De kerstjapon van kleine meisjes
De maanvogel en voetvis op aarde
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
Henriëtte Roosenburg begint in
Amerika met een literair succes
Studente uit Leiden
MALLE GEVALLEN
Kerstsuggesties voor de huisvrouw
ZATERDAG 22 DECEMBER
PAGINA 3
Alles, wat se doet, doet se goed!
Een avonturenroman over haar bevrijding
(Van onze Amerikaanse correspondent, dr. P. G. J. Korteweg)
„Wij moeten wel even samen iets drinken", zei Henriëtte Roosenburg,
toen ik haar toevallig tegenkwam in het gebouw van de Ver. Naties
te New York. „Jet'-' is een vrouw, die men overal kan tegenkomen: op een
boerderij in Frankrijk, op Rockefeller Plaza in New York of in een roeiboot
op de Elbe (daarover later).
Die middag, toen ik haar tegenkwam in de delegates lounge" van de
Ver. Naties, had zij een heel plezierige reden om iets te vieren: „Je moet
vanavond beslist de „New Yorker" kopen", zei ze. „De roman, die ik al zo
lang van plan was te schrijven, is af en de „New Yorker" publiceert twee
derden van het boek in vier opeenvolgende afleveringenvanavond zal
het eerste stuk verschijnen".
„En het boek zelf?" vroeg ik.
„Dat verschijnt begin januari bij de „Viking Press" in New York".
Dat was werkelijk groot nieuws. Zelden heb ik me zo over iemands succes
verheugd als op dót moment.
Ik ken Jet nu al meer dan twintig
Jaar. In onze studietijd in Leiden be
hoorden we beiden tot het vermaarde
literaire dispuut „Litteris Sacrum". Dit
gezelschap telt reeksen hoogleraren en
kunstenaars onder hen zijn oud-leden
en nu heeft Jet zioh met één slag een
ere-plaats in dat illustere gezelschap
verworven.
Het is namelijk niet gering om je
literaire carrière in Amerika te be
ginnen met een serie artikelen in de
„New Yorker" en met een boek, ge
publiceerd door een bekende uitge
versmaatschappij! Beter kan het
haast niet.
Tot nu toe kende ik alleen een paar
gedichten in het Nederlands van haar
en ik wist dat ze lang geleden in
studentenblaadjes wel eens iets had
gepubliceerd.
Jet is nu ongeveer vijf jaar in Ame
rika, werkend voor het concern van
„Time" „Life" en „Fortune". Een en
kele keer heb ik haar in Washington
ontmoet, als ze gegevens moest verza
melen voor een artikel, dat een van
haar bazen in „Life" of „Fortune"
wilde schrijven.
Waarom ze alles wat ze doet, zo
goed doet? Omdat ze niet kramp
achtig, niet verwrongen, niet opge
schroefd, niet aanstellerig is. Omdat
ze zo open is en zo persoonlijk, zo
direct en zo rustig.
Warm-geestig
Het boek heb ik nog niet gelezen,
maar wel de eerste helft van wat de
„New Yorker" ervan gaat publiceren.
De titel in het Amerikaanse weekblad
luidt eenvoudigweg: „Annalen van de
bevrijding" en Jet vertelt op haar di
recte, simpele, warm-geestige manier
wat voor avonturen zij beleefd heeft,
nadat zij door de Russen bevrijd was
uit een gevangenis in de buurt van
Dresden. Dit is een roman over een
werkelijk beleefd avontuur: vier Ne
derlanders, ter dood veroordeeld door
de Duitsers, slagen er met veel moeite
in om terug te komen naar Nederland.
Een roeiboot op de Elbe is een belang
rijk requisiet in het stuk. Dit is een
uitstekend stuk reportage, zo eoht en
levendig, dat men niet op kan hou
den. als men er aan begonnen is.
