Europa heeft een grote behoefte
aan energie voor zijn industrie
Rehabilitatie-uitkeringen en het
Japanse smartegeld
VenJuuUe
Drie „atoom - wijzen FransmanDuitser en
Italiaan) hoorden goed nieuws in Amerika
Geen afhankelijkheid van olie
Nederlandse Staat schiet voor
95ste jaargang
Vrijdag 15 februari 1957
Derde blad no. 29065
Euratom staat er goed voor
(Van onze correspondent in Washington)
Het schijnt mode te worden om met zijn drieën
voor de wijzen te gaan spelen. Kortgeleden tracht
ten „drie wijzen" de NAVO te reorganiseren,
thans zijn drie andere wijzen een reis aan het
maken, teneinde na te gaan, of de Westeuropese
„atoomgemeenschap" (Euratom) kans van slagen
heeft. Gelijk bekend, zijn de zes landen, die reeds
behoren tot de Kolen- en Staalgemeenschap
(KSG), thans van zins een gemeenschap op te
zetten voor het gebruik van atoom-energie. Dit
"zijn de drie Benelux-landen, met Frankrijk, Duits
land en Italië. De drie wijzen, uitgezonden door
deze landen, zijn Louis Armand (Frankrijk),
Franz Etzel <Duitsland) en Francesco Giordani
(Italië). De Duitser is het meest politiek geschoold
van de drie en dat heeft tot gevolg, dat hij veelal
het woord doet. Etzel is stellig bekwaam, maar hij
heeft de handicap, dat hij geen Engels spreekt.
Vooral op persconferenties is het een nadeel, wan
neer alles vertaald moet worden. Het contact
wordt daardoor minder direct en het betoog min
der helder.
Eén Nederlander, drs. M. Kohn stamm, die als secretaris met de groep
meereist, zal een belangrijk aandeel hebben in de opstelling: van het rapport
over de exploratie-tocht. Verscheidene gegevens uit dit artikel zijn ontleend aan
een gesprek, dat wij met de heer Kohn stamm hebben gehad.
Welnu, West-Europa is het enige grote Industrie-gebied ter wereld, dat
niet zelf de energie kan voortbrengen, nodig voor de eigen ontwikkeling. De
res landen importeren thans reeds voor twee miljard dollar per jaar aan „ener
gie" en, als de ontwikkeling zo zou doorgaan, dan zou die rekening binnen twin
tig jaar tot zes miljard stijgen!
Geen import van gehele
atoom-centrales
Eigen produktie van
elektriciteit nodig
De „energie", die de zes landen thans
reeds invoeren, is gelijkwaardig aan hon
derd miljoen ton kolen. In 1975 zou zij
equivalent zijn aan 300 miljoen ton.
Uiteraard is veel van de geïmporteerde
energie olie, en zou de ontwikkeling
ongewijzigd doorgaan dan zou Europa
steeds meer afhankelijk worden van de
oliegebieden, met name van het Midden-
Oosten. Zowel financieel als politiek
wordt dit een schier ondraaglijke situa
tie. Het politieke gevaar van een Europa,
dat zeer afhankelijk wordt van „Arabi
sche olie" is men in Amerika de laatste
maanden duidelijk gaan beseffen. De drie
wijzen kwamen daarom wel op een zeer
goed moment in Amerika aan: de be
reidheid hier is groot om te voorkomen,
dat Europa in de toekomst nog meer af
hankelijk zal worden van de olie uit het
Midden-Oosten.
Sympathie in V.S.
De drie wijzen betogen, dat het moge
lijk is, om na 1963 een einde te
maken aan de stijging der energie-im
port voor de zes landen. In een grafische
voorstelling zou men het aldus kunnen
weergeven: tot 1963 gaat de importlijn
naar boven, ongeveer in een hoek van
45 graden, doch daarna wordt de im
portlijn horizontaal.
Natuurlijk blijft men invoeren. De
olie- en kolenproducerende landen be
hoeven geen catastrofe te duchten, doch
de stijging van de energieinvoer, die voor
de zes landen zo fataal dreigt te worden.
zou men kunnen stopzettendoor
elektriciteit te gaan produceren uit
atoom-energie. In 1963 hoopt men drie
miljoen kw. nucleaire energie te ver
wekken. In 1967 15 miljoen.
