DE POORT TOT DE VLOOT In Voorschoten vindt men GRENSPOST TUSSEN TWEE WERELDEN Marine Opkomst Centrum is een seizoenbedrijf dat velen de koers voor hun carrière geeft ZATERDAG 23 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 TWEE- is NIET HALF-SLACHTIG CVan een onzer redacteuren) Ieder© ochtend om negen uur klinkt een scherp hoorngeschal over het centrum van Voorschoten. De stadssfeer, die het forensendorp in de naoor logs© jaren in sommige opzichten ademt, is na de uittocht van de velen die in Den Haag, Leiden of elders werken, voor enkele uren verdwenen, en bij rustig weer klinken de hoorn-tonen over het met oude bomen omzoomde dorpscentrum. Men zou zich in deze omgeving kunnen inden ken, dat het de jachthoorn van het verleden was, opklinkend uit weelderige bossen. Maar van die bossen is slechts een klein, wild-arm restje over, ver buiten de bebouwde kom. De hoornblazer van nu heeft een andere functie, die men hier in dit land-dorp niet verwachten zou. Hij is tamboer bij de marine en draagt zijn aan deel bij tot de dagelijkse vlaggeparade, welke in ieder marinekamp en op iedere bodem van de marine wordt gehouden. Het Marine Opkomst Centrum is door zijn functie een grens tussen twee werelden: de marine-wereld met de strenge militaire discipline en de grote vormende traditie enerzijds, de minder karakteristiek getekende burgermaat schappij, losser van enig patroon in vorm en wezen anderzijds. Men „gaat er aan de wal" als men het kamp verlaat of men „komt aan boord" als men er binnen treedt zoals bij ieder marinekamp of marinebodem. Maar men vindt er ook zeer vele bur gers, waarop het kamp zelfs is ge oriënteerd. Jonge mensen aan wie ieder militair uiterlyk of gedrag vreemd is, en die via kwasie-ANWB-bordjes hun weg door het kamp zoeken inplaats van via kryptografische aanduidingen, die andere militaire centra plegen op te sieren. Aan alles is die tweeslachtigheid te merken, doch het wordt de bezoeker van het M.O.C. tevens duidelijk, dat die tweeslachtigheid geenszins iden tiek is aan de hieraan dikwijls inhae- rente halfslachtcdgheid. Integendeel, het bestaan van het kamp als „cen trum" is juist de vrucht van vele wel overwogen pogingen om het werk in dit grensgebied tussen burgermaat schappij en marine zo efficiënt moge lijk ten uitvoer te brengen. In Engeland voorgenomen concentratie Het devies „poort tot de vloot" is voor dit kamp op deze markante grens zeer toepasselijk. Er zijn geen wegen naar de vloot dan door deze poort. Vroeger was dat niet zo. Het M.O.C. is eerst in 1946, op 22 februari, offi cieel in werking getreden als algemeen opkomst centrum. Sindsdien zijn alle beroepsmensen en de militie van de marine door die poort getreden. Bij de andere onderdelen van de strijdmacht zijn de opkomst en de keuring nog ver spreid over verschillende centra. In 1944 toen de militaire leiding van de Nederlandse strijdkrachten in En geland zetelde, besloot men tot een concentratie van de marine-aanne mingsdiensten. Dit voornemen werd gerealiseerd na de bevrijding van ons land door de verhuizing van het op komstcentrum te Skegness in Engeland naar het voormalige Voorschotense barakkenkamp. Dit kamp, voor de oorlog een depot van de bereden artillerie, tijdens de bezettingsjaren uitgebreid en (het moet helaas gezegd worden) verbe terd door de Duitse bezetters, onder ging in de eerste tijd na de bevrijding een B.S.-behandeling waarvan het niet opknapte. Het werd echter nadien in betere staat hersteld om het Marine Opkomst Centrum te huisvesten, waar de opkomst, keuring en selectie van alle beroeps- en militiepersoneel van de Koninklijke Marine voortaan zou plaats vinden. Mede dank zij deze concentratie, die een inzicht in de betekenis der werkresultaten verdiepte en in veler lei opzicht een efficiente vereenvou diging tot stand bracht, kon het werk worden gerationaliseerd en bovendien aan de behoefte aan geschoold per soneel beter worden voldaan. Buiten landse ervaringen en de aantrekking van specialistische krachten verbeter den nadien de procedure en resultaten van het kamp aanzienlek. Vooral beroepspersoneel Deze concentratie betekent, dat het M.O.C. aan allen, die bij de marine gaan dienen, een koers meegeeft. vküvww i STaFÖ* M?