SYRIË TRACHT IRAK UIT HET WESTELIJKE KAMP TE TREKKEN Scherpe koersfluctuaties gevolg van de internationale toestand Damascus voert zenuwenoorlog tegen Bagdad Kans op een gewapend conflict echter beperkt Jonge effendi's laten zich door gevoelens meeslepen radio televisie Nieuwe noteringswij ze aandelen Koninklijke Olie y. 95ste jaargang Zaterdag 8 december 1956 Derde blad no. 29007 Samenzwering in het Midden-Oosten (Van onze Reisredacteur) „Wij kunnen de Russen wel baas, we zullen ze gebruiken, maar méér niet", zei de jonge kolonel van de Syrische geheime dienst mij begin van dit jaar. „U spreekt maar van de Syrische regering", zei de Syrische minister mij de volgende dag, „maar er bestaat in feite geen Syrische regering. Althans zij re geert niet, zij drijft maar wat voort op een wilde stroom van publieke emoties en kan ten hoogste proberen die stroom wat te kanaliseren. Maar wat wilt U, men staakt hier, en steekt tramwagens in brand, niet uit protest tegen de regering, maar om haar aan te moedigen verder op de wilde weg voort te gaan". Die twee uitlatingen, tekenend voor wat men in de kanselarijen van Damascus „la folie syrienne" (de Syrische verdwazing) pleegt te noemen, zijn twee van de sleutels voor wat ook het Syrische raadsel zou kunnen heten. Het is inmiddels wél een explosief soort puzzel, vooral nu alle verborgen tegenstrijdige krachten in het Midden-Oosten door de recente oorlogshandelingen in beweging zijn ge komen. En het is extra irriterend, dat, juist nu er weer enig daglicht in het Egyptische duister begint te gloren, de wereld opnieuw opgeschrikt moet worden door telegrammen over Russische wapenleveranties aan Damascus. Turks-Iraakse komplotten en vreemde mystificaties over Brits-Frans-Iraëlische aanvals plannen jegens Syrië. V/at is er waar van deze' berichten en geruchten, wat dreigt hier te ge beuren? Welnu, onder het voorbe houd, dat iedereen, die zich vandaag de-dag aan een voorspelling over het Midden-Oosten waagt, de kwade kans loopt morgen „voor aap te staan", geloof ik dat men van de dreigende geruchten zonder bezioaar de helft kan aftrekken en dat de kans op een gewapend conflict be perkt is. Het is niet de eerste keer, dat het oude conflict tussen Syrië en Irak (plus Turkije) oplaait, al is het thans scherper gesteld door de onzalige bemoeienissen van de Sov jet-Unie, die, nu Egypte door de jongste campagnes geneutraliseerd is, onmiddellijk 'n tweede vaste voet in het Midden-Oosten wilde krijgen. En geen Arabisch land is daarvoor beter geschikt dan Syrië, onregeer baar, onbezonnen, vol rancunes te gen het Westen en tegen fortuinlij ker buren als Irak en Saoedi-Arabië alsmede tegen Egypte, dat de hege monie over de Arabische landen op eiste. Trek van geruchten gerust de helft af! De Syriërs, en vooral de „jonge effendi's", ontevreden jonge officieren en intel lectuelen, die thans onder leiding van kolonel Sarraj de regering naar hun pijpen laten dansen, zien een kans om Syrië nu op het eerste plan te bren gen, dat deze „bakermat van de Is lam" huns inziens waardig is. en hebben daartoe het Kremlin te hulp geroepen. Met een door zelfoverschatting inge geven enorme onvoorzichtigheid. Deze „jonge effendi's" zijn géén communis ten. worden ten hoogste aangetrokken door de perverse attractie van een kleine flirt met Moskou, maar zijn er zonder uitzondering van overtuigd, dat zij de Russen wel te slim af zullen zijn!! En kameraad Bagdash, leider van de nau welijks bestaande Syrische communisti sche partij, fluistert hun dat nog eens glimlachend in het oor! Slimme vos in Bagdad Ondanks de vaste overtuiging van de effendi's zullen de Russen er natuurlijk wèl in slagen vaste voet in Syrië te krijgen. Dat verontrust begrijpelijker wijs Turkije, dat nimmer met