ONS MENU
De voorjaarshoed,
Het voorjaar is niet
ver meer
DIRIGENTEN DER STILTE....
ZATERDAG 16 FEBRUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
zoals Parijs die ziel
Kijkjes in de Natuur
VAN DE WEEK
Parijs, februari 1957
In een sfeer van bloemen en parfum zijn we weer de Franse
voorjaarsshows doorgerold. Bloemen op de monumentale schoorsteen
mantels, klimmend naar de zoldering van deze en gene salon.
Bloemen op kleren, bloemen op hoeden. Riekende en reukloze.
Bloemengeuren uit het distilleervat overal om je heen, in de salon en
het trappenhuis, tot buiten de voordeur, op straat. En op je eigen
mantel. Een vleugje Dior op je mouw, een rijkelijke hoeveelheid
Balmain op je kraag, en op je zak wat Fath of Revillon, net zo wille
keurig daar beland als de verraderlijke vaporisators je bij het binnen
komen belaagden. Ze vloeken met elkaar, met het Crêpe de Chine,
dat je op je zakdoek kreeg, en het Molyneux dat je zelf achter je oren
zou willen dippen.
Maar op de keper beschouwd deert
dat parfum-carnaval je dit jaar be
trekkelijk weinig, want de mooie, stra
lende, zachte en opwindende voorjaars
dagen, die de eerste groene blaadjes
aan de heesters toverden, toen het nog
lang en breed winter was, heb je
prompt met een Franse griep moeten
betalen. Je verloor je reuk en kreeg
een groc-stem, welke laatste heus niets
uitstaande heeft met de honderden, de
duizenden, of ook maar één van die
vele flessen champagne, die in de
showweek tussen ontbijtuur en mid
dernacht werden ontkurkt. We zijn im
mers erelid van de blauwe knoop (d.w.z.
op zijn tijd, vooral 's ochtends vroeg en
als er gewerkt moet worden). We hiel
den ons dus degelijk aan vruchtensap,
waarvan het grootste deel meestal uit
de kraan afkomstig was. En dronken
het dus niet uit egoïstisch genot.
Vandaag zijn de meeste shows ach
ter de rug, de belangrijkste zeker. En
de stapel werk-voor-de-nabije-toe-
komst, die ze ons bezorgd hebben, is
als een ijsberg: van het grootste deel
ervan zijn we ons amper bewust. Ten
slotte hebben we, in twee weken tijds,
een goede 3500 modellen in Parijs en
een iets geringer aantal in Florence
aanschouwd. En daarbij zijn nog niet
eens de schoenen en hoedencollecties
inbegrepenUit dat alles moeten
we „lijnen" distilleren, vormen, inspi
ratie, overeenkomst en tegenstelling
naar voren halen enmaar laten
we met de hoeden beginnen. Zij zijn
op dit ogenblik nog de enige nieuwe
creaties, waarvan afbeeldingen in de
een of andere vorm mogen worden ge
publiceerd. Op de haute couture-schep-
pingen staat immers, zoals altijd, een
embargo, en niet voor het einde van
de maand zult U de eerste foto's en
tekeningen kunnen aanschouwen.
Overigens vormen die hoeden een
goed begin: ze zijn aantrekkelijk en
We mogen gerust zeggen, dat het
voorjaar er al was aan 't einde
van januari. Die hele verdeling
van het jaar in vakjes, elk van drie
maanden en beplakt met een etiket
lente of zomer, herfst en winter, is
toch maar iets kunstmatigs en zeker
niet in overeenstemming met de na
tuur.
Spreken we op 21 maart niet van
„lentedag"? Maar de laatste helft van
januari is het voortdurend al lente
geweest, de natuur zelf is er om het
te bewijzen. De hamamelis staat met
een bloemenpracht zo mooi als we in
jaren niet hebben gezien. En vandaag
hebben we viooltjes geplant, die staan
nu fris en fleurig in het stemmige
wintertuintje, waar echter overal de
bleekgroene neuzen van de vaste plan
ten zichtbaar worden.
