Europa heeft een grote behoefte aan energie voor zijn industrie Rehabilitatie-uitkeringen en het Japanse smartegeld VenJuuUe Drie „atoom - wijzen FransmanDuitser en Italiaan) hoorden goed nieuws in Amerika Geen afhankelijkheid van olie Nederlandse Staat schiet voor 95ste jaargang Vrijdag 15 februari 1957 Derde blad no. 29065 Euratom staat er goed voor (Van onze correspondent in Washington) Het schijnt mode te worden om met zijn drieën voor de wijzen te gaan spelen. Kortgeleden tracht ten „drie wijzen" de NAVO te reorganiseren, thans zijn drie andere wijzen een reis aan het maken, teneinde na te gaan, of de Westeuropese „atoomgemeenschap" (Euratom) kans van slagen heeft. Gelijk bekend, zijn de zes landen, die reeds behoren tot de Kolen- en Staalgemeenschap (KSG), thans van zins een gemeenschap op te zetten voor het gebruik van atoom-energie. Dit "zijn de drie Benelux-landen, met Frankrijk, Duits land en Italië. De drie wijzen, uitgezonden door deze landen, zijn Louis Armand (Frankrijk), Franz Etzel <Duitsland) en Francesco Giordani (Italië). De Duitser is het meest politiek geschoold van de drie en dat heeft tot gevolg, dat hij veelal het woord doet. Etzel is stellig bekwaam, maar hij heeft de handicap, dat hij geen Engels spreekt. Vooral op persconferenties is het een nadeel, wan neer alles vertaald moet worden. Het contact wordt daardoor minder direct en het betoog min der helder. Eén Nederlander, drs. M. Kohn stamm, die als secretaris met de groep meereist, zal een belangrijk aandeel hebben in de opstelling: van het rapport over de exploratie-tocht. Verscheidene gegevens uit dit artikel zijn ontleend aan een gesprek, dat wij met de heer Kohn stamm hebben gehad. Welnu, West-Europa is het enige grote Industrie-gebied ter wereld, dat niet zelf de energie kan voortbrengen, nodig voor de eigen ontwikkeling. De res landen importeren thans reeds voor twee miljard dollar per jaar aan „ener gie" en, als de ontwikkeling zo zou doorgaan, dan zou die rekening binnen twin tig jaar tot zes miljard stijgen! Geen import van gehele atoom-centrales Eigen produktie van elektriciteit nodig De „energie", die de zes landen thans reeds invoeren, is gelijkwaardig aan hon derd miljoen ton kolen. In 1975 zou zij equivalent zijn aan 300 miljoen ton. Uiteraard is veel van de geïmporteerde energie olie, en zou de ontwikkeling ongewijzigd doorgaan dan zou Europa steeds meer afhankelijk worden van de oliegebieden, met name van het Midden- Oosten. Zowel financieel als politiek wordt dit een schier ondraaglijke situa tie. Het politieke gevaar van een Europa, dat zeer afhankelijk wordt van „Arabi sche olie" is men in Amerika de laatste maanden duidelijk gaan beseffen. De drie wijzen kwamen daarom wel op een zeer goed moment in Amerika aan: de be reidheid hier is groot om te voorkomen, dat Europa in de toekomst nog meer af hankelijk zal worden van de olie uit het Midden-Oosten. Sympathie in V.S. De drie wijzen betogen, dat het moge lijk is, om na 1963 een einde te maken aan de stijging der energie-im port voor de zes landen. In een grafische voorstelling zou men het aldus kunnen weergeven: tot 1963 gaat de importlijn naar boven, ongeveer in een hoek van 45 graden, doch daarna wordt de im portlijn horizontaal. Natuurlijk blijft men invoeren. De olie- en kolenproducerende landen be hoeven geen catastrofe te duchten, doch de stijging van de energieinvoer, die voor de zes landen zo fataal dreigt te worden. zou men kunnen stopzettendoor elektriciteit te gaan produceren uit atoom-energie. In 