IN KAMER EN TUIN Zweden had een Bernadotte nodig Een Zoeklicht ZATERDAG 15 DECEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Bewogen Leven Napoleon sprak Moge ons beider noodlot zich vervullen D FN v OP DE Van het muisje dat kiespijn had DE TUIN IN DE WINTER Napoleon's gelukte Staatsgreep zette Bernadotte op dood spoor. Doch kon een man als hij lang werkeloos blijven? En kon Napoleon zich permitteren een dergelijke legeroverste bij de haard te laten? Het jaar 1804 bracht Napoleon in het oog van de wereld de grootste roem, want toen kroonde hij zichzelf in de Notre Dame, tot Keizer der Fransen, waarbij de Paus hem assisteerde. De Paus was uit Rome gekomen om aan de kroning wijding te geven. In het oog van alle room-katholieken was Bonaparte nu de wettige vorst. Een van zijn eerste daden als Keizer was Bernadotte tot maarschalk te benoe men. Hij, de Keizer, kon zich deze benoeming permitteren. En de eerste jaren zou hij er geen berouw van krijgen. In de zo bekend geworden Drie Keizerslag bij Austerlitz, precier een jaar na de kroning, op 2 december 1805, was het Bernadotte die door zijn juist inzicht en zijn bliksemsnelle tactiek de Keizer onschatbare diensten bewees. van de zo Juist overleden Kroonprins. De Koning was ook voor dit plan, met de meerderheid zijner raden, en daarom zond men Freiherr Mömer naar Parijs om steun hiervoor bijNapoleon te zoeken. De jonge luitenant had echter heel andere gedachten in zijn hoofd dan de oude Koning. Hij zou gaarne een Frans generaal als Kroonprins zien. iemand die een leger aan kon voeren endie een land besturen :onMet zo iemand als Kroonprins zou Zweden Finland kumien heroveren op Rusland. Rusland had dit kunnen nemen... dank zij zijn bondgenootschap met Napoleon E jonge Mömer trad zeer eigenmachtig op in Frank rijk. Doch hij wist precies wat hij wilde en eigen- machtigen. die weten wat ze willen hebben vaak succes, omdat zij de wereld overrompelen. Bernadotte was zijn man. Die had bewijzen genoeg gegeven van zijn grote moed, zijn veldheerstalent, maar ook van zijn bestuursgaven. Dat was de man, met wie men een óórlog zou kunnen winnenen een vréde. De jonge luitenant heeft Bernadotte bezocht. En deze heeft toegestemd. De Zweedse regering was verbitterd op de jonge officier die zich voorgenomen had geschiedenis te maken, doch op de Rijksdag in Orebro werd zijn kandidaat met al gemene stemmen gekozen Bernadotte, hij had een klinkende naam. En hij stond bekend als een mens die orde op zaken kon stellen en Strikt eerlijk was. Zo Iemand had Zweden nodig. lN Napoleon? Kon hij de Maarschalk missen? J—i Toen Bernadotte bij hem kwam, was hij voorbereid. Strak zag hij de Maarschalk aan en eiste van hem, dat hij in de toekomst nooit zijn wapens tegen Frankrijk opheffen zou. Anders zou hij hem niet van zijn eed ontslaan. De nieuwe Kroonprins weigerde. Hij wilde Kroonprins zijn en geen vazal. Hij wilde vrij zijn bij het dienen van zijn land. Toen zag Napoleon hem opnieuw aan. Zijn donkere ogen werden in eens vonken vuur. Daarna staarde hij over de Maarschalk heen. Een wereld weerspiegelde zich op zijn gezicht. Daar achter die Maarschalk leek hij te schouwen in de toekomst. Hjj opende zijn mond en zei: „Welaan, vertrek dan en moge zich ons beider noodlot vervullen". REIN BROUWER. Har Scheepens. „Op zoek naar de bron". Ntygh en Van Dltmar, 's-Gravenhage 1954. Har Scheepens, uitstekend represen tant van de moderne realistisch-psy- chologische romanschrijfkunst, be schikt over een pen die zo scherp is als een etsnaald en over een blik. welke die van de roofvogel nabijkomt. Het moderne realistische proza, dat zich sedert de aanvang van deze eeuw heeft ontwikkeld uit de oorspronke lijke „l'art pour l'art"-vorm realis me dus waarbij het enige doel was de werkelijkheid of wat men daarvoor aanzag zo minutieus mogelijk weer te geven is een literaire vorm, die zich bij uitstek is gaan lenen tot strijdmid del, tot