IN KAMER
TUIN
Savonarola's sterven: zeven maal
gefolterd en dan..de brandstapel
Gebroken wijnglas was teken voor
haastig vertrek naar Zwitserland
ZATERDAG 16 FEBRUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven
Franciscanen contra Dominicanen
Hevig onweer verhinderde de vuurproef
SPIONNEN IN DE SCHADUW (VIII)
Sluue handelaarster-in-documenten zag nog op
het laatste ogenblik kans ons te ontglippen
Geheimzinnig vodje papier
Een vliegende vogel
vangt altijd wal....
Het is zeer moeilijk ons te verplaatsen in het gemoedsleven van Middeleeuwse
mens. Wij kunnen ons niet voorstellen hoe de Middeleeuwers er toe konden
komen om hem die voor Judas gespeeld had in een mysteriespel, te doden.
In het jaar 1437 werd te Metz een mysteriespel opgevoerd. Hij die de rol van Judas
had, speelde zó natuurlijk dat de toeschouwers knarsetandden van wraaklust. Had hij
geen hulp gekregen na afloop dan zou hij stellig opgehangen zijn De mensen waren
bezeten door wraaklust.
In de Nederlanden was men al vroeg humaan. Hij, die bij ons voor de duivel speelde
en in de hel gesmeten moest worden, werd van te voren op een kussen gebonden, een
„stootkussen".
En dit was wel nodig, getuige Ter Gouw:
Die hier moest „de duvel" heeten,
Zoo natuurlijk werd gesmeten.
Dat hij, door den harden smak,
Kop en nek en ribben brak!
Tijdens het spel ontwaakten allerlei krachten die
levensgevaarlijk werden voor de drager van de slechte
Idee. Als men de persoon wegsmeet die voor de duivel
speelde, dacht- men dat men de duivel zelf de hel ln
slingerde.
Maar. wat willen we: komt in „onze dagen bezetenheid
ook niet voor bij vertoning van spelen?"Rock
Rockrock around the clockAnno 1956 is
er nog door honderden agenten met gummistokken op
losgeslagen „jeugd" getimmerd, is zelfs de brandspuit te
hulp geroepen om de mens weer toerekenbaar te maken.
t N Florence had Savonarola „de mensen behekst", vol-
I gens het oordeel van hen die aan de zijde van de Paus
stonden. De aanhangers van de Dominicaner monnik
beweerden dat de Paus wederrechtelijk gekozen was en
dat er een tegen-Paus moest komen.
In het begin had Savonarola veel aanhang in de stad.
mede doordat hij uitstekend bestuurswerk had gedaan
Doch de voorspelling van Lorenzo de Medici was uitge
komen: de mens kon niet lang leven bij die strenge leer
en velen irriteerde het ook dat Savonarola praktisch
•alle macht aan zich had getrokken. Op welk recht
grondde hij zijn macht? Op een van God gegeven recht,
doch hoe bewees hij dat God hem dit gegeven had?
Dat was niet te bewijzen, dat was een kwestie van
geloof.
De macht van zijn vijanden, onder aanvoering van Paus
Alexander VI. nam voortdurend toe. De Paus deed hem
in de ban. Persoonlijk deed dit Savonarola niets, doch op
sommige mensen maakte de plechtige afkondiging van
dit- alles in de Domkerk grote indruk.
De Paus eiste dat hij naar Rome zou worden gebracht,
Florence liet hem niet gaan. doch hoe lang kon zij hem
nog beschermen? Tussen Franciscanen en Dominicanen
boterde het niet in Florence. De Franciscanen hoopten
spoedig van Savonarola verlost te zijn.
OP een dag daagde een Francisaner Savonarola uit
door een vuurproef te bewijzen dat hij een god
delijke opdracht had.
Deze Francesco di Puglia wilde met Savonarola door het
vuur gaan. opdat de ganse wereld zou zien dat Savonarola
een bedrieger was.
De mensen uit die tijd waren even verzot op Godsoor
delen als de Spanjaarden van heden op stierengevechten.
Doch Savonarola zou hun de kans niet geven. Met felle
verontwaardiging wees hij dit voorstel van de hand. God
had immers al lang Zijn mening kenbaar gemaakt: door
hem. Was het niet God verzoeken door het vuur te gaan?
