SYRIË TRACHT IRAK UIT HET
WESTELIJKE KAMP TE TREKKEN
Scherpe koersfluctuaties gevolg
van de internationale toestand
Damascus voert zenuwenoorlog tegen Bagdad
Kans op een gewapend conflict echter beperkt
Jonge effendi's laten zich door
gevoelens meeslepen
radio
televisie
Nieuwe noteringswij ze
aandelen Koninklijke Olie
y.
95ste jaargang
Zaterdag 8 december 1956
Derde blad no. 29007
Samenzwering in het Midden-Oosten
(Van onze Reisredacteur)
„Wij kunnen de Russen wel baas, we zullen ze gebruiken, maar méér
niet", zei de jonge kolonel van de Syrische geheime dienst mij begin van dit jaar.
„U spreekt maar van de Syrische regering", zei de Syrische minister mij de
volgende dag, „maar er bestaat in feite geen Syrische regering. Althans zij re
geert niet, zij drijft maar wat voort op een wilde stroom van publieke emoties
en kan ten hoogste proberen die stroom wat te kanaliseren. Maar wat wilt U,
men staakt hier, en steekt tramwagens in brand, niet uit protest tegen de
regering, maar om haar aan te moedigen verder op de wilde weg voort te gaan".
Die twee uitlatingen, tekenend voor wat men in de kanselarijen van Damascus
„la folie syrienne" (de Syrische verdwazing) pleegt te noemen, zijn twee van de
sleutels voor wat ook het Syrische raadsel zou kunnen heten. Het is inmiddels
wél een explosief soort puzzel, vooral nu alle verborgen tegenstrijdige krachten
in het Midden-Oosten door de recente oorlogshandelingen in beweging zijn ge
komen. En het is extra irriterend, dat, juist nu er weer enig daglicht in het
Egyptische duister begint te gloren, de wereld opnieuw opgeschrikt moet worden
door telegrammen over Russische wapenleveranties aan Damascus. Turks-Iraakse
komplotten en vreemde mystificaties over Brits-Frans-Iraëlische aanvals
plannen jegens Syrië.
V/at is er waar van deze' berichten
en geruchten, wat dreigt hier te ge
beuren? Welnu, onder het voorbe
houd, dat iedereen, die zich vandaag
de-dag aan een voorspelling over het
Midden-Oosten waagt, de kwade
kans loopt morgen „voor aap te
staan", geloof ik dat men van de
dreigende geruchten zonder bezioaar
de helft kan aftrekken en dat de
kans op een gewapend conflict be
perkt is. Het is niet de eerste keer,
dat het oude conflict tussen Syrië
en Irak (plus Turkije) oplaait, al is
het thans scherper gesteld door de
onzalige bemoeienissen van de Sov
jet-Unie, die, nu Egypte door de
jongste campagnes geneutraliseerd
is, onmiddellijk 'n tweede vaste voet
in het Midden-Oosten wilde krijgen.
En geen Arabisch land is daarvoor
beter geschikt dan Syrië, onregeer
baar, onbezonnen, vol rancunes te
gen het Westen en tegen fortuinlij
ker buren als Irak en Saoedi-Arabië
alsmede tegen Egypte, dat de hege
monie over de Arabische landen op
eiste.
Trek van geruchten
gerust de helft af!
De Syriërs, en vooral de „jonge effendi's",
ontevreden jonge officieren en intel
lectuelen, die thans onder leiding van
kolonel Sarraj de regering naar hun
pijpen laten dansen, zien een kans om
Syrië nu op het eerste plan te bren
gen, dat deze „bakermat van de Is
lam" huns inziens waardig is. en hebben
daartoe het Kremlin te hulp geroepen.
Met een door zelfoverschatting inge
geven enorme onvoorzichtigheid. Deze
„jonge effendi's" zijn géén communis
ten. worden ten hoogste aangetrokken
door de perverse attractie van een kleine
flirt met Moskou, maar zijn er zonder
uitzondering van overtuigd, dat zij de
Russen wel te slim af zullen zijn!! En
kameraad Bagdash, leider van de nau
welijks bestaande Syrische communisti
sche partij, fluistert hun dat nog eens
glimlachend in het oor!