„O. die vriezen wel dood, wacht
maar. we zijn er nog niet!" zegt de
pessimist. Hij zou echter net zo goed
kunnen zeggen: „Als er vorst komt
gooien we er wel wat dennegroen over
heen. En wat we op 't ogenblik aan
mooie dagen hebben, dat hebben we!
Na onsde nachtvorst!"
de verrassing, even snel als teleurstel
lend. Want waar het vertrouwde pad
zou uitmonden op een oud en uitge
sleten karrespoor en dit weer op een
stil bos van dennen, aan hun voet
overwoekerd met een tapijt van bos-
besplanten. daar was het. of ik bij to
verslag in een totaal onbekende streek
was overgeplant.
Ik stond voor een woestenij van om
gekapte bomen, hoog opgewerkte aard
hopen en blootgelegde boomstobben.
Daartussen lagen de strakgetrokken
banen van bulldozers en andere mo
derne monsters. Het was een geëga
liseerd stuk land, een fabrieksterrein
in wording. Verscholen achter een
rijtje bomen met fijn vertakte kronen
stonden wat boerenhuisjes. Het was
overal stil en leeg. En troosteloos.
Tegen een hoop aarde, die hij had
opgeworpen, lag vastgeplakt en scheef
een grote zandgrijper. Zijn getande
bek grijnsde half open. tot rust geko
men. toen zijn baas het op een zeker
ogenblik voor de zaterdag mooi genoeg
had gevonden en uit z'n stalen rijdier
was geklommen. En nu lag hij z'n
tijd af te wachten, die zeker zou ko
men, overmorgen, maandag.
Overigens is het moeilijk precies
aan te geven, waar dat voor
jaarsachtige nu eigenlijk in zit.
Goed. officeel gesproken zitten we nog
midden in de winterperiode, maar in
de hele atmosfeer zit onmiskenbaar
iets milds, iets dat we in maanden
niet meer hebben gekend. Ik geloof,
dat het vooral zit in het licht, zoals
dat de dingen om ons heen omgeeft.
Zoals het s morgens in de vroegte de
silhouetten van huizenrijen kleurt,
zoals het schuin invalt door het ge
boomte van een park. over de kabbe
ling van het water in een eenden
vijver. Het klinkt ook in het spektakel
van de mussen, als die elkander bij
tientallen zitten goeie morgen te wen
sen in de muurklimop. Gezellig is dat
geschetter van die druktemakers, zo
vroeg op hun nuchtere maag nog wel.
Het klinkt opwekkend, het geeft de
voorbijganger, die glimlachend even
opkijkt, een zetje in de goeie richting.
Figuurlijk gesproken, maar ook letter
lijk. Want als dat vogelvolk ln 't
hartje van de stad al zo best te spre
ken is, wat zal er dan wel buitenaf
zijn te beleven.
Nou vooruit, dan maar even een om
metje maken om het voorjaar toch
even te speuren.
Het was er inderdaad dat jonge
voorjaar. In z'n mooiste kleuren:
donkerbruin en paars het hout
opslag met fijn gepenseeld het wit en
rood van jonge berken. Oude houtwal
len met eiken, knoestig en gekerfd, en
een ruigte van braamstruiken, die
hun lange ranken lieten vallen als
doornige poliepenarmen. terwijl er nog
wat. rood van de herfst in nagloeide.
Bij een kromming van de weg kwam
Het donkere oog van de machine
keek me aan. spottend. Ja waarde
heer, dat had je niet gedacht hè? Zo
pakken wij dat hier aan. Alles in 't
groot. Met bekken zand tegelijk. In
dustrie meneer, alles industrie. Het
toverwoord waarvoor alles opzij gaat
De dood aan die natuur van jullie!
Geen plaats meer voor jullie patrij
zen en je kwikstaartjes. Steen me
neer! Beton en ijzer. En lawaai, heer
lijk hels lawaai! Nee. dat weggetje
kunt u ook al niet meer in. Heb ik
ook weggevreten."