Geen enkele leider is volledig de baas in eigen troep.
Des te feller en meer revolutionair hij is, dés te erger
zullen zijn volgelingen hem opstuwen als hij de eerste
symptomen van „aarzeling" gaat vertonen.
Een van zijn volgelingen, fanatieker nog dan hij. accep
teerde wat hij had geweigerd. Maar deze partij was
„beneden de stand" van Francesco di Puglia en daarom
werd er een andere Franciscaan voor de vuurproef
aangewezen.
had verstek laten gaan. Doch sommigen tussen de schare
zeiden: „Die Savonarola, die ons jaren lang in de ban
gehad heeft van zijn zogenaamde heiligheid, moet zelf
maar eens door de vlammen wandelen, om ons te laten
zien dat hij werkelijk heilig is. Wel waagt hij de heilige
hostie eraan, doch hij zelf blijft verre!"
Hier waren anderen het wel mee eens en verreweg de
meesten ergerden zich omdat er niets gebeuren ging.
T"N LOTSELING brak een onweer los.
De op sensatie beluste duizenden hadden de nadering
niet eens gemerkt. Daarom schrokken zij toen de
eerste slagen boven het geknetter der vlammen dreunden.
Vuur op de markt en vuur in de lucht.
De overheid greep de gelegenheid te baat luide te ver
kondigen dat God de Heer, door dit onweer zeggen wilde
dat Hij tegen de vuurproef was. Die moest dus worden
uitgesteld-
De donder knalde, dreunde en knetterde. Het flikkeren
de weerlicht kleurde in zijn groenige schijn de vlammen
der brandstapels geel enrood
Men moest naar huis en er was niets gebeurd. De
Franciscanen slopen zo onopvallend mogelijk weg van het
grote plein, doch Savonarola leidde zijn monniken weer
in processie naar het klooster. De menigte werd plotse
ling razend. Wat verbeeldde deze monnik zich wel? Dat
hij bij Onze Lieve Heer op schoot zat. soms? Men vergat
totaal dat het de Franciscanen waren geweest 'die de
vertoning in de war hadden gestuurd. Savonarola had
niet door de vlammen gewandeld, terwijl hij zo'n uitne
mende kans had gehad om zijn Godgezantschap te
bewijzen.
ALS de gewapende macht hem niet beschermd had.
zou men hem toen reeds vermoord hebben. Hij be
reikte het klooster St. Marcus, de bloeddorstige me
nigte op zijn hielen. Hij besteeg de kansel in. het klooster
om een uitvoerige verklaring over het gebeurde af te
leggen. En buiten huilde de menigte
Wat hielp praten hem nog? Zijn vijanden overvleugelden
hem en de Paus eiste zijn dood.
Weldra greep men hem en legde men hem op de pijn
bank. In de paasweek werd hij zeven maal gefolterd. Voor
leder weldenkend mens heeft een bekentenis onder der
gelijke folteringen afgelegd, geen waarde.
Savonarola moest sterven, er was geen ontkomen aan.
De rode kardinaalshoed van het martelaarschap was
reeds vlakbij. Op de 27ste mei 1498 werd hij naar de
brandstapel geleid, met nog twee vrienden. Op zijn tocht
erheen beschimpten de mensen hem en kinderen smeten
scherpe spijkers voor zijn naakte voeten.
Toen de herder verbrand was. raakte de kudde ver
strooid. waardoor zij zich al spoedig oploste in andere
groepen.
REIN BROUWER
Het geval is ernstig, zei mijn chef tot mij. Wij hebben enige heel
vage vermoedens met betrekking tot de „schakel" en waarschijnlijk
één enkele tastbare aanwijzing voor haar identiteit. Ja, het is een
vrouw. En dit is de tastbare aanwijzing. Dit zeggende overhandigde
hij mij een stukje papier, blauwgrijs van kleur, van goede kwaliteit,
met een baronnenkroontje en daaronder in potlood de letters
„ver Het was de linkerbovenhoek van een velletje briefpapier.
Ik bekeek het stukje papier. Zei toen: dat „ver kan veel
betekenen. Vera, bijvoorbeeld, die aardige agente van
Geen grapjes, Arbetti, zei mijn chef. De zaak is bijzonder ernstig.
