BURGEROORLOG SPOOKT ROND
ALS IJSELIJKE NACHTMERRIE
Australische schapenfokkerij vond
oorsprong in Nederlands geschenk
ER ZIJN GRENZEN
19 januari 1957
HET ANDERE SPANJE (IV)
Verlangen naar vernieuwing en verzoening
loopt een benauwende race tegen de klok
„Wij zijn bang voor onszelf
Ontdekkingstocht door een werelddeel (III)
Waarde van één fokrani geschat
op honderdduizend gulden
5e Jaargang no.
n,
trA-
kent en die geprikkeld raakt. Het is
mogelyk, dat economische nood en
vrijheidszucht tot incidenten zullen
leiden, waaruit een nieuw conflict als
een orkaan los kan barsten. Het is in
Spanje altijd mogelijk, maar iedere
Spanjaard vreest die mogelijkheid,
vreest zichzelf en zal proberen de
kwade kans bewust tegen te gaan.
Er broeit iets
Zijn er werkelijk geen tussenwegen,
overdrijven de Spanjaarden niet in die
vrees voor zichzelf? De buitenlander,
die uiteraard vooral intellectuelen ont
moet, krijgt neiging toch enige hoop te
koesteren. De vrees voor een conflict is
op zichzelf een matigende factor en er
zijn andere.
De jongeren uit de traditioneel-de-
mocratische milieus liberalen en socia
listen, mak"u een kalme en standvastige
indruk en denken in uitgesproken
Europese zin. in r.-k. kring ontwikkelt
zich ten langen leste ook alweer bij de
jongeren, zowel leken als priesters
een democratisch en sociaal besef. Zelfs
in de falangistische gelederen broeit iets,
het weinige contact met de buitenwereld
heeft sommige jongeren de ogen ge
opend (bij de jongste studenten-onlus
ten stonden falangisten op de voorste
rij) en bij die ouderen, die „idealisten"
zijn gebleven, groeit behoefte naar ver
andering, vernieuwing en verzoening.
Dit is geen onbelangrijk verschijnsel, de
falangisten hebben uiteraard meer po
litieke armslag dan de traditionele op
positiegroepen.
Plan van een dichter
Ik heb mij laten vertellen dat de
dichter Donisio Ridruejo, eens voorman
van de Falange en oud-Rusland-strij-
der uit de Blauwe divisie, een democra
tisch manifest laat circuleren, waarin
De drie buitenlanders, die met de jonge Spaanse advocaat in het de oprichting van een Sociale par-
ty voor democratische actie aankon-
kleine kroegje achter de Puerto del Sol in Madrid bij veel sherry en digt (overigens een uitstekend entree
veel flamenco zaten te luisteren, wisten het heel precies: „Iedereen is ^niefVbang1 gDeaze° p^rtij^ou heiver-
tegen Franco, het regiem is een wandelend lijk. De arbeiders hebben de
33 de democratie bekeerde kraohten uit
al gestaakt, de studenten al onlusten gewekt, een volgende keer r.-k. monarchistische en zelfs falangis-
tische kringen en de liberalen en so-
behoeven de arbeiders en studenten maar samen te gaan om het cialisten van we'ser. Doel één van het
reaiem het laatste duwtie te aeven program van actie: een min of meer
regiem net laatste auwtje te geven. constitutionele monarchie, met meer-
Zij zeiden het vol geestdrift, hun ogen schitterden - ook door de a -A-
J Ridruejo s partij zou onder leiding
sherry en de flamenco - zij waren er helemaal in, zij stonden bij komen te staan van twee generaals, die
i j i j in de burgeroorlog aan weerszijden van
wijze van spreken klaar om zich weer m de stnjd om het beminde-
Spanje te storten net als de tienduizenden, die twintig jaar geleden
met inzet van hun leven naar de hand van die vreemde geliefde
dongen. Maar al zijn de aanbidders dezelfde gebleven, de geliefde is
ouder geworden; het lag te lezen in de donkere ogen van die
jonge Spaanse advocaat, een kalme intelligente jonge katholiek, die
zijn schaamte over het Franco-regiem niet verborgen had.