Dat laatste had ik zelf ook al ge
zien. Ik wilde alleen weten, hoe erg
het was Dus baggerde ik langs een
omgewoelde berm en stond tenslotte
bij een vlakte, die er uitzag als een
verdroogde rivierbedding in tropisch
Afrika.
„Moet u maandag terugkomen, me
neer, dan beginnen we weer ,'t wordt
nog veel mooier!'*
„Ja." dacht ik. „dat zal wel, dat
neem ik onmiddellijk aan." Ik dacht
nog veel meer. Aan een steeds maar
hongerige industrie, die vreet aan het
Nederlandse landschap, aan een on
ontkoombare noodzaak, die een klein
land zijn kostelijk en kostbaar natuur-
bezit doet opofferen. Fen vlucht snelle
vogels ruiste boven me voorbij, ik her
kende ze zo gauw niet en piekerde
verder. Ik dacht aan prachtige ber-
kenwallen langs bouwland en wei
land. sinds lang vervangen door le
lijke cementen palen, aan de vervui
ling tan stadsranden, waar onver
schillige en gemakzuchtige bewoners
hun afgedankt huisraad deponeerden
en van de mooiste achterweggetjes
vuilnisbelten maakten.
rosé valoi*
ACrtllLt
SV£NJ^
flatteus. Bovendien zeer draagbaar,
waarmee we bedoelen dat het gros van
de vrouwen een modieuze hoed kan op
zetten en er dan ook nog charmant
kan uitzien. Zulks is namelijk lang
niet ieder seizoen het geval. En het
was zeker niet het geval, toen de mode
T uist toen m'n stemming tot het nul
punt was gezakthééé! daar
J vliegt me een juweel van een goud
vink voor me langs. Een man, zwart
als ebbehout en rood, zo prachtig.
Als een vurige bloem viel hij in de
oude kromme takken van een oude
appelboom bij een der huizen. Even
ving hij het licht op zijn vurige borst
en op het wit van zijn stuit en toen
was hij al weer verdwenen. Maar het
licht was gebleven op het groen van
winterkoren, veraf enwarempel
ook nog op die Afrikaanse woestenij
vlak voor m'n voeten.
Zelfs op de grijnzende bek van die
zandgrijper.
Voorjaarslicht!
SJOUKE VAN DER ZEE.
(BIJ DE TEKENINGEN)
ROSE VALOIS oranjerood stro,
witte margrieten en een fijne
zwarte voile.
ACHILLE ijsblauwe stro laize, een
„vierkante" bol, een licht gegolfde
rand en twee banden met koperen
gesp.
MAUD wit bandstro en marine
blauwe grosgrain voor een niet-
klassiek canotier met opgeslagen
rand.
SVEND een hoge, brede witte vilt
cloche, gevoerd met marineblauwe
mousseline en gegarneerd met
ronde gaten (waardoor de voering
zichtbaar is).
CHABAUD witte satijn laize met
zilveren en gouden schittering, ge
drapeerd en getooid met een grote
voile.
FATH een puntmuts van witte
grosgrain, gegarneerd met drie
bamboeringen.
een jaar geleden ineens met grote,
omvangrijke, zware hoeden voor het
voetlicht trad. Van die episode heeft
ze dit keer het volume bewaard: de
hoeden blijven volumineus. Ze heeft
echter het silhouet verzacht en volume
met (soms transparante) lichtheid
gepaard. En daardoor zijn de voor
jaarshoeden dit seizoen zo aantrekke
lijk, dat je voortijdig naar een nieuw
voorjaarsdopje begint te verlangen
zelfs als je geen verstokt hoedendraag-
ster bent. Nog bovendien stelt de mode
U dit jaar allerhande uiteenlopende
's Zomers eten we graag slaatjes omdat we deze dan meestal meer op prtJs
stellen dan in het koude jaargetijde. Toch Is 's winters, wanneer veel levens
middelen weinig vitamines bevatten, zo'n slaatje voor ons haast nog noodza
kelijker dan 's zomers. Men beseft vaak niet, dat haast alle wintergroenten zich
hiertoe uitstekend laten verwerken.