aanklacht tegen sociale mis standen en als manifest voor veran derde levenshoudingen. Daarnaast heeft zich de lijn voortgezet Frans Coenen. Van Oudshoorn van het realisme in groter verband, van de schrijvers, die in hun hart wel weten dat vrouwenkiesrecht en „welfare state" de mens geen haar gelukkiger zullen maken zolang hij niet van plan is zijn egoïsme in de ruimste zin van het woord aan banden te leggen ten opzichte van zijn medemens. Ën onder dat egoïsme dienen dan ondergebracht alle menselijke euvelen zoals tirannie, huichelarij, bekrompenheid, onver draagzaamheid. haatdragendheid, bi gotterie enz. enz. Tot de groep van auteurs, die hun realistisch-pessimistische levenshou ding stoelen op het menselijk bestaan zelf en niet op enkele aspecten daar van, behoort stellig Har Scheepens. „Op zoek naar de bron" is 'n door-en door grimmig boek. Scherp van pen en blik als hij is, weet hij een beeld op te hangen van het instituut „huwelijk in de Nederlanden" dat een mens door merg en been gaat. Op een toon. die het midden houdt tussen aanklacht en walging, tussen droefheid en verniel zucht, vertelt hij naakt en bar de levensloop van het gezin Debije en zijn aanhang waarin de kinderen worden platgedrukt tussen een bigotte, schijn heilige moeder en een volbloedige, op standige vader. Dat het gezin Debije een katholiek gezin is, doet er eigen lijk weinig toe. daar de problemen des geloofs niet of nauwelijks aan bod komen anders dan in hun sociale vorm. Het is de tweede zoon Joris, die aan het woord is. Hij heeft zijn levensge schiedenis beschreven, zijn jeugd, zijn studententijd, zijn broeders en zusters, zijn ouders, zijn liefden en zijn huwe lijk. Men zou 't tweede hoofdstuk kun nen beschouwen als een sleutel tot het hele boek. De twee kinderen. Joris en zijn zusje Lyda op zoek naar de oor sprong van een boek. die blijkt niets dan modder en doodsheid op te leve ren. Het onbegrijpelijke gedrag van het meisje en haar ziekte daarna het kind sterft aan hersenvliesontste king laten bij de jongen Joris het befaamde trauma na; een niet te over winnen schuldgevoel, dat nog aange kweekt wordt door de weerzinwekken de wijze waarop de moeder de kinde ren betrekt in haar huwelijkse moei lijkheden. Het zal dan ook geen mens verwon deren. dat de jongeling Joris langs "s levens kronkelpaden niet anders kan zien dan narigheid. Bij alles wat er om hem heen gebeurt, staat hij klaar met de funeste moraaltheorie van de bekrompen burger en hij wordt typisch de man. die zelfs als de zon gewoon schijnt, alleen maar oog heeft voor de stofbalken. Het huwelijk van Joris wordt even eens een nare bedoening. Hij laat zich naar het stadhuis slepen door een vrouw, waar hij eigenlijk niet mee had willen trouwen, een gewone, bazige huisvrouw, die haar man beschouwt als een combinatie van een fokstier en een melkkoe en die haar ziel ver pand heeft aan het salonaumeuble- ment. Maar Joris* onder de voet gelo pen persoonlijkheid blijft een krater vol verzet en woede, die een enkele maal uitbarst. Edoch, met de jaren leggen zich de golven der opstandigheid. Een laat schijnsel van vrede ligt over een oude zieke vrouw en over een oude man. die haar dag en nacht verpleegt. Want och, het valt ook wel weer mee met zo'n huwelijk als je maar bij elkaar blijft. Een uitstekend geschreven kro niek van huwelijksleven, deze roman, maar zo bitter als al6em. Arnold Krieger. „Jokoenda, het zwarte licht". Uitgeversmij. Kosmos. A'dam sj. De auteur Arnold Krieger moge dan etnograaf zijn, een romanschrijver is hij stellig niet. Eindeloos traag en no deloos uitvoerig, onbegrijpelijk en quasi-diepzinnig is het relaas van het negermeisje Liza, eerst slavin, daarna geliefde van de Arabische grondeige naar. dan gevlucht rondzwervend met en zonder kind. De vrijheid, die zij verkrijgt van „de mensen met pijp- kleren aan" helpt ook al niet en zelfs het weren van „onfijne gedachten uit haar geest" brengt haar niet