SOCIOLOGISCH INSTITUUT VAN DE LEIDSE UNIVERSITEIT PARKER 61 Gisteren in gebruik genomen Modern-efficiente kinderka nier' na benauwde ivieg-oj)-zoider Leiden viert 31 januari verjaardag van Prinses Beatrix Haagse Comedie geeft liartveroverend spel 95ste jaargang Dinsdag 29 januari 1957 Tweede blad no. 290< Groeiende jonge wetenschap in centrum van veelzijdige grote belangstelling Dc sociologie is een van de vele jonge takken van wetenschap, die in de Leidse Universiteit in figuurlijke zin een onderdak hebben gevon den. Dat onderdak heeft gisteren een meer letterlijke betekenis gekre gen door het in gebruik nemen van een eigen behuizing, het Sociolo gisch Instituut, in het pand Rapenburg 59, waarin de laatste jaren het Instituut voor Interkerkelijke Gezinszorg was ondergebracht. Het instituut is gevestigd in het centrum van wat men eens tot universitaire wijk hoopt te zien uitgroeien, doch vooralsnog midden tussen voor de Universiteit belangrijke Rapenburg-panden, namelijk Academie, VVSL en woonhuis van de Leidse sociologische studente die in geheel ons land bekend en geliefd is: Prinses Beatrix. De totstandkoming van het instituut is een universitaire zorg ge weest van het ogenblik af, dat in 1948 een Leidse leerstoel in de socio logie in het leven werd geroepen. Vele plannen voor passende huisvesting leden schipbreuk alvorens dit redelijk bevredigende plan tot uitvoering kon worden gebracht. Velen hoorden lijdensweg Bij de ingebruikstelling in het in tieme collegezaaltje van het nieuwe in stituut waren vele hoogleraren aanwe zig. onder wie de rector magnificus prof. dr. P. A. H. de Boer, voorts de president curator dr. J. E. baron de Vos van Steen- wijk en de secretaris en adjunct-secre taris van het college van curatoren, dr. A. J. Piekaar namens de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, vertegenwoordigers van sociologische Instituten elders in den lande en verte genwoordigers van studenten-organisa ties en instellingen, nauw met de socio logische wetenschap verwant. Na een kort welkomstwoord van de directeur-hoogleraar prof. dr. F van Heek sprak de president curator, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk over de voorgeschiedenis van de tot stand koming van het instituut. Deze lijdens weg (hoezeer ook van vele instanties medewerking ondervonden werd) begon na de instelling van de eerste sociologi sche leerstoel in 1948. toen geen adequate huisvesting gevonden kon worden. Eerst werd een operatiebasis gevestigd in de Moddermanstichting, later werd een centrum gevestigd op de zolders van de voormalige Cadiclub, Rapenburg 6. dat thans tot het belangrijke Prytaneum is geworden. In drie kamertjes is het insti tuut daar tot volwassenheid gegroeid en op het laatst werkten daar twee hoog leraren, acht leden van de wetenschap pelijke staf en drie administratieve krachten. Uiteraard begonnen in die tijd reeds plannen voor een meer passende behui zing. Een plan-1953 voor de Vreewijk straat bleek niet te voldoen, een plan- 1954 tot huisvesting aan het Gerecht lag klaar toen bleek dat de eigenaar van het pand tegen zijn voornemens in toch maar niet tot verkoop en ontruiming over zou gaan, en een plan-1955 voor Rapenburg 38 strandde eveneens. Inmid dels was het oog reeds gevallen op Rapenburg 59. een pand in Rijkseigen dom. maar voorstellen om het daarin gevestigde Instituut voor Interkerke lijke Gezinszorg op Rijkskosten aan een andere behuizing te helpen werden uiteraard niet zonder meer verwezen lijkt. Toch is het ten lange leste tot die laatste oplossing gekomen. Toen Rapenburg 59 eenmaal „vry" kwam, heeft Rijksgebouwendienst met een lofwaardige vaak urgente objec ten passerende ijver gestreefd naar de voltooiing van de noodzakelijke gron dige restauratie en aanpassing