de Syriërs op goede voet heeft gestaan, alsmede Irak, dat nog steeds door vele banden met het Westen is verbonden. Tussen Syrië en Irak heeft het evenmin goed geboterd. De Syriërs vrezen nog steeds, dat Iraks premier, Noeri es Said, zijn droom van de „vruchtbare halve maan" zal verwezenlijken, hetgeen het inlijven van Jordanië en Syrië in een groot ko ninkrijk onder de Hasjcmitische dy nastie zou betekenen, een plan dat om zijn economische attracties ook in Noord-Syrië aanhangers heeft. Het heeft overigens niet veel zin zich in de histo rische, economische en religeus-dynas- ticke achtergronden van dit plan te ver diepen, want al heeft Noeri es Said misschien de verleiding van het gun stige moment gevoeld, deze slimme vos uit Bagdads serail is een te voorzichtig politicus om vogelnestjes uit te halen op een moment, dat de aandacht van de V. N. en van de grote mogendheden op het Midden-Oosten is geconcentreerd. Irak zwaar gedupeerd Zo zeer als Turkije, dat sleohts een smalle strook van zijn grondgebied tus sen de Sovjet-Unie en Syrië priempt. nu reden tot bezorgdheid heeft, zo heeft Irak dat ook. Reden tot woede boven dien. want de Syrische sabotage-com mando's. die op kolonel Sarrajs bevel de pijpleidingen van de Iraq Petroleum Company de lucht inbliezen, sneden daarmee de voornaamste ader van Iraks economie door, Irak leeft van olie- royalties en financiert er zijn groot scheepse ontwikkelingsplannen mee. Wat beogen de Syriërs thans met hun wilde campagne van protesten, noodkreten over Iraaks verraad, jammerklachten bij de V.N. en de latente dreiging van de Russische steun? Het lijkt vrij duidelijk: de val van Noeri es Said, de laatste pro- Westelijke Arabische leider en de i ommekeer van diens droom: de tot standkoming van de „vruchtbare halve maan", maar dan onder Syri sche leiding, Syrië meeprofiterend van de Iraakse olierijkdom, Syrië misschien als machtigste lid van het opkomend Arabisch blok. Dat zij tot verwezenlijking van die droom gewéld zullen gebruiken, lijkt echter onwaarschijnlijk. Het Syri sche leger is weinig waard, de Rus sische wapens zouden door Russische vrijwilligers moeten worden bediend en dat tegen een lid van het Bag- dad-pact zou zeer wel aanleiding tot een wereldoorlog kunnen zijn. En men moet nog steeds aapnemen dat dit niet de Russische bedoeling kan zijn. Persoonlijk overwicht Damascus en Moskou voeren nu dus een klassieke zenuwen-oorlog tegen Iraks regiem, met het doel van binnen uit de Iraakse regering ten val te bren gen en Irak uit het Westelijk kamp te trekken. Zal dat lukken? Noeri es Said, dc „eeuwige premier" heeft vijanden in zijn eigen land en ook Irak heeft zijn effendi's. Maar de oude pasja is het type van een verstandige, sterke man, die boven dien een enorm persoonlijk over wicht heeft. Hij is nochtans oud en ziekelijk en zijn persoon alleen zal Irak tenslotte niet in het Westelijk kamp kunnen houden. Eén ding zou dat wel kunnen: het feit, dat Irak economisch aam het Wes ten verklonken zit, het kan zijn olie alleen aan het Westen kwijt, het is er voor zijn ontwikkelingsplannen, die Irak binnen tien jaar tot het welvarendste land van het Midden-Oosten kunnen maken, geheel op aangewezen. De grote vraag is nu of Irak wer kelijk die reële kans om aan boord van de twintigste eeuw te stappen, om van een door overstromingen, ziekte en ar moe geplaagd land een moderne staat met redelijke welvaart te maken, weg zal gooien om mee te varen op de wilde stroom van Arabische emoties, die nu door het Midden-Oosten golft. Voor een Westerling zou de keuze ge makkelijk zijn, voor de man-in-de-straat van Bagdad is zij dat niet. Die nieuwe wereld is hem vreemd: religie, tradities en gewoonten binden hem aan de oude. waarvan hij nu door zijn mede-Arabieren