1963 hoopt men drie miljoen kw. nucleaire energie te ver wekken. In 1967 15 miljoen. Dit alles mits men voldoende mede werking krijgt van het buitenland, met name van Amerika. De besprekingen in de Ver. Staten zijn zeer bemoedigend geweest. De Amerikanen achten de doelstelling der „wijzen" wel hooggegrepen, doch voor verwerkelijking vatbaar. In Ame rika heeft men altijd al sympathie ge had voor alles wat de integratie van Europa bevorderde en na de crisis over „Suez" ziet men de noodzaak van Europese samenwerking wel als zeer dringend. President Eisenhower moet zich tegenover de wijzen ongeveer als volgt hebben uitgelaten: hij zou gaarne zien, dat er in West-Europa een sterke eenheid tot stand kwam, juist omdat hij er zeker van was, dat dit gebied altijd democratisch zou blijven. Op die manier zouden twee sterke democratiscshe cen tra ontstaan: Amerika en West-Europa, en dat zou de balans van krachten in de wereld gunstig beïnvloeden. Zolang Euratom nog niet officieel be staat kan men natuurlijk geen formele onderhandelingen voeren met de Ame rikanen. De Europese groep heeft bere kend per jaar 18 ton verrijkt uranium nodig te hebben of 6000 ton normaal uranium. In de praktijk zal men wel licht zowel verrijkt als gewoon uranium gaan importeren, want het is mogelijk, dat men in Europa reactors van diverse aard gaat bouwen Officieel konden de Amerikanen nog niet toezeggen, dat Europa op zulke hoeveelheden uranium zal kunnen rekenen, maar nergens toon de men zich sceptisch ten aanzien van de verwezenlijking van het Europese plan. Dit nu is inderdaad goed nieuws voor de zes betrokken landen. Prof. P. J. Veth-medaille voor dr. Egeler en dr. De Booy De Nederlandse geologen dr. C. G. Egeler en dr. T. de Booy, die vorig jaar voor de tweede maal een expe ditie hebben ondernomen naar de top pen van het Andesgebergte, zjjn de eerste geleerden aan wie de bronzen prof. Pieter Johannes Veth-medaille. ingesteld door het Kon. Ned. Aard rijkskundig Genootschap is toegekend. Na de eerste vertoning van de door beide geologen opgenomen film over deze tweede Andes-expeditie. heeft de voorzitter van het Genootschap, prof. dr. G. L. Smit Sibinga, gisteravond in de aula van het Kon. Instituut voor de Tropen te Amsterdam deze onderschei ding aan hen uitgereikt. De prof. Pieter Johannes Veth- medaille. ingesteld ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van het Aardrijks kundig Genootschap in 1953 en ge noemd naar de eerste voorzitter, wordt uitgereikt aan personen, die zich door een bijzondere prestatie op het gebied der aardrijkskundige wetenschappen hebben onderscheiden. Deze onderschei ding is thans voor de eerste maal toe gekend. Hoe moet men zich nu die nieuwe elektriciteitsvoorziening in de Europese praktijk voorstellen? Eén ding staat voorop: Euratom zelf gaat geen elektriciteit produceren en de struotuur van de energie-voorziening zal in wezen geen verandering ondergaan. In Nederland is het gebruikelijk, dat de energiebedrijven aan gemeente of pro vincie behoren. In Frankrijk kent men een staatsbedrijf en in Duitsland in vele gevallen particuliere centrales. Ook in de toekomst zal men een dergelijke structuur behouden en het zou bijvoor beeld mogelijk zijn, dat de gemeente Am sterdam, naast de bestaande gebruike lijke centrales, ook een elektriciteitsbe drijf ging oprichten, waar uranium in werd ..gestookt". Wanneer de zes landen zoals de bedoeling is, tevens een gemeen schappelijke markt vormen, dan kan men zulk een centrale van de moderne tijd laten