en in richting van het ter beschikking ge komen pand. Aan die restauratie en inrichting moest tot dusverre (en het geheel is nog niet voltooid) een be drag van meer dan een ton worden gespendeerd. Na iets over de sociologische studie in het algemeen te hebben gezegd en de medewerkers aan de in gebruik geno men ontplooiingsmogelijkheid dank te hebben gezegd, begaf de president-cura tor naar aanleiding van de onderbren ging van sociologie bij de Verenigde Faculteiten zich op meer algemeen ter rein. principiële instelling van ons volk ten aanzien van wereldaanschouwelijke vraagstukken. Het is daarom verheu gend, dat de Leidse sociologen zich mede dank zij een redelijke behuizing aan de taak kunnen wijden, welke door deze groeiende belangstelling wordt opge legd. Borg van Academische sfeer Spreker uitte de mening, dat het sociologisch „veldwerk" het best door academische instituten kan worden verricht op grond van het feit. dat een wetenschappelijke onafhankelijk heid is gewaarborgd naast een jeugdig elan van de wetenschappelijke onder zoekers. Het was sprekers langdurige ervaring, dat vrijwel altijd sociologisch research- werk uitgaande van belangengroepen tot in de richting van die belangen omge bogen resultaten komt. Dit wijst in de richting van een fundamenteel belang der academische Instituten op sociolo gisch terrein, een aanwijzing die nog bekrachtigd wordt door het feit. dat in academisch milieu de jongeren een groot elan plegen te ontplooien, de jongeren in wier leven op dat moment de zuivere wetenschap een bijzondere rol speelt door het niet gebonden zijn aan maatschappelijke dus sociologische interessen Overige sprekers Voorts werd het woord gevoerd door prof. dr. Sj. Groenman, hoogleraar inde toegepaste sociologie, die sprak namens zijn gespecialiseerde wetenschap en de forensische psychiatrie die voorlopig in het nieuwe instituut een behuizing heb ben gevonden. Namens de wetenschap pelijke staf sprak de heer E. V. W. Ver- cru.vsse en namens de Verenigde Facul teiten der studenten de heer C. H. van Bemmelen. Laatstgenoemde bood de reproduktie van een schilderij aan, be stemd voor de collegezaal. Waar her om ging Na de toespraken maakten de aanwe zigen een rondgang door het gebouw, dat op de begane grond een collegezaal en vertrekken voor de inwonende insti tuten telt. op de eerste verdieping de hoogleraarskamer, een administratie ruimte en de bibliotheek, en op de tweede verdieping assistentenkamers, spreekkamers en onderzoekkamers. Men toonde zich algemeen zeer ingenomen met de strakke moderne, op praktijk en rust ingestelde inrichting. Het werd tij dens de rondgang duidelijk, dat. na de beschamele „wieg" bij de inwoning, de nieuwe huisvesting niet meer is dan één voortreffelijk geoutilleerde en op de groei berekende „kinderkamer". De jeugd van de wetenschap sociologie doet vermoeden, dat mettertijd een „huis" door deze wetenschappelijke kleuter niet versmaad zou worden. Maar wat er nu geboden is voldoet, tot het zoals voor al in jonge wetenschappen dikwijls zo onverwacht snel is niet meer bevre digt! De heer Van Bemmelen (links) biedt namens de studentenfaculteit aan prof. Van Heek een geschenk aan. Zittend van links naar rechts de heer Vercruysse van de weten schappelijke staf. de 'president curator baron De Vos van Steen- wijk en burgemeester Van Kinschot. (Foto LD/Van Vlls" Marine Sanaforiumfonds VRAAGT BELANGSTELLING VOOR SYMPATHIEK DOEL Ten einde meerdere belangstelling te wekken voor het Marine Sanatorium fonds in Leiden de bakermat van dit fonds en omgeving wordt zaterdag in de Stadsgehoorzaal een feestavond gehouden, waaraan o.a. zullen mede werken Lou Bandy. Mieke Telkamp en 1 het dansorkest van de Marinierskapel, j De stichting van het „Marine Sana torium Fonds" werd in 