Knolgewassen, geraspt en aangemaakt met wat zure room, zijn beslist een
delicatesse, koolsoorten fqn gesnipperd en gemengd met olie en azijn doen het
ook uitstekend, zelfs rauwe zuurkool (die rijk Is aan 't zo nodige C vitamine),
ook alweer met room aangemaakt, waardoor de sla een heerlijke zachte smaak
krijgt, is beslist niet te versmaden!
nierbroodjes, biefstuk, doperwten, Iofsla, aardappelen,
gevulde sinaasappelen.
soep van rest doperwten, eier-ragoüt met rijst en zuur
koolsla.
selderijknol met kaas. aardappelen, rest jus of botersaus,
citroenrijst.
Stoofpot groene erwten, spek en aardappelen, caramel-
pudding.
gehakt, spruiten, aardappelen, appelmoes,
gekookte vis, peterseliesaus, snipperpeen en aardappelpuree,
havermoutkoekjes.
fruit.
ZONDAG
MAANDAG
I DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
Kaassoep.
modellen in verschillende afmetingen
voor en terwijl ze de hoed stevig op
het hoofd plaats (en soms zelfs het
totale hoofd laat omhullen) trekt ze
hem uit het gezicht weg. zodat ogen
en voorhoofd slechts zelden overscha
duwd worden en een aardig gezichtje
dus krijgt wat het toekomt.
Wanneer ge straks uw voorjaars
inkopen gaat doen en passant ook bij
uw modiste terecht komt, dan kunt ge
zonder schroom kiezen uit:
a) canotiers, cloches, toques, barethoe-
den bretons, charlottes en aardige
stoffen mutsjes (in de trant van de
stofmutsjes van lang, lang vergeten
gedienstigen met plumeau)
b. etherische grondstoffen, zoals heel
fijn, en soms transparant stro, pa
nama. Bakoe, bandstro en nylon
„paardehaar", organza, mousseline,
organdi, tule, katoenen satijn en be
drukte zijden of katoenen weefsels;
c) zachte kleuren wit, roze, mauve,
lila en geel het meer pikante
oranjerood en het voorjaarsachtige
marineblauw met wit.
De modiste, die zich op Parijs inspi
reert zal U, in allerhande vormen,
in allerlei materiaal en uiteenlopende
kleuren, heel veel aardigvoorzetten,
terwijl ze als garnering (soms) een en
kel bijou gebruikt, heel veel voiles toe
past en vooral uit voorjaarsbloemen
bonte of éénkleurige stillevens opbouwt.
Recept: Nierbroodjes.
1 kalfsnier. 150 gr. gaar kalfsvlees,
V2 eetlepel gehakte ui. V2 eetlepel ge
hakte peterselie, 5 gr. boter. 1 dl.
bouillon, 2 eidooiers of V2 lepel bloem,
zout. noot. peper, oud brood, boter.
De nier opkoken, afgieten met koud
water, weer opzetten en gaar bakken.
De nier en het kalfsvlees fijnhakken,
vermengen met het gefruite uitje en
met de bouillon 5 min. laten stoven.
De eidooiers met wat zout, peper en
noot loskloppen en door de vleesmassa
roeren. Alles samen verhitten tot het
geheel gebonden is. Afmaken met de
gehakte peterselie. Dunne sneetjes
brood zonder korst middendoor snij
den, in boter in de koekepan licht
bruin bakken en bedekken met de
niermassa (deze zo opwerken dat zich
een kussentje vormt).
De broodjes garneren met blaadjes
peterselie en dan heet opdienen.
Recept: Selderieknol met kaas.
