Golden Fiction
HONGARIJE: hulpeloos land aan
(of over?) de rand van de afgrond
Onder ons gezegd
Krachteloos marionet op plaats
waar alzijdig genie nodig is
STICUSA WERD OPGEHEVEIS
Dit jaar waren er bijna 33.000
Nederlandse emigranten
95»te jaargang
Dinsdag 11 december 1956
Derde blad no. 29009
Militair gebroken—economisch knock-out—
politiek onmondig bestuurlijk chaotisch
(Van onze Weense correspondent, prof. dr. N. Greitemann)
Hongarije zou op het ogenblik een politiek, diplomatiek en financieel genie
nodig hebben - een man die bovendien het vertrouwen van het buitenland geniet
om het land van de ondergang te redden. In plaats daarvan wordt het land
echter geregeerd door de marionet Kadar, van wie men niet eens kan zeggen dat
hij het vertrouwen van de Sovjet-Unie geniet. De toestand is catastrofaal
Militair gesproken is hel land verslagen. De Russische troepen beheersen het
volkomen en zelfs de pers en radio zijn geheel in dienst van Moskou.
Er is geen enkele illegale zender overgebleven. Aan het bestaan en het optreden
van grotere en kleine groepen partisanen in de bossen en in de bergen valt niet
te twijfelen. Tegenover de Russische troepen zijn ze zowel wat getalsterkte als
bewapening betreft, verre in de minderheid, maar zij kunnen ieder ogenblik op
treden en zij dwingen de Russen om vooral op het platteland in alarmtoestand
te blijven. In de steden laait het verzet telkens weer op. De mannen zijn echter
grotendeels passief en lethargisch geworden; ze denken aan het dagelijks brood
voor vrouwen en kinderen. Daarvoor in de plaats hebben veel vrouwen het
initiatief overgenomen. Zij demonstreren herhaaldelijk, zijn kennelijk niet bang
voor Russische tanks of kanonnen en verijdelen ieder gewapend optreden, omdat
lij zo ostentatief en uitdagend weerloos en ongewapend zijn. Ook de politieke
verzetspropaganda ligt niet geheel stil, ofschoon zij geen drukkerijen ter be
schikking heeft. Strooibiljetten worden met de hand geschreven en roepen her
haaldelijk op tot betogingen, het voortzetten van de staking en tot verzet tegen
de regering van Kadar.
Verkeer moeilijk
Arbeidskracht
sterk verzwakt
De arbeidskracht van het volk is sterk
verzwakt door de grote verliezen, waar
van echter de cijfers nog niet bekend
rijn.
Men spreekt van 50.000 doden en
gewonden vooral onder de jongeren en
van 20.000 gedeporteerden. Over de
vluchtelingen zijn we goed ingelicht.
Hun aantal bedraagt nu ongeveer
130.000, van wie de helft onder de
dertig is, met andere woorden: Hon
garije mist circa 65.000 jonge en sterke
arbeidskrachten en dat is veel op een
bevolking van tien miljoen!
Geen positief programma
De regering is niet alleen machteloos,
maar ook dikwijls dom. Kadar heeft
geen gezag, vooral niet bij de arbeiders,
die hem als een verrader van hun be
langen beschouwen. Zij weten wel dat
hij vroeger Titoïst is geweest en dat hij
daarom werd gefolterd, maar nog beter
Reten zij dat hij totaal is omgezwaaid
en een Stalinist is geworden, die zelfs
Üe fundamentele rechten van de arbei
ders niet respecteert. Kad&r is een zielig
geval, een man die zich bewust is dat
hij zijn eigen idealen ontrouw is gewor
den en dat ook moest worden, omdat
hij onder de druk van de Russen staat.
Hij is geprikkeld en ziet geen kans om
een positief programma op te stellen.
Van een centrale regering kan geen
sprake zijn, omdat er drie plaatselijke
regeringen in Györ, Pees en kortgele
den ook in Miskolc werden geconsti
tueerd, die weinig of niets met Boe
dapest te maken willen hebben.