bouwen door bijvoorbeeld Philips, of door de Duitse firma Siemens, of door de Franse maatschappij Alstohm. Eventueel kunnen twee of drie van zulke firma's samenwerken. Voor de uranium-brandstof zal men evengoed moeten betalen als voor olie of kolen, die men importeert. De uranium zal echter belangrijk goedkoper zijn. De drie wijzen (vergezeld van deskun digen) gaan ook nog rondkijken en be sprekingen voeren in Canada en Enge land. In het algemeen zal het niet de bedoeling zijn atoom-centrales in hun geheel te importeren uit landen, die reeds verder zijn op dit gebied. Eerder lijkt het waarschijnlijk, dat men van de Amerikaanse of Engelse industrie be paalde licenties en onderdelen koopt. De rest kunnen de technici uit de zes lan den dan zelf wel voor elkaar brengen. In Europa is de conventionele brand stof veel duurder dan in Amerika. Daar om zal de elektriciteit uit atoom-energie opgewekt, in Europa eerder commercieel verantwoord zijn dan in Amerika. Het lijkt om deze reden niet uitgesloten, dat na enige tijd de Europesp technische er varing (althans op dit gebied) de Ame rikaanse de baas zal worden! Prins Bernhard over zijn Spaanse onderscheiding In een interview, gepubliceerd in het Spaanse monarchistische blad „A.B.C.", geeft Prins Bernhard uiting aan zijn voldoening over zijn benoeming tot ere lid van de Spaanse Koninklijke Aca demie.. De Prins zegt dat hij zich in 1929 voor het Spaans begon te interesseren en dat hij in I960 besloot deze taal ernstig te gaan bestuderen onder leiding van prof. dr. C. F. A. van Dam van de Uni versiteit van Utrecht, die corresponde rend lid van de Spaanse Koninklijke Academie is. Prins Bernhard verklaart voorts, dat de belangstelling voor de Spaanse taal en litteratuur in Nederland steeds meer toeneemt. Na te hebben gezegd, dat hij de beste herinneringen aan zijn bezoeken aan Spanje bewaart, verklaart de Prins, dat hij dit jaar door drukke bezigheden geen reis naar Spanje kan ondernemen. Uitspraak in Zeppelin-geding (Van onze Haagse redactie) De civiele kamer van de Haagse Recht bank deed uitspraak in de zaak. die het Haagse Public Relations-Bureau „EPRO" aanhangig had gemaakt tegen het West- duitse reclamebureau „AVO" over het gebruik van het luchtschip, dat afgelo pen zomer boven ons land vloog. „EPRO" had een schadevergoeding van f. 60.000 geëist. De uitspraak luidde, dat de eis niet ontvankelijk werd verklaard en dat eiser werd veroordeeld tot betaling van de kosten van het proces. Thans ruim 112.000 televisietoestellen In Januari zyn voor het eerste meer nieuwe televisietoestellen dan radio's geregistreerd nl. 12.610 tegen 11.830. Het totaal aantal aangegeven radio- ontvangtoestellen bedroeg op 1 februari 1957, 2.246.882, het aantal aangegeven televisietoestellen 112.076. Het aantal draadomroep-aansluitin gen kwam in dezelfde maand op 544.132. De commissaris der Koningin in Zuid Holland mr. J. Klaasesz kreeg gisterochtend ter gelegenheid van Valentijndag een bloemenhulde aan geboden door de secretaris van de Vereniging der Nederlandse Bloe misterij. mr. P. Zwahlen rechts voor zijn daadwerkelijke steun bij de bestrijding der kinderverlam ming. Ruim 140.000 belanghebbenden (Spedale berichtgeving) Als resultaat van een besluit van de Neder landse regering, het Japanse vredesverdrag, het „gentleman's agreement Yoshida Stikker" en een beslissing van het geallieerde opperbevel, kent men in ons land thans vier soorten eenmalige uit keringen aan Nederlanders, die tengevolge van de strijd in het Verre Oosten en