Er is alle reden om aan te nemen, dat de oorlog zich spoedig zal uit
breiden. (Dat juist, want dit gesprek vond plaats in maart 1940
en in april 1940 ontbrandde de strijd in en om Noorwegen). Wij
weten, dat er in Den Haag enige mensen zijn onder leiding van een
vrouw, die handel drijven in Duitse en Geallieerde documenten. Het
zijn vaderlandsloze gezellen, die niet behoren tot een Duitse of Geal
lieerde inlichtingendienst. Ik weet bovendien uit de beste b dat zij
ook vervalsingen verhandelen. Ik heb e„ - maanden geleden een
verantwoordelijke Nederlandse instantie laten inlichten. Ik kreeg
volle medewerking, doch tot dusver bleef alle zoeken vruchteloos.
Het stukje papier, dat ik je toonde, ontving ik enige dagen geleden.
Ik heb reden om aan te nemen^ dat het verloren werd door de leidster
van de schelmenorganisatie. Ja, ik ben daar vrijwel zeker van.
punten leverden zij niet op. Nieuwe
verdenkingen evenmin. Wat de beide
vrouwen vroeger ook hebben gedaan,
thans zijn zij brandschoon, rappor
teerde ik aan myn chef, die ter ere
van dit „geval" in de buurt van Den
Haag, namelijk in Rotterdam, ver
toefde.
De attaché, die mfj aan die verve
lende gesprekken had geholpen, vond
het de hoogste tijd om eens iets op-
wekkenders te doen. Om my te over
reden, zei hy zoiets als „een vliegende
vogel vangt altijd wat". Daarom gin
gen wij een dag later, na gezamenlijk
te hebben gedineerd, een glas wijn
drinken in een bar. die niet al te vroeg
sloot. Het was er vry druk. Mijn met
gezel kende een aantal der aanwezigen,
hetzij persoonlijk, hetzij van reputatie.
Hij vertelde mij bijzonderheden. Wij
kwamen in een goede stemming. Aan
de bar ging het levendig toe. Ik mon
sterde de krukkenbevolking. Mijn oog
bleef rusten op een tweetal mensenb
een oudere, gedistingeerde heer met
een zwierige, zuidelijke inslag, en een
ietwat stijve, doch goedgeklede jongere
vrouw. Soms lachte de man bijna luid.
terwijl de vrouw dan glimlachte en hem
een beetje vragend aankeek. Er was
iets in het gezicht van die vrouw, dat
mij trof. Hét leek mij bijna te onbe
wogen.
Ken je die twee daar?, vroeg ik.
Ja. Arbetti. Dat is te zeggen, hem
ken ik. Hy is hier sedert twee weken.
Naar hij zegt om poolshoogte te nemen
van de Europese situatie en met lei
dende figuren uit de oorlogvoerende en
neutrale landen besprekingen te voeren
in opdracht van zyn regering. Een
Zuidamerikaan, weet je. En die vrouw.
De naams- en plaatsaandui
dingen wyken ook in dit „geval"
af van de werkelijke; zo wil het
Arbetti.
Het blijft een vage aanduiding, zei
ik. Als we niet meer hebben en snel
moeten handelen, wordt het een lastig
karwei.
Inderdaad, Arbetti, daar ziet het naar
uit. Het enige wat ik kon doen aan de
hand van dat verdraaide vodje papier
was, een lijst te maken van de in Den
Haag aanwezige vrouwen, die 'n baron
nenkroontje voeren en in aanmerking
zouden komen als verdachte. Ik pro
beerde om de leverancier van het brief
papier te vinden, doch slaagde niet.
Het papier kan trouwens overal ter
wereld zijn gedrukt. Wat die „verdach
te vrouwen" betreft, ik heb er twee
uitgezocht, die misschien speciale aan
dacht verdienen. Het zijn de baronin
von Kurzenaltheim en een Fran<?aise, de
barones d'Arpège. Zjj hebben alletwee
een jaar of wat geleden iets te maken
gehad met inlichtingendiensten. Ik ben
echter tot nu toe geen stap verder ge
komen. Een verdraaid lastig geval!