De regering in Boedapest beschikt
bovendien niet over voldoende organen
van de uitvoerendem acht. Kadar, die de
methodes van de A.V.H. aan den lijve
heeft ondervonden, wil dit politie-korps
ifschaffen en is begonnen met de op
richting van de nieuwe „R-politie", die
echter nog moet worden opgebouwd en
weinig leden telt.
Desorganisatie
l Het leger is totaal gedesorganiseerd
en zelfs de .sterke man" dr. Münnich,
de minister van defensie, is er niet in
geslaagd de vroegere militairen en
vooral de officieren voor een nieuw op
te stellen leger te winnen. De zogenaam
de „orde" wordt gehandhaafd door
kleine afdelingen Hongaarse politie en
door Russische soldaten, die blijkbaar
het strenge bevel hebben gekregen om
niet. meer van de wapens gebruik te
diaken, tenzij ze worden aangevallen.
Er is echter geen coördinatie tussen
burgerlijke (Hongaarse) en militaire
(Russische) instanties, noch ten aan
tier) van de regeringsverordeningen,
waaraan de Russen zich niet houden.
Doch inzake de voorlichting, want deze
Instanties spreker elkaar voortdurend
tegen en geven tegenovergestelde beve
len.
I De communistische partij ls aan het
bitsterven, ook al heef-t Kadar haar
pieuw leven willen inblazen door haai
de naam te geven van „Socialistische
Partij van de Arbeiders en Boeren":
Terwijl de oude party haar leden ver
liest, geven zich by de nieuwe slechts
Weinig arbeiders op.
In de meeste ministerie wordt nog
steeds niet ernstig gewerkt, o.a. uit
vrees dat de reeds driemaal doorge
voerde politieke zuiveringen opnieuw
zullen beginnen. Vrijwel niemand van
de ambtenaren wil kleur bekennen.
Vooral het ministerie van financiën
staat voor een volslagen debacle, ter
wijl men eigenlijk maatregelen zou
moeten treffen om de dreigende in
flatie op te vangen. De prijzen blij
ven echter nog stabiel, niet omdat de
regering dit voorschrijft, doch omdat
de handel uit zelftucht daartoe heeft
besloten. Hongarije heeft kredieten
nodig, niet alleen financiële, maar ook
in de vorm van vrij beschikbaar ge
stelde grondstoffen. De buitenlandse
handel staat stil.
Jndustrie ligt stil
De openbare werken functioneren,
poor zover water, gas en elektriciteit
poor de huishoudens worden geleverd,
^aar de industrie is hiervan uitgesto
ft. Vijftig procent van de arbeiders
iad icn de afgelopen week het werk her-
jat, maar er werd vrijwel geen produk-
Meve arbeid verricht. Kadèr's verbod
jan de arbeidersraden hebben de situa
tie natuurlijk weer verergerd. Iedere po
litieke strubbeling veroorzaakt namelijk
peuwe stakingen. Zelfs arbeiders uit
pjecho-Slowakije, die naar Hongarije
Ferden gezonden om de staking te bre-
*on. hebben zich bij de stakers aange
goten.
Telefoonverbindingen werden in Boe
dapest en op het platteland grotendeels
hersteld. Hoe het thans is, is onbekend.
Het internationale treinverkeer werd
gedeeltelijk weer opgenomen, zo ook het
verkeer op enkele autobus- en tram
lijnen in Boedapest. Verzending van
postpakketten is echter nog niet moge
lijk. Men wil waarschijnlijk nog een re
geling treffen omtrent de da ai* voor te
betalen invoerbelasting, die vroeger zeer
hoog was. Aangetekende brieven van
en naar het buitenland worden reeds
aangenomen, evenzo telegrammen.