uit haar vreemde wantoestand. Ten slotte werpt het meisje zich voor de krokodil Mam- ba Bana Schingo „en het zwarte licht werd bijna zonder pijn een wit vuur". Indien dit een verhaal is van een meisje, dat haar kinderen verliest, dan vraagt men zich af. waar al dat ge praat voor nodig is en mocht er ergens in deze 368 bladzijden een mystieke betekenis verborgen zitten, dan heeft ondergetekende die niet kunnen ont dekken. CLARA EGGINK. j l Er was eens een muisje, ze heette Jozefien. En niemand van de muizen had haar ooit boos gezien. Ze hielp haar moeder wassen, deed kleintjes in het bad. gaf breiles aan haar zusjes én lette op de kat. Toen kreeg ze zo maar kiespijn, zo erg o jonges. nou: Ze kon haast niet meer lopen, en viel van pijn haast flauw. En weet Je wat zo erg was: in heel het muizenland is voor de zieke kiezen geen dokter bij de hand. Ze moest wel naar de dokter, de dokter in de stad. Maar weet je wat zo lastig wa die dokter was een kat. Er zaten negen klanten te wachten op een rij. maar geen van al die katten die „goeie morgen" zei. Ze hadden ook vijf doeken om, vijf doeken voor de pijn. Nu kunnen zij niet bijten, dacht Fientje, dat is fijn. O. kijk eens, zei de zuster, o. kijk eens, kom eens gauw: daar zit een muisje op de bank. Wat lekker, o. miauw. De poezendokter kwam al, de tang nog in de hand. Hij zei. O hé. wat leuk nou, een muisje als mijn klant. 10 Het muisje zat zo zielig, van pijn was het wit-grauw. Het piepte toch zo klaaglijk en vroeg: ach,help me gauw. 11 De dokter had geen honger, die dokter uit de stad: bij had al negen muizen bij zijn ontbijt gehad. 12 Vooruit maar. zei hij vriend'lijk. vooruit maar voor een keer: het is toch dierendag vandaag, kom hier maar, 'k dóe geen zeer. 13 Hij boorde zeven kiezen, en vulde die met lood. en gaf haar toen ten afscheid een goeie poezenpoot. 14 Nu kan zij fijn' weer zingen en wassen voor haar moe. En als zij nog eens kiespijn heeft gaat zij er weer naar toe. B. R. Vis, óók bij feesten Het voorlichtingsbureau voor de voe dingsraad meldt: Wanneer u gasten te eten krijgt, denkt u dan eens aan vis. Met vis z{jn talrijke fijne gerechten te maken. Kent u de smaak van uw gasten niet goed, De glans van Austerlitz zou ook om het hoofd van Bernadotte stralen voortaan en om het hoofd van Désiréc. zij werden vorst en vorstin van Ponte Corvo, een onaanzienlijk gebied in Zuid-Italië. Meer dan waarschijnlijk is het. dat zijn gevoelens voor zijn beste jeugdvriendin. Napoleon mede hebben gebracht tot dit besluit. De verhouding tussen de Keizer en de Maarschalk was dragelijk. Bernadotte schikte zich in de plannen van de Keizer, ofschoon het niet altijd van harte ging. Ondanks de schitterende overwinning bij Austerlitz op Oostenrijk en Rusland, had Napoleon de oorlog niet gewonnen, want Engeland gaf niet toe. Een invasieplan mislukte volko men. er was maar één middel om Engeland op de knieën te krijgen: door de honger. Honger was in alle tijden een héél scherp zwaard. In Berlijn, nadat Pruisen was ver pletterd. werd het Continentaalstelsel afgekondigd. En om het systeem van uithongeren volledig te krijgen zou den de Noorse staten bondgenoten van Frankrijk moeten worden: Denemarken. Noorwegen, Zweden. DE Engelsen kregen lucht van Napoleon's plannen en voordat deze zich goed- of kwaadschiks van de hulp van Denemarken had verzekerd. plannen om dit kwaadschiks te doen waren in een vergevorderd stadium deed de Engelse vloot een aanval in de Deense wateren enkaapte de Deense vloot weg Zodoende werd Denemarken in de armen van Napoleon gedreven en zodoende kon Bernadotte met een leger door Denemarken naar Zweden oversteken om dit land met geweld aan Napoleon's zijde te krijgen Voordat Bernadotte zijn leger had georganiseerd brak er opstand in Spanje uit. Spaanse troepen in de Napo leontische legers deserteerdenDit en nog enige redenen maakten dat de tocht van Bernadotte naar het noorden niet doorging