Onbewogen gezicht
ONZE legatie zorgde voor een ont
moeting met de beide „gekroonde
verdachten". Dat had enige voe
ten in de aarde, omdat- Duitsland
en Frankrijk in oorlog waren en de
beide baronessen niet gezamenlijk
konden worden gevraagd. Dank zij de
hulp van een onzer attaché's kreeg ik
de gelegenheid, elk harer afzonderlijk
te ontmoeten. De gesprekken waren
lang en vervelend. Nieuwe gezichts-
ja, die heb ik wel eens meer gezien. Zij
is Deense van afkomst, naderhand met
een Nederlander getrouwd geweest en
nu gescheiden. Zij logeert bij kennis
sen in Wassenaar. Zij heet.... ja, hoe
ook weer? O-ja, ik ben er, zij heet
Karin Lemming.
Uitnodiging.
EEN kwartiertje later betaalde de
Zuidamerikaan en vertrok met
zijn gezellin. Bij ons tafeltje ge
komen herkende hij mijn diplomatieke
vriend en groette. Wij bogen. Mevrouw
Lemming knikte heel even. Toen zij
langs ons tafeltje stapte, stootte zij
met haar tas tegen mijn glas, zodat
dit omviel en brak. Zij maakte excuses.
Mijn vriend nodigde het tweetal uit,
een glas wijn met ons te drinken. Hij
stelde mij aan hen voor. Neen. zei
mevrouw Lemming, vanavond gaat het
niet, maar zouden wij haar het ge
noegen willen doen omeens kijken,
om overmorgen ten huize van haar
Wassenaarse kennissen een cocktail te
komen drinken? Dat zou zij erg op
prijs stellen en zij zou dan met een ge
vuld glas kunnen herstellen wat zij aan
mij misdeed door haar nonchalance.
Wij aanvaardden de uitnodiging grif.
Kort na dit gebroken-glas-intermezzo
hoorde ik een woordenwisseling tussen
een der gasten en de barkeeper. De
gast was opvallend gekleed. Hij be
taalde en ging mopperend weg. Ik zei:
die man heeft een onaangenaam ge
zicht.
De volgende ochtend informeerde de
attaché telefonisch, of ik het gezellig
gevonden had ondanks dat gebroken
glasEn ja. myn waarde Arbetti,
nu ik dat glas ter sprake breng, had
jjj misschien ook het gevoel, dat Karin
Lemming het misschien een beetje op
zettelijk omstootte? Misschien om een
voorwendsel te hebben, je uit te no
digen. Je veroverde haar blijkbaar op
het eerste gezicht. Succes!
Bij die woorden besefte ik, dat ik in
die bar mijn waarnemingsvermogen te
weinig gericht had op de „gebeurte
nissen in de schaduw". Natuurlijk had
de attaché gelijk. Het omstoot-gebaar
was te krachtig geweest, te goed ge
richt om puur toeval te zijn. Maar
waarom? En toen zag ik het als in een
flits. Veren het Franse woord
voor glas is immers verre. Actie was
geboden.
Ik belde mijn chef op in Rotterdam.
Ik heb een spoor, zei ik. Ik heb een
arrestant, zei hfj. Ik ging onmiddel
lijk naar Rotterdam. De chef toonde
mij een foto. Ik zag het gezicht van
die ruzie-makende bar-bezoeker van
de vorige avond. Die man was verdacht,
zei de chef. HU bleek bovendien een
kleine oplichterij op zfjn geweten te
hebben. De Nederlandse politie werkte
mee en lichtte hem vanochtend om zes
uur van zijn bed. In zijn hotelkamer
vond ik niets van belang, behalve een
stukje papier met (in het Frans) de
woorden GEBROKEN WIJNGLAS.
Verre a vin, Arbetti! Het papier was
het zelfde als dat met het kroontje en
de letters ver. We hebben de man een
uur verhoord. We kregen uit hem, dat
hij bU een komplot betrokken was. HU
gaf een beschrijving van zijn „cheffin",
zoals hU de leidster noemde. De naam
wist hU niet. HU dacht, dat ze ergens
buiten Den Haag woonde.
OP de 7e april 1498 zou de vuurproef plaats hebben
op het Signoriaplein van Florence. Twee grote
brandstapels, elk van veertig meter lengte, waren
opgericht, met daar tussen een nauwe doorgang. Allerlei
licht ontvlambare stoffen bevonden zich in de stapels, er
is zelfs beweerd dat hier en daar kruithaarden waren
aangebracht.