Dit alles mits men voldoende mede
werking krijgt van het buitenland, met
name van Amerika.
De besprekingen in de Ver. Staten zijn
zeer bemoedigend geweest.
De Amerikanen achten de doelstelling
der „wijzen" wel hooggegrepen, doch
voor verwerkelijking vatbaar. In Ame
rika heeft men altijd al sympathie ge
had voor alles wat de integratie van
Europa bevorderde en na de crisis over
„Suez" ziet men de noodzaak van
Europese samenwerking wel als zeer
dringend. President Eisenhower moet
zich tegenover de wijzen ongeveer als
volgt hebben uitgelaten: hij zou gaarne
zien, dat er in West-Europa een sterke
eenheid tot stand kwam, juist omdat hij
er zeker van was, dat dit gebied altijd
democratisch zou blijven. Op die manier
zouden twee sterke democratiscshe cen
tra ontstaan: Amerika en West-Europa,
en dat zou de balans van krachten in de
wereld gunstig beïnvloeden.
Zolang Euratom nog niet officieel be
staat kan men natuurlijk geen formele
onderhandelingen voeren met de Ame
rikanen. De Europese groep heeft bere
kend per jaar 18 ton verrijkt uranium
nodig te hebben of 6000 ton normaal
uranium. In de praktijk zal men wel
licht zowel verrijkt als gewoon uranium
gaan importeren, want het is mogelijk,
dat men in Europa reactors van diverse
aard gaat bouwen Officieel konden de
Amerikanen nog niet toezeggen, dat
Europa op zulke hoeveelheden uranium
zal kunnen rekenen, maar nergens toon
de men zich sceptisch ten aanzien van
de verwezenlijking van het Europese
plan. Dit nu is inderdaad goed nieuws
voor de zes betrokken landen.
Prof. P. J. Veth-medaille voor
dr. Egeler en dr. De Booy
De Nederlandse geologen dr. C. G.
Egeler en dr. T. de Booy, die vorig
jaar voor de tweede maal een expe
ditie hebben ondernomen naar de top
pen van het Andesgebergte, zjjn de
eerste geleerden aan wie de bronzen
prof. Pieter Johannes Veth-medaille.
ingesteld door het Kon. Ned. Aard
rijkskundig Genootschap is toegekend.
Na de eerste vertoning van de door
beide geologen opgenomen film over
deze tweede Andes-expeditie. heeft de
voorzitter van het Genootschap, prof.
dr. G. L. Smit Sibinga, gisteravond in
de aula van het Kon. Instituut voor de
Tropen te Amsterdam deze onderschei
ding aan hen uitgereikt.
De prof. Pieter Johannes Veth-
medaille. ingesteld ter gelegenheid van
het 80-jarig bestaan van het Aardrijks
kundig Genootschap in 1953 en ge
noemd naar de eerste voorzitter, wordt
uitgereikt aan personen, die zich door
een bijzondere prestatie op het gebied
der aardrijkskundige wetenschappen
hebben onderscheiden. Deze onderschei
ding is thans voor de eerste maal toe
gekend.
Hoe moet men zich nu die nieuwe
elektriciteitsvoorziening in de Europese
praktijk voorstellen?
Eén ding staat voorop: Euratom zelf
gaat geen elektriciteit produceren en de
struotuur van de energie-voorziening zal
in wezen geen verandering ondergaan.
In Nederland is het gebruikelijk, dat de
energiebedrijven aan gemeente of pro
vincie behoren. In Frankrijk kent men
een staatsbedrijf en in Duitsland in vele
gevallen particuliere centrales. Ook in
de toekomst zal men een dergelijke
structuur behouden en het zou bijvoor
beeld mogelijk zijn, dat de gemeente Am
sterdam, naast de bestaande gebruike
lijke centrales, ook een elektriciteitsbe
drijf ging oprichten, waar uranium in
werd ..gestookt". Wanneer de zes landen
zoals de bedoeling is, tevens een gemeen
schappelijke markt vormen, dan kan
men zulk een centrale van de moderne
tijd laten bouwen door bijvoorbeeld
Philips, of door de Duitse firma Siemens,
of door de Franse maatschappij Alstohm.