*» In tijden van hoogconjuctuur wordt de militaire loopbaan nu eenmaal min der als levensbestemming gekozen. Nu kan men wel zeggen .dat een wel varend volk, een gemeenschap in hoogconjunctuur meer waard is om beschermd te worden, maar anderzijds betekent zulk een hoogconjunctuur in de moderne wereld een winstpunt in de koude oorlog. Het accent wordt verlegd door de omstandigheden. En een effectieve ver dediging in een koude oorlog is voor de gemeenschap zelfs beter dan een doeltreffende defensie in een „echte" oorlog. Bovendien is het verschijnsel niet terug te voeren tot een mindere waar dering van de marine ten opzichte van andere wapenen, want bij de militie is het aantal gegadigden ever het alge meen bij de marine nog steeds aanzien lijk hoger dan het aantal plaatsen! schappij. Onder die omstandigheden is een harmonie tussen militaire stramheid en burgerlijke soepelheid een dwingende eis. De kandidaten, die het kamp ingaan, worden allereerst administratief opge vangen. geregistreerd, van dekens, slaapplaats voorzien en in het admi nistratieve apparaat verwerkt. Dan volgt een medische keuring, welke arbeid wordt verricht door twaalf tot vijftien doktoren onder wie specialis ten van velerlei richting. En tenslotte wordt op grond van de voorkeur van de kandidaten, de resultaten van keu ringen. en de behoeften van de mari nediensten, de kandidaat „ten prooi" gegeven aan de selectie-afdeling. Psychotechnische proeven van aller lei aard, met betrekking tot intelli gentie, vindingrijkheid. aanpas singsvermogen. combinatievermogen, doortastendheid en uithoudingsver- j In Voorschoten ligt namelijk, ver van zee, een marine-kamp. En niet zo maar een verdwaald onbelangrijk kamp, maar het enige marinekamp dat (mettertijd) door iedere marineman uit eigen ervaring gekend wordt. „Hic Porta Classis Est" is het rake devies, dat onder het kampwapen prijkt. „Dit is de poort tot de vloot". Het devies van het Marine Opkomst Centrum, in strakke letters vermeld onder de in een kompas roos gevatte kaart van Nederland met het anker embleem van de marine onder een kroon van scheepsboegen. De poort naar de marine, die iedereen moet doorgaan om bij dit Koninklijke wapen te dienen voor vervulling van dienstplicht of als levensbe stemming. Het belangrijkste is die koers voor de mensen, die een marine-loopbaan als levensvulling kiezen, de mensen die op hun beurt dus ook het belangrijkst voor de marine zijn. Een sterk gespecialiseerd en tech nische vaardigheid vereisend wapen Men hoeft er. bij het betreden van het M.O.C.. niet over te piekeren tot welk wapen dit kamp behoort: vtaggemast en schoepsbei spreken een duidelijke taal. (Foto L.D./Van Vliet) Drieledige taak Terugkerend naar onze koers, de koers die het M.O.C. aan zovele mee geeft. kan vastgesteld worden dat het M.O.C. een drieledige taak heeft Het gaat om het opvangen van de jonge lieden die bij de marine gaan dienen, om hun medische en andere keuringen, en om hun meer directe koersbepa ling. dat wil zeggen de selectie voor de richting waarin zij de vloot en het marine apparaat als geheel het beste voor henzelf en voor de gemeenschap kunnen dienen. Seizoenbed rijf Een van de adspiranten voor de marine voor een der vele test-apparaten, waarmee reactiesnelheid en concentratiever mogen worden onderzocht (tfoto hSyjVtm Vllertr) De gekristalliseerde adem van de burgermaatschappij in het marine kamp: ANWB-achtige wegwijzers in plaats van kryptografische aan duidingen. (Foto L.D./Van Vliet) als de vloot steunt nu eenmaal, méér dan enig ander wapen, op beroeps mensen. Langzamerhand wordt deze speciale eis van de marine nabijge- streefd door de eisen van een zich veel sterker dan voorheen mechaniserende landmacht en de bijzondere eisen van de luchtmacht, maar het is waarlijk niet alleen uit traditie, dat de behoefte aaf