Steunpilaren van het nieuwe regiem: kerk en banken. Maar
de jonge clerus begint te aarzelen en er zijn - zegt men -
bankiers, die al dubbel spel spelen.
(Van onze reisredacteur)
'5?
Voor Spanjaard is
liet „alles of niets"
De ogen van die jonge intellec
tueel stonden ineens vermoeid in
zijn smalle gezicht toen hij zei:
„Voor jullie is Spanje nog steeds
een kampplaats tussen links en
rechts. Ik trek jullie goede bedoe
lingen niet in twijfel.
Maar vergeet één ding niet, voor
de vrijwilligers in een burgeroorlog
zijn leed en bloed, gevaar en neder
laag een episode, één groot mo
ment van zelfbeproeving. Voor ons
is er twintig jaar puin geioeest en
erger: een afzichtelijke kloof in ojis
eigen volk. En daarom is alles be
ter dan nog een burgeroorlog"
Hij aarzelde even en zei toen:
„Wij Spanjaarden zijn bang voor
onszelf geworden
„Bang voor onszelf mis
schien zijn wij nog barbaren
wij kunnen niet geven en ne
men alles is beter dan nog
een burgeroorlogals een
bijna litanie lopen deze woorden
door de gesprekken, die ein buiten
lander met Spanjaarden voert.
De vreemdeling mag het als over
drijving voelen, mag duizend tussen
wegen van geleidelijkheid zien om een
regiem tot verandering te bewegen,
maar hij ontmoet meestal afwijzend
hoofdschudden. Voor de Spanjaard is
het „todo o nada", alles of niets
Dat alles heeft hij gezien in de bloe
dige razernij van de burgeroorlog en
nu zijn de oude combattanten moe
De grijze liberaal, een man uit de ge
neratie, die de adel van de Spaanse
geest tot de hoogste glorie bracht,
haalt berustend zijn schouders op.
„Eens zijn wij Don Quiohote geweest
nu zijn wij het ezeltje van Sancho
Panza, dat zich geduldig laat prikken"
De eerlijke vierkante socialist zeg'
schamper: „Moeten wij aan een ver
hoging van de levensstandaard "som.c
een verhoging van het sterftecijfei
vooraf laten gaan?"
Alleen de enkele narcho-syndicalist
die zich met de blinde moed van de
eeuwig verbitterde door de sneeuw van
de Pyreneeën naar Barcelona laat
smokkelen om nieuw verzet te organi
seren, gelooft nog in geweld. Maar
zelfs de balling in Parijs, oud-Trotz-
kist, nu gegroeid tot gematigd socia
list, gelooft niet meer in revolutie:
•Spanje moet rijpen. Wij ballingen
kunnen voor Spanje alleen maar de
weg naar Europa Openhouden, nieuwe
contacten, nieuwe verzoeningen be
werkstelligen".
Ophoping van spanningen
Ik was in Madrid toen de Hon
gaarse opstand losbarstte. Er was
bij sommigen even het gevoel van:
als die het kunnen, kunnen ivij
het ook", een banderilla in de
schouder van een stier, die voor het
gevecht geboren is. Maar deze stier
heeft het gevecht gekend en die
nachtmerrie blijft sterker.
Zal zij sterk genoeg blijven om
een uitbarsting te voorkomen, waar
zoveel spanningen zich ophopen,
waar oude haat tussen links en
rechts smeult, ivaar ingeboren trots
en vrijheidslievendheid op verbod
en censuur botsen, ivaar de lonen
de prijzen niet bij kunnen houden.
de lijn stonden, die het Spaanse volk
verdeelde.
Men ziét ook hier het element van ver
zoening, dat naar mijn mening voor
Spanje's toekomst belangrijker is dan
het gelijk in de oude vete, hoopvoller
dan berichten of geruchten over
nieuwe onlusten. Geneigdheid tot be
grip en respect van wederzijdse stand
punten, het begin van een sociaal besef
een Europees verlangen dat ontwaakt
in een land, dat zich altijd achter de
Pyreneeën afzijdig heeft willen houden
Er is wél iets gaande in Spanje, er ge
beurt iets van binnenuit.
