PRO PATRIA maakt zicli op voor liet feest van negentigste verjaardag Aanwezigheid van Prins Bernhard accentueert een traditie Begin in 1672 Wedstrijden, taptoe, selienking, parade en expositie 95ste jaargang Donderdag 22 november 1956 Derde blad no. 28993 Van directe strijdvaardigheid naar (ivaardevoller) decor De wapenfeiten waaraan dit opschrift op een erepoort voor Sociëteit Minerva herinnerde, die gedenkwaardige dag. afgelopen 23 september 125 jaar geleden toen de Leidse Jagers uit de zuidelijke Nederlanden terugkeerden, waren de belevenissen gedurende de tien-daagse veldtocht. Leiden, bolwerk van de vrqheid en sinds eeuwen bol werk van beschaving, cultuur en wetenschap die het ge weld en de wapenen als argumenten in principe schuwen, heeft door de eeuwen heen paraat gestaan als het ging om gewapende verdediging van die waarden. De Leidse studenten hebben daar (men denke slechts aan de jongste oorlogsjaren) hun aandeel steeds in dur ven nemen. Slechts één enkele maal hebben zq dit als militaire eenheid kunnen doen. namelijk tijdens de tiendaagse veldtocht toen de Leidse Jagers „den laffen Belg tot straf Aan moed. beleid en trouw Zij hulde en eer gebracht. Wie meer dan gij. 0 Pallas' zonen. Mogt in den strijd voor 't Vaderland Den laffen Belg lot straf en schand' Deez' eedle trits van deugden toonen? en schand" hun edele „trits van deugden" toonden. Een trits die er volgens de overlevering uit bestond dapper aan te vallen terwijl de vijand verraderlijk terugschoot. Sindsdien is de Leidse studentenweerbaarheid een pa raat korps gebleven doch door de omstandigheden uitge groeid tot militair decoratiemateriaal - waarmee geenszins iets denigrerends bedoeld is zoals wij later zullen aan tonen. De jongste vorm van de Leidse studentenweerbaarheid als organisatie is de in 1866 opgerichte Leidsche Studen ten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapen handel „Pro Patria", die volgende week met grote luister het achttiende lustrum gaat vieren, waarbij aan het korps de eer van Koninklijke belangstelling en vreugde van door de burgerij geschonken nieuwe uniformen ten deel zullen vallen Bloei, verval, opleving Al enkele jaren na de oprichting raak te Pro Patria in verval, namelijk toen na 1870 de dringende behoefte uit mili tair oogpunt niet meer zo op de voor grond kwam te staan Maar na 1875 werd het voor geruime tijd weer beter. Toch zijn er ook nadien nog wel tijden van neergang en dreigend algeheel ver val geweest. Uiteraard bracht de tijd van de eerste wereldoorlog nieuwe grote activiteit dit- maal niet direct in Pro Patria-vorm om dat dan de niet LSC-leden uitgesloten zouden zijn maar in het kader van het Leidsche Studenten Vrijwilligers Corps. Alleen in Leiden bestond in die jaren een vrijwillige studentencompagnie; de andere universiteitssteden lieten verstek gaan. Leiden neemt trouwens over het alge meen een uitzonderlijke positie in El ders bestaan ..slechts-' studentenweer- baarheidsverenigingen. en alleen in Lei den een „Pro Patria" Militaire devaluatie De ontwikkeling in strategie en leger vorming heeft er toe geleid, vooral on der invloed van de algemene dienst plicht, dat voor een speciale Leidse stu denteneenheid in legerverband geen plaats meer bestond. Daardoor gaat het oorspronkelijk ka rakter van een organisatie als Pro Pa tria enigszins - om het ronduit te zeggen: volledig - verloren. Maar de waarde van het korps zeker niet. Die waarde is op een ander, en wellicht zelfs hoger niveau komen te j liggen. Het niveau van de decoratieve taak, de taak om ui'ing te geven aan de wil en vastberadenheid langs lij- j nen, die de student, voorbestemd tot wetenschapsman en cultuurdrager, wellicht beter tekenen dan die van de militaire macht en kracht. De kort achter ons liggende bezet tingsjaren hebben getoond, dat de Leid se student te velde of irt het meer ..moed beleid en trouw" vragende verzet op