Het onderwijs is gedeeltelijk hervat,
voornamelijk op de lagere scholen, die
de kinderen wel moeten bezoeken, om
dat zij daar een warme maaltijd krijgen.
Het middelbare en universitaire onder
wijs werd nog niet hervat. De studenten
discussieerden voortdurend over poli
tiek, evenzo de kunstenaars en profes
soren, die herhaaldelijk protestbrieven
aan de regering oveiüiandigden inzake
beperking der vrijheid. Opera, schouw
burgen en theaters zijn in Boedapest
nog gesloten; in de provinciesteden
wordt echter hier en daar weer gespeeld.
De voedselvoorziening is op het
ogenblik niet catastrofaal, omdat het
Rode Kruis veel levensmiddelen aan
voert en mede omdat de laatste reser
ves in de opslagplaatsen werden aan
gesproken, ook van levensmiddelen
die voor de Sovjet-Unie waren be
stemd en die nu op de markt worden
geworpen.
Daar deze artikelen Russische etiket
ten dragen, slaat de communistische
propaganda daaruit politieke munt,
maar de bevolking is op de hoogte. Men
verwacht intussen dat er binnen een
paar weken groot voedselgebrek merk
baar zal worden. Daarom heeft het In
ternationale Rode Kruis reserves aan
gelegd, die dan later worden aangespro
ken. De gezondheidstoestand is betrek
kelijk goed. Men beschikt over vol-*
doende geneesmiddelen en er zijn geen
alarmerende berichten over besmette
lijke ziektes.
V er trouw en
in Westen bleef!
Ondanks de grote teleurstelling over
het trage en inefficiënte optreden van
de Verenigde Naties ten gunste van
Hongarije, heeft, het volk zijn vertrou
wen in de UNO en in het Westen niet
verloren. Na de onbeschofte behande
ling van Hammarskjöld is dit vertrou
wen zelfs groter geworden, vooral ook
door het voelbaar sterker worden van de
hulpacties uit het Westen, waarmee men
dan die uit het Oosten vergelijkt- Of
schoon er ook hulp in de vorm van le
vensmiddelen uit Tsjecho-Slowakije,
Joegoslavië en Polen, en misschien ook
uit de Sovjet-Unie is gekomen, weet men
in Hongarije dat deze hulp zeer beperkt
van omvang is en vervolgens dat dit
alles propagandistisch wordt uitgespeeld.
Men heeft in geen enkele communistisch
land vertrouwen, zodat praktisch geen
enkele Hongaar de wijk naar het zoge
naamde „bevriende buitenland" neemt.
De regering beschouwt op haar beurt de
hulpacties uit het Westen ook als be
doelde propaganda. Zij saboteert deze zo
noodzakelijke hulp wel niet, maar geeft
er geen al te grote ruchtbaarheid aan.
Het meest ducht zij echter het ver
schijnen van een delegatie der Ver
enigde Naties, omdat de bevolking dan
de gelegenheid zou waarnemen om
tegen Kadar te demonstreren en haar
eigenlijke bedoelingen kenbaar te
maken.
Triest einde van een sehone droom "1
Beoogde bevordering van goede culturele
relaties tassen Nederland en Indonesië
De Stichting voor Culturele Samenwerking heeft dezer dagen in het Sti-
cusa-gebouw aan de Djalan Gadjan Mada te Djakarta de laatste uitvoering
gegeven. De liquidatie van de in 1948 gevormde Stichting zal'op 1 januari van
het volgend jaar zijn voltooid.
In de loop van de jaren had Sticusa zich moeizaam, o.m. geremd door de
ook op haar inwerkende gestadig slechter wordende betrekkingen tussen Ne
derland cn Indonesië, een eigen plaats weten te veroveren in de samenleving in
Indonesië. Sticusa was een klank geworden met een heel eigen toon, die ge
dachten opriep aan openhartige en diepgaande discussies tussen burgers van
beide landen, die elkaar in het zaaltje van Sticusa in het persoonlijke vlak
vonden en aan een reeks van manifestaties op velerlei gebied van kunst en
cultuur.
