SAMEN Baiiaangariiaal (ruim 20 cm, lang) doet dienst aan Dollarfront Haaien en zaagvissen gaan meteen overboord Vijfmaal groter vangsten mogelijk WOORD VAN BEZINNING MALLE GEVALLEN Zodra een visser op een over vloed van garnalen stuit, geeft hij zijn minder fortuinlijke collega's een radio-seintje. Na korte tyd is dan de gehele vloot „op de goede plek". En de Australiërs zijn maar al te gaarne bereid om hun vlezige gar nalen te ruilen tegen harde dollars. DE gamalenindustrie is in Bunda- berg in korte tijd „uit zee" op geschoten. Zij geeft heel wat (vrouwelijke) handen werk en brood. Een vlijtige arbeidster kan „in de gar nalen" tot f. 30.daags verdienen. Het seizoen duurt van april tot oktober, zeven maanden dus. Dan is het een en al leven en bedrijf in Australië's „gamalenstad". Ook van elders komen.de vissers dan naar Bun- daberg. Ja. reeds kocht een aantal van elders afkomstige vissers daar een een huis om zich blijvend ter plaatse te vestigen. Wat de garnalen doen tussen oktober en april? Waar zij dan blijven? Ik vroeg het aan een der vis sers. De man keek mij een beetje meewarig aan en zei: „Tja, waar blij ven de garnalen? En waar blijven de Deze Koningsgarnaal of Jumbo-garnalen zijn nog groter dan de Banaangarnaal; ze bereiken een lengte van bijna 30 centimeter (Bijzondere medewerking) Onlangs kwam er in Amerika een schip vol garnalen uit Australië aan. Het was een zichtzending. Het ging er om, de Ameri kanen te laten proeven, hoe goed de kwaliteit is der nabij Bundaberg (in Queensland) voor de kust op enige tijd geleden ontdekte „gama- lengronden" gevangen geleedpotige lekkernij. Langs de kust tussen de Hervey Baai in Queensland en Greenwell Point in Nieuw-Zuid- Wales liggen namelijk uiterst „vruchtbare gamalenakkers", die jaar lijks ongeveer drie miljoen kilogram garnalen opleveren. De laatste jaren is aan deze, „oogst" grote bekendheid gegeven. Het resultaat was, dat vertegenwoordigers van grote Europese en vooral van Ame rikaanse handelsfirma's ter plaatse een kijkje kwamen nemen. Zij kregen een uitstekende indruk, zodat Australië in de komende tijden een grote garnalen-exporteur zal worden en daardoor heel wat dollars zal verdienen. Ja, men zegt reeds, dat er nabij Bundaberg een onuitputtelijke dollarbron in de zee is. Tot dusver kwamen de meeste garnalen, die de Amerikanen (zo graag) verorberen, uit de Golf van Mexico. Het ziet er naar uit, dat de Australische garnaal de ,Slag om Amerika' van zijn Mexicaanse neefjes zal winnen. HET brandpunt van de zich snel ontplooiende Queenslandse gar- nalenindustrie is in de zowat 320 km ten noorden van Brisbane aan de monding der Bumett-rivler gelegen plaats Bundaberg. Bundaberg heeft C reeds bekendheid door de suikerraffi naderijen en rumstokerijen, die er zijn. De laatste twee jaar zijn de vis sers. die Bundaberg's ongeveer tachtig schepen tellende gamalenvloot be mannen. een even normaal verschijn sel in het stadsbeeld als de rietsnijders die in de oogsttijd komen om het suikerriet op de nabije plantages te snijden. Een kort gesprek met zo'n garnalenvisser is reeds voldoende om te ervaren, dat er enige maatschap pijen zijn. die zich op de exploitatie der gamalenakkers toeleggen en dat zij onderling wedijveren om de gar- nalenrace te winnen door betere vis- methoden en betere garnaalverwerking uit te denken. Voor exportdoeleinden wijzigde men zelfs reeds de soortnaam der garnalen banaangarnaal in „Australische Witte Garnaal", omdat men van oordeel is, dat de met dollars betalende Amerikanen liever een „Australische Witte" dan een „banaan, garnaal" zullen eten. Niet alleen het oog en de tong van de koper zijn be langrijk (zegt men), ook zijn oor wil gestreeld worden. Zo'n „banaangamaal" is heel wat forcer dan de soort, die onze Hol landse vissers vangen. Hij is onge veer 20 centimeter lang en 2% een- timeter dik. Een hele knaap dus! De Amerikanen vinden hem vleziger en smakelijker dan andere Australische