Slimme vos in Bagdad
Ondanks de vaste overtuiging van de
effendi's zullen de Russen er natuurlijk
wèl in slagen vaste voet in Syrië te
krijgen. Dat verontrust begrijpelijker
wijs Turkije, dat nimmer met de Syriërs
op goede voet heeft gestaan, alsmede
Irak, dat nog steeds door vele banden
met het Westen is verbonden. Tussen
Syrië en Irak heeft het evenmin goed
geboterd. De Syriërs vrezen nog steeds,
dat Iraks premier, Noeri es Said, zijn
droom van de „vruchtbare halve maan"
zal verwezenlijken, hetgeen het inlijven
van Jordanië en Syrië in een groot ko
ninkrijk onder de Hasjcmitische dy
nastie zou betekenen, een plan dat om
zijn economische attracties ook in
Noord-Syrië aanhangers heeft. Het heeft
overigens niet veel zin zich in de histo
rische, economische en religeus-dynas-
ticke achtergronden van dit plan te ver
diepen, want al heeft Noeri es Said
misschien de verleiding van het gun
stige moment gevoeld, deze slimme vos
uit Bagdads serail is een te voorzichtig
politicus om vogelnestjes uit te halen op
een moment, dat de aandacht van de
V. N. en van de grote mogendheden op
het Midden-Oosten is geconcentreerd.
Irak zwaar gedupeerd
Zo zeer als Turkije, dat sleohts een
smalle strook van zijn grondgebied tus
sen de Sovjet-Unie en Syrië priempt.
nu reden tot bezorgdheid heeft, zo heeft
Irak dat ook. Reden tot woede boven
dien. want de Syrische sabotage-com
mando's. die op kolonel Sarrajs bevel
de pijpleidingen van de Iraq Petroleum
Company de lucht inbliezen, sneden
daarmee de voornaamste ader van Iraks
economie door, Irak leeft van olie-
royalties en financiert er zijn groot
scheepse ontwikkelingsplannen mee.
Wat beogen de Syriërs thans met
hun wilde campagne van protesten,
noodkreten over Iraaks verraad,
jammerklachten bij de V.N. en de
latente dreiging van de Russische
steun? Het lijkt vrij duidelijk: de val
van Noeri es Said, de laatste pro-
Westelijke Arabische leider en de
i ommekeer van diens droom: de tot
standkoming van de „vruchtbare
halve maan", maar dan onder Syri
sche leiding, Syrië meeprofiterend
van de Iraakse olierijkdom, Syrië
misschien als machtigste lid van het
opkomend Arabisch blok.
Dat zij tot verwezenlijking van die
droom gewéld zullen gebruiken, lijkt
echter onwaarschijnlijk. Het Syri
sche leger is weinig waard, de Rus
sische wapens zouden door Russische
vrijwilligers moeten worden bediend
en dat tegen een lid van het Bag-
dad-pact zou zeer wel aanleiding tot
een wereldoorlog kunnen zijn. En
men moet nog steeds aapnemen dat
dit niet de Russische bedoeling kan
zijn.
Persoonlijk overwicht
Damascus en Moskou voeren nu dus
een klassieke zenuwen-oorlog tegen
Iraks regiem, met het doel van binnen
uit de Iraakse regering ten val te bren
gen en Irak uit het Westelijk kamp te
trekken. Zal dat lukken? Noeri es Said,
dc „eeuwige premier" heeft vijanden in
zijn eigen land en ook Irak heeft zijn
effendi's.
Maar de oude pasja is het type van
een verstandige, sterke man, die boven
dien een enorm persoonlijk over
wicht heeft.
Hij is nochtans oud en ziekelijk en zijn
persoon alleen zal Irak tenslotte niet
in het Westelijk kamp kunnen houden.
Eén ding zou dat wel kunnen: het
feit, dat Irak economisch aam het Wes
ten verklonken zit, het kan zijn olie
alleen aan het Westen kwijt, het is er
voor zijn ontwikkelingsplannen, die Irak
binnen tien jaar tot het welvarendste
land van het Midden-Oosten kunnen
maken, geheel op aangewezen.
De grote vraag is nu of Irak wer
kelijk die reële kans om aan boord van
de twintigste eeuw te stappen, om van
een door overstromingen, ziekte en ar
moe geplaagd land een moderne staat
met redelijke welvaart te maken, weg
zal gooien om mee te varen op de wilde
stroom van Arabische emoties, die nu
door het Midden-Oosten golft.
Voor een Westerling zou de keuze ge
makkelijk zijn, voor de man-in-de-straat
van Bagdad is zij dat niet.
Die nieuwe wereld is hem vreemd:
religie, tradities en gewoonten binden
hem aan de oude. waarvan hij nu door
zijn mede-Arabieren in andere landen
geïsoleerd dreigt te raken.