„Dom en kortzichtig"
De adviseur van Sticusa, prof. dr. R.
F. Beerling, deelde de correspondent van
het ANP te Djakarta mede dat het
nieuwe Nederlandse Instituut voor In
ternationale Culturele Betrekkingen een
deel van de Sticusa-activiteiten in In
donesië zal overnemen: de subsidiëring
van de ongeveer 5.000 boeken omvatten
de Nederlandse bibliotheek, en van de
Volksuniversiteit te Bandoeng, die min
of meer een filiaal was van Sticusa.
De Nederlandse diplomatieke verte
genwoordiging zal de lectuurverspreiding
van de Stichting overnemen, alsmede de
verstrekking van beurzen aan jonge In
donesiërs. De bond van kunstkringen
krijgt de uitgebreide discotheek en "de
filmappartuur in beheer.
De buitenlandse belletrie, die deel uit
maakte van de Sticusa-bibliotheek, is
aan de Women's International Club ten
geschenke gegeven en de kinderbiblio
theek gaat naar de Vereniging van Huis
vrouwen. De kostbare schilderyenverza-
meling tenslotte zal worden gerepatri
eerd.
Beroep
„De liquidatie van Sticusa in Indone
sië is het trieste einde van een schone
droom", aldus verklaarde de heer
Beerling. De schone droom was in de
statuten van de Stichting, voor wat In
donesië betreft als volgt omschreven:
het doel van de Stichting is met een
beroep op het culturele vermogen van
het geheie Nederlandse volk het na
streven van goede culturele betrekkin
gen tussen Nederland en Indonesië.
Hij zei, dat de Indonesische regering
de Stiohting steeds met lofwaardige to
lerantie heeft bejegend. Vele prominente
figuren uit het openbare leven behoor
den tot de vaste kern van „vrienden van
Sticusa". De maandprogramma's van de
Stichting vormden een voor Indonesië
(Ingez. Med.-Adv.)
...toch maar liever
Een gulden genieting voor 80 cent
Overheidsdiensten
24 en 31 december gesloten
De Rijksdiensten en Rijksinstellingen
zullen op de maandagen 24 en 31 de
cember a.s. gesloten zijn. voorzover het
dienstbelang; zich daartegen niet verzet.
In beginsel is besloten dat het personeel
deze vrije dagen zal inhalen.
Aan de gemeente- en provinciale be
sturen is bericht, dat zij ten deze op ge
lijke wijze kunnen handelen.
WAARNEMEND BURGEMEESTER
VAN URK
De Commissaris der Koningin in de
provincie Overijssel heeft de heer L. A.
Verburg, burgemeester van IJsselmui-
den, met ingang van 11 december 1956
belast met de waarneming van het bur
gemeesterschap der gemeente Urk. Zoals
bekend is de burgemeester van Urk dezer
dagen gearresteerd.
unieke en door een omvangrijk publiek
aangegrepen gelegenheid tot oriëntatie
op de Europese cultuur in al haar ver-
schij nin gsvorm en
Dieper inzicht
Door tentoonstellingen, causeriën,
filmvertoningen, concerten, en een uit
gebreide lectuurverspreiding heeft Sti
cusa Nederland en Europa in het nieuwe
Indonesië willen introduceren en door
de uitzending van tientallen artiesten en
intellectuelen getracht, een dieper in
zicht in Europa als cultureel centrum
mogelijk te maken.
De heer Beerling zei, dat door de
liquidatie, zoals zij thans geschiedt,
„vele goede vrienden onder de Indo
nesiërs in de Nederlandse kou komen
te staan" en dat in deze kring het
besluit tot opheffing van de Sticusa
wordt betreurd als een uitvloeisel van
„domme en kortzichtige politiek". Men
kan, zo zei hij, de concrete activiteiten
op het gebied van lectuurverspreiding,
filmvoorstellingen etc. wel overdragen
aan andere instellingen, er gaat op
geestelijk terrein een vacuum ont
staan, waar thans binnen de sfeer van
Sticusa een gesprekseentrum bestond
dat door hen. die zich daarin bewo
gen. „uniek" werd genoemd en dat
nooit beroerd werd door spanningen
tussen Nederland en Indonesië op po
litiek terrein", aldus de heer Beerling.