Engeland had dus een aanval gedaan in een gebied van waaruit zij ernstig werd bedreigd. In Spanje was opstand uitgebroken en een nieuwe coalitie-oorlog stond voor de deur. De ziel van elke coalitie-oorlog is Engeland geweest. Het is dan ook eigenlijk geen wonder, dat naar de opvatting van de tegenwoordige Engelsman, Napoleon slechts een avonturier is geweest, niet meer en niet minder. De Engelse officier die met zijn paard over het dode lichaam van de gefusilleerde maarschalk Ney zou springen, toen Napoleon al van het toneel verdwenen was, zou daarmee de algemeen geldende Engelse ge zindheid demonstreren. Wat was Engeland waard op het vasteland in die dagen? Niet veel. Daarom waren er bondgenoten nodig op het vasteland. In het jaar 1809 rukte Napoleon op nieuw op tegen Oostenrijk. Bernadotte was bij hem. In de bloedige slag bij Walram behaalden zij tenslotte een glansrijke overwinning Het aandeel in deze overwinning was voor Bernadotte groot. Niet zo groot misschien als hij zelf wel heeft gemeend, maar wie kan ook. weergaloos dapper vechtend, zijn eigen verdiensten objectief zien ln het grote verband? Na afloop van de slag ontstond er onenigheid tussen de Keizer en de Maarschalk. De Keizer verweet de Maar schalk dat hij alle eer aan zijn troepen had gegeven Dit was in strijd met de waarheid en had bij andere afde lingen kwaad bloed gezet. Maar wie was het nu precies die de Fransen de overwinning had bezorgd, de Keizer, de man van Loll en Arcole. of hij BERNADOTTE nam zijn ontslag en vertrok naar Parens. Napoleon kon hem niet missen Toen hij ln Parijs kwam, verzoende hij zich weer met hem. Bernadotte kreeg een bestuursfunctiein Romever van huis. Voordat hij die kon aanvaarden, kreeg hij een vreemd bezoekvan een zekere vrijheer C O Mömer, een jong luitenant uit Zweden. In Zweden, waar Karei XIII regeerde, was de Kroon prins gestorven en men was het er volstrekt niet over v 9U33 men tot diens opvolger zou kiezen. Sommigen wilden Frederik Kristian van Augustenborg. een broer In de zomermaanden, als boom en struik vol blad zitten, vallen de bij zondere boomvormen niet zo op; nu hebt u de gelegenheid om die eens waar te nemen en het is daarom wel eens nuttig in een weekeinde debos- sen in te trekken. Let u maar eens óp de afbeelding van deze oude tulpen boom; wie weet hoe oud deze boom al wel is. De winterzorgen breken nu aan en men zal vele planten tegen de strenge vorst moeten beschermen. Krijgen we een dikke laag sneeuw, dan is dat dek ken niet zo actueel; sneeuw sluit af en beschermt uw tuinplanten tegen be vriezen. Laat die sneeuw dus maar rustig liggen. Trouwens er zijn men sen met een sneeuwcomplex: niet zo dra is er sneeuw gevallen of er moet geruimd worden; te midden van de blanke sneeuw wordt dan een pad ge schept en daar komt een laag zand overheen; een afschuwelijk gezicht. Alleen coniferen en andere groenblij- vende heesters hebben een hekel aan een zware vracht sneeuw en die moe ten er dus wel van verlost worden. Uw niet winterharde tuinplanten zullen dus met een laagje molm afge dekt moeten worden, doch groenblij- vende planten mag men toch niet ge heel onder de molm stoppen; de plan ten worden dan aan de voet gedekt en de groene bladeren moeten er bo venuit steken. Uw bloembollen zijn ook niet allemaal tegen strenge vorst bestand en dus dekt men ze maar af. Tulpen kunnen er wel aardig goed tegen, doch uw hyacinten zullen onge twijfeld vorstschade krijgen, indien ze niet beschermd worden Uw struikro zen zullen ook beschermd moeten wor den: de laatste winter heeft wel be wezen dat ze beslist bescherming no dig hebben. Het is niet nodig er een dikke laag blad tussen te stoppen: het is al voldoende indien aan de voet wat turfmolm wordt aangebracht of men spit er was grond tegenaan: struik rozen zijn veel te hoog in prijs om ze zo maar dood te laten vriezen. Uw houten regentonnen zullen niet vol water kunnen blijven, ze vriezen an ders