de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog van het voor malige Nederlands Oost-Indië, materiële schade hebben geleden of aan bepaalde ontberingen heb ben blootgestaan. De uitkeringen aan ex-burger-geïnterneerden berust op het „Yoshida-Stikker gentlemen's agreement", gesloten in aansluiting op het vredes verdrag met Japan, waarvan Japan zich, na latere Vóór en in 1890 geborenen zijn preferent Kort voor Kerstmis 1956 werd met de uitbetalingen een begin gemaakt. Het aantal personen, dat voor deze smartegelduitkering in aanmerking komt, be draagt rond 100.000. Het aantal betalingen, dat momenteel verricht wordt, be loopt inclusief die aan de ex-krjjgsgevangenen ongeveer 600 per dag, zo dat de gehele betalingsprocedure, daar er ongeveer 42.000 ex-krijgsgevangenen staan genoteerd, rond negen maanden in beslag zal nemen. onderhandelingen over de uitvoering bereid ver klaarde om over een periode van vijf jaar in totaal 10 miljoen dollar in ponden sterling aan de Neder landse Staat te betalen. De Nederlandse regering heeft echter besloten, dat de uitkeringen, welke f 385 per persoon bedra gen, niet behoeven te wachten totdat de Japanse Staat zal hebben gestort. De Nederlandse Staat schiet dus voor, hetgeen haar echter op een rente verlies van rond twee miljoen gulden komt te staan, doch men heeft gemeend dit voor lief te moeten nemen omdat het niet verantwoord was de uitkeringen uit te stellen tot Japan aan haar ver plichtingen zou hebben voldaan. Het recht op aanspraak, dat ten name van in het kamp overledenen is ont staan, is overgegaan op de erven. Zelfs indien de betrokken persoon reeds en kele dagen na zijn internering is gestor ven, hebben zijn erven recht op deze uit kering. Voor hen echter, die gedurende een kortere periode dan zes maanden geïnterneerd zijn geweest, hetzij dat zij binnen dat tijdsbestek werden vrijgela ten, hetzij dat zij werden geïnterneerd zes maanden of korter voor het tijdstip, dat de oorlog in het Verre Oosten be ëindigd werd, geldt deze uitkeringsrege ling niet. Alleen zij dus, die zes maanden of langer in een kamp gezeten hebben, kun nen aanspraak maken op deze uitkering. Krijgsgevangenen De uitkeringen aan ex-krijgsgevange- nen berust op artikel 16 van het vre desverdrag met Japan, destijds te San Francisco ondertekend. Hierin is be paald, dat de Japanse tegoeden in neu- Geen brieven Dat de uitbetalingen zulk een lange tijd op zich hebben laten wachten, is deels toe te schrijven aan het feit, dat vele betrokkenen pas na herhaalde oproepen zich gemeld hebben. Verder is vaak het controleren der gegevens geen eenvoudige zaak ge weest, zodat ook dit tijdrovend was. Tenslotte hopen de betrokken af delingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat men zijn schriiflust iets zal weten te beper ken. Men ontvangt liever niet dui zenden brieven die de ambtena ren onttrekken aan het werk en die de uitbetalingen overigens niet kunnen versnellen, doch alleen maar vertragen. trale staten en in de voormalige as- landen overgedragen dienden te worden aan de internationale commissie van het Rode Kruis te Genève, die het totale bedrag zou krijgen te verdelen tussen de hiervoor in aanmerking komende lan den. De betrokken rijks-overheden zou den zich tenslotte belasten met het doen der uitkeringen aan de ex-krijgsgevan- genen. Hierbij moet nog worden opge merkt. dat de V.S. van Noord-Amerika afstand hebben gedaan van het haar toekomende bedrag, daar uit eigen mid delen reeds ruime voorzieningen waren getroffen met het uitbetalen van