Maar hoe hoopvol kan men hierover
zijn, welke kansen heeft deze evolutio
naire oppositie?
Dode boom
Er is bepaald geen reden tot over
matig optimisme, want deze kleine groe
pen jonge Spanjaarden lopen een ang-
stiee race tegen de klok.
Het mag zijn dat Franc'os regiem een
„ancien regime" is. zonder inhoud, zon
der kans op de toekomst. ..een boom die
al dood. alleen niet omgevallen is." zoals
een Spaanse monarchist my zei. Ak
koord. maar die boom verdraagt inmid
dels aan zijn voet geen nieuwe groei,
uit vrees daardoor zelf vroeger te vallen,
Hii duldt in zyn schaduw één mager
waar Basken en Cataloniërs nog plantje, de komende monarchie, voor-
steeds wrokken tegen het Castilli-
aanse centralisme, waar de haat
tegen de kerk groeit, ivaar de
uitersten van arm en rijk elkaar
raken, waar een haast anarchis
tisch individualisme en extreme
hartstochten nauwelijks door bur
gerzin of gematigdheid getemperd
schijnen te worden?
Misschien niet. Er zijn stakingen ge
weest en studenten-onlusten. Er groeit
een nieuwe generatie op, die de burger
oorlog nog slechts van horen-zeggen
lopig 00? in zijn groei belommerd door
een ijzerdraad-korset van jaloerse regle
mentering. Hij gedoogt niet het vrije ge
was van nieuwe ideeën En zo lijken die
jonge Spanjaarden van wie ik sprak
nauwelijks de kans te krijgen de dorre
bodem van verdeeldheid, verbitterdheid
en onwetendheid tijdig te bevruchten.
In mijn slot-artikel hoop ik te be
lichten dat het gevaar van een grote
crisis daarin ligt, dat het Spaanse volk
noch zjjn regiem voorbereid is on de val
van de boom, op het uiteindelijk on
vermijdelijk heengaan van Don Fran
cisco Franco Bahamonde.
ER is een tijd geweest dat we
graag naar professor Hro-
madka uit Praag luisterden.
Toen hij b.v. in Nederland ver
toefde gedurende de oprichtings
vergadering van de Wereldraad
der Kerken in 1948. kon hij altijd
rekenen op een schare aandachtig
luisterende toehoorders.
Professor Hromadka is deken van
de theologische Commenius-facul-
teit te Praag. Hij is een bekende
figuur uit de Wereldkerk, een man.
die in het verleden zulk een be
zonnen geluid liet horen, dat hij
er recht op had gehoord te worden.
Hij placht altijd onze aandacht
te vestigen op onze plicht om te
midden van de spanningen tussen
Oost en West, kritisch naar beide
zijden te zien. Hij wilde ons be
hoeden voor een zwart-wit denken
in de internationale politieke vra
gen. Hij zei ons dat de na-oorlogse
tijd van ons eiste open te staan
voor mogelijkheden. We moesten
leren, zo zei hij. de waarheidsmo
menten in het Russische streven te
erkennen. Immers, in dat streven
verborg zich de honger naar waar
achtige sociale gerichtigheid.
Volgens professor Hromadka had
Rusland de wereld een aantal ver
ontrustende vragen te stellen. Wij
zouden goed doén en de zaak van
de vrede dienen, als we deze vra
gen op ons lieten inwerken. Na de
oorlog hebben we gepoogd meer
open te staan voor de vragen uit
het Oosten. We wilden zo graag
geloven, dat Rusland „onderweg"
was naar meer humane methoden
en doelstellingen. We lazen Fritz
Liek: „Rusland onderweg'1 en Karl
Barth: ,.De kerk tussen Oost en
West" We bezonnen ons op een
middenpositie van West-Europa,
van waaruit we naar beide kanten
konden luisteren en misschien wel
waarschuwende geluiden konden
laten horen.