beslist stuk: maak ze dus leeg en breng ze in een schuur; u zult er dan nog jarenlang plezier van hebben. Loop niet over een bevroren gazon; U hoort het gras toch wel onder uw voeten kraken? Aanvankelijk is ervan schade niets te zien. doch aanstaande lente komt die wel te voorschijn; er zullen dan allemaal kale plekken zijn en graszaad is in ieder geval veel te kostbaar om het zo maar lustig om u heen te strooien. O. KROMDIJK. De grillige vorm vao de oude tulpenboom dan kunt u de vis geven els voorgerecht of tussenschoteltje. Zijn uw gatsen ware visliefhebbers, dan zullen zij een hoofd schotel van gebakken of gestoofde vis zeker niet versmaden. Als voorgerecht komen in aanmerking vis uit blik, zoals sardines, zalm, haring of gerookte vis (.bokking, paling of ma kreel). Deze kunnen worden gegeven met toostjes en boter, maar U kunt ook open sandwiches klaarmaken van dun ne sneetjes brood met sla, vis en desge wenst als garnering gekookt ei of to maat. Een voorgerechtje van koude gekookte schelvis, schol of tong met mayonaise of sla of op toost kan er ook zeer ver naturel of in tomatensaus en gestoomde zorgd en smakelijk uitzien. Iets meer bewerkelijk zijn een vis- of haringslaatje en een visgeleitje. Voor een vissla kun nen behalve de vis aardappelen en appel worden genomen, terwijl in de slasaus desgewenst wat mosterd of tomaten ketchup verwerkt kan worden. Warme vishapjes zijn er legio. Denkt u alleen maar eens aan vis- en garna len croquetten, pasteitjes of kleine deeg bakjes met visragout en aan geroosterd brood met visragout. Voor de visragout kan het kooknat van de vis gebruikt worden en wil men de ragout mooi blank hebben een scheutje melk. Kap pertjes citroen of zeer fijn gesneden pe terselie kunnen de smaak zeer verhogen, terwijl degenen die over een oven be schikken beslist eens een proef moeten nemen met visragout au gratin (ragout bestrooid met geraspte kaas en in de oven van een bruin korstje voorzien). Zeer smakelijk is de combinatie ge kookte vis met droge rijst en aardap pelpuree. Vis en rijst of puree kunnen laag om laag worden opgediend in een schaal of in één-persoonsporties in schelpen of (soufflé)potjes. U kunt de gekookte vis ook met een rand van rijst of puree omgeven. Wie zich bekwaam acht met de spuitzak en „vuurvaste" handen heeft kan de puree zelfs om de vis spuiten met een grove spuit. De warme visgerechten worden gegeven na de soep en voor de hoofd schotel. Niet alleen bij een warme maal tijd, ook als hapje bij de koffietafel kunnen deze koude en warme gerechten heel goed dienst doen. Recept voor 4 personen. Vlafilets met aardappelpuree. 2 3 schollen of tongen, 30 g <2 eetlepels) boter of margarine, 30 g 3 eetlepels) bloem, zout, ui, azijn, citroensap of kappertjes, kg aardappelen, melk, boter of marga. rine, zout. peper. De vissen van de graat (laten) nemen. De graten opzetten met zoveel water dat ze onderstaan, zout en een stukje ui. Het geheel aan de kook brengen en 15 a 20 minuten zachtjes laten trekken. De aardappelen op de gewone wijze gaar koken in weinig water met zout. De aardappelen (afgieten) stampen en met gekookte melk tot een niet te stijve puree verwerken. De puree op smaak afmaken met boter of margarine en desgewenst peper. De visfilets oprollen met de gladde kant naar binnen. Het visnat zeven, aan de kook brengen en de visfilets er in zetten. De filets in ongeveer 5 minuten zachtjes gaarkoken. Dé vis uit het nat nemen en warm houden. De boter of margarine smelten, de bloem er door roeren en onder steeds roeren 3 dl '2 kopjes) visnat toevoegen, zo nodig aan gevuld met water. De saus aan de kook brengen. Azijn, citroensap of kappertjes naar smaak toevoegen en de saus enkele minuten laten doorkoken. De visrolle tjes op een (liefst voorverwarmde) schaal of op kleine bordjes overdoen en bedekken met de saus. De aardappel puree erom heen schikken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 12