de gelden, bestemd voor deze categorie per sonen, werd in de laatste week van ja nuari dit jaar begonnen. De 42.233 betrokkenen hebben ieder recht op een eenmalige uitkering grooL^.ali f. 264. ^PJ Hiervoor komen dus in aanmerking militairen, die in een miltair kamp ge ïnterneerd zijn geweest. Militairen, die in een burgerkamp gezeten hebben, en burgers, die in een militair kamp opge sloten zijn geweest, kunnen recht op uitkering doen gelden ingevolge de re geling getroffen voor burger-geïnter neerden. Belastingvrij De uitkeringen in beide bovenge noemde categorieën zjjn belastingvrij, terwijl deze bedragen in beginsel niet door de Staat aangewend zullen wor den ter verrekening van mogelijke vorderingen, die de Staat op betrok kenen (of hun erven) heeft. De uitbetalingen aan de burger-geïn terneerden geschieden niet alfabetisch, noch volgens het tijdstip van binnen komst der aanmeldingen, doch volgens Tal van lezers hebben ons de laat ste tfjd vragen gesteld inzake het zogenaamde Japanse smartegeld en de rehabilitatie-uitkeringen aan Nederlanders, die als gevolg van de strijd in het Verre Oosten gedu rende de tweede wereldoorlog in het voormalige Nederlands Oost- Indië materiële schade hebben ge leden. Te hunner informatie treft men hiernaast een zeer globaal overzicht aan van de vier soorten uitkeringen. 1. De uitkeringen aan ex-burger ge- interneerden. 2. De uitkeringen aan ex-krijgsge vangenen. 3. De uitkeringen aan ex-krjjgsge- vangenen, ingezet bjj de aanleg van de Burma-spoorweg. 4. De rehabilitatie-uitkeringen voor geleden materiële schade. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllH vangenen worden gestort op een reke ning te hunnen name op een bank. De Nederlandsche Bank verleende een algemene vergunning voor het overma ken van deze bedragen naar het buiten band, zodat dit geen moeilijkheden kan leveren. Het ministerie van Buitenlandse Za ken regelt een en ander en verricht de betalingen. Het minsterie van Marine oordeelt echter over de aanvragen van de ex-krijgsgevangenen van de Ko ninklijke Nederlandse Marine en advi seert Buitenlandse Zaken daarover. Burma-uit keringen De uitkeringen aan hen, die gewerkt hebben aan de zgn. Burma-spoorweg vloeien voort uit een besluit van het geallieerde opperbevel het bij deze spoor wegaanleg gebruikte en daarvoor be stemde materiaal dat deels door de Japanners geconfisceerd was te ver kopen en de onbrengst te bestemmen voor hen, die gedwongen waren geweest aan de Burma-spoorweg te werken. Uit hoofde van praktische overwegin gen heeft men aangenomen, dat allen, die krijgsgevangen waren in Siam of Rehabilitatie-uitkeringen Naast de hierboven beschreven zo genaamde Japanse uitkeringen, kent men ook nog de (bijzonder gecompli ceerde) rehabilitatie-uitkeringen, voort vloeiende uit de Indische rehabilitatie- ordonnanties. Voor deze uitkeringen, die gefinan cierd worden uit de Nederlandse schat kist en waarvoor medio 1954 door de Staten-Generaal f. 196.750.000 werd gevoteerd, hebben zich ongeveer 67.000 personen gemeld, van wie reeds een 55.000 gevallen werden afgehandeld (ruim 2 jaar is men dan ook al bezig met het verrichten der uitbetalingen). Zoals men weet, zijn reeds op grond van een in november 1947 tot stand ge komen rehabilitatie-regeling om de In dische oorlogsslachtoffers weer enigs zins op het paard te helpen, voorlopige uitkeringen gedaan, terwijl in februari 1949 een definitieve regeling werd ge troffen voor een slotuitkering. i Voor zover het overheidsdienaren en zogenaamde zelfstandigen