Zo gaat Noeri es Said de moeilijkste
periode van zijn lange carrière tege
moet. Het is zeer wel mogelijk, dat
slechts krachtige politieke Amerikaanse
steun hem erdoor zal kunnen loodsen.
Op zün Britse partner van het Verdrag
van Bagdad, kan hij niet meer steunen,
want die steun zou nu uiteraard zwaar
besmet zijn. Maar het Amerikaanse
prestige is bij de Arabieren ten zeerste
gestegen. Enige duidelijke Amerikaanse
waarschuwingen in Damascus en Mos
kou zouden wonderen kunnen doen,
wanneer men althans niet nóg een Ara
bisch land wil zien afglijden.
(Ingez. Med.-Adv.)
voor hen die meer eisen
Gisteren vond bij het Nationaal
Monument op de Dam de jaarlijkse
herdenking plaats van de gevalle
nen van de 7 december divisie. De
kranslegging door generaal b.d. E.
Engtes van het voormalige KNIL
(links), generaal-majoor b.d. H.
j. W. Diirst Britt. oud-commandant
van de divisie (achter), die geassis
teerd worden door korporaal Kroon
(rechts).
(Van onze financiële medewerker)
Sinds de crisis rondom het Suezkanaal hebben de effectenbeurzen op donderdag
29 november j.l. hun zwartste dag beleefd, nadat zij weken achtereen flink weer
stand hadden geboden aan de invloed van telkens nieuwe alarmerende berichten
over de ontwikkeling van de toestand in het Midden-Oosten. New York viel met
het indexcijfer voor Industriële aandelen tot ca. 466 terug bij een hoogste punt
voor dit jaar van 521, in Amsterdam daalde het algemeen indexcijfer voor de
aandelen donderdag 29 november van 186.14 tot 179.17 bij een hoogste stand voor
1956 van 238.17. Welke koersverliezen er de laatste tijd zijn geleden wordt dui
delijk als we de notering van enkele leidende fondsen op de „smijtdag" van de
vorige week tegen het hoogste punt van 1955/'56 plaatsen.
Hoogste
1955/56
Koninklijke
Philips
Unilever
AKU
Van Berkel
Hoogovens
Van Gelder
Nederl. Ford
Nederl. Kabel
Holl.-Amerika Lijn 256
Ned. Scheepvrt.unie 207
Muller Co. 360
Billiton II 407
400
446
378
223
375
320
550
364
671
216
307
196
168
285
192
311
286
180
160
280
206
29 nov.
1956
- 211
- 184
- 139
- 182
- 55
- 90
- 128
- 239
- 78
- 76
- 47
- 80
- 201
Het is duidelijk dat deze scherpe
koersdaling, althans die van 29 novem
ber, met depositie en de vooruitzichten
van de betrokken ondernemingen nieis
te maken had, maai- dat zij aan een
soort angstpsychose moet worden toe
geschreven, welke bij sommige fondsen
houders tot overhaaste en onberede
neerde verkooporders leidde, waartegen
over nauwelijks nieuwe kopers stonden,
zodat een vacuum ontstond, dat voor de
verkopers noodlottig werd.
De internationale toestand was op die
bewuste donderdag niet eens zoveel
slechter dan tevoren en het is dan ook
geen wonder dat reeds de volgende dag
een krachtig herstel intrad, waarbij
New-York en Amsterdam samen gingen
en het initiatief zelfs van Amsterdam
uitging. Terwijl wij dit schrijven is het
indexcijfer voor Industriële aandelen te
New York reeds weer tot boven 481 ge
stegen, het algemeen indexcijfer te Am
sterdam tot 196. 16 en voor de hierboven
genoemde fondsen is een koersherstel
van 15 tot 80 punten ingetreden.
Ook ditmaal gingen aandelen Ko
ninklijke, zowel in de koersdaling als
in het herstel aan de kop. In enkele
dagen tijds is de koers van deze aan
delen van 671 tot ca. 750% gestegen,
waaruit blijkt dat er van enig verband
met de gang van zaken in het bedrijf
geen sprake is. z
Deze koers van 750% is echter op de
Amsterdamse beurs niet meer ais zo
danig tot stand gekomen. Want aande
len Koninklijke worden overeenkomstig
een besluit van het bestuur en van de
Vereen, voor den Effectenhandel van
maandag 3 december af niet meer ïr.
