchtvaart. Hij ontmoette echter een man. die hem toch zulk een functie aanbood bij de Dominicaanse maatschappij. Maar zou hij tevoren - zo werd hem gevraagd - een zieke willen vervoeren in een klein vliegtuig, dat gevlogen moest worden van New York naar de Dominicaanse republiek? Eerst later zou Murphy uit vinden, dat die „zieke" de - verdoofde - Galindez was geweest steun van deze grote communistische mogendheid. Daarbij vergete men niet, dat het aantal Russische experts en adviseurs in China op het ogenblik groter is dan dat van alle overige buitenlanders te zamen. Iedere fabriek, die in China wordt gebouwd, betekent een nieuwe band met Moskou. Dat weten de macht hebbers in Peking en zij leggen zich bij dit feit neer, ze ondersteunen het zelfs, omdat hun land door de economische achterstand nog veel meer satelliet is en moet zijn dan welke andere volge ling ook in Oost-Europa. Dit is de wer- j kelijke situatie waaraan niets wordt ver anderd door een paar „moedige" of zo- genaamd „onafhankelijke" uitlatingen i van Tsjoe En-lai of een andere politicus, I waarop vooral Polen zich zo graag be roept, maar welke woorden dan door het officiële China ofwel dadelijk wor- Iden tegengesproken ofwel verzwakt. Galindez communist Inderdaad werd Murphy aangeno men door de luchtvaartmaatschappij in de Dominicaanse republiek. Hij werd tweede bestuurder, doch verdiende al spoedig meer als geheim agent voor Trujillo. Toen hij dit lugubere werk wilde verlaten, werd hij naar alle waar schijnlijkheid om zeep gebracht. De Dominicanen hebben evenwel voor dit alles heel andere verklaringen. Ga lindez zou communist geweest zijn, die tenslotte voor de communisten groter waarde gekregen zou hebben als „mar telaar" dan als levend medewerker. Hij zou door communisten vermoord zijn en thans worden „opgediend" als slachtof fer van een dictator. De Amerikaanse pers zou hierin onbewust medewerken. Wat Murphy betreft, voor zijn dood hebben de Dominicanen ook een heel speciale verklaring. Hij zou vermoord zijn door een collega, die ruzie met hem had. Die collega was gearresteerd, had in de gevangenis zelfmoord gepleegd uit wroeging over zijn daad en zou boven dien een briefje hebben achtergelaten, waarin hij verklaarde zelfmoord te zul len plegen, omdat de moord op Murphy te zwaar was voor zijn geweten. Geheim speurwerk De Amerikaanse autoriteiten hebben evenwel vastgesteld, dat dit briefje niet geschreven kan zijn door de man die zelfmoord gepleegd heeftVandaar dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bezorgdheid tot ui ting heeft gebracht inzake de myste rieuze dood van de piloot Murphy. Het Congreslid Potter wenst, dat het Con gres een onderzoek naar de zaak zal in stellen. doch vooralsnog vindt het of ficiële naspeuringswerk meer in het ge heim plaats. Kortgeleden heeft men ontdekt, dat John Joseph Frank, een jurist te Washington, voor Trujillo werkzaam is geweest als geheim agent. Hij is in elk geval betrokken geweest bij het huren van het kleine vliegtuig, waar mede Galindez naar alle waarschijnlijk heid is ontvoerd. Wat Trujillo in zijn eigen staat met zijn eigen onderdanen doet. daar kan het buitenland zich moeilijk mee bemoeien, doch het ziet er naar uit. dat deze dictator ook opereert buiten de grenzen van zijn land en in dien een Amerikaan in de Dominicaan se republiek van staatswege ter dood zou zijn gebracht, dan kan zulks de Ver. Staten allerminst onverschillig zijn!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 11