soorten, ja, zelfs appetij tel ijker dan de garnalen uit de Golf van Mexico, LAAT Iemand gerust God als hoogste hulp beschou wen, maar je medemen sen zijn er toch ook nog". Dit was, in een gesprek, de reactie op een persoonlijk en welgemeend getuigenis: „men sen hebben mij steeds teleurge steld, God is mijn enige steun gebleven". Onomwonden heb ik de man. die tegen deze op zichzelf vol komen betrouwbare uitlating protesteerde, gelijk gegeven. Mensen zijn nu eenmaal op elkaar aangewezen. Samen leven wij in een be trekkelijk kleine wereld. En juist wanneer God onze hoogste helper is, zullen medemensen onze interesse hebben. De man, die protesteerde, had zelf allesbehalve een gemakke lijk leven. Maar hij spande zich ln, ondanks herhaalde teleur stellingen, om het contact, de samenwerking en het samen leven met zijn naaste omgeving nog zo goed mogelijk te hand haven. Van dat „samen" geeft ook de film „Het trottoir" een in drukwekkend beeld. Ook daar ontbreekt het tegen deel niet. Het gezin van een rijke fabrieksdirecteur mist iedere saamhorigheid. Een aantal een zame mensen in een luxueus ingericht huis. vliegen in de winter? Ik weet het niet!" DE VANGST HET werk van zo'n garnalenvisser is even zwaar als dat van een dwangarbeider op het Duivels eiland. Een paar dagen mee ter vangst leerden mij, welke risico's hij moet nemen, hoe lang zijn arbeidsdag is en hoe zwaar zijn werk aleer hij de op de zeebodem geoogste garnalen aan land heeft gebracht. De vaartuigen lopen wat model en afmetingen betreft sterk uiteen. Som mige hebben f. 15.000 gekost, andere f. 80.000. Er zijn er bij, die iets weg hebben van de Arke Noachs. maar daarnaast ziet men op plezierboten lij kende schepen. De bemanning per boot bestaat uit twee, drie of vier man. In Bundaberg nemen zij levensmidde- den, brandstof en vooral ijs (ongeveer een ton per boot) in. Daarna vertrek ken zij naar zee, soms voor vier dagen achtereen. Een aantal van die garnalenboten is uitgerust met radio-zend- en ontvangst installaties, zodat zij voortdurend met elkaar en met de wal in contact kun nen zijn. Dank zij de radio kunnen zij het element „geluk" een heel eind uit schakelen. Stuit een der vissers name lijk op een overvloed garnalen, dan geeft hij de andere schepen een radio Eenzaamheid vind je ook in de groezelige achterbuurt, waar een dochter van de fabrikant zich afslooft om mensen „uit de goot" te halen. Het lijkt on begonnen werk. In de buurtkroeg geldt ook de keiharde regel: ieder zorgt voor zichzelf. Medemensen misbrui ken desnoods andere medemen sen om hun hartstochten en hun geldzucht te bevredigen. Een „samen" dat je alle ver trouwen in mensen zou doen verliezen. De fabrikantsdochter is ver loofd met een jonge dokter. Veel steun geven zij elkaar niet. Zij gaat „op" in haar werk en hij wacht met bewonderenswaardig geduld of eindelijk zijn liefde tal worden beantwoord. Geen „samen". Tot de laatste zeer gespannen, echt menselijke episoden van de film een wending aan het verhaal geven waardoor wél mensen onafscheidelijk bij el kaar worden gebracht. Het zou mij toch niet gelukken om dit „happy end" te beschrijven. Dat kan alleen de film zelf in volle omvang en in volle diepte laten zien. Maar het is in meer dan één opzicht: samen. In tegenstelling met het ge sprek. dat eerst werd genoemd, valt in „Het trottoir" nergens een woord over godsdienst of geloof. Dat is volgens mij ook niet noodzakelijk. Wanneer je voor jezelf, zonder dat Je dit kon verwachten of vermoeden, maar weer gezet wordt voor het feit waarmee elk samenleven van welk formaat, ook de wil en de wilskracht om medemensen met daden te hel pen en te redden, ondanks alles, mogelijk wordt: ik zie de ander, wij zijn samen in deze wanho pig verdeelde wereld. Ik ben verantwoordelijk als mens. En bovenal als christen, want God wil de mensen niet alleen per soonlijk aan Zich binden. Hij wil ook dat zij, misschien na harde ervaringen en ondanks verlammende teleurstellingen, blijven