KAMER EN TUIN Anne Joséphe: „de bruingelokte, hartstochtelijke" EEN ONTDEKKING ZA TER DA G 24 NO VEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Beuogen Leven Boerenkind uit Luxemburg: zou rol spelen in revolutie Kijkjes in de Natuur ten bate van de vogelstand Tradescantia's of eendagsbloemen ROMANSCHRIJVERS en historici hebben ontelbare malen nagegaan of de grootheid van de uitzonderlijken reeds in kiem op te sporen is in hun jeugd. Vanzelfspre kend moet een geniaal mens in zijn jeugd ook reeds de sporen van genialiteit verto nen, doch in de meeste gevallen helpt de bevolking van de stad of de streek waar de held geboren is, een handje mee bij het onderzoek. Niet eens met boze bedoelingen. De vrouw of de man om wie het gaat, heeft immers zijn geboorteoord belangrijk gemaakt. Even heeft zij of hij het grauwe bestaan der anderen opgeheven. Het is toch logisch dat dan de gemeenschap zo'n mens tot de sterren beurt! Dit proces is met een glimlach op de lippen gade te slaan omdat het zorgeloos is, zo onbewust vaak, maar ook zo direct.Wat dus ontstaat, moet vanzelfsprekend door ieder geloofd worden, aanvaard en wie er mee spot plaatst zich buiten de gemeenschap. die haar vader in beslag nam. Tegen die vrouw kon ze niet vriendelijk zijn. Zo Jong als ze was gaf ze zich niet. Ten einde raad bracht haar vader haar naar haar tante. Na deze tante ..versleet" ze er nóg een. Haar tantes waren hopeloos ouderwets. Zij kon niet ademen in de burger lijke sfeer van deze mensen, die het zo goed met haar bedoelden en daarom verhuurde ze zich als koeherderin in Limburg. Grote eerzucht leefde dus niet in haar. Het verlangen om vrij te zijn. om te kunnen doen en laten wat ze wilde, beheerste haar. Nu was ze dagelijks achter de koelen. In de eerste maanden kon ze haar geluk niet op. Ze was vrij. stralend vriendelijk was ze tegen een ieder. En wie zou niet vriendelijk tegen haar zijn? Zij was het mooiste koeherderinnetje dat het dorp ooit had gezien! Doch op een dag vond ze het werk niet prettig meer. omdat ze aan bepaalde mensen had gevoeld, dat het zo nederig was. Die mensen waren nederbuigend vriendelijk tegen haar en dat drukte haar. Zij zou een baan gaan zoeken waarin ze mooie kleren kon dragen, waarin ze zó voordelig uit zou komen, dat ieder gesteld zou zijn op haar glimlach. ZE werd naaister en wat ze had willen bereiken, be reikte ze. Ieder keek haar vol bewondering na. Dat stemde haar heel prettig en ztJ moet stellig wel een buitengewoon meisje geweest zijn, omdat én vrouwen en mannen zeer op haar waren gesteld. Dit nu komt zelden voor. Het geluk werd haar in eerste instantie gebracht door een vrouw. Een Engelse dame kwam zo onder de beko ring van haar, dat ze haar in dienst nam. Ze verkwikte zich aan het levenslustige, geestige kind, dat van nature een beschaving had meegekregen, waardoor ze in geen enkel gezelschap stoorde. In haar ogen sprak het leven. Niet het leven gebed in bepaalde principes, dogma's, doch het spontane leven! Met haar meesteres, die haar bijna tot vriendin werd, reisde ze door België naarLonden. Ze zou de grote wereld zien. Altijd al had ze dit voorvoeld. ZE ging geheel op ln het leven van de grote stad. Dit leven, was dit nu het werkelijke leven? Dan ging het werkelijke leven over rozen. Ze leerde de liefde ken nen. Een héél andere liefde dan boerenliefde. Een liefde met wijde wiekslag. Met woorden zo zoet en teer dat ze ervan duizelde. Doch de adellijke Jongeling, die haar het hof maakte verloor op een kwade dag zijn Intense belangstelling voor haar. Toen gaf hij haar honderdduizend gulden en ging weg. Eerst was ze vreselijk bedroefd, doch het geld nam ze aan. Met dat geld ging ze naar Parijs en daar maakte ze goede sier. Niet dat ze het met handen vol wegsmeet. Daarvoor had ze uiteindelijk teveel boerenaard. Nee. ze bezocht schouwburger. vertoonde zich bij alle concerten, want ze was zeer muzikaal. Talrijke invloedrijke en rijke vrienden kreeg ze en we hebben geen reden aan te nemen, dat ze ingetogener leefde dan haar omgeving. In Frankrijk was de ingeto genheid in de voorname kringen al Jaren zoek. ZE leefde als grote dame in Parijs, het koeherderin* netje