Vroeg in de morgen was het al zwart van de mensen op
het plein, want een ieder wilde zien hoe dit afliep! Vijf
honderd soldaten vormden een dichte haag om de stapels,
opdat de menigte niet al te dicht kon naderen.
Die morgen was er een zeer vreemde spanning in de
stad. Men voelde dat er iets belangryks ging gebeuren.
De menigte op het Signoria-plein werd reeds ongeduldig.
Waar bleef Savonarola met zijn Dominicanen? Waar
bleven de Franciscanen?
Daar kwamen ze aan, in processie! Savonarola ging
voorop! Ilij droeg de heilige hostie! Hij keek geen mens
aan, hij was bleek, doch tegelyk indrukwekkend, vrees
aanjagend bijna. Dc menigte week uiteen toen hij met
zqn Dominicanen voorbijging. De menigte voelde een héél
vreemde spanning. Vandaag zou er een wonder gebeuren
en als er géén wonder gebeurde zou men Savonarola
doden. Als hij geen wonder kon doen was hy een
praatjesmaker, dan had hU Florence altijd belogen en
bedrogen, dan
DAAR kwamen de Franciscanen, obk in processie, pre
cies van de andere kant! Zij gingen naar hetzelfde
balkon als de Dominicanen. Het balkon was echter
door een wand in tweeën gedeeld.
De spanning ln de duizenden groeide. Men voelde de
vijandschap der twee orden in de lucht.
Men stak de brandstapel aan, vlammen lekten, speelden
en knetterden. Vlammen laaiden weldra hoog op. Rook
trok over de stad. Ieder wilde zien. Nu zou het gebeuren!
De Overheid gaf het sein tot het begin. De kampioen
der Dominicanen trad naar voren. Hij was bleek, doch
onbevreesd keek hij in de twee enorme vuurhaarden,
waar tussen slechts een kleine opening was, de Ingang tot
het pad dat tussen de twee veertig meter lange brand
stapels liep.
Hoor. hoe de vlammen knetterden! En vonken stoven
hoog in de lucht! Gelige rook kronkelde plotseling uit het
laaiende vuur.
De stem van de Overheidsdienaar, die riep om de an
dere kandidaat. De Franciscaner was er niet. De Fran
ciscanen kwamen met de onnozelste uitvluchten.
De stem van Savonarola donderde over het plein. Hij
eiste dat de Dominicaan de hostie met zich zou dragen
door het vuur als het Godsoordeel plaats zou hebben.
Toen schreeuwden de Franciscanen dat dit heiligschen
nis was. Het vuur laaide hoe langer hoe hoger op en het
kreeg geen prooi. De vlammen lekten naar alle kanten en
vonden alleen maar dood hout als voedsel.
Er gebeurde niets. Wat voor zin had het als de Domi
nicaan alleen door de vlammen ging? De Franciscaan
Als het wachten op de eerste volle
lentedagen nu niet al te lang meer
behoeft, te duren zal men het voor-
ïaar binnenshuis moeten halen. Dat
kan men op verschillende manieren
doen; de kastanjeknoppen behoren in
ieder geval tot de voorjaarsboden en
de dikke kleverige knoppen kan men
binnenshuis in een normaal verwarm
de kamer heel goed tot ontwikkeling
brengen en zelfs wel tot. vervroegdé
bloei. Die takken kan men nu al snij
den en misschien kunt U ze hier of
daar wel machtig worden, doch be
schouw dit nu niet als een vrijbrief
om de bomen van de gemeenteplant
soenen nu maar eens grondig te plun
deren; voor dat doel werden ze zeer
beslist niet aangeplant!