in andere landen geïsoleerd dreigt te raken. Zo gaat Noeri es Said de moeilijkste periode van zijn lange carrière tege moet. Het is zeer wel mogelijk, dat slechts krachtige politieke Amerikaanse steun hem erdoor zal kunnen loodsen. Op zün Britse partner van het Verdrag van Bagdad, kan hij niet meer steunen, want die steun zou nu uiteraard zwaar besmet zijn. Maar het Amerikaanse prestige is bij de Arabieren ten zeerste gestegen. Enige duidelijke Amerikaanse waarschuwingen in Damascus en Mos kou zouden wonderen kunnen doen, wanneer men althans niet nóg een Ara bisch land wil zien afglijden. (Ingez. Med.-Adv.) voor hen die meer eisen Gisteren vond bij het Nationaal Monument op de Dam de jaarlijkse herdenking plaats van de gevalle nen van de 7 december divisie. De kranslegging door generaal b.d. E. Engtes van het voormalige KNIL (links), generaal-majoor b.d. H. j. W. Diirst Britt. oud-commandant van de divisie (achter), die geassis teerd worden door korporaal Kroon (rechts). (Van onze financiële medewerker) Sinds de crisis rondom het Suezkanaal hebben de effectenbeurzen op donderdag 29 november j.l. hun zwartste dag beleefd, nadat zij weken achtereen flink weer stand hadden geboden aan de invloed van telkens nieuwe alarmerende berichten over de ontwikkeling van de toestand in het Midden-Oosten. New York viel met het indexcijfer voor Industriële aandelen tot ca. 466 terug bij een hoogste punt voor dit jaar van 521, in Amsterdam daalde het algemeen indexcijfer voor de aandelen donderdag 29 november van 186.14 tot 179.17 bij een hoogste stand voor 1956 van 238.17. Welke koersverliezen er de laatste tijd zijn geleden wordt dui delijk als we de notering van enkele leidende fondsen op de „smijtdag" van de vorige week tegen het hoogste punt van 1955/'56 plaatsen. Hoogste 1955/56 Koninklijke Philips Unilever AKU Van Berkel Hoogovens Van Gelder Nederl. Ford Nederl. Kabel Holl.-Amerika Lijn 256 Ned. Scheepvrt.unie 207 Muller Co. 360 Billiton II 407 400 446 378 223 375 320 550 364 671 216 307 196 168 285 192 311 286 180 160 280 206 29 nov. 1956 - 211 - 184 - 139 - 182 - 55 - 90 - 128 - 239 - 78 - 76 - 47 - 80 - 201 Het is duidelijk dat deze scherpe koersdaling, althans die van 29 novem ber, met depositie en de vooruitzichten van de betrokken ondernemingen nieis te maken had, maai- dat zij aan een soort angstpsychose moet worden toe geschreven, welke bij sommige fondsen houders tot overhaaste en onberede neerde verkooporders leidde, waartegen over nauwelijks nieuwe kopers stonden, zodat een vacuum ontstond, dat voor de verkopers noodlottig werd. De internationale toestand was op die bewuste donderdag niet eens zoveel slechter dan tevoren en het is dan ook geen wonder dat reeds de volgende dag een krachtig herstel intrad, waarbij New-York en Amsterdam samen gingen en het initiatief zelfs van Amsterdam uitging. Terwijl wij dit schrijven is het indexcijfer voor Industriële aandelen te New York reeds weer tot boven 481 ge stegen, het algemeen indexcijfer te Am sterdam tot 196. 16 en voor de hierboven genoemde fondsen is een koersherstel van 15 tot 80 punten ingetreden. Ook ditmaal gingen aandelen Ko ninklijke, zowel in de koersdaling als in het herstel aan de kop. In enkele dagen tijds is de koers van deze aan delen van 671 tot ca. 750% gestegen, waaruit blijkt dat er van enig verband met de gang van zaken in het bedrijf geen sprake is. z Deze koers van 750% is echter op de Amsterdamse beurs niet meer ais zo danig tot stand gekomen. Want aande len Koninklijke worden overeenkomstig een besluit van het bestuur en van de Vereen, voor den Effectenhandel van maandag 3 december af niet meer ïr. procenten van de nominale waarde ge noteerd. Tot dusver heeft men ten onzent steeds aan deze wijze