Vrolijk
Het is ondanks alle moeilijkheden
die beschreven worden eigenlijk een
vrolijk verhaal (dit derde gedeelte al
thans). Prachtig is de scene bijvoor
beeld. waarin beschreven wordt, hoe
een Russisch soldaat de roeiboot met
de repatriërenden aan houdt op de
Elbe. Hfj weigert hen door te laten,
maar de Nederlanders hebben een fles
Jenever in reserve en proberen hem
door een slokje milder te stemmen.
Achter elkaar slaat de Rus echter een
halve liter Jenever achterover en
valt zelf dan achterover in het gras.
De Elbe ligt weer open
Na lezing van de twee gedeelten in
de „New Yorker" kijkt men met
spanning uit naar de volgende afle
veringen en naar het gehele boek.
Het gezelschap „Litteris Sacrum"
neen, veel meer: Nederland
kan zich verheugen over dit succes
van Henriëtte Roosenburg in Ame
rika.
Het is meneer Weyert Sino. 56 jaar.
en woonachtig in Den Haag. gelukt,
In Aken heeft hij de eerste Euro
pese competitie langzaam-roken ge
wonnen. De Hagenaar, die lid is van
de „Toeback Suygers Club", heeft
zijn pijp 68 minuten lang aan kun
nen houden. Michael Lejeune uit
Duitsland hield het iets meer dan
6? minuten vol. hetgeen hem de
tweede prijs opleverde. De pijpen
waren gevuld met tweeëneenhalve
gram tabak. Er werden stenen pij
pen gebruikt. In totaal klemden 68
personen de steel tussen de tanden.
Weyert mocht als beloning een
pijp in ontvangst nemen.
Salvatore Scandurra, 23 jaar oud en
woonachtig in Turijn, is een heel
wonderlijk man. Hij verdient name
lijk de kost met het verorberen van
spijkers, glazen, kapotte lampen,
scheermesjes e.d. Dezer dagen werd
hy in allerijl naar een ziekenhuis
gebracht, toen hij tijdens een maal
tijd, bestaande uit spijkers, flauw
viel. Scandurra. die zich de „Sici-
laanse fakir" noemt, heeft volgens
de artsen twee magen, één voor
„conventioneel" voedsel en één voor
staal en ijzer, welke stoffen, dank
zij sterke maagzuren, kunnen ver
teren. Zijn sensationeelste prestatie
was het bij stukjes en brokjes op
peuzelen van een auto. Salvatore
deed daar een jaar over.
Een sportvlieger stortte met zijn toe
stel neer in een Australisch oer
woud. Hij wist zich vier dagen in
leven te houden met één sinaas
appel en een fles haarolie. Toen
werd hij gered. En een dorst dat de
vliegenier had
Burgemeester en raadslid zijn van het
Italiaanse dorpje Levico is, behou
dens enkele uitzonderingen, ook niet
alles. Moet u lezen. Zondag hebben
de eerste burger en enige vroede
vaderen een uur lang in een boom
gezeten en dat nog wel in jacquet.
Aanleiding tot deze waaghalzerij
was een stier die het gezelschap
achterna zat, nadat hij zich had
kwaad gemaakt over de vele vlag
gen die waren uitgestoken om de
overdracht van een met staatssub
sidie gebouwde boerderij luister bij
te zetten. Pas zestig minuten later
kwam iemand opdagen, die het beest
een kogel door het hoofd joeg. Nau
welijks had de stier de laatste adem
uitgeblazen of burgerva&r en raads
leden klommen als de weerga naar
beneden.
Verhaal voor de kleintjes
Herinner je je de voetvis nog? Hij
woonde op de maan en hij had twee
geschubde pootjes met twee kleine
voetjes er onderaan.
Dat was prettig voor hem want op
de maan was weinig water, de kleine
riviertjes stonden vaak droog.