procenten van de nominale waarde ge
noteerd. Tot dusver heeft men ten onzent
steeds aan deze wijze van noteren vast
gehouden. De wet schrijft voor dat aan
delen van een naamloze vennootschap
een nominale waarde moeten hebben,
zodat hier stukken worden verhandeld
van f.1000, f.500, f.100 en f.50, terwijl
men zich in de V.S. steeds meer van die
nominale waarde heeft losgemaakt en
de aandelen noteert met de dollar," welke
men er voor betaalt. Men noemt dit een
notering in eensgevend geld. Een aan
deel Koninklijke, dat in Amsterdam
750% noteert, is voor een stuk van f. 1000
een bedrag van f. 7500 waard en de no
tering in eensgevend geld zou dus
f. 7500 moeten zijn. Omdat dergelijke
stukken sleohts door een gering aantal
beleggers kunnen worden gekocht, is
men in de V.S. tot splitsing van de aan
delen overgegaan. Voor een oud aandeel
gaf of geeft men twee of meer stukken,
waardoor dus de prijs van een aandeel
dienovereenkomstig daalt. Toen de Ko
ninklijke haar aandelen op de Newyork-
se beurs introduceerde, heeft zij daar
voor stukken van f. 50 nominaal aange
maakt, gelijk staande met ruim 13 en
wanneer men te Amsterdam voor aan
delen Koninklijke zeg 750% noteert,
mocht men voor de aandelen van f. 50
in New York dus omstreeks 99 betalen
De Koninklijke heeft nu, teneinde aan
haar aandelen een zo groot mogelijke
spreiding te geven, de grootte van haar
stukken (de coupures) op f.20 nominaal
gesteld en deze worden nu van 3 decem
ber j.l. af niet meer in procenten van
deze f. 20, maar in eensgevend geld ge
noteerd, zodat de vroegere notering van
750% is vervangen door een notering
van f.150 (750% van f.20). Om van dè
notering in eensgevend geld tot de vroe
gere notering in procenten te komen,
moet de koers van 150 dus met vijf wor
den vermenigvuldigd. Elke gulden, welke
voor een aandeel Koninklijke thans
meer of minder wordt betaald, betekent
dus een verschil van 5% voor de oude
notering.
Het ligt in de bedoeling dat na ver
loop van tijd ook in New York niet meer
stukken van f. 50, maar van f. 20 zullen
worden genoteerd. De aandelen zullen
daar dus worden gesulitst in de verhou
ding van I 2%. Zolang de stukken ir.
de V.S. nog f. 50 groot zijn, stond tot
dusver elke stijging of daling van de
koers met I gelijk met ca. 7.6% te Am
sterdam voor de hier genoteerde aan
delen I f. 3.80 7.6% van f.50 er.
dus ook voor de stukken van f.1000).
Dit is nu anders geworden Als de aan
delen Koninklijke in New York (nog
groot f.50) I stijgen of dalen, dat is
dus met f. 3 80 per stuk, wil dat zeggen
dat een stuk van f.20 met f. 1.52 (f. 3.80
2%) mag stijgen of dalen. Worden
straks ook in New York stukken van
f. 20 verhandeld, dan betekent elke dol
lar verschil in New York voor de hier
verhandelde stukken van f.20 een ver
schil van f. 3.80 en om dan tot de vroe
gere notering in procenten te komen,
zal men dit bedrag met 50 moeten ver
menigvuldigen (f.190), zodat een koers
verschil van I in New York gelijk zal
staan met een koersverschil van 19%
voor de oude stukken. Nu de stukken in
New York nog f. 50 groot zijn, staat elk
verschil van I in New York nog gelijk
met f3.80 per stuk van f. 50, of met
7.6% voor de oude notering te Amster
dam en met f. 1.52 voor de nieuwe no
tering.
Er worden thans in Amsterdam drie
noteringen gemaakt, één voor stukjes
van f. 20, één voor combinaties van
5 stukjes en één voor combinaties van
50 stukjes, welke laatste gelijk staan
met de oude stukken van f1000.
Het- spreekt vanzelf dat men aan deze
nieuwe noteringswijze nog wat moet
wennen en het moet worden afgewacht
of het doel er van, namelijk een grotere
belangstelling voor aandelen Koninklijke
bij de kleine belegger, zal worden be
reikt.