uit Limburg, het boerenkind uit Luxemburg. En ze bewoog zich met een vlotheid, die menig ge boren aristocraat haar benijdde. Uiteindelijk leefde ze zoals ze was. Toen het eerste gerommel van de grote revolutie werd gehoord was zij In Rome. Doch dit gerommel was voor haar de muziek van de trom, die de ganse stam tot oorlog roept. Zij kon het in Rome niet meer harden en ging naar Parijs. Om de verdrukten mee te bevrijden, de armen die al eeuwen waren vertrapt. Zij had in haar jeugd de nood gekend. Zou ze dan niet gaan en helpen? Haar besluit was niet genomen op grond van sterk ethische motleven, of principes, die zij had doorgevoerd In haar leven. Nee, ze wilde het meemaken, zij wilde mee,.doen". want een wereld die miljoenen mensen laat verkommeren is slecht REIN BROUWER. HET ZAL U lezeressen en lezers wel niet verbazen, als Ik U toe vertrouw, dat het schrijven van een artikel mij in deze novemberdagen meer hoofdbrekens kost, dan het me ooit heeft gedaan. Sinds enige jaren is er iedere week een artikel uit m'n pen gevloeid, waarin een of ander dier of een plant, ook wel eens de mens, even tjes in het licht werd gezet. Hoge top pen der wetenschap heb ik bU regelma tige arbeid nooit beklommen, want het waren de dingen om ons heen, die even de aandacht vroegen, vaak kleinighe den in de levende natuur, ondanks hun geringe belangrijkheid echter wel aan trekkelijk en toch altijd de moeite waard, er even bU stil te staan. En nu zit ik voor mijn witte papier, want de krant verwacht een stuk, de krant heeft honger, altijd en iedere dag opnieuw honger naar nieuws, dat met grote brandende koppen de lezers tege moet slaat. Dat nieuws kan ik niet ge ven, het wordt ook niet van me ver wacht. Maar hoe kan een mens schrij ven over kevertjes en vlinders, terwijl de wereld op barsten staat, hoe kan hij in de stilte staan luisteren naar een vo gelgeluid, terwijl enige honderden kilo meters van hem af de aarde dreunt onder een geweld, waarbij zyn voor stellingsvermogen tekort schiet! Toch doet die mens dat, we doen het allemaal, dat aandacht geven aan klei nigheden. ook wel aan beuzelarijen, die we nog belangrijk vinden ook. Wie zal zeggen of dit geen vlucht is van de menselijke geest, omdat de spanning anders niet te dragen is. Zo bezien doet de gewone dagelijkse onbenullige muziek misschien nog dienst doen als veiligheidsklep voor onze geest en zal het zijn nut wel hebben, dat we in onze dagelijkse krantenlectuur nog wat anders vinden dan vernieling en razernij. Zal ik dan toch maar proberen mijn wekelijkse bijdrage te leveren, ook al ben ik ervan overtuigd, dat al onze aandacht alleen maar op de ellende der mensen is gericht en de dieren zich voortaan maar weer zelf moeten red den? IN dit licht bezien en met deze rea liteit voor ogen doet het belachelijk aan, nog iets te zeggen over de ach teruitgang van de zwaluwen in West- Europa. Ik heb er indertijd over ge schreven en er waren velen, die be langstelling voor dat probleem hadden en speciaal voor de kunstmesten, die kort geleden zijn uitgevonden. Jammer is het. dat ik in mijn stukje over die zwaluwen wel een naam noemde, maar geen adres. Dit verzuim wil ik hierbij even herstellen. Inlichtingen over die OM de persoon in kwestie wordt de legende geweven. Een duizend ellen lang gewaad, ragfijn, wordt om de persoon geslagen, met kunstige wendingen en het is een bijna hopeloze taak voor de latere onderzoeker die mens weer „uit te pellen". Men schrikt soms als de laatste windsels zijn verwijderd. Uit het roemruchte weefselgewaad komt soms een dief of een rover tevoor schijn, een karakterloze spionne of een overspelige vrouw. Hoe kan het volk nu een doodgewone dief eren. alleen maar „omdat hij een smakker van hun dorpke" was? Hoe kan men dwepen met een vrouw, die haar eer ver kocht voor geld, omdat zij uit een wereld stamt die velen prikkelt? Wij geloven, dat zij. die ontdaan van hun legende gewaad niet meer lijken dan dief. moordenaar of over spelige vrouw, toch in wezen meer geweest zijn. In een tijd van revolutie en reactie worden er mensen onsterfelijk, die in normale tijden slechts een grauw bestaan zouden hebben gekend. In een revolutietijd