Selderijknol schillen en in plakken
snijden. Deze 10 min. in wat water
met zout zachtjes gaar koken, uit la
ten lekken en laag om laag met een
plakje jonge kaas aan 2 lange cock
tailprikkers steken (aan ieder uiteinde
één prikker). De buitenste plakken
moeten uit selderijknol bestaan, 't Ge
heel wordt door el en paneermeel ge
haald en ln de koekepan ln boter of
frituurvet snel gebakken.
ONLANGS, op het concert
van onze trouwe politie,
heb ik nog gedacht: „Ach,
kon het maar altijd zo gemoede
lijk toegaan
Wanneer de saxofonisten,
pistonisten en hoe ze nog méér
mogen heten, hun tango blazen,
is er geen kou aan de lucht, in
tegendeel ze blazen zichzelf en
alle anderen warni.
Dan denk je bij jezelf: „Zo'n
tangotje op het kruispunt Bree-
straatNoordeinde— Rapenburg
zou bést gezellig zijn tijdens het
lange wachten. De mensen zou
den vanzelf stil staan en er zou
den geen rode of groene lichten
meer nodig zijn."
Dirigent Anderson achter de
verkeersschakelaar en zijn man
nen er om heen lustig blazen:
wét een pret en wat een genoeg
lijkheid!
HELAAS: dat gaat niet in
deze koel-nuchtere wereld,
waar orde en gezag moeten
heersen, waar het leven géén
spel, maar bittere ernst is en
waar iedereen op eigen lijfsbe
houd beducht moet zijn, wil-ie
niet 't loodje leggen
Dezelfde mannen die als ze
buiten „dienst" staan, in het
„spel" staan, zijn in de dienst
geen mannen om mee te spot
ten: ze houden elke overtreder
goed in de gaten, om hem weer
in het gareel te krijgen, zoals ze
zelf in het gareel lopen, als de
tango opklinkt, anders krijgen ze
met Anderson te doen.
ROCK AND ROLL, Samba,
Mambo of Jive zélf te dan
sen, is gelukkig niets voor
hen.
Dat gaat niet met de witte pet
op, de houwer opzij en de kap
laarzen aan en het zou hun ge
zag ondermijnen. Ze moeten, hóe
vriendelijk ze ook op het „eigen
feest" kijken of iemand van 't
podium af kunnen toeknikken,
achter het stopbord wel een tikje
bars kijken, want de horde i^ét
als schoolkinderen: doe j™als
onderwijzer té populair, dan ne
men ze een loopje met je en laat
je de mensen bij het wisselen
van het licht te veel hun gang
gaan, dan breekt onmiddellijk de
chaos los.
Dét is zeker: iedere agent
moet zijn eigen plaats en die
van de anderen weten, wil het
verkeer in goede banen blijven
en er niet nóg meer ongelukken
gebeuren, dan nü al het ge
val is.
IEDERE dag, dat ik met m'n
brommer voor de strepen sta,
kijk ik aandachtig naar de
mannen van de daad: dictators
in het klein, aan wier instructies
wij ons, als musici aan hun diri
gent, volstrekt overgeven. Hun
handgebaren zijn als die van
Van Beinum of Van Otterloo,
zonder dat er muziek aan te pas
komt.
Sinds het claxoneren en het
belgerinkel op de achtergrond
geraakt is, verloopt alles in stilte,
want er is niemand meer, die
zich opwindt.
Iedereen weet, dat hij, gelijk
in een écht orkest, het sein van
de verkeersdirigent moet af
wachten, voordat zijn inzet is ge
komen: geen seconde eerder of
later, anders komen er brokken
en moet er „afgetikt" worden.
Elke dag lopen duizend nieuwe
uitvoeringen van stapel, zonder
generale repetitie.
En allen helpen we op onze
eigen wijs mee. haai- tot even-
zovele succes-en te maken.
Foto Will Eiselin, Rijswijk.
Dat is een applaus waard: zo
wel voor de man aan de lesse
naar als voor ons, de nederige
dienaren van zijn zwijgend ver-
keersorkest.
FANTASIO.