van noteren vast gehouden. De wet schrijft voor dat aan delen van een naamloze vennootschap een nominale waarde moeten hebben, zodat hier stukken worden verhandeld van f.1000, f.500, f.100 en f.50, terwijl men zich in de V.S. steeds meer van die nominale waarde heeft losgemaakt en de aandelen noteert met de dollar," welke men er voor betaalt. Men noemt dit een notering in eensgevend geld. Een aan deel Koninklijke, dat in Amsterdam 750% noteert, is voor een stuk van f. 1000 een bedrag van f. 7500 waard en de no tering in eensgevend geld zou dus f. 7500 moeten zijn. Omdat dergelijke stukken sleohts door een gering aantal beleggers kunnen worden gekocht, is men in de V.S. tot splitsing van de aan delen overgegaan. Voor een oud aandeel gaf of geeft men twee of meer stukken, waardoor dus de prijs van een aandeel dienovereenkomstig daalt. Toen de Ko ninklijke haar aandelen op de Newyork- se beurs introduceerde, heeft zij daar voor stukken van f. 50 nominaal aange maakt, gelijk staande met ruim 13 en wanneer men te Amsterdam voor aan delen Koninklijke zeg 750% noteert, mocht men voor de aandelen van f. 50 in New York dus omstreeks 99 betalen De Koninklijke heeft nu, teneinde aan haar aandelen een zo groot mogelijke spreiding te geven, de grootte van haar stukken (de coupures) op f.20 nominaal gesteld en deze worden nu van 3 decem ber j.l. af niet meer in procenten van deze f. 20, maar in eensgevend geld ge noteerd, zodat de vroegere notering van 750% is vervangen door een notering van f.150 (750% van f.20). Om van dè notering in eensgevend geld tot de vroe gere notering in procenten te komen, moet de koers van 150 dus met vijf wor den vermenigvuldigd. Elke gulden, welke voor een aandeel Koninklijke thans meer of minder wordt betaald, betekent dus een verschil van 5% voor de oude notering. Het ligt in de bedoeling dat na ver loop van tijd ook in New York niet meer stukken van f. 50, maar van f. 20 zullen worden genoteerd. De aandelen zullen daar dus worden gesulitst in de verhou ding van I 2%. Zolang de stukken ir. de V.S. nog f. 50 groot zijn, stond tot dusver elke stijging of daling van de koers met I gelijk met ca. 7.6% te Am sterdam voor de hier genoteerde aan delen I f. 3.80 7.6% van f.50 er. dus ook voor de stukken van f.1000). Dit is nu anders geworden Als de aan delen Koninklijke in New York (nog groot f.50) I stijgen of dalen, dat is dus met f. 3 80 per stuk, wil dat zeggen dat een stuk van f.20 met f. 1.52 (f. 3.80 2%) mag stijgen of dalen. Worden straks ook in New York stukken van f. 20 verhandeld, dan betekent elke dol lar verschil in New York voor de hier verhandelde stukken van f.20 een ver schil van f. 3.80 en om dan tot de vroe gere notering in procenten te komen, zal men dit bedrag met 50 moeten ver menigvuldigen (f.190), zodat een koers verschil van I in New York gelijk zal staan met een koersverschil van 19% voor de oude stukken. Nu de stukken in New York nog f. 50 groot zijn, staat elk verschil van I in New York nog gelijk met f3.80 per stuk van f. 50, of met 7.6% voor de oude notering te Amster dam en met f. 1.52 voor de nieuwe no tering. Er worden thans in Amsterdam drie noteringen gemaakt, één voor stukjes van f. 20, één voor combinaties van 5 stukjes en één voor combinaties van 50 stukjes, welke laatste gelijk staan met de oude stukken van f1000. Het- spreekt vanzelf dat men aan deze nieuwe noteringswijze nog wat moet wennen en het moet worden afgewacht of het doel er van, namelijk een grotere belangstelling voor aandelen Koninklijke bij de kleine belegger, zal worden be reikt. Er is een streven om voor alle aan delen aan de Amsterdamse de note ring op den duur in eensgevend geld te doen geschieden. De schijn dat een hoog percentage voor een dividend grote