Het is mogelijk dat we er kwaad
aan doen deze middenpositie op te
geven. Misschien moeten we wel
tegen elkaar zeggen, dat we ons
met hernieuwde moed moeten be
zinnen op de eigen plaats en taak
van West-Europa. We zullen wel
licht moeten en mogen horen, dat
Woord van Bezinning
één Europa een daadwerkelijke
buffermacht werd tussen Oost en
West.
Als ik deze regels overlees, reali
seer ik me hoe moedeloos we ge
worden zijn. We hebben geen hoog
gespannen verwachtingen meer. We
zijn gevaarlijk op weg defaitisten
te worden en als er één manier is
om een explosie te verhaasten,
dan is het wel deze.
Intussen heeft professor Hro
madka weer eens gesproken van
achter het ijzeren gordijn. Hij
heeft dat gedaan in vijf stellingen,
waarin hij zijn oordeel "uitspreekt
over de Hongaarse gebeurtenissen.
Hij meende dat ..moeilijke vragen
slechts opgelost kunnen worden in
een sfeer van een algemeen inter
nationaal vertrouwen en een vreed
zame samenleving".
Verder zegt hij, dat het willen
terugroepen van vooroorlogse situ
aties het aandragen betekent van
explosieve stoffen voor een nieuw
conflict. Er is alleen een weg voor
waarts. geen weg terug. Deze laat
ste leidt tot bloedvergieten en
chaos. Wij mogen aldus Hro
madka niet meedoen aan de
anti-Russische hysterie.
Ik kon mijn ogen niet geloven
toen ik deze stellingen in een
krantebericht las. Was dit Hro
madka. de man van wie men zei,
dat wij met aandacht naar hem
moesten luisteren?
Er zijn grenzen. Het is zonne
klaar geworden, dat Hongarije en
andere satellietstaten met de ijze
ren vuist eronder worden gehou
den. Het is zonneklaar geworden,
dat de waarachtige menselijkheid,
de vrijheid, kortom alle grondre
gels van het Charter der Verenig
de Naties bloedig geschonden zijn
en 'nog steeds worden. Het is nu
onmogelijk geworden naar Hromad
ka te luisteren. Ik kan nu niet
meer „openstaan" en „begrip heb
ben'.1
In 193233 maande Karl Barth
zijn studenten in Duitsland om
niet dadelijk abrupt „nee" te zeg
gen tegen het Nazisme. Dezelfde
Karl Barth werd de leider van de
Duitse kerkstrijd toen hij het eer
ste begin van de Jodenvervolging
om zich heen opmerkte.
Hij is een van de grote leiders
van het geestelijk verzet in Europa
tegen het Nazisme geworden. Hij
meende dat de Jodenvervolging de
sleutel gaf tot het beoordelen van
het geheel van politieke en maat
schappelijke machten, dat onder
de naam van nationaal-socialisme
zich aandiende. Barth sprak toen
van het „gebod van het uur." Hij
bedoelde een krachtig en duidelijk
„neen'1 te zeggen tegen het geheel
van het Nazisme.
Zo kunnen we nu niet langer de
bedoelingen van Hromadka begrij
pen. We kunnen alleen maar gees
telijk in verzet komen tegen deze
schending van alle menselijke
waarden. Er zijn grenzen. En aan
deze grenzen kunnen we slechts de
wacht gaan betrekken.
Wat dat inhoudt? Misschien wel
dit. dat we vanuit West-Europa
duidelijk „nee'1 moeten zeggen naar
het Oosten toe en tegelijk op onze
hoede moeten zijn, dat het Westen
(en daarmee wijzelf in Europa)
zich niet prijsgeeft aan dezelfde
richting van denken.
Het ideaal van vrede zal ons al
tijd voor ogen moeten zweven. Het
ideaal van wederzijds begrip. We
mogen dit ideaal nooit prijs geven
Want tenslotte zullen alle waar
achtige democratische idealen al
tijd weer gedragen kunnen worden
door de verwachting van het
koninkrijk Gods, ons gegeven door
Jezus Christus.
En het koninkrijk Gods is god
delijke vrijheid en goddelijke vrede
en goddelijke verzoening en orde
Het is niets minder dan de Civitas
Dei, de volmaakte staat Gods
M. W. J. GEURSEN.
herv. predikant te Melbourne
tijdelijk hier te lande.