betrof, was de regering van de Republika Indonesia voor deze slotuitkering verantwoordelijk, maar zij werd slechts gedeeltelijk uitbe taald. De Nederlandse regering heeft ge meend de verantwoordelijkheid voor het restant over te moeten nemen (f. 45 miljoen). Besloten werd tevens, dat rehabilitatie - uitkering aan particuliere werknemers alleen zou dienen te worden uitbetaald indien de werkgever daartoe niet in staat zou zijn. In bijna alle gevallen hebben de werkgevers deze uitkeringen echter verleend (kosten f. 1.250.000). Verder werd besloten, dat het Rijk ook de premies zou dienen te vergoeden voor ouderdomspensioenen en levensver zekeringen van zelfstandige en particu liere werknemers (f.32.000.000), terwijl een suppletieuitkering zou dienen te wor den verstrekt aan overheidsdienaren, die hun pensioen in ons land uitgekeerd kregen in de verhouding 1 gulden is 3 roepiahs f. 4.500.000) Voor delegatie-schulden, gediend heb bende voor het levensonderhoud van ge zinsleden of studie van kinderen hier te lande, werd eveneens een vergoedings regeling getroffen (f.28.000.000). Deze delegatie-schulden, zo werd be paald, zouden alleen vergoed worden, indien ontstaan in de periode, dat het voormalige Nederlands Oost-Indië bezet was, dus in het tijdvak van maart 1942 tot augustus 1945. Delegatieschulden, ontstaan in de periode van mei 1940— maart 1942 of na augustus 1945 die nen in het algemeen zelf gedragen te worden. Verder werd ook een wederinrichtings- tegemoetkoming ingesteld voor de Indi sche oorlogsslachtoffers, die zich vóór 1 januari 1954 in ons land, Nieuw-Guinea of de West hadden gevestigd (f.88 mil joen). Voor schrijnende oorlogsschade werd tenslotte f. 1.000 000 uitgetrokken. Commissie van Bijstand Een speciale Commissie van Be stand. die de minister adviezen kan verstrekken inzake nadere voorzienin gen, werd nog in het leven geroepen. Overigens wordt nog steeds door het Bureau uitbetaling rehabilitaties In dische Oorlogsslachtoffers van het mi nisterie van Buitenlandse Zaken gedu- i rende drie dagen per week voorlich ting verstrekt. Nadrukkelijk dient hier nog aan toe gevoegd te worden, dat het stelsel van de rehabilitatie-uitkeringen te inge wikkeld is om er hier meer dan een globale schets van te geven. Gemeentepercentage Rijksbelastingen Uiteenzetting van minister Hofstra (Van onze parlementaire redacteur) Het belastinggebied van de gemern- j ten is nog maar zeer klein. Het is het I rijk dat het leeuweandeel van de be lastingen opeist en daarvan een percen tage afdraagt aan de gemeenten. De Tweede Kamer heeft gisteren het wets ontwerp behandeld om dat percentage voor de jaren 1955 en 1956 te wijzigen, rekening houdend met de belastingver laging in 1955 en de wetten op het schoolgeld en het kleuteronderwijs. In weerwil van bezwaren was de meerder heid van de Kamer bereid het wetsont werp te aanvaarden. Tegenover de bezwaren voerde minis ter Hofstra aan, dat het wetsontwerp niet meer ten doel heeft dan een aan passing aan de gewijzigde omstandighe den en de gemeenten meer toedeelt dan wanneer zou worden vastgehouden aan het vaste percentage, dat voor de vier jaren 1954-1957 is vastgesteld. De regering ziet geen aanleiding dit percentage te verhogen omdat van de gemeenten geen offer wordt gevraagd en voor 1957 weer het geldende percen tage wordt gehandhaafd. In het alge meen is de financiering van de gemeen ten sluitend geweest. Het wetsontwerp beoogt niet een prin cipiële wijziging te brengen in de finan ciële verhouding tussen Rijk en gemeen