1918 opgericht door het marinepersoeel beneden de rang van officier en stelde zich ten doel het bestrijden van de tuberculose en, voor zover mogelijk, vergoeding van de onkosten, verbonden aan verpleging of verzorging van aan t.b.c.lijdende ge zinsleden van marinepersoneel. In la ter jaren werd dit doei uitgebreid met de verzorging van marinegezinnen, waarin de huisvrouw door ziekte ed. tijdelijk haar taak niet kan verrichten. Beide instellingen, „Marine Sanato rium Fonds en Gezinsverzorging", wa ren in de laatste tientallen jaren, zeer vele marinegezinnen van alle gezind ten ten zegen. De opbrengst van de avond wordt aangewend om dit sym- patieke streven voort te zetten. (Ingez. Med.-Adv.) De inrichting van het Sociologisch Instituut verzorgde Fa. H. Pracht Zn. Woninginrichting sinds 1868 VLIET 9 - LEIDEN - TEL. 20311 (Ingez. Med.-Adv.) de pen die zichzelf vult Reeds in verkoop en demonstratie bij de VULPENKLINIEK G. WOLFSLAG Breestraat 145 Kerkelijk Leven NEI). HEKY. KERK. Beroepen te Middelharnds J. T. Door nenbal te Oene. Benoemd te Ankeveen (pastoraat van bijstand) G. Jansma te Zaamslag. CHR. GEREF. KERKEN. Bedankt voor Chatham (Ontario. Ca nada) en Red Deer (Albetra, Canada) (Free Chr. Ref. Church) J. P. Geels te Haarlem-Centrum. Beroepen te Tholen J. Keunlng te Ba rend recht. GEREF. KERKEN. Aangenomen naar Ouderkerk a. d. Am- stel G. J. Cozijnsen te Hellen doorn. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen te Nieuw-Beijerland J. B. Bel te Krabbendyke. Nog vele jaren Studentenkoetsier Van Egmond: „God schenke Haar nog vele jaren" Prinses Beatrix, Neerlands kroonprinses, sinds enkele maanden in verband met haar studies deel uitmakend van de Leidse burgerij, viert dit jaar welis waar haar negentiende verjaardag niet in de Sleutelstad, doch in gedachten van vele Leidenaars is Zy „dicht bij ons". Hoe vaak zagen vele ingezetenen haar autootje met het bekende nummer niet geparkeerd staan langs het Rapenburg, hoe vaak zagen even zovele Leidenaars haar niet het hek van de Leidse Acade mie binnengaan. Haar incognito werd evenwel bewaard. Leiden hield rekening met de vurige wens jan Beatrix: „laat my temidden van uw gemeenschap rustig en ongemerkt studeren". Het nieuwe Sociologische Insti tuut aan het Rapenburgdat giste ren in gebruik is genomen. (Foto LD/Ven Vliet) Mr. D. J. Gorter en mr. ir. J. Westra, beiden alhier, zijn benoemd tot leden ener Staatscommissie, welke door de minister van O., K. en W. is ingesteld tot het afnemen van examens ter ver krijging van de nijverheidsonderwijsakte N I, alsmede van het pedagogisch getuig schrift voor 't nijverheidsonderwijs voor bezitters van die akte. De heer M. van Dijk uit Voorschoten is benoemd tot waarnemend secretaris dier commissie. Faculteiriindeling verouderd Heeft de strakke faculteitsindeling aan de Universiteit zichzelve door de sterke specialisatie en onderlinge ver wevenheid der wetenschappen niet overleefd, zo vroeg hij zich af. Wordt het niet tijd, dat er binnen of naast het facultair verband vak-gemeen schappen tot stand komen met be leidsbevoegdheden die thans aan te grote faculteits-organen ten deel val len? Hij waarschuwde er tegen, dat een te grote verslaafdheid aan het faculteitswezen ontstaat, die de speci fieke belangen van wetenschappen welke niet in een overleefd faculteits schema passen de dupe worden van te starre grove wetenschappelijke inde- lingsnormen. Speciaal voor de socio logie, zo nauw verbonden met rechts wetenschap, fylosofische wetenschap pen, medische en theologische proble men. zag hij In een te starre indeling een gevaar. Belangstelling groeit Na de officiële overdracht van het instituut door de president-curator voerde prof. Van Heek het woord als hoogleraar-directeur, daarbij in het bij zonder aandacht