Eventueel kunnen twee of drie van zulke
firma's samenwerken.
Voor de uranium-brandstof zal men
evengoed moeten betalen als voor olie of
kolen, die men importeert. De uranium
zal echter belangrijk goedkoper zijn.
De drie wijzen (vergezeld van deskun
digen) gaan ook nog rondkijken en be
sprekingen voeren in Canada en Enge
land. In het algemeen zal het niet de
bedoeling zijn atoom-centrales in hun
geheel te importeren uit landen, die
reeds verder zijn op dit gebied. Eerder
lijkt het waarschijnlijk, dat men van de
Amerikaanse of Engelse industrie be
paalde licenties en onderdelen koopt. De
rest kunnen de technici uit de zes lan
den dan zelf wel voor elkaar brengen.
In Europa is de conventionele brand
stof veel duurder dan in Amerika. Daar
om zal de elektriciteit uit atoom-energie
opgewekt, in Europa eerder commercieel
verantwoord zijn dan in Amerika. Het
lijkt om deze reden niet uitgesloten, dat
na enige tijd de Europesp technische er
varing (althans op dit gebied) de Ame
rikaanse de baas zal worden!
Prins Bernhard over zijn
Spaanse onderscheiding
In een interview, gepubliceerd in het
Spaanse monarchistische blad „A.B.C.",
geeft Prins Bernhard uiting aan zijn
voldoening over zijn benoeming tot ere
lid van de Spaanse Koninklijke Aca
demie..
De Prins zegt dat hij zich in 1929 voor
het Spaans begon te interesseren en
dat hij in I960 besloot deze taal ernstig
te gaan bestuderen onder leiding van
prof. dr. C. F. A. van Dam van de Uni
versiteit van Utrecht, die corresponde
rend lid van de Spaanse Koninklijke
Academie is.
Prins Bernhard verklaart voorts, dat
de belangstelling voor de Spaanse taal
en litteratuur in Nederland steeds meer
toeneemt.
Na te hebben gezegd, dat hij de beste
herinneringen aan zijn bezoeken aan
Spanje bewaart, verklaart de Prins, dat
hij dit jaar door drukke bezigheden geen
reis naar Spanje kan ondernemen.
Uitspraak in Zeppelin-geding
(Van onze Haagse redactie)
De civiele kamer van de Haagse Recht
bank deed uitspraak in de zaak. die het
Haagse Public Relations-Bureau „EPRO"
aanhangig had gemaakt tegen het West-
duitse reclamebureau „AVO" over het
gebruik van het luchtschip, dat afgelo
pen zomer boven ons land vloog. „EPRO"
had een schadevergoeding van f. 60.000
geëist. De uitspraak luidde, dat de eis
niet ontvankelijk werd verklaard en dat
eiser werd veroordeeld tot betaling van
de kosten van het proces.
Thans ruim 112.000
televisietoestellen
In Januari zyn voor het eerste meer
nieuwe televisietoestellen dan radio's
geregistreerd nl. 12.610 tegen 11.830. Het
totaal aantal aangegeven radio-
ontvangtoestellen bedroeg op 1 februari
1957, 2.246.882, het aantal aangegeven
televisietoestellen 112.076.
Het aantal draadomroep-aansluitin
gen kwam in dezelfde maand op 544.132.
De commissaris der Koningin in
Zuid Holland mr. J. Klaasesz kreeg
gisterochtend ter gelegenheid van
Valentijndag een bloemenhulde aan
geboden door de secretaris van de
Vereniging der Nederlandse Bloe
misterij. mr. P. Zwahlen rechts
voor zijn daadwerkelijke steun bij
de bestrijding der kinderverlam
ming.
Ruim 140.000 belanghebbenden
(Spedale berichtgeving)
Als resultaat van een besluit van de Neder
landse regering, het Japanse vredesverdrag, het
„gentleman's agreement Yoshida Stikker" en een
beslissing van het geallieerde opperbevel, kent
men in ons land thans vier soorten eenmalige uit
keringen aan Nederlanders, die tengevolge van de
strijd in het Verre Oosten en de Japanse bezetting
tijdens de Tweede Wereldoorlog van het voor
malige Nederlands Oost-Indië, materiële schade
hebben geleden of aan bepaalde ontberingen heb
ben blootgestaan.