wordt niet de wetenschap gekroond, daarvoor is de tijd te rumoerig, te dynamisch. Wel kan er een nieuwe adel ontstaan: die van de welsprekendheid, de list, de moed. Hartstochtelijke be wondering. beter nog: hysterische aanbidding en de diepste uit haat geboren verguizing, zijn de polen waartussen zich een revolutie beweegt. TWEE figuren zullen we uit. de grote Franse Revolutie nemen, een man en een vrouw, die we nog niet heb ben behandeld. Op de 13e augustus van het jaar 1762 werd er in Méricourt aan de Ourthe. in Luxemburg, een meisje ge boren van wie later de hele wereld zou spreken. De omstandigheden waaronder zij geboren werd waren gewoon, het milieu waartoe ze behoorde was een boeren- milieu. Haar vader. Pierre Terwaine, was in zijn jeugd welgesteld, doch hij behoorde tot die typen van mensen, die zich gauw te kort gedaan gevoelen en dan alles op het spel zetten om recht te verkrijgen. Processen voeren was bij Pierre aan de orde van de dag, en soms won hij ook. Dan had hij het heerlijke gevoel van de mens, die al lang wist, dat hij gelijk had en het nu ook eindelijk kreeg, in het volle licht van de openbaarheid. Een bijkomstigheid bij dit alles was. dat hij er zijn ganse vermogen bij verspeelde. Anne Joséphe groeide voorspoedig op. ZiJ werd een heerlijk kind, met een natuurlijke charme, een leven digheid. die ieder, die haar zag, verkwikte. En wel niemand, die haar spelen zag, in haar heldere, leven dige ogen keek. haar anderen zag troosten die verdriet hadden, had kunnen voorzien, dat Thomas Carlyle, de grote historicus, haar in zijn werk over de Franse revolutie zou afschilderen als de „bruingelokte, licht zinnige en hartstochtelijke". Carlyle had trouwens ook niet voldoende gegevens om haar helemaal uit de verf te krijgen. Pas na de eerste wereldoorlog kwamen er in Wenen zoveel documenten aan het licht, dat men in staat werd gesteld een be hoorlijk betrouwbaar globaal beeld van haar karakter te verkrijgen. ZIJ was vrolijk ln haar kinderjaren, intens blij. en plotseling ook intens bedroefd. Haar levendige fan tasie hield zich met alle mogelijke en onmogelijke dingen bezig. Dat ze later verre reizen zou ondernemen, vond ze vanzelfsprekend. Zij wilde de wereld zien. vol strekt niet in haar dorpje blijven, want buiten dat dorpje was het ..grote leven". Haar moeder stierf toen ze nog erg Jong was. Zes jaar bleef haar vader weduwnaar. Toen trouwde hij opnieuw. Tot schrik van Anne Joséphe. Er kwam 'n andere vrouw. Tradescantia voor de tuin. Tradescantia's zyn vrij algemeen be kende kamerplanten; misschien wel een beetje ouderwets, doch toch wel mooi. Prettig dat ze zo gemakkelijk zijn voort te kweken door middel van stekken en dat kan men zowel 's zo mers als in de deze tyd van het Jaar doen. Toch wilde ik het deze maal niet spe ciaal over die kamer-Tradescantia's hebben, ik heb nu iets anders voor u op het oog. Tradescantia virginiana of meer algemeen bekend als ééndags- bloem is een ideale tuinplant en wan neer ze goed wordt toegepast, zult u van deze mooie plant veel plezier heb ben. Er zijn soorten met blauwe, met witte en met purperen bloempjes, doch de blauwe zal u wel het mpest voldoen. De bloempjes bloeien slechts één dag en dat voelt u misschien als een bezwaar; toch is dat niet zo: er verschijnen dagelijks vele nieuwe bloempjes en de plant bloeit de ganse zomer door. Deze Tradescantia is eigenlijk een echte geheel aparte verschijning; ik geloof niet dat ze zo voldoet in de bloemenborder; haar gehele groeiwijze leent zich niet zo best voor dit doel. U zult er echter wel heel goede resul taten mee bereiken, indien ze in groepjes van drie of vijf in het gazon worden gepoot. Dan kan men van echte solitairplanten spreken en dan zullen ze ook wel de aandacht trekken. Deze Tradescantia's voldoen ook uit stekend. indien ze naast een houten regenton gepoot worden en vooral te gen een groen geschilderde regenton. Misschien dat ze by u in de tuin meer aan de voet van het stenen trapje tot hun recht zouden komen en zo zyn er nog wel meer mogelijkheden te vinden; aan u de taak daar zelf voor te zorgen. Deze planten kunt u nu nog bestel len en dan dienen ze zo spoedig