inkomsten voor de belegger be tekent, wordt daardoor vermeden. Een dividend van 20% voor een aandeel lijkt hoog, maar als dit aandeel van f. 1000 750% noteert en dus f. 7500 kost, betekent dit een rendement van minder dan 2.7%. Keert de Konink lijke straks weer 20% dividend uit, dan wordt het dividend voor de stukken van f. 20 met f. 4 per stuk aangekon digd en de indruk dat aan de aandeel houder hoge dividenden worden be taald, wordt dan minder gauw gewekt. Het thans door de Koninklijke aan gekondigde interim-dividend is reeds op de nieuwe coupures afgestemd. Het bedraagt f. 1,50 per aandeel van f.20, hetgeen dus overeenkomt met f. 75 per aandeel van f.1000, ofwel 7Vb%. zijnde l'j% meer dan het vorig jaar als in terim werd betaald. Conclusies voor de totale uitkering over 1956 mogen hier uit volgens het communiqué niet wor den getrokken. Maar aandeelhouders zullen het echter belangrijk achten, dat de netto-wist van de Koninklijke Shell over de eerste 9 maanden van het lopende jaar 132.208 pond heeft bedragen, tegen 113.459 pond in die periode can 1955, zijnde een vooruit gang van ca. 17%. De Koninklijke par ticipeert hierin, als bekend, voor 60%. Wat het koersverloop op de Amster damse beurs van deze week betreft, krijgt men de indruk dat de internatio nale toestand allengs minder dreigend wordt geacht en men langzamerhand weer meer aandacht zal kunnen schen ken aan de economische en financiële factoren, welke doorgaans op het koers verloop van invloed zqn.. Nieuwe ge zichtspunten zijn er vooralsnog niet. Voorlopic blijft de kapïtaalnood primair en moet worden afgewacht of de dooi de SER-commissie voorgestelde inves- terings- en consumptiebeperkingen an nex de verhoging van de directe en in directe belastingen, die kapitaal nood in enigszins betekenende omvang zal doen afnemen. VRAGEN IN TWEEDE KAMER Maximum-snelheid inplaats van een rijverbod op zondag (Van onze parlementaire redacteur) In de Tweede Kamer heeft gisteren de beer Cornelissen (VVD) gevraagd of het mogelijk is het benzineverbruik voldoende te beperken door in plaats van een rijverbod op zondag de maximum-snelheid te beperken tot 70 kilometer per uur, omdat bij hogere snelheden het benzineverbruik sterk toeneemt. Naar verluidt is in België een dergelijke maatregel in overweging en in hei Benelux-verband zou de heer Cornelissen het vreemd vinden als de beperking van het ben zineverbruik op verschillende wijze werd nagestreefd. In ieder geval drong hij er op aan het rijverbod voor auto's op zondag niet langer te handhaven dan hoog nodig is want tal van middenstandsbedrijven lijden er schade door. Voorts pleitte hij voor pleisterplaatsen langs de autowe gen, die hij bij voorkeur in exploitatie wil geven van mensen die door om legging van wegen geen verkeer meer langs hun zaken zien komen. Evenals de heer Verkerk (AR) vroeg de heer Krol (CHU) aan de vervoers bedrijven een bescheiden verhoging van de tarieven toe te staan wegens de ver hoging van de benzineprijzen. Algemeen werd er op aangedrongen spoed te ma ken met de maatregelen ter bescher ming van de voetganger in het verkeer. Dinsdag zal minister Algera antwoor den op de diverse opmerkingen die bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat zijn gemaakt. Eduard van Beinum hartelijk gehuldigd Ber.oemd tot Grootofficier in de Huisorde van Oranje Gisteravond is in het Concertge bouw te Amsterdam Eduard van Beinum gehuldigd ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als dirigent van het Concertgebouworkest. Op deze avond werd meegedeeld, dat H.M. de Koningin Eduard van Beinum heeft benoemd tot grootoffi cier in de Huisorde van Oranje. Van Beinum leidde vóór de pauze het orkest en het Amsterdams Toonkunst koor in de uitvoering van Diepenbrocks