Hij was de enige voetvis die op de
maan woonde en misschien was het
daarom dat hij zich op een dag wat
eenzaam voelde. Hij had het goed op
de maan, maar veel te beleven was er
niet. Daarom ging de voetvis naar het
mannetje op de maan en hij zei:
„Mannetje, zou jij er iets voor voelen
om met mij op reis te gaan. heel ver?"
werd verbroken door het klapwieken
van een vogel, het was een van de
maanvogels. De maanvogel streek zijn
vleugels en daalde neer naast het
mannetje en de voetvis. De voetvis
vertelde hem, dat hij naar de aarde
wou maar dat hij niet wist hoe er te
komen. De maanvogel zei: ..Ik zou
ook wel eens op de aarde willen rond
vliegen".
..Jullie moeten samen gaan!" riep
het mannetje op de maan plotseling
opgetogen.
„Dat wil ik wel", zei de maanvogel.
En zo klom de voetvis op de sterke
rug van de grote maanvogel. die wijd
De maanvogel daalde neer naast het mannetje en de voetvis
Het mannetje knikte. „Ja", zei het,
„Dat wil ik best. Zullen we naar de
andere kant van de maan gaan? Daar
ben ik nog maar een keer geweest".
Maar de voetvis zei: „Nee, dat be
doel ik niet. mannetje. Ik wil van de
maan weg. ik wil naar de aarde".
„Ohzei het mannetje geschrok
ken. „Naar de aardeen hij keek
omhoog naar de aarde die heel ver
weg als een bleke bol in de hemel
stond. Het mannetje schudde zijn
hoofd. „Nee", zei hij, „Nee voetvis. dan
kan ik niet met je mee. Ik ben het
mannetje op de maan en daarom moet
ik op de maan blijven".
„Ja", knikte de voetvis. „dat begrijp
ik. Jammer. Dan moet ik maar alleen
gaan".
„Hoe wil je er komen?" vroeg het
mannetje en toen bleef het een lange
tijd stil. want op die vraag wist de
voetvis geen antwoord. Daar had hij
helemaal niet aangedacht. De stilte
zijn paarsgroene vleugels uitklapper-
de en terwijl het mannetje op de
maan hen nakeek tot ze uit het ge
zicht verdwenen waren, vlogen ze sa
men weg.
Het was een lange tocht naar de
aarde en het was maai- goed dat de
maanvogel zo sterk was. Vele uren
vlogen ze en het leek alsof de aarde
steeds even ver bleef. Maar op het
laatst merkten ze dat ze dichterbij
kwamen. De maanvogel en de voetvis
die nieuwsgierig over zijn vleugels
'ceek. zagen een zee of was het een
meer? en groene bomen. En het
was onder één van die bomen ten
slotte dat ze landden. De maanvogel
was wit van moeheid onder zijn
groene veren. De voetvis was niet zo
moe en hij luisterde naar de geluiden
op aarde. Er klonk gezang en getjilp
van vele vogels, maar hij zag er niet
een en er was een vreemd geruis, dat
de voetvis niet kende.
Het Voorlichtingsbureau van de
Voedingsraad laat hieronder nog en
kele ideetjes volgen voor de kerst
tafel:
Gemarmerde cake: (Kosten van deze
cake met margarine f. 0,90, met room
boter f.1,30).
125 g. pakje) boter of margarine,
125 g. 8 eetlepels) suiker. 2 eieren,
125 g. (14 eetlepels) bloem, 10 g. (1
eetlepel) cacao, 20 g. (ruim 1 eetlepel)
(poeder)suiker, zout.
De boter of margarine zacht roeren
De suiker er door mengen. De eieren
één voor één in een kommetje breken
en bij de botermassa voegen. Deze
massa 15 minuten flink roeren. De
bloem met zout bi) gedeelten bij het
mengsel roeren. Een cakevorm met bo
ter of margarine insmeren en met
bloem bestuiven. Een reep papier ter
breedte van de cakevorm inboteren en
zo in de vorm leggen, dat dit papier
er aan beide kanten uitsteekt. De helft
van het cakedeeg in de vorm leggen.