De uitkeringen aan ex-burger-geïnterneerden
berust op het „Yoshida-Stikker gentlemen's
agreement", gesloten in aansluiting op het vredes
verdrag met Japan, waarvan Japan zich, na latere
Vóór en in 1890 geborenen zijn preferent
Kort voor Kerstmis 1956 werd met de uitbetalingen een begin gemaakt. Het
aantal personen, dat voor deze smartegelduitkering in aanmerking komt, be
draagt rond 100.000. Het aantal betalingen, dat momenteel verricht wordt, be
loopt inclusief die aan de ex-krjjgsgevangenen ongeveer 600 per dag, zo
dat de gehele betalingsprocedure, daar er ongeveer 42.000 ex-krijgsgevangenen
staan genoteerd, rond negen maanden in beslag zal nemen.
onderhandelingen over de uitvoering bereid ver
klaarde om over een periode van vijf jaar in totaal
10 miljoen dollar in ponden sterling aan de Neder
landse Staat te betalen.
De Nederlandse regering heeft echter besloten,
dat de uitkeringen, welke f 385 per persoon bedra
gen, niet behoeven te wachten totdat de Japanse
Staat zal hebben gestort. De Nederlandse Staat
schiet dus voor, hetgeen haar echter op een rente
verlies van rond twee miljoen gulden komt te
staan, doch men heeft gemeend dit voor lief te
moeten nemen omdat het niet verantwoord was de
uitkeringen uit te stellen tot Japan aan haar ver
plichtingen zou hebben voldaan.
Het recht op aanspraak, dat ten name
van in het kamp overledenen is ont
staan, is overgegaan op de erven. Zelfs
indien de betrokken persoon reeds en
kele dagen na zijn internering is gestor
ven, hebben zijn erven recht op deze uit
kering. Voor hen echter, die gedurende
een kortere periode dan zes maanden
geïnterneerd zijn geweest, hetzij dat zij
binnen dat tijdsbestek werden vrijgela
ten, hetzij dat zij werden geïnterneerd
zes maanden of korter voor het tijdstip,
dat de oorlog in het Verre Oosten be
ëindigd werd, geldt deze uitkeringsrege
ling niet.
Alleen zij dus, die zes maanden of
langer in een kamp gezeten hebben, kun
nen aanspraak maken op deze uitkering.
Krijgsgevangenen
De uitkeringen aan ex-krijgsgevange-
nen berust op artikel 16 van het vre
desverdrag met Japan, destijds te San
Francisco ondertekend. Hierin is be
paald, dat de Japanse tegoeden in neu-
Geen brieven
Dat de uitbetalingen zulk een lange
tijd op zich hebben laten wachten,
is deels toe te schrijven aan het
feit, dat vele betrokkenen pas na
herhaalde oproepen zich gemeld
hebben.
Verder is vaak het controleren der
gegevens geen eenvoudige zaak ge
weest, zodat ook dit tijdrovend was.
Tenslotte hopen de betrokken af
delingen van het ministerie van
Buitenlandse Zaken, dat men zijn
schriiflust iets zal weten te beper
ken. Men ontvangt liever niet dui
zenden brieven die de ambtena
ren onttrekken aan het werk
en die de uitbetalingen overigens
niet kunnen versnellen, doch alleen
maar vertragen.
trale staten en in de voormalige as-
landen overgedragen dienden te worden
aan de internationale commissie van het
Rode Kruis te Genève, die het totale
bedrag zou krijgen te verdelen tussen de
hiervoor in aanmerking komende lan
den. De betrokken rijks-overheden zou
den zich tenslotte belasten met het doen
der uitkeringen aan de ex-krijgsgevan-
genen. Hierbij moet nog worden opge
merkt. dat de V.S. van Noord-Amerika
afstand hebben gedaan van het haar
toekomende bedrag, daar uit eigen mid
delen reeds ruime voorzieningen waren
getroffen met het uitbetalen van de
gelden, bestemd voor deze categorie per
sonen, werd in de laatste week van ja
nuari dit jaar begonnen.