een groot percentage goed onder legde vakmensen bij de marine nog steeds het sterkst spreekt. Bij dit strijdmachtonderdeel vindt men thans dan ook op elke twee man beroepspersoneel slechts één milicien, terwijl men eigenlijk een nog groter percentage beroepspersoneel zou willen hebben. Lichtzijde van probleem De commandant van het M.O.C. kapitein-ter-zee R. M. Crommelin, die ons dezer dagen iets over het kamp en de huidige marine-problemen ver telde, betreurde uiteraard dat tegen woordig de meest gewenste verhouding tussen beroeps- en militiepersoneel niet bereikbaar is, doch zag dit als een te ken des tüds met lichtzijden. Deze taak maakt van het M.O.C. een seizoenbedrijf. Er is zelfs een zekere verwantschap met het seizoen bedrijf bij uitnemendheid, de Horeca, maar daarover later meer. Er zijn bepaalde tijden in het jaar, waarin vastomlijnde groepen door de poort naar de vloot schrijden. In juli melden zich de adspirant- adelborsten, in augustus komen de aspirant-reserve-officieren, in septem ber volgt de tot oktober durende hausse van aspirant beroepsschepelingen. Daarna wordt het stiller bij het M.O.C. Een stilte die voorheen duurde tot het nieuwe aldus ingedeelde seizoen, maar die dit jaar voor het eerst reeds in april eindigt. Dan begint, als pri meur, de voorkeuring voor adelborsten. Deze voorkeuring is ingelast om te leurstelling zo vroeg mogelijk op te vangen. Zij die zich een marineloop baan hadden voorgesteld, maar op keuringsresultaten daarvan worden uitgesloten, worden daardoor zo tijdig op de hoogte gesteld dat zij zich zonder voor henzelf en de maatschappij kost baar tijdverlies op een andere carrière kunnen voorbereiden. Waarom het gaat De drie taken van het M.O.C. wor den enerzijds met grote discipline, doch anderzijds met vlotte soepelheid uitgevoerd. Hoe zou dat ook anders kunnen? Het kamp is ingesteld op burgers, die aan de vooravond van het militaire leven staan. Die opkomers en keur lingen blijven slechts enkele dagen in het kamp. naar de omstandigheden variërend van een tot vijf. Dan gaan zij verder, hetzij de marinewereld bin nen. hetzij terug naar de burgermaat- mogen en allerlei mentale aspecten meer geven de selectie-afdeling een inzicht in de persoonlijkheidsstruc tuur van de kandidaat. Daarbij komen vele technische hulp middelen te pas. die men ook in an dere psychotechnische centra kent. Er wordt gewerkt met touwtjes, met blokken, met instrurhenten. met schriftelijke onderzoekingsmethoden van de meest onwaarschijnlijke aard. doch die elders getoond hebben waar devol te zijn voor de geestelijke „ont leding". Als het niet klopt Vaak strookt het voornemen van de aspirant-marineman niet met de uit komsten van keuringen en tests en het persoonlijk onderhoud, dat bij de selectie ook een zeer belangrijke rol speelt. Dan is het de taak van de selectie-officieren, door een nieuw ge sprek met de kandidaat of een nieuwe overweging der mogelijkheden tot een compromis te komen, dat de omstan digheden recht doet wedervaren en harmonieert met de wensen van de kandidaat en de mogelijkheden van de marine. Zulk een compromis is zeer belang rijk. want de vele opkomers in het M.O.C. zoeken hier de ..koers voor hun leven" omdat zij zich als be roepsman aandienen. De selectie afdeling is dan ook het omvangrijk ste onderdeel van het kamp, het troetelkind van de organisatie. En dat men het zoeken naar een compromis serieus neemt, blijkt we] uit het feit, dat er zelfs films ver toond kunnen worden om de aspiran ten iets te kunnen tonen over wezen en betekenis van de verschillende tak ken van de marinedienst. Uiteraard is het selectieprobleem voor het militiepersoneel minder ur gent. omdat het voor deze mensen om een tijdelijke taak gaat. Maar niette min wordt ook aan de selectie van deze mensen de grootste aandacht be steed. Onder dat personeel bevindt zich een kern van specialisten op uiteen lopend gebied, die zoveel als dat doenlijk is, zo lang mogelijk op hun plaats worden gehandhaafd. Gespe cialiseerde vakkennis, en bovenal ook