vragend voor de functie in wetenschappelijk en maatschappelijk opzicht van de academische sociologi sche instituten. Dp maatschappelijke belangstelling voor de sociologie is de laatste jaren sterk gegroeid, in het bijzonder in ons land. In sterke mate is dit een gevolg van de specifieke Nederlandse bevol kingsproblemen, doch daarnaast van de In een niet geheel bevredigend toneelwerk De Haagse Comedie heeft op de vyfde Abonnementsvoorstelling nog eens weer overtuigend doen uitkomen, hoe briljant spel een toneelstuk op veel hoger niveau kan brengen dan het op zich zelf verdient. De Hagenaars hebben een zodanig sublieme opvoering gegeven van O'Neill's „Een maan voor de misdeel- den", dat men als het ware compleet overdonde ovaties aan het slot schenen ons onvermijdelijk. Eugene G. O'Neill, goudgraver, zeeman zwerver en schrijver. als ^zodanig onderscheiden met drie Pulitzerprijzen en de Nobelprijs voor Letterkunde kent het „vak" der toneelschrijfkunst door en door en daarom blijft zijn oeuvre vakkundig steeds op behoorlijk peil. Hij schreef enkele grote noodlots- tragedieën, doch daarnaast deed hij een greep uit het gewone leven van alle dag; echter toch steeds met een ietwat bespiegelende inslag, die men ook nood lot zou kunnen noemen. In zijn „maan voor misdeelden" vindt men een werk van de tweede soort. Vermoedelijk was dit spel gedacht als een onderdeel van een cyclus, welk plan de auteur later heeft losgelaten om van enkele werken aparte stukken te maken. Het speelt In een arme pachtersfamilie-omgeving van stuk voor stuk schijnbaar onwaarachtige mensen. Aangevuld met een brok levens ellende een aan de drank en lichte kooien verslaafde schrijver. Maar ook deze draagt iets van genoemde onwaar achtigheid in zich in^ de gegeven teke ning van deze armzalige mens. De steeds met de ondergang bedreigde pachter, niet bang voor een borrel, speelt meestal een listig spel van dreigende onwaar heid. Zijn dochter, een struis, knap boe renmeisje, doet zich voor als een man- nenveroveraarster, met wie hij losbandig leeft, maar is in wezen kuis en feitelijk verliefd op de drinkende losbol, die ook voor haar een plaatsje in zijn hart heeft. Maar zij zullen elkaar niet krijgen, zelfs niet in de nacht in volle-maan licht, die zij samen doorbrengen, hij rustend aan haar borst. Het is een nood- ot, in dit geval geworteld in hun eigen geweten en in de omstandigheden, van omgeving en anderszins. Uitgewerkt is dit spel met alle krach ten. waarover de Amerikaanse auteur beschikt en waardoor het „echt Ame rikaans" wordt; een mengeling van rauwe hardheid en sentimentele bespiegeling. Zoals gezegd, heel knap geschreven in een vlotte dialoog, al wordt deze nu en dan wel ietwat langdradig, zoals b v. in het tweede bedrijf, waar O'Neill lange tijd nodig heeft om de situatie te schil deren. Geheel bevredigen vermocht dit spel ons tenslotte niet, hoe knap soms van psychologische inslag. Van alle onwaar achtigheden bleef als het ware iets han gen, wat niet voldoende tot verklaring kwam en dientengevolge geen volledige bevrediging gaf. Was daaraan misschien toe te schrijven, dat het in de geheel gevulde schouwburg af en toe door voet- geschuifel enigszins onrustig werd? De drie genoemde personen vullen feitelijk het ganse stuk, want de twee bijfiguren hebben weinig of niets te be tekenen. Maar alle bedenkingen, die men heb ben mag, versmelten als sneeuw voor de zou door het grandioze spel van de 1-1 Haagse Comedie. Zy bracht qua toneel lef uitbeelding een waar juweeltje. De regie van Paul Steenbergen deed het zwakke in de conceptie eenvoudig verglijden en door nergens een te zware toets aan te slaan, hoewel daartoe nog wel eens van nature gelegenheid werd geboden Zelf speelde hij de losbol, rustig en voor naam. Trots de