De 42.233 betrokkenen hebben ieder
recht op een eenmalige uitkering grooL^.ali
f. 264. ^PJ
Hiervoor komen dus in aanmerking
militairen, die in een miltair kamp ge
ïnterneerd zijn geweest. Militairen, die
in een burgerkamp gezeten hebben, en
burgers, die in een militair kamp opge
sloten zijn geweest, kunnen recht op
uitkering doen gelden ingevolge de re
geling getroffen voor burger-geïnter
neerden.
Belastingvrij
De uitkeringen in beide bovenge
noemde categorieën zjjn belastingvrij,
terwijl deze bedragen in beginsel niet
door de Staat aangewend zullen wor
den ter verrekening van mogelijke
vorderingen, die de Staat op betrok
kenen (of hun erven) heeft.
De uitbetalingen aan de burger-geïn
terneerden geschieden niet alfabetisch,
noch volgens het tijdstip van binnen
komst der aanmeldingen, doch volgens
Tal van lezers hebben ons de laat
ste tfjd vragen gesteld inzake het
zogenaamde Japanse smartegeld en
de rehabilitatie-uitkeringen aan
Nederlanders, die als gevolg van
de strijd in het Verre Oosten gedu
rende de tweede wereldoorlog in
het voormalige Nederlands Oost-
Indië materiële schade hebben ge
leden.
Te hunner informatie treft men
hiernaast een zeer globaal
overzicht aan van de vier soorten
uitkeringen.
1. De uitkeringen aan ex-burger ge-
interneerden.
2. De uitkeringen aan ex-krijgsge
vangenen.
3. De uitkeringen aan ex-krjjgsge-
vangenen, ingezet bjj de aanleg
van de Burma-spoorweg.
4. De rehabilitatie-uitkeringen voor
geleden materiële schade.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllH
vangenen worden gestort op een reke
ning te hunnen name op een bank.
De Nederlandsche Bank verleende een
algemene vergunning voor het overma
ken van deze bedragen naar het buiten
band, zodat dit geen moeilijkheden kan
leveren.
Het ministerie van Buitenlandse Za
ken regelt een en ander en verricht de
betalingen. Het minsterie van Marine
oordeelt echter over de aanvragen van
de ex-krijgsgevangenen van de Ko
ninklijke Nederlandse Marine en advi
seert Buitenlandse Zaken daarover.
Burma-uit keringen
De uitkeringen aan hen, die gewerkt
hebben aan de zgn. Burma-spoorweg
vloeien voort uit een besluit van het
geallieerde opperbevel het bij deze spoor
wegaanleg gebruikte en daarvoor be
stemde materiaal dat deels door de
Japanners geconfisceerd was te ver
kopen en de onbrengst te bestemmen
voor hen, die gedwongen waren geweest
aan de Burma-spoorweg te werken.
Uit hoofde van praktische overwegin
gen heeft men aangenomen, dat allen,
die krijgsgevangen waren in Siam of
Rehabilitatie-uitkeringen
Naast de hierboven beschreven zo
genaamde Japanse uitkeringen, kent
men ook nog de (bijzonder gecompli
ceerde) rehabilitatie-uitkeringen, voort
vloeiende uit de Indische rehabilitatie-
ordonnanties.
Voor deze uitkeringen, die gefinan
cierd worden uit de Nederlandse schat
kist en waarvoor medio 1954 door de
Staten-Generaal f. 196.750.000 werd
gevoteerd, hebben zich ongeveer 67.000
personen gemeld, van wie reeds een
55.000 gevallen werden afgehandeld
(ruim 2 jaar is men dan ook al bezig
met het verrichten der uitbetalingen).
Zoals men weet, zijn reeds op grond
van een in november 1947 tot stand ge
komen rehabilitatie-regeling om de In
dische oorlogsslachtoffers weer enigs
zins op het paard te helpen, voorlopige
uitkeringen gedaan, terwijl in februari
1949 een definitieve regeling werd ge
troffen voor een slotuitkering.
i Voor zover het overheidsdienaren en
zogenaamde zelfstandigen betrof, was de
regering van de Republika Indonesia
voor deze slotuitkering verantwoordelijk,
maar zij werd slechts gedeeltelijk uitbe
taald. De Nederlandse regering heeft ge
meend de verantwoordelijkheid voor het
restant over te moeten nemen (f. 45
miljoen).