ervaring, spelen bij het gewich tige keurings- en selectiewerk een grote rol. Vooral de selectie-afdeling stelt ervaringseisen. die zo gering mogelijke persoonlijke mutaties wen selijk maken. Dat kapitein-ter-zee Crommelin de tiende commandant van het centrum is na de oprichting elf jaar geleden, is hiermede geenszins in strijd. .De commandovoering over het kamp stelt niet de specialistische eisen van de andere kern-functionarissen. Naast de gewone „seizoenstroom" zorgt men in het kamp voorts voor herkeuringen, voor her-selectie enz. van die mensen, die in de marineprak tijk niet voldeden aan de verwachtin gen op grond van de eerste keuring en selectie, hetzij doordat niet aan de marine-eisen kon worden voldaan, het zij omdat de" persoonlijke richting keuze later niet blijkt te bevredigen. Het is bij de marine geenszins zo dat men lukraak kan zeggen „kom. ik ga het nu eens in een andere richting zoeken", maar wel is men zich bij de leiding bewust van het feit. dat be vrediging in het werk een vereiste is voor goed werk. Daaruit vloeit voort, dat herkeuring en hei-selectie geens zins een onbelangrijk onderdeel van het werk in het M.O.C. uitmaken. Dit geldt uiteraard in hoofdzaak beroeps mensen. aangezien het militieperso neel te kort in dienst is voor richting veranderingen. Gevarieerd aspect Het kamp is dus, behalve voor staf en medewerkers, een doorgangshuis voor enkele dagen. In hoge mate een seizoenbedrijf en in hoge mate een logies-bedrfjf. Een Horecabedrijf als het ware, ook nog in ander opzicht. Door administratief gegroeide om standigheden en andere factoren wo nen in het kamp ook vele mensen, die overdag hun werk in het Ministerie in Den Haag hebben, terwijl anderijds mensen in het kamp werken, die in Voorschoten, Den Haag, Leiden of el ders wonen. „Dank zij het feit, dat wij uitstekende verhoudingen met de Voorschotense gemeenschap en het gemeentebestuur hebben, kunnen wij het woningprobleem aan", vertelde kapitein ter zee Crommelin ons. Het is een gaan en komen van mensen van allerlei aard, bestem ming en omstandigheden. Er zijn mensen, die 's ochtends in hev kamp komen om te werken, er zijn er die 's avonds komen om er te slapen. In de longroom kent men een dag- en avondbezetting. En bij de admini stratieve dienst kent men er nog vele andere soorten. De salarissen van de marine-atta- ché's bij de Nederlandse vertegenwoor digingen in het buitenland worden door het M.O.C. verzorgd, die ook haar hoede over vele anderen uitstrekt. De administratie kent ongeveer 1200 bui ten-mensen, die onder haar zorgen vallen. Het M.O.C. is daardoor niet alleen een poort, het is ook een centrum voor Nederlandse marinemensen, die over de gehele wereld verspreid zijn. Poort naar nieuwe glorie Wanneer des ochtends de tamboer zijn klanken over Voorschoten strooit, klinken die niet over burgers en mili tairen hier, maar klinken ook voor marinemensen over de gehele wereld. Klanken die een traditie vormen van de marine, zoals het aan de wal en aan boord gaan, zoals het „proefbordje" (dat ons uitstekend smaakte), zoals de term „longroom" in plaats van „kan tine", zoals, nu ja als alles wat de traditierijke marine eigen is. Voorschoten koestert in die klan ken een trots aandeel in een nieuwe bijdrage tot een aloude glorie. In deze dagen, waarin de 350ste geboortedag van Michiel de Ruy- ter wordt herdacht, moet het voor de Voorschotenaren een voldoe ning zijn, dat in hun gemeente de poort staat waardoor de nieuwe dragers van onze nationale drie kleur over de wereldzeeën hun in trede doen in de vloot, waaraan deze grote naam zo onverbrekelijk verbonden is. 400 per week Het M.O.C. kan met opvangen, keu ren en selecteren ongeveer vierhon derd man per week verwerken. Dat geschiedt met circa driehonderd man militair en zeventig man burgerper soneel. Een groepje burgers, onwennig in het militaire gareel, tijdens een verblijf van enige dagen voor keu ring en selectie-test in het kamp (Foto L.D./Van Vliet)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 16