De andere helft vermengen met een
mengsel van cacao en (poeder)suiker
en de blanke massa hiermee bedekken.
Met een metalen lepel voorzichtig de
beide beslagen iets door elkaar mengen
zodat er strepen ontstaan. In het mid
den een gleuf maken. De cake in een
matig warme oven met onderwarmte
in ruim een uur gaar laten worden. De
cake keren op een rooster en hierop
laten afkoelen.
KERSTMENU I (Kosten voor 4 per
sonen f.7,—).
Champignonsoep
Gepaneerde kalfslapjes
Aardappelen
Bloemkool met tomatensaus
Kerstvruchtensla
Bloemkool met tomatensaus
1 grote bloemkool, zout, 30 g. (2 eet
lepels) boter of margarine, 30 g. (3
eetlepels) bloem, 3 dl. (±2 kopjes)
melk, tomatenpuree, ui, peper en noot
muskaat.
De bloemkool schoonmaken, wassen, al
of niet in stukken snijden, opzetten
met water en zout en in 20 k 25 minu
ten gaar laten worden. De bloemkool
laten uitlekken. Voor de tomatensaus
het uitje fruiten in de boter of mar
garine, de bloem toevoegen en onder
roeren langzamerhand de melk erbij
gieten. De saus op smaak afmaken met
tomatenpuree, peper en nootmuskaat.
De saus zeven en over de bloemkool
gieten.
Gepaneerde kalfslappen
4 mooie kalfslappen, paneermeel, el,
boter of margarine om te bakken.
De lappen schrappen en zouten en
15 minuten laten staan. Het ei los
kloppen. De lappen in het paneermeel
wentelen, het overtollige paneermeel
er afschudden, daarna door het ei ha
len, dan nog eens in het paneermeel
leggen en het teveel aan paneermeel
afschudden. De boter of de margarine
heet maken en hierin de lapjes mooi
bruin en gaar laten worden in 20
minuten. Tijdens het bakken niet in
de lapjes prikken en ze niet te veel
heen en weer schuiven. De jus afma
ken met een weinig water.
Kerstvruchtensla
Hiervoor kunt U b.v. gebruiken man
darijnen of sinaasappelen, appelen en
bananen. De vruchten schoonmaken,
snijden, vex-mengen met suiker, over
doen op aparte glazen schaaltjes of in
bowlkopjes of een grote glazen schaal.
De vruchtensla garneren met rode
franse vruchtjes, dunne stukjes sucade
in de vorm van hulstblaadjes gesneden
stijfgeklopte slagroom of stijfgeklopt
eiwit. De bowlkopjes versieren meteen
takje hulst, dat met een rood lint aan
het oortje vastgemaakt wordt.
KERSTMENU II (Kosten voor 4 per
sonen 1.10,
Londonderriesoep
Hazepeper
Appelcompóte
Aardappelpuree
Bananenroompudding
Londonderriesoep
40 g. (ruim 2Vi eetlepel) boter of mar
garine, Vz eetlepel kerrie, 40 g. (4t&
eetlepel) bloem, 1 liter gekruide bouil
lon, een scheutje melk, een klein blikje
champignons.
Voor de bouillon het vlees met ui,
wortel, peterselie, tijm, foelie en zout 2
k 3 uur laten trekken en daarna zeven.
Het uitje schoonmaken, snipperen en
met de kerrie in de boter of margarine
fruiten. De bloem toevoegen en onder
roei-en langzamerhand de bouillon
erbij gieten. De soep 10 minuten la
ten doorkoken. De champignons zo
nodig kleiner snijden. De soep zeven
en op smaak afmaken met melk, cham-
pignonnat en de ins tukjes gesneden
champignons.