Er is een streven om voor alle aan
delen aan de Amsterdamse de note
ring op den duur in eensgevend geld
te doen geschieden. De schijn dat een
hoog percentage voor een dividend
grote inkomsten voor de belegger be
tekent, wordt daardoor vermeden. Een
dividend van 20% voor een aandeel
lijkt hoog, maar als dit aandeel van
f. 1000 750% noteert en dus f. 7500
kost, betekent dit een rendement van
minder dan 2.7%. Keert de Konink
lijke straks weer 20% dividend uit, dan
wordt het dividend voor de stukken
van f. 20 met f. 4 per stuk aangekon
digd en de indruk dat aan de aandeel
houder hoge dividenden worden be
taald, wordt dan minder gauw gewekt.
Het thans door de Koninklijke aan
gekondigde interim-dividend is reeds
op de nieuwe coupures afgestemd. Het
bedraagt f. 1,50 per aandeel van f.20,
hetgeen dus overeenkomt met f. 75 per
aandeel van f.1000, ofwel 7Vb%. zijnde
l'j% meer dan het vorig jaar als in
terim werd betaald. Conclusies voor de
totale uitkering over 1956 mogen hier
uit volgens het communiqué niet wor
den getrokken. Maar aandeelhouders
zullen het echter belangrijk achten,
dat de netto-wist van de Koninklijke
Shell over de eerste 9 maanden van
het lopende jaar 132.208 pond heeft
bedragen, tegen 113.459 pond in die
periode can 1955, zijnde een vooruit
gang van ca. 17%. De Koninklijke par
ticipeert hierin, als bekend, voor 60%.
Wat het koersverloop op de Amster
damse beurs van deze week betreft,
krijgt men de indruk dat de internatio
nale toestand allengs minder dreigend
wordt geacht en men langzamerhand
weer meer aandacht zal kunnen schen
ken aan de economische en financiële
factoren, welke doorgaans op het koers
verloop van invloed zqn.. Nieuwe ge
zichtspunten zijn er vooralsnog niet.
Voorlopic blijft de kapïtaalnood primair
en moet worden afgewacht of de dooi
de SER-commissie voorgestelde inves-
terings- en consumptiebeperkingen an
nex de verhoging van de directe en in
directe belastingen, die kapitaal nood in
enigszins betekenende omvang zal doen
afnemen.
VRAGEN IN TWEEDE KAMER
Maximum-snelheid
inplaats van een
rijverbod op zondag
(Van onze parlementaire redacteur)
In de Tweede Kamer heeft gisteren
de beer Cornelissen (VVD) gevraagd
of het mogelijk is het benzineverbruik
voldoende te beperken door in plaats
van een rijverbod op zondag de
maximum-snelheid te beperken tot
70 kilometer per uur, omdat bij
hogere snelheden het benzineverbruik
sterk toeneemt. Naar verluidt is in
België een dergelijke maatregel in
overweging en in hei Benelux-verband
zou de heer Cornelissen het vreemd
vinden als de beperking van het ben
zineverbruik op verschillende wijze
werd nagestreefd.
In ieder geval drong hij er op aan
het rijverbod voor auto's op zondag niet
langer te handhaven dan hoog nodig is
want tal van middenstandsbedrijven
lijden er schade door. Voorts pleitte hij
voor pleisterplaatsen langs de autowe
gen, die hij bij voorkeur in exploitatie
wil geven van mensen die door om
legging van wegen geen verkeer meer
langs hun zaken zien komen.
Evenals de heer Verkerk (AR) vroeg
de heer Krol (CHU) aan de vervoers
bedrijven een bescheiden verhoging van
de tarieven toe te staan wegens de ver
hoging van de benzineprijzen. Algemeen
werd er op aangedrongen spoed te ma
ken met de maatregelen ter bescher
ming van de voetganger in het verkeer.
Dinsdag zal minister Algera antwoor
den op de diverse opmerkingen die bij
de behandeling van de begroting van
Verkeer en Waterstaat zijn gemaakt.
Eduard van Beinum
hartelijk gehuldigd
Ber.oemd tot Grootofficier in
de Huisorde van Oranje
Gisteravond is in het Concertge
bouw te Amsterdam Eduard van
Beinum gehuldigd ter gelegenheid van
zijn 25-jarig jubileum als dirigent van
het Concertgebouworkest.
Op deze avond werd meegedeeld,
dat H.M. de Koningin Eduard van
Beinum heeft benoemd tot grootoffi
cier in de Huisorde van Oranje.
Van Beinum leidde vóór de pauze het
orkest en het Amsterdams Toonkunst
koor in de uitvoering van Diepenbrocks
Te Deum. Als solisten werkten mee Erna
Spoorenberg, Nan Merriman, Ernst
Haeflinger en Laurens Bogtman.