Besloten werd tevens, dat rehabilitatie -
uitkering aan particuliere werknemers
alleen zou dienen te worden uitbetaald
indien de werkgever daartoe niet in
staat zou zijn. In bijna alle gevallen
hebben de werkgevers deze uitkeringen
echter verleend (kosten f. 1.250.000).
Verder werd besloten, dat het Rijk
ook de premies zou dienen te vergoeden
voor ouderdomspensioenen en levensver
zekeringen van zelfstandige en particu
liere werknemers (f.32.000.000), terwijl
een suppletieuitkering zou dienen te wor
den verstrekt aan overheidsdienaren, die
hun pensioen in ons land uitgekeerd
kregen in de verhouding 1 gulden is 3
roepiahs f. 4.500.000)
Voor delegatie-schulden, gediend heb
bende voor het levensonderhoud van ge
zinsleden of studie van kinderen hier te
lande, werd eveneens een vergoedings
regeling getroffen (f.28.000.000).
Deze delegatie-schulden, zo werd be
paald, zouden alleen vergoed worden,
indien ontstaan in de periode, dat het
voormalige Nederlands Oost-Indië bezet
was, dus in het tijdvak van maart 1942
tot augustus 1945. Delegatieschulden,
ontstaan in de periode van mei 1940—
maart 1942 of na augustus 1945 die
nen in het algemeen zelf gedragen te
worden.
Verder werd ook een wederinrichtings-
tegemoetkoming ingesteld voor de Indi
sche oorlogsslachtoffers, die zich vóór 1
januari 1954 in ons land, Nieuw-Guinea
of de West hadden gevestigd (f.88 mil
joen).
Voor schrijnende oorlogsschade werd
tenslotte f. 1.000 000 uitgetrokken.
Commissie van Bijstand
Een speciale Commissie van Be
stand. die de minister adviezen kan
verstrekken inzake nadere voorzienin
gen, werd nog in het leven geroepen.
Overigens wordt nog steeds door het
Bureau uitbetaling rehabilitaties In
dische Oorlogsslachtoffers van het mi
nisterie van Buitenlandse Zaken gedu-
i rende drie dagen per week voorlich
ting verstrekt.
Nadrukkelijk dient hier nog aan toe
gevoegd te worden, dat het stelsel van
de rehabilitatie-uitkeringen te inge
wikkeld is om er hier meer dan een
globale schets van te geven.
Gemeentepercentage
Rijksbelastingen
Uiteenzetting van minister
Hofstra
(Van onze parlementaire redacteur)
Het belastinggebied van de gemern-
j ten is nog maar zeer klein. Het is het
I rijk dat het leeuweandeel van de be
lastingen opeist en daarvan een percen
tage afdraagt aan de gemeenten. De
Tweede Kamer heeft gisteren het wets
ontwerp behandeld om dat percentage
voor de jaren 1955 en 1956 te wijzigen,
rekening houdend met de belastingver
laging in 1955 en de wetten op het
schoolgeld en het kleuteronderwijs. In
weerwil van bezwaren was de meerder
heid van de Kamer bereid het wetsont
werp te aanvaarden.
Tegenover de bezwaren voerde minis
ter Hofstra aan, dat het wetsontwerp
niet meer ten doel heeft dan een aan
passing aan de gewijzigde omstandighe
den en de gemeenten meer toedeelt dan
wanneer zou worden vastgehouden aan
het vaste percentage, dat voor de vier
jaren 1954-1957 is vastgesteld.
De regering ziet geen aanleiding dit
percentage te verhogen omdat van de
gemeenten geen offer wordt gevraagd
en voor 1957 weer het geldende percen
tage wordt gehandhaafd. In het alge
meen is de financiering van de gemeen
ten sluitend geweest.
Het wetsontwerp beoogt niet een prin
cipiële wijziging te brengen in de finan
ciële verhouding tussen Rijk en gemeen
ten. Dat komt later nog in discussie.