Niet alleen met de kastanjeknoppen
kan men de lente binnenshuis halen.*
doch van ouds zijn de grijze wilgen
katjes al bekend en trek cr op een
mooie dag maar eens op uit; misschien
is er hier of daar aan de waterkant
wel iets te vinden. Pluk dan echter een
beetje met overleg en haal zo'n struik
niet helemaal leeg; er moeten er op
blijven en ook voor anderen moet nog
iets blijven zitten. De katjes van de
els doen het altijd heel goed. vooral
indien ze in een donkere vaas of don
kere kan worden gezet. En tracht er
dan ook wat van die donkere elzen-
proppen bij te bemachtigen; die beho
ren bij elkaar en doen het samen ook
zo goed. De katjes van de hazelaar zijn
ook algemeen bekend en ook die vol
doen bijzonder. Het verdient wel aan
beveling bij al die houtachtige gewas
sen de takken de eerste dagen in een
normaal verwarmde kamer enkele ma
len met lauw water te besproeien; de
knoppen zullen dan veel gemakkelijker
en ook sneller los komen.
Wie liever wat bloemen wenst kan
nu ook takjes snijden van de gele
kornoelje, die in vele tuintjes voor
komt; eind februari, begin maart kan
die struik al volop bloeien, doch dan
moet men het weer wel een beetje
mee hebben. Vergeet niet, dat de dik
met bloemknoppen bezette takken van
de Forsythia's of Chinese Klokjes het
binnenshuis ook zo best doen. Elk
bloemknopje zal op de duur beslist
open komen. Ook die takken voldoen,
als ze eenmaal bloeien, het best in een
donkere kan. Van de Prunus pissardii
met de kleine tere roze bloempjes zal
men ook veel plezier kunnen hebben,
doch die verlangen veel warmte en
moeten beslist een paar maal daags
met lauw water besproeid worden, an
ders komen de kleine roze bloem
knopjes niet open.
O. KROM DU K
Te slim.
De knoppen van de echte kastanje
IK weet het onderbrak ik mUn chef,
ze heet Karin Lemming en ze lo
geert in Wassenaar bij Nederlandse
vrienden.
Myn chef greep de telefoon en vroeg
een Haags nummer. Toen de aanslui
ting kwam, gaf hy snel enige instruc
ties. Nu maar wachten, zei hy tegen
mij. Ik vertelde hem, wat er in de bar
gebeurd was. Ja, dan was zij het in
derdaad, want de arrestant vertelde on3
zei de chef. dat hij enige avonden per
week in die bar moest zijn. Het breken
van een wijnglasneen, hy kende
de „cheffin" niet van naam.... zou
het sein zijn om zeer snel naar Zwit
serland te vertrekken.
De telefoon ratelde. Mijn chef luis
terde. Te laat! zei hij, het vogeltje is
gevlogen. Karin Lemming is spoorloos
verdwenen. En op haar logeerkamer
vond men geen snipper papier. Wel
bleek, dat zy' het schrijfpapier-met
kroontje van haar (volmaakt onschul
dige) gastvrouw veelvuldig had ge
bruikt.
Geen cocktail met Karin voor Ar
betti, beeloot mijn chef. Ze is ons te
slim af geweest. Maar we vinden haar
wel! Inderdaad werd zU twee jaar later
in Portugal op aanwijzing van mijn
chef gearresteerd en achter slot en
grendel gezet.
En dat snippertje papier met dat
kroontje, vroeg ik. toen Arbetti uitge
sproken was, wat had dat nu te bete
kenen?
Dat had myn chef ontvangen van de
Nederlandse Inlichtingendienst met de
mededeling, dat het vermoedelUk af
komstig was van de leidster van de
groep. Hoe de Nederlanders er aan
kwamen, weet ik niet. Zy hebben hun
eigen bronnen, net als wij de onze. En
het verraad tiert welig in mijn wereldje
mUn waarde!
En die gearresteerde vent?
Die was haar koerier. HU kende haar
als „madame" en liet het wel uit zyn
hoofd om naar haar naam te vragen.
En in die bar was ze nooit tevoren
geweest, zodat de barkeeper haar ook
niet kende. Maar goed, die koerier
waarschuwde na het „gebroken glas"
haar beide andere helpers, die eveneens
ontkwamen. Zy, die rustige Karin, nam
alles mee naar Zwitserland. en ik
geloof, dat ze op haar manier gevoel
had voor humor. Want ze wist na
tuurlijk heel goed wie en wat ik was
en wat ik in Den Haag deed. en
daarom koos ze mijn glas als „alarm
signaal". 't Spijt me nog van die cock
tails!
(Nadruk verboden)