Na de pauze voerden elf sprekers het
woord, onder wie de minister van O., K.
en W., mr. J. M. L. Th. Cals, de burge
meester van Amsterdam, mr. A. J. d'Ailly
die de jubilaris een gouden dirigeerstok
„aLs hoogste blijk van waardering" aan
bood.
De dirigent werd een door Mari An-
driessen vervaardigd borstbeeld aange
boden alsmede een fonds, waaruit jonge
musici financiële ondersteuning kunnen
ontvangen voor het volgen van een jaar
lijkse interpretatie-cursus. Dit Eduard
van Beinumfonds is gesticht uit parti
culiere bijdragen. Ook werden de jubi
lerende dirigent drie nieuwe Nederland
se partituren geschonken.
O.m. spraken nog de Londense diri
gent Sir Edwin Boult, de dirigent
Rafaël Kubelik en de pianiste Dame
Myra Hess. Eduard van Beinum sprak
tenslotte een kort dankwoord.
Raad van leraren
naar minister Cals
De Raad van Leraren van het voorbe
reidend hoger en middelbaar onder
wijs is gisteren met haar actie om ook
voor de leraren, directeuren en recto
ren een salarisverhoging te verkrijgen,
zoals die gegeven wordt aan hogere
ambtenaren vanaf de rang van refe
rendaris, opnieuw in de openbaarheid
getreden.
Gisterochtend heeft de raad op een
persconferentie met vertegenwoordigers
van landelijke dagbladen een uitvoerig
overzicht gegeven van wat genoemd
wordt „de lijdensweg van de salarisre
geling van de leraren VHMO" en gister
middag begaf het college zich naar Den
Haag voor een persoonlijke bespreking
met de minister van O. K. en W., mr. J.
M. L. Th. Cals. dit alles in verband met
de komende debatten over de onderwijs
begroting in de Tweede Kamer.
Bij het onderwijs, aldus de raad tij
dens de persconferentie, bestaat nu
reeds een ontstellend tekort aan be
voegde krachten en de raad verwacht
niets minder dan een débacle, „die
door deze discriminatie van de lera
ren sterk in de hand zal worden ge
werkt, waardoor aan ons land in al
zijn geledingen onherstelbare schade
zal worden toegebracht".
Vragen over diplomatieke
betrekkingen met Rusland
Het Eerste-Kamerlid de heer Regout
heeft aan de minister van Buitenland
se Zaken de volgende schriftelijke wa
gen gesteld:
1. Heeft sedert de verklaring van de
minister-president in de Tweede Kamer
van 6 november 1.1., dat de vraag om
trent een afbreken van de diplomatieke
betrekkingen met de Unie van socialis
tische Sovjet republieken slechts in het
kader der Ver. Naties aan de orde be
hoort te komen, deze aangelegenheid, al
dan niet op initiatief van de Nederland
se regering, een punt van bespreking en
overleg in genoemd kader gevormd?
2. Zo ja, kan de minister dan omtrent
de uitkomst daarvan enige nadere me
dedeling verstrekken? Zo neen. is de mi
nister dan bereid ter kennis van de Ka
mer te brengen, welke overwegingen voor
onze regering hebben gegolden om te
dezer zake een afwachtende houding
aan te nemen?
3. Kan de houding van schaamteloze
agressie tegenover het Hongaarse volk
en van miskenning van de daarop be
trekking hebbende besluiten der V.N.,
waarin de USSR volhardt, voor de Ne
derlandse regering geen aanleiding vor
men om. indien nodig, een eigen ini
tiatief te nemen, zoal niet tot het ver
breken van haar diplomatieke betrek
kingen met de USSR. dan althans tot
tijdelijke terugroeping van de ambassa
deur uit Moskou?
D<lzjl was ewn esJn
te. Sïnat nüoIoAi» - waeic
Cttoewasüi.-.Qoed.?)
Er waren.show'5...van
korüjntjzs - -
+tó^karicuc(iatjK>
dan wctedsm weer
ck.atoucmsirene* W—
Vtoeki-... (ere eewlijk
o
k november werd. vui
masuc terugbetaald dan
Lolcüe nuiitalxen krijgen
2o Asxarminx kfiJöt-fcasfc..
mét kakschool-koor
tWwdaq K er tn de. aoa-
ÓJurÜA. uKtex Unfuacsi
büiS- pcocas15? rr.