Voor Canada een vrij belangrijke stijging
(Van onze Haagse redactie)
Tegen het eind van dit jaar zullen rond 32.900 Nederlanders gedurende de
afgelopen twaalf maanden ons land als emigrant verlaten hebben tegen 29.631
in 1955.
Deze stijging is een gevolg van de uitvoering der (31 december a.s. aflopende
Amerikaanse vluchtelingenwet, die voorziet in de extra emigratie naar de V.S.
van 17.000 landgenoten-oorlogsslachtoffers. Vorig jaar vertrok er reeds een
aantal Nederlanders in het kader van deze wet, dit jaar zijn het er circa 9.000.
Laat men deze emigratie, die o.a. aan vele uit Indonesië gerepatrleerden een
kans op een goede toekomst in de V.S. bood, buiten beschouwing, dan blijkt de
belangstelling voor emigratie in 1956 enigzins afgenomen te zijn.
Gisterochtend is een bestelauto
in het Oude Winschoterdiep prov
Groningengeraakt. Alhoewel alle
inzittenden vrij snel uit de auto
konden worden gehaald, zijn er
drie personen om het leven geko-
men. Op de foto ziet men het opvis
sen van de verongelukte auto.
Evenals het vorig jaar trok ook in
1956 Australië de meeste Nederlandse
emigranten: 11.000 (13.700 in 1955). De
emigratie naar andere landen levert het
volgende beeld op: Canada 9000 (in
1955 6600» Unie van Zuid-Afirka 1800
(2800). Niéuw Zeeland 1400 (1260). V.S.
van Amerika 9000 (4000). Rhodesia 400
(400) en Brazilië 300 (400).
Dat de belangstelling voor Australië
dit jaar geringer was dan'in 1955 moet
o.m. worden toegeschreven aan de be
richten aan het begin van dit jaar, dat
met name in West-Australië zich ver
schijnselen van werkloosheid voorde
den.
Ofschoon deze berichten op zichzelf
niet onjuist waren, werkten zij toch de
verkeerde voorstelling, dat in geheel het
vijfde werelddeel de arbeidsmarkt over
voerd was. terwijl de werkloosheid in
feite tot de staat West-Australië be
perkt was.
Zoals uit de cijfers blijkt geeft de
emigratie naar Canada een vrij grote
stijging te zien. De emigratie-aantal
len van vorige jaren, die telkenmale
de tienduizend belangrijk overtroffen,
zijn evenwel nog lang niet opnieuw
bereikt. Slechts langzaam voltrekt zich
het herstel van de emigratie naar
Canada na de terugslag, die enkele
jaren geleden werd veroorzaakt door
de economische recessie in dat land
en de structurele werkloosheid. Nu
wederom een periode van grote wel
vaart en expansie is ingetreden, voelen
vele adspirant-emigranten zich, even
als in vroegere jaren, sterk tot Canada
aangetrokken.
Zuid-Afrika is dit jaar aanzienlijk
minder in trek. Het land neemt in te
genstelling met Australië en Canada
bijvoorbeeld, slechts geschoolde werk
krachten op en daarvan is het aanbod
veel geringer dan van ongeschoolde
arbeiders. De relatief geringe omvang
van emigratie naar Nieuw Zeeland houdt
Onderwijzersbehoefte in 1955
Het Centraal Bureau voor de Statis
tiek heeft cijfers bekend gemaakt waar
uit blijkt, dat in 1955 bij het Lager On
derwijs (v)glo, ulo en blo) 5.093 onder
wijzers d.i. 10.3 To van de totale bezet
ting per 16 januari 1955. nodig waren
(1954: 5.353, 11.3 der bezetting).