biecht in hel derde be drijf blijft deze figuur echter ietwat fragmentarisch, doch dat is zijn schuld niet. Max Croiset gaf een prachtige vader, zijn open doekje was ruimschoots verdiend. Marv- de kroon spande o.i. Myra Ward als het meisje Josie. Hoe knap wist zij alle facetten van deze vrouw wisselend uit te beelden. Met hun drieën gaven zij een spel, dat eenvoudig hartveroverend mag worden genoemd. Broes Hartman en Hep van Delft, welke laatste voor een passend decor had gezorgd, gaven beide bijfiguren het nodige relief. We mogen dankbaar zijn, dat Leiden direct na de première deze ging pas zaterdagavond in Den Haag de ge legenheid kreeg, hiervan te genieten. Na afloop volgde terecht ovatie op ovatie voor het geboden spel, speciaal voor Myra Ward, aan wie een boeket werd aangeboden. M. Voor een enkel uur, voor een enkele radio-uitzending wordt dit incognito echter verbroken. Niet om daardoor onze Kroonprinses in het middelpunt der belangstelling te plaatsen. Integendeel de Ned. Radio Unie richt daarvoor a.s. donderdag de „schijnwerper" op Lei den, de stad. waar onze Kroonprinses „college loopt". Onder het motto „Nog vele jaren" wordt a.s. donderdag vanuit de Stadsge hoorzaal een nationaal programma uit gezonden, waaraan medewerking ver lenen het Metropole-orkest o.l.v. Dolf I van der Linden, Jules de Corte en een I forum studiosorum,, waarin studenten van verschillende universiteiten zitting hebben Bovendien zal in dit program ma het carillon van het Leidse Stadhuis worden bespeeld door de beiaardier Leen 't Hart terwijl vooraf enkele Leidenaars de „muzikale" lakens zullen uitdelen. Voor dit uitdelen „van de lakens" heeft de Ned. Radio Unie teruggegrepen op enkele bij het Leidse Universitaire leven betrokken personen, t.w. een werkstu dent, een hospita, een pedel van de Leidse Universiteit, de presidente van de V.V.S.L., prof. dr. J. H. Oort, de stu denten/promotiekoetsier Dirk van Eg- mond en een vertegenwoordiger van het Prytaneum. Gisteren iedere uitzending vereist een tijd van voorbereiding waren het Jan de Troye en Frans Bauer, die in Leiden hun stof voor deze reportage op deden Op hun tocht langs de ..vrienden van Leidens Alma Mater." welke a.s. donderdagavond in het klankbeeld ko men, hebben wij hen vergezeld. Interes sant was vooral hetgeen prof. Oort had op te merken en hetgeen prof. dr. F. van Heek mededeelde over het studievak Dirk de studenten/promo tiekoetsier (rechts) in gesprek met Jan de Troye van de Ned. Radio Unie. (Foto LD/Va-n Vliet) «sociologie), waarvoor prinses Beatrix bijzondere belangstelling toont. In de uitzending van a.s. donderdag hoort U daar meer over. Van geheel andere aard was het vraaggesprek, dat Jan de Troye had met de populaire studentenkoetsier. Dirk van Egmond. In Dirks woning aan het Gerecht werd een heilwens uitgesproken aan het adres van prin ses Beatrix. Dirk, die al veertig jaar. zoals hij zelf zegt „met paard en haver" klaar staat, wenste de konink lijke studente vele van God gezegende jaren toe. Dirk, wiens herinnering te ruggaat naar de tijd dat Koningin Wilhemina aan de Leidse Universiteit promoveerde en Prinses Juliana „col lege liep", verheugt zich erover, dat onze ook zyn kroonprinses Leiden voor haar universitaire richting koos. Dirk, die zich op zyn beurt in het vraaggesprek met Jan de Troye zeer studentikoos uitliet, had het verder over „klinkende zoenen, die hij met de dames studenten wisselde" en over de tijd, „dat er nog geld was voor de promotie-koet sier" „Kom daar nog maar eens om Zoals alle geïnterviewde Leidenaars mocht ook Dirk een „muzikaal" laken uitdelen. Hy had er weinig moeite medeGeheel in overeenstemming met „zyn bedryf" koos hü de plaat: „Ik heb mijn wagen volgeladen..—*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3