ten. Dat komt later nog in discussie. Wat de financiële verhouding tussen Rijk en de provincies betreft, verklaar de minister Struycken van Binnenland se Zaken zich bereid na te gaan of er aanleiding is de situatie van Groningen nader speciaal te bezien. In 1953 was de verhouding tussen de belastingopbrengst voor het Rijk en voor de gemeenten 2.79 tot 1.00 en in 1956 is de verhouding 2.41 tot 1,00. Men kan dus niet zeggen, aldus minister Struycken dat de gemeenten in mindere mate van de hogere belastingopbrengst hebben geprofiteerd dan het rijk. De middagvergadering duurde tot 's avonds 7 uur zodat de Kamer van daag niet behoeft bijeen te komen De volgende vergadering zal waarschijnlijk worden gehouden op Dinsdag 26 febru ari voor discussie over de nota inzake de bestedingsbeperking. (Ingez. Med.-Adv.) een bepaald administratief systeem waar- Burma, voor deze uitkering in van hier moeilijk een analyse kan wor den gegeven. Voorrang bij de uitbetalingen hebben zij, die vóór of in 1890 werden geboren en verder emigranten. De gelden, be stemd voor geëmigreerden onder de ex- burger-geïnterneerden en ex-krijgsge- king komen. Met het uitkeren aan de 17.235 be trokkenen van het bedrag, groot f. 61,73, werd reeds in november 1954 begonnen en nagenoeg geheel is men er thans mede gereed gekomen. Vet- en eiwitgehalte van melk Na vele jaren van onderzoek heeft de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland in nauwe samenwerking met het Fries Rundvee Stamboek be sloten, met ingang van 12 mei het melk geld onder de leden niet langer te ver delen in evenredigheid tot het vetge halte. maar naar vet- en eiwitgehalte. Wegreuzen botsten op elkaar Vanmorgen zijn op de Spaarndam- merdijk te Amsterdam twee wegreuzen een oplegger met betonnen funde ringspalen en een tankauto van de Caltex ter hoogte van de Oude Hem- weg op elkaar ingereden. De chauffeur van de tankauto heeft, naar het oordeel van de politie, de oplegger te laat ge zien. Op de hoek van de Spaarndam- merdijk en de Oude Hemweg staat nl. een tankstation ver vooruitgebouwd. Remmen mocht niet baten. De neus van de tankauto boorde zich in de fank van de oplegger, waarvan de laad bak werd ontzet. De funderingspalen, ieder van een gewicht van 2800 kg, kwa men gedeeltelijk op de straatweg te recht. Men acht de schade aanzienlijk. Persoonlijke ongevallen deden zich niet Valentijn-bloemenhulde voor Johan Bodegraven Gisteravond heeft de voorzitter van de Nederlandse vereniging „De Bloe misterij", dr. A. J. Verhage, tijdens de uitzending van de NCRV-„Goed Zo'-actie in de NCRV-studio te Hil versum een Valentijn-bloemenhulde overhandigd aan de geestelijke vader en leider van de actie, de heer Johan Bodegraven. ,.U bent", aldus de heer Verhagen, op verscheidene voordrachten geplaatst om een bloemenhulde te ontvangen, en de jury heeft deze voordrachten als volgt samengevat: op Valentijn-dag bloemen voor Johan Bodegraven voor de mensenliefde die de achtergrond vormde van de activiteiten voor de radio-omroep met de inzamelingsactie ten bate van de lijdenden aan kinder verlamming en de Hongaarse vluchte lingen". Onder bijval van het publiek over handigde hij vervolgens het bloemstuk aan de heer Bodegraven. ..Ook de bloe menveilingen wilden niet achterblij ven". ging de heer Verhage voort, „nu u op voordracht van het publiek deze bloemen kreeg, zij geven u daarom dit voor uw ,.Goed-Zo"-actie: de heer Bo degraven mocht van hem een cheque van f 1006.in ontvangst nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 5