(Van onze correspondent in Sydney)
Een jongeman stond op een plattelandskermis te kijken naar de
boksers op het podium voor de tent en luisterde naar de standwerker,
die tien gulden uitloofde voor degene uit het publiek, die een van zijn
boksers kon verslaan. De jongeman droeg een breedgerande hoed.
Hij had forse bruingebrande armen, die scherp afstaken tegen zijn
witte overhemd, waarvan hij de mouwen had opgerold.
Met een brede lach op zijn gelaat nam hij de uitdaging aan.
Toen het spel begon deelde hij zo'n harde linkse aan zijn tegenstander
uit, dat de beroepsbokser uit de ring werd geslagen, tegen een tent-
paal viel, die daarop brak en het hele tentzeil meesleurde.
Het honderdkoppige publiek werd er onder begraven.
Er waren geen gewonden, maar er was grote hilariteit en de
man kreeg zijn tien gulden.
Het is niet overdreven te zeggen, dat
Australië rijdt op de rug van het
schaap. Wat het vandaag-de-dag heeft
bereikt, is te danken aan mensen als
Sir Walter Merriman. die de personi
ficatie vormt van de Australische scha
penfokkerij, een wereld van pioniers,
die een vergeten continent in 150 jaar
tijds hebben gemaakt tot een wereld
deel, dat thans meer dan de helft van
alle merino-wol ter wereld levert.
Het gezicht van de republiek: de Spaanse
arbeider.
Grootste farm omvat
half West-Europa
Toen ik hem dezer dagen een be
zoek bracht, kon hij er nog om
lachen. Want dit voorval tvas al
vijftig jaar geleden. De gebeurtenis
illustreerde zijn vechter snatuur,
een onbetaalbare karaktereigen
schap in het ivoeste, harde, mee
dogenloze Australië, dat elke dag
opnieuw een uitdaging vormt voor
elke jongeman, die er de strijd om
het bestaan opneemt.
De jongeman van eertijds is nu
de 75-jarige Sir Walter Merriman,
steunpilaar van de Australische
schapenfokkerij en grondlegger van
een fokras, waarop honderden
schapenhouders hun rijkdom van
vandaag baseren.
Sir Walters ogen zyn nu verschroeid
door de hete zon. Zijn hoed trekt hij
recht boven zijn neusrimpel om ze to
beschermen tegen het felle licht uit
de azuurblauwe hemel.
Hij sluit zijn ogen tot een nauwe
spleet en zijn gerimpeld gezicht ver
trekt zich in duizend voegen. Wanneer
ik tem een vraag stel, duwt hij zyn
linWroog open met duim en wijsvinger
en dan straalt er plotseling een helder
licht. Hier staat een man, die letterlijk
en figuurlijk het wolbedrijf kent tot in
de vezelen. Zijn schapen dragen dichte
vachten fijne en superfijne wol. Eén
jaar geleden veroverde hij er het we
reldkampioenschap mee. Zijn beste
fokram bracht bij opbod in Sydney
veertigduizend gulden op, maar de
kampioensram, wiens zonen over ge
heel Australië verspreid zijn, is voor
geen geld te koop. De waarde van
deze aristocraat wordt geschat op hon
derdduizend gulden.
Drie miljard per jaar
De wolopbrengst van dit ene schaap
bedroeg in een jaar tijds veertig En
gels ponden (18 kilo), vier keer zoveel
als normaal en tien keer zoveel als de
eerste schapen van Australië, nu 150
jaar geleden. Uit de nakomelingen van
deze en dergelyke merinorammen komt
de wol. die Australië het vorige jaai
drie miljard gulden opleverde! Daar
van leverde de export de helft op van
wat het buitenland aan Australische
produkten kocht!! Dit jaar brengt de
wol nog eens een half miljard gulden
méér op....
nederzetting Sydney waren zo arm,
dat zij spoedig stierven.
Tien jaar later liet Macarthur
vier ooien en twee rammen uit
Kaapstad komen.