Wat de financiële verhouding tussen
Rijk en de provincies betreft, verklaar
de minister Struycken van Binnenland
se Zaken zich bereid na te gaan of er
aanleiding is de situatie van Groningen
nader speciaal te bezien.
In 1953 was de verhouding tussen de
belastingopbrengst voor het Rijk en voor
de gemeenten 2.79 tot 1.00 en in 1956 is
de verhouding 2.41 tot 1,00. Men kan
dus niet zeggen, aldus minister
Struycken dat de gemeenten in mindere
mate van de hogere belastingopbrengst
hebben geprofiteerd dan het rijk.
De middagvergadering duurde tot
's avonds 7 uur zodat de Kamer van
daag niet behoeft bijeen te komen De
volgende vergadering zal waarschijnlijk
worden gehouden op Dinsdag 26 febru
ari voor discussie over de nota inzake de
bestedingsbeperking.
(Ingez. Med.-Adv.)
een bepaald administratief systeem waar- Burma, voor deze uitkering in
van hier moeilijk een analyse kan wor
den gegeven.
Voorrang bij de uitbetalingen hebben
zij, die vóór of in 1890 werden geboren
en verder emigranten. De gelden, be
stemd voor geëmigreerden onder de ex-
burger-geïnterneerden en ex-krijgsge-
king komen.
Met het uitkeren aan de 17.235 be
trokkenen van het bedrag, groot f. 61,73,
werd reeds in november 1954 begonnen
en nagenoeg geheel is men er thans
mede gereed gekomen.
Vet- en eiwitgehalte
van melk
Na vele jaren van onderzoek heeft de
Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken
in Friesland in nauwe samenwerking
met het Fries Rundvee Stamboek be
sloten, met ingang van 12 mei het melk
geld onder de leden niet langer te ver
delen in evenredigheid tot het vetge
halte. maar naar vet- en eiwitgehalte.
Wegreuzen botsten op elkaar
Vanmorgen zijn op de Spaarndam-
merdijk te Amsterdam twee wegreuzen
een oplegger met betonnen funde
ringspalen en een tankauto van de
Caltex ter hoogte van de Oude Hem-
weg op elkaar ingereden. De chauffeur
van de tankauto heeft, naar het oordeel
van de politie, de oplegger te laat ge
zien. Op de hoek van de Spaarndam-
merdijk en de Oude Hemweg staat nl.
een tankstation ver vooruitgebouwd.
Remmen mocht niet baten. De neus
van de tankauto boorde zich in de
fank van de oplegger, waarvan de laad
bak werd ontzet. De funderingspalen,
ieder van een gewicht van 2800 kg, kwa
men gedeeltelijk op de straatweg te
recht. Men acht de schade aanzienlijk.
Persoonlijke ongevallen deden zich niet
Valentijn-bloemenhulde voor
Johan Bodegraven
Gisteravond heeft de voorzitter van
de Nederlandse vereniging „De Bloe
misterij", dr. A. J. Verhage, tijdens
de uitzending van de NCRV-„Goed
Zo'-actie in de NCRV-studio te Hil
versum een Valentijn-bloemenhulde
overhandigd aan de geestelijke vader
en leider van de actie, de heer Johan
Bodegraven.
,.U bent", aldus de heer Verhagen,
op verscheidene voordrachten geplaatst
om een bloemenhulde te ontvangen, en
de jury heeft deze voordrachten als
volgt samengevat: op Valentijn-dag
bloemen voor Johan Bodegraven voor
de mensenliefde die de achtergrond
vormde van de activiteiten voor de
radio-omroep met de inzamelingsactie
ten bate van de lijdenden aan kinder
verlamming en de Hongaarse vluchte
lingen".
Onder bijval van het publiek over
handigde hij vervolgens het bloemstuk
aan de heer Bodegraven. ..Ook de bloe
menveilingen wilden niet achterblij
ven". ging de heer Verhage voort, „nu
u op voordracht van het publiek deze
bloemen kreeg, zij geven u daarom dit
voor uw ,.Goed-Zo"-actie: de heer Bo
degraven mocht van hem een cheque
van f 1006.in ontvangst nemen.