strijden voor een over tuigend, daadwerkelijk „Samen" P. L. SCHOONHEIM. predikant bijzonder kerkewerk Hervormde Gemeente Leiden. seintje. Na korte tijd is dan de gehele vloot „op de goede plek" verzameld. De garnalen vangt men met grond- sleepnetten. Na iedere trawl of trek (die tot drie kwartier kan duren) wordt het net aan boord gehesen en geleegd. Onmiddellijk wordt het dan weer te water gelaten om geen tijd te verliezen. Intussen keurt en schift men de vangst. Die omvat vaak onaange name vissen. De giftvissen worden om zichtig gedood. De haaien, roggen en zaagvissen echter werpt men weer in zee. Dit geldt ook voor het kleingoed, zeer tot vreugde van de krijsende meeuwen, die elke boot in zwermen begeleiden. De garnalen worden snel naar de grootte gesorteerd en dan op ijs gezet. DE VISSERS DE vissers beginnen te werken te gen zonsopgang en houden pas op na het invallen der duister nis. Hun taak is veelzijdig en daarom moeten zij van vele markten thuis zijn. Zij moeten hun netten en de vangst verzorgen. Zij moeten kunnen omgaan met motoren, want anders zijn zij al te afhankelijk van de grillen van weer en wind en water. Zij moeten zelf hun maaltijden koken in een kleine kombuis. Zij brengen het grootste deel van him leven door aan dek en voorts in lage, vochtige ruimten. Zij moeten iets weten van werktuigkunde, van timmeren, loodgieten en schilderen. En natuurlijk moeten zij de zee en de vaarkunst kennen als hun vestzak. Zouden zij niet over die veelzijdige kennis en vaardigheid beschikken, dan zouden zij niet in staat zijn om zich te hoeden tegen lichamelijk onheil en financieel nadeel. Bovendien moeten zij voldoende goedsmoeds zijn om zon der hun humeur te verliezen vier da gen op zee te zijn en dan zonder één enkele garnaal huistoe te varen. Zij moeten de weelde van een vangst van f. 800 per reis van enige dagen kunnen verdragen, maar ook opgewassen zijn tegen een schade van gelijke grootte aan hun schepen. Die garnalen vissers zijn zeer zelf standige, onafhankelijke kerels, stoer gastvrij, vriendschappelijk en altijd bereid om een maat, die het moei lijk heeft, voor honderd procent te helpen. ZU zijn, kort gezegd, de steunpilaren van Australië's garna lenvisserij. Zonder twijfel gaat de Australische garnalenexport een zeer goede toe komst tegemoet. Reeds is op grond van onderzoekingen komen vast te staan, dat vangsten vijfmaal zo groot als de huidige zeer wel moge lijk zijn. Dan zijn er voldoende gar nalen om de binnenlandse markt te bedienen en aanmerkelijke hoeveel heden voor export over te houden. Kortom, de banaangarnaal - „neen" zei een der vissers, „voor U als vreemdeling, de Australische Witte! - doet thans dienst aan het Dollar front en staat er zijn mannetje. (Nadruk verboden) Het wilde maar met vlotten met het roosteren van brood op de elektrische rooster van een inwoner van Salinas in de Amerikaanse staat Californië, Een elektriciën had het euvel gauw gevonden. In het apparaat bevond zich een slang van 60 centimeter lengte. Geroosterd, maar niet om te eten! In een ziekenhuis te Los Angeies heeft men enige tijd geleden een luidspre ker-installatie laten aanbrengen waardoor trotse vaders de eerste kreet van hun spruit kunnen horen. Men is nog één stapje verder gegaan. Er wordt nu een grammofoonplaat gemaakt van het eerste kreetje die als blijk van service aan de vade* wordt geschonken. „Kip, ik heb je", zei de Lonüense po litie. Dat is maar beeldspraak. In werkelijkheid was het een bankrover die in z'n kraag werd gegrepen. Spannend was de arrestatie in geen geval. De man was bi) de overval op het bankgebouw op de toonbank ge sprongen om een hoop bankbiljetten weg te grissen Op dat moment duwde de bediende de lade dicht, zodat de oneerlijke met zijn handen klem kwam te zitten. Klanten hiel den zijn voeten vast tot de politie kwam 4e Jaargang no. 47 Zaterdag 24 november 1956 WÊÊÊÊSKM mmmmm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 9