Die Kaapstadse merinos waren
afkomstig uit Nederland, dat ze ge
kregen had als een gift van de ko
ning van Spanje!
De republiek op zijn beurt had er
enkele naar Kaap de Goede Hoop
gezonden, en zo kon het gebeuren,
dat de 110 miljoen zuivere merinos,
die thans met 29 miljoen schapen
van ander ras in Australië grazen,
nog een stukje Nederlandse histo
rie vertolken.
Zonder de Hollanders zou Kaap
stad niet gesticht zijn en Australië
zou zijn kans hebben gemist voor
zijn tegenwoordige rijkdom.
Australië dankt zyn hoge levensstan
daard aan de schapen. Zij grazen er in
miljoenen op de honderdduizend sta
tions (farms), waarvan 's werelds
grootste in het Rode Centrum (rood
naar de kleur der aarde) een opper
vlak beslaat van Nederland, België,
Noord-Frankrijk en Duitsland te
zamen
De grond is er zó arm en de regen
val zó gering, dat één schaap twee
hectaren grond nodig heeft om er
voldoende voedsel te vinden.
Hefboom van welvaart
Ik reed op een der grote schapen
farms in de binnenlanden, waar de zon
de aarde verschroeit en de rivieren
droog liggen, uren achtereen door de
woestenij zonder ooit de grenzen van
de boerderij te overschrijden. Maar ik
bezocht ook kleinere farms op betere
gronden, waar één schaap voldoende
heeft aan minder dan een halve
hectare. Daar worden de fokschapen
vertroeteld, diefde basis vormen voor
de voortplanting van een edel ras. In
de fokkerijen heeft een handjevol
Australiërs het lot van het land in
handen. Zy zyn in feite de grote man
nen, die de politiek van het land be
palen. De gedachten van de politici
worden altijd weer getrokken naar de
binnenlanden, waar de fokkers de hef
boom van de welvaart hanteren.
Sir Walter Merriman is één van
hen. Ik bezocht hem op zyn landgoed
Merryville in de buurt van Yass. een
goede driehohderd kilometer ten zuid
westen van Sydney, een gebied dat 130
jaar geleden werd ontdekt.
De eemaamheid
Sir Waller Merriman, een der
oudste steunpilaren van de Austra
lische schapenfokkerij (merino's),
gefotografeerd door onze corres
pondent.
Koningin Elizabeth heeft hen ge-
eerd, toen zij Walter Merriman twee
jaar geleden een onderscheiding en de
titel „Sir" verleende, de eerste „gra
zier" (schapenboer), die deze eer te
beurt viel, een ere-saluut aan de hui
dige. zowel als aan de vorige generatie
van fokkers in het oudste continent tei
wereld, waar de schapen by de komst
der blanken onbekend waren.
Twee ha voor één schaap
Toen de eerste vloot met bannelin
gen er in 1787 heenvoer, wist men al
dat er geen schapen waren.
Kapitein-gouverneur John Mac
arthur bracht er enkele mee op zyn
schip, maar de gronden rondom de
Hier begon de vader van Sir Walter
een fokkerij, die uitgroeide tot meer
dan vijftienduizend hectaren, bijna zo
groot als de Wieringermeer. Thans
grazen er dertigduizend merino's op
tienduizend hectaren klein voor
Australische begrippen, maar groot
wat de schapen zelf betreft. In een
kamer van het door Sir Walter in zijn
jonge dagen zelf gebouwde woonhuis,
opgetrokken van graniet, daf hij eigen
handig hakte uit de bodem van zyn
land, zag ik meer dan dertienhonderd
trofeeën als evenzovele bewijzen van
veroverde kampioenschappen.
Merryville en Merriman zijn twee
namen, die voor elke Australiër een
begrip zijn geworden voor het grote
leger van aristocraten, die dit land
bevolken. Zy zijn een afspiegeling van
de glans der goudgerande wol, die ge
kweekt wordt in de prairiën van het
binnenland, waar zij een kostbaar of
fer vergt van de mens, die door haar
gloed wordt bevangen, namelyk de af
zondering in eenzaamheid.