Bananenroompudding
te kg. bananen, 2 citroenen. 1 eiwit,
50 g. (3 eetlepels) suiker, 1/8 flesje
slagroom, 8 g. (4 blaadjes) gelatine,
geconfijte fruchten.
De puddingvorm invetten met slaolie
en omgekeerd wegzetten. De gelatine
in ruim koud water weken. De bananen
in de schil in ruim water 5 k 10 minu
ten verwarmen. De slagroom stijfklop-
pen met de suiker. De citroenen uit
persen. De bananen schillen en met
een vork fijnmaken. Het citroensap er
over gieten. Het eiwit met een lepel
water en een paar korreltjes suiker
stijfkloppen. De gelatine uitknijpen, in
een weinig heet water oplossen en iets
laten afkoelen. Op de slagroom het
eiwit en de bananenpurée leggen. De
gelatine toevoegen en voorzichtig met
een roestvrije metalen lepel de be
standdelen omscheppen. Als de massa
niet meer uitzakt alles overdoen in de
puddingvorm. De stijfgeworden pud
ding keren op een puddingbord en gar
neren met stukjes banaan en stijfge
klopte slagroom.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
„We kunnen nu het beste ieder ons
weegs gaan", zei de voetvis tegen de
maanvogel. „want jij kunt niet "zwem
men en ik kan niet vliegen".
„Goed", knikte de maanvogel. „Zul
len we elkaar na tien dagen in de
morgen ontmoeten onder deze boom?"
Dat spraken ze af en toen vloog de
maanvogel naar een tak en de voetvis
liep op zijn kleine pootjes het bospad
af op zoek naar het vreemde geluid.
En wie beschrijft zijn vreugde toen hij
zag. dat het ruisen was van een brede
beek. die van de heuvels naar het dal
stroomde
Zo'n brede beek had de voetvis nog
nooit gezien en hij dook met een
sprong in het koude water. Nadat hij
wat van zijn eerste vreugde en opwin
ding bekomen was. keek hij om zich
heen en zag tot zijn verbazing wel
honderd, nee. wel driehonderd vissen
en visjes. Maar niet één had pootjes
en voeten, zoals hij. De vissen in de
beek zagen de vreemde voetvis en ze
waren bang voor hem. Maar de groot
ste kwam op de voetvis toe en vroeg
hem wat en wie hij was.
„Ik ben de enige voetvis die op de
maan woont", zei de voetvis en de
•issen van de aarde, die dat hoorden,
achten hem uit.
„Hoor eens", zei de grootste vis, „JIJ
jent geen vis. Wat je wel bent weet
ik niét misschien wel het lokaas
van een hengelaar. Maar je moet uit
deze beek weggaan". En hij dreef de
arme voetvis naar de oever en de
voetvis kon niets anders doen dan aan
de wal klimmen. Teleurgesteld liep
hij langs de beek en opeens bleef hij
staan: hij zag een visser, die met zijn
hengel de vissen wilde vangen. De
voetvis liep rillend van afschuw het
bos in en ging op het zachte mos zit
ten.
„Hier blijf ik", dacht hij. „Ik weet
het nu al: de aarde is niet vriende
lijk". En hij bleef zich tien dagen
in het bos verschuilen. Alleen 's och
tends ging hij zwemmen, totdat de vis
sen hem wegjoegen, omdat ze niet ge
loofden. dat hij de enige voetvis van
de maan was.
De maanvogel ondertussen had het
veel gemakkelijker. Hij was groter dan
de meeste vogels op aarde en daarom
lieten ze hem met rust. Hij vond vol
doende voedsel en zou heel tevreden
geweest zijn als er op de aarde geen
mensen gewoond hadden. Want de
mensen dachten, dat hij een vreemde
vogel uit de Afrikaanse oerwouden
was en daarom wilden ze hem hebben
om hem in een dierentuin te stoppen
Maar de maanvogel liet zich niet van
gen, hij vloog van het ene bos naar
het andere en overal waren mensen,
die. jacht op hem maakten.