Te Deum. Als solisten werkten mee Erna Spoorenberg, Nan Merriman, Ernst Haeflinger en Laurens Bogtman. Na de pauze voerden elf sprekers het woord, onder wie de minister van O., K. en W., mr. J. M. L. Th. Cals, de burge meester van Amsterdam, mr. A. J. d'Ailly die de jubilaris een gouden dirigeerstok „aLs hoogste blijk van waardering" aan bood. De dirigent werd een door Mari An- driessen vervaardigd borstbeeld aange boden alsmede een fonds, waaruit jonge musici financiële ondersteuning kunnen ontvangen voor het volgen van een jaar lijkse interpretatie-cursus. Dit Eduard van Beinumfonds is gesticht uit parti culiere bijdragen. Ook werden de jubi lerende dirigent drie nieuwe Nederland se partituren geschonken. O.m. spraken nog de Londense diri gent Sir Edwin Boult, de dirigent Rafaël Kubelik en de pianiste Dame Myra Hess. Eduard van Beinum sprak tenslotte een kort dankwoord. Raad van leraren naar minister Cals De Raad van Leraren van het voorbe reidend hoger en middelbaar onder wijs is gisteren met haar actie om ook voor de leraren, directeuren en recto ren een salarisverhoging te verkrijgen, zoals die gegeven wordt aan hogere ambtenaren vanaf de rang van refe rendaris, opnieuw in de openbaarheid getreden. Gisterochtend heeft de raad op een persconferentie met vertegenwoordigers van landelijke dagbladen een uitvoerig overzicht gegeven van wat genoemd wordt „de lijdensweg van de salarisre geling van de leraren VHMO" en gister middag begaf het college zich naar Den Haag voor een persoonlijke bespreking met de minister van O. K. en W., mr. J. M. L. Th. Cals. dit alles in verband met de komende debatten over de onderwijs begroting in de Tweede Kamer. Bij het onderwijs, aldus de raad tij dens de persconferentie, bestaat nu reeds een ontstellend tekort aan be voegde krachten en de raad verwacht niets minder dan een débacle, „die door deze discriminatie van de lera ren sterk in de hand zal worden ge werkt, waardoor aan ons land in al zijn geledingen onherstelbare schade zal worden toegebracht". Vragen over diplomatieke betrekkingen met Rusland Het Eerste-Kamerlid de heer Regout heeft aan de minister van Buitenland se Zaken de volgende schriftelijke wa gen gesteld: 1. Heeft sedert de verklaring van de minister-president in de Tweede Kamer van 6 november 1.1., dat de vraag om trent een afbreken van de diplomatieke betrekkingen met de Unie van socialis tische Sovjet republieken slechts in het kader der Ver. Naties aan de orde be hoort te komen, deze aangelegenheid, al dan niet op initiatief van de Nederland se regering, een punt van bespreking en overleg in genoemd kader gevormd? 2. Zo ja, kan de minister dan omtrent de uitkomst daarvan enige nadere me dedeling verstrekken? Zo neen. is de mi nister dan bereid ter kennis van de Ka mer te brengen, welke overwegingen voor onze regering hebben gegolden om te dezer zake een afwachtende houding aan te nemen? 3. Kan de houding van schaamteloze agressie tegenover het Hongaarse volk en van miskenning van de daarop be trekking hebbende besluiten der V.N., waarin de USSR volhardt, voor de Ne derlandse regering geen aanleiding vor men om. indien nodig, een eigen ini tiatief te nemen, zoal niet tot het ver breken van haar diplomatieke betrek kingen met de USSR. dan althans tot tijdelijke terugroeping van de ambassa deur uit Moskou? D<lzjl was ewn esJn te. Sïnat nüoIoAi» - waeic Cttoewasüi.-.Qoed.?) Er waren.show'5...van korüjntjzs - - +tó^karicuc(iatjK> dan wctedsm weer ck.atoucmsirene* W— Vtoeki-... (ere eewlijk o k november werd. vui masuc terugbetaald dan Lolcüe nuiitalxen krijgen 2o Asxarminx kfiJöt-fcasfc.. mét kakschool-koor tWwdaq K er tn de. aoa- ÓJurÜA. uKtex Unfuacsi büiS- pcocas15? rr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 9