De behoefte, ontstaan door vervan
ging van vertrokken of overleden onder-
wiizers (vervangingsbehoefte) bedroeg
3.022 of 6.1 7 (1954: 2.832 of 6 We
gens uitbreiding van het lager onderwijs
waren 2071 onderwijzers of 4.2 (1954:
2521 of 5.3 nodig.
In de totale behoefte kon door aan
stelling van 4903 onderwijzers voor 96.3
procent worden voorzien.
Van degenen, die het. lager onderwijs
verlieten, was 39 (1954: 34 jonger
dan 30 jaar en 12 (1954: 12 7n) 65
jaar of ouder.
De in 1955 aangestelde onderwijzers
waren voor 61 rb (1954: 69 jonger
dan 25 jaar, terwijl 576 gehuwde vrou
wen (20 van alle aangestelde onder
wijzeressen) naar het onderwijs terug
keerden (1954: 413 of 15
nauw verband met de door dit land ge
volgde emigratie-politiek: stringente
eisen ten aanzien van emplooi en huis
vesting maken in de praktijk het ver
trek van gehuwden naar Nieuw Zeeland
dikwijls onmogelijk.
In het jaar. dat de Amerikaanse
vluchtelingenwet (Refugee Relief Act)
afloopt, is het vertrekcijfer van Neder
landse emigranten naar dat land uiter
aard hoog. Misschien dat de uitvoering
van deze wet nog enkele maanden wordt
verlengd, in welk geval nog enkele dui
zenden van die „refugees" in de loop
van 1957 naar de V.S. zullen kunnen
reizen. Zo niet, dan valt de emigratie
naar dat land met ingang van volgend
jaar weer terug tot het peil van ruim
3000. het normale jaarquotum.
De emigratie naar landen als Rhode
sia en Brazilië, welke kwantitatief ge
ring is, bleef vrij stabiel.
Ofschoon daaromtrent cijfers nog niet
vaststaan, wijzen de tekenen erop, dat
het aantal agrariërs, dat dit jaar is
geëmigreerd, wederom weinig omvang
rijk is. Daarentegen vertoont, het per
centage administratieve werkkrachten,
dat de afgelopen jaren voortdurend
stijgende was, naar alle waarschijnlijk
heid ook dit jaar een opgaande lijn.
In 1954 was deze „dienstensector" met
circa 30 7 in de emigrantenstroom
vertegenoordigd, in 1955 met rond 37%.
BETALING PER GIRO
VAN ABONNEMENTSGELD
Onze kw artaal- en maandabonnees,
die de voorkeur geven aan beta
ling per giro, verzoeken wjj vrien
delijk de overschrijving te verrich
ten vóór de 1ste van de maand,
resp. vóór de eerste dag van leder
kalenderkwartaal.
Alleen dan kunnen zU er zeker van
zijn, dat geen kwitantie wordt aan
geboden.
De abonnementsprijzen zijn:
per maand f 2.35
per kwartaal 17.
Ons gironummer is 57055
DE HEER VAN SANDICK PRESIDENT
NED. HANDEL-MAATSCHAPPIJ.
In de gisteren onder presidium van
de voorzitter van de raad van commis
sarissen, dr. ir. F. Q. den Hollander, ge
houden algemene vergadering van aan
deelhouders van de Nederlandsche Han-
del-Maatsohappij, N. V., ls de president
der maatschappij, de heer C. J. baron
Collot d'Escury. die als zodanig per 1
januari 1957 zal aftreden, tot commis
saris gekozen. In diens plaats werd tot
president benoemd de heer A. A. van
Sandick. terwijl ter vervanging van de
heer Van Sandick tot directeur werd
benoemd jhr. D. G. de Graeff. agent
der maatschappij te 's-Gravenhage.