Daarom was ook de maanvogel blij
toen de tien dagen voorbij waren en
hij. met de voetvis op zijn rug. terug
kon vliegen naar de maan. waar een
maanvogel en een voetvis in vrede en
ongestoord kunnen leven.
M. F. B.
Londen, december '56.
Als eenmaal de kaarsjes branden, hebben natuurlijk ook de kleine meisjes
haar mooiste jurkje aan. En als ze de mode volgen (ook de kindermode ver
andert immers van tijd tot tijd, en neemt vooral stoffen, kleuren en modieuze
garneringen van de mode der groten over!) dan dragen ze misschien een
van deze modelletjes, waar ze tot laat in het voorjaar plezier van zullen
hebben.
1) is een chemisiermodelletje van
effen of klein gepatroneerde natuur) -
zijde. Het jurkje wordt op de rug met
knopen gesloten en het ceintuurtje dat
opzij op het vooi-pand ontstaat, wordt
op de rug gestrikt. De voorkant van
het mouwloze jurkje heeft geen taille-
naad; uit een aantal verticale stiksels
tussen schouder en taille ontspringt de
rokwjjdte. Op de rug is het wijde rokje
aangerimpeld.
2). Van fuohsiarode corduroy is het
tweede model, dat korte, aangeknipte
mouwtjes heeft en met een afstaande,
biaiskraag van witte piqué gegarneerd
is. Van witte piqué zijn ook de hori
zontale zakingangen op het wijde, aan-
gerimpelde en gerende rokje. Een zwart
strikje van zwart ribslint garneert de
kraag, een smal, zwart ceintuurtje
gordt de taille. Het lijfje heeft op de
rug een knoopsluiting.
3). Het derde meiske draagt separa
tes; een dun wolien truitje en een
wyde rok van mooie wollen ratine
(japonkwaliteit). De middenvooi-baan
van die rok is hoog opgeknipt en met
twee rijen knopen gegarneerd. Op zij
en op de rug is de rok aan een taille
band ineen gerimpeld. Het model staat,
zoals trouwens ook het voorgaande,
breed uit over een stijve onderrok.
4). Een stijve onderrok is ook bij het
vierde modelletje, een gekleed japon
netje, de nodige accessoire. Het jui-kje
dat bijna het gehele jaar door gedra
gen kan worden en indien gewenst van
een bijbehorende bolero kan worden
voorzien, is gemaakt van marineblauwe
wollen stof. De aangerimpelde klok-
rok is heel wijd. De taillenaad wordt
(bij geklede gelegenheden) gegarneerd
met een brede sjerp van effen bleu
satijn of fyn gebloemde zijde. Bij min
der formele gelegenheden kan deze
sjerp door een simpel ceintuurtje wor
den vervangen.
5). Bedrukte wollen mousseline is ln
de mode der groten de dernier cri en
niet minder goed komt het tot zijn
recht in de kindergarderobe. Een versie
met klein kasjmier patroon werd hier
gebruikt voor een klassiek chemisier-
model met knoopsluiting op het lijfje
en driekwart mouwen. Een wit garni-
tuurtje fleurt de donker getinte stof
op en bestaat uit een kraagje met strik
en manchetten. De wijde rok is om de
taille in vele smalle plooitjes gelegd,
die niet zijn ingestreken.
6). Een bijzonder aardig effeot geeft
het laatste jurkje, waarvoor zwarte
corduroy het uitgangsmateriaal was.
Het jurkje heeft een wijde, aangerim
pelde klokrok die over een stijve on
derrok breed uitstaat. Het heeft ver
der korte, ingezette mouwtjes en een
smal halskoordje dat op de rug ge
sloten wordt. In de voorkant van het
lijfje en rondom in de rok is een wit
tussenzetsel aangebracht dat met een
rank roze roosjes is geborduurd.
J. V.