moge lijk na ontvangst ook op de voor hen bestemde plaats gepoot te worden. Ze houden wel van een zeer zonnig plek je: in de schaduw zullen de mooie zeer aparte bloempjes niet helemaal open komen. Ze houden ook van een zeer voedzame grond en men zal dus wel wat mest onder moeten spitten: verse koemest maar liever niet gebruiken, doch wanneer wat oude mest wordt onder gespit, zal hun dat wel een ge noegen doen. Indien de grond vol doende bumus bevat, kan men ook heel goede resultaten bereiken met de be kende roze tuin- en gazonkorrelmest. Die kunt u dan volgend voorjaar wel strooien en later kan dan nog eens een lichte overbemesting gegeven worden. Deze Tradescantia is vrijwel winter hard, doch om alle risico te vermijden, verdient het wel aanbeveling ze af te dekken met een laagje turfmolm. G. Kromdyk. zwaluwnesten zijn namelijk te krijgen bij de heer J. Taapken, Utrechtse straat 43 m te Hilversum. Dat nieuws over die kunstnesten had ik gelezen in het zeer goede boek „Wiek en sneb", het „tijdschrift voor vogel studie en vogelbescherming" .waarvan genoemde heer Taapken een der re dacteuren is. In dat blad las ik nog Jets. dat vast en zeker voor velen van de lezers van belang is, en dat ik daarom hier wil vermelden. IEDEREEN weet, dat jaarlijks een groot aantal vogels omkomt door het met grote kracht vliegen tegen glazen ruiten in gebouwen, veranda's, windschermen en dergelijke. Vogels zien blijkbaar niet tijdig genoeg, dat er plotseling zo'n groot glasvlak op hun baan verschijnt, vermoedelijk doordat de blauwe lucht en de wolken er zich bedrieglijk in weerspiegelen. Het ge weld. waarmee de kleine lichaampjes er tegenaan smakken, is meestal zo hevig, dat de dieren niet lang meer leven. Nu heeft iemand in Duitsland, met name in.de stad Freiburg, een ontdek king gedaan, die eigenlyk heel eenvou dig is (het kenmerk van de meeste ont dekkingen) en die voor de vogelstand over de hele wereld van grote beteke nis zal kunnen worden. Kunnen! Want de praktijk zal het laatste woord krij gen. Hier is de uitvinding. Op papier tekent men de silhouetten, dus de omtrekfiguren, van enige roof vogels. Niet in zittende houding, maar in actie, dus in de vluoht, zoals we die kunnen zien, als zij hun prooi achter volgen Deze tekeningen knipt men uit en plakt ze op de bewuste dodelijke ruiten. Dat is alles! De bedoeling is duidelijk: kleine vo gels zyn bang voor roofvogels, ze ken nen de roofvogelfiguur in de lucht wonderwel. Letten we maar eens op het gedrag van kippen op een open boerenerf. Zodra er een jagende roof vogel zich vertoont zoeken ze onmid dellijk dekking onder struiken en in hokken. Nu vliegen kippen niet tegen een ruit, maar zangvogels doen dat wel, duiven eveneens. Zien zij nu plotseling voor zich het hun bekende beeld van een roofvogel, een beeld waar ze ontzag voor hebben, dan zwenken ze bliksemsnel af om aan het gevaar te ontkomen. In de mededeling van het tijdschrift „Wiek en sneb" werd niet vermeld, welke kleur het plakpapier moet heb ben. Ik zou de kleur wit gebruiken, om dat deze het duidelijkst afsteekt, maar ik geloof, dat hier voor de liefhebbers een aardig terrein ligt voor proefne mingen met verschillende kleuren. Ik vermeld nog, dat u geen blokjes of ruitjes behoeft te nemen, want die hebben geen succes opgeleverd. Een bezwaar kan nog worden geop perd tegen dit wel zeer eenvoudige middel en wel: „Als iemand niet kan tekenen, hoe moet hij dan aan zijn vogelknipfiguren komen"? Is dit eigen lijk niet een bezwaar? Er is in uw om geving toch altijd wel iemand te vin den. die voor u uit een vogelboek een goede figuur weet na te tekenen? Een havikbeeld of een valkenbeeld Wie eenmaal een afbeelding heeft (vooral niet te klein!) kan zelf met omtrekken de rest wel doen. En dan voor degenen, die pleizier in dit geval hebben: wat een mooie gele genheid om zo'n dood stuk glas met twee zuiver getekende vogelfiguren smaakvol te versieren! Zo dadelijk de nieuwsberichten! Als die ons niet al te zeer uit ons even wicht brengen, kunnen we meteen aan de slag! Misschien een goede afleiding in deze zorgelijke dagen. SJOUKE VAN DER ZEE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 10