an der terrein nog veel beter zijn manne tje weet te staan dan in de tijd dat tien dagen dapper oprukken tegen een ver raderlijk terugschietende vijand het hoogtepunt van de slagveld-belevenissen van de studentenweerbaarheid vormden. In de geschiedenis van de Leidse Uni versiteit komen wij voor het eerst de gedachte van georganiseerd militair op treden van de studenten tegen in 1672, toen de Franse legers voor Woerden stonden en een studentencompagnie be last werd met de versterking en bewa king van de Witte Poort (of naar ande ren menen de Hogewoerdspoort). Tot vechten kwam het daar niet, al maakten de „gemeene wijven" van de stad het de studenten wel eens wat moeilijk. Het duurde tot 1785 tot er opnieuw van een dergelijke onderneming sprake was, maar ook ditmaal liep het voor wat dit „Genootschap van Wapenhandel" betreft met een sisser af. De bevrijding van de Franse overheer- sine en de gebeurtenissen in 1815 brach- Een Leidse Jager uit 1830 in vol ledige uitrusting. ten de studenten andermaal georgam seerd in het geweer, ditmaal onder de naam Leidse Jagers. Ook nu bleef het bij stoer doen en werd de bereidheid tot vechten voor de goede zaak niet beloond met de geur van kruitdamp Jagers wachtten maanden op „voorwaarts' In 1830 begon de episode van de Leid se studentenweerbaarheid waarin de eerste (en enige) georganiseerde resul taten te velde zouden worden geboekt. De in wat ongelijke en onvolledige uni formen gestoken militante etudianten boden bij de exercities een enigszins lachwekkende indruk, maar dat nam niet weg dat de troep vol strijdlust en goed gedrild (voor zover studenten zich laten drillen) op 13 november 1830 - in een op sleeptouw genomen kolenboot - naar het zuiden vertrok Na maanden van wachten, van de ene legerplaats naar de andere trekkend, kwam uiteindelijk op 2 augustus 1831 de dagorder met het „voorwaarts" van de Prins van Oranje waarmee de enige, tien dagen durende periode van gewapend optreden van een georganiseerde Leidse militaire studenteneenheid een aanvang nam. Toen de Leidse jagers bijna twee maanden later de Sleutelstad weer binnentrokken om bij Minerva de ode aan hun moed, beleid en trouw te le zen. bevond een der Jagers, Loden'ik Justinus Wilhelmus Beeckman zich nie* moer onder hen. Hij viel voor Beeringen op de vierde dag van het grote avontuur. Een bijzonderheid terzijde: toen voor deze gevallen wapenbroeder in de Pie terskerk enige maanden later een ge denksteen werd onthuld, werd daarbij gemusiceerd door een groep studenten, die nadien bijeenbleven en het thans be faamde muziekgezelschap Sempre Cres cendo oprichtten. De oudstrijders van de Leidse Jagers kwamen na de roemruchte wapenfeiten te velde nog op gezette tijden bijeen, naar het schijnt zelfs tot 1884. In dat jaar was echter de opvolgster van de „Leidse Jagers" reeds ten tonele ver schenen: de vereniging „Pro Patria". thans aan de vooravond van de viering van de negentigste verjaardag staande Geboorte van Pro Patria In 1866, toen de Pruissische dreiging toenam, bevond de landsverdediging zich in een miserabele toestand. Dit was het sein voor de Leidse studenten, zich opnieuw in een militaire eenheid te for meren. gedachtig aan de roem der Leid se Jagers, bezorgd om het lot van het vaderland en zich bewust van de bijzon dere plaats die de studenten nu eenmaal innemen in de verdediging van de na tionale geestelijke waarden Het ging niet zonder strubbelingen, die oprichting van de Leidsche Stu denten Vereeniging tot VrijwilligCOe- fening in den Wapenhandel Pro Pa tria, maar het lukte toch en al spoe dig waren er 140 leden. Een van de eerste festiviteiten voor en van het militante korps was de aan bieding van een vaandel door de doch ters der Leidse hoogleraren in februari 1867. Vermakelijk is het, in oude archieven te lezen hoeveel er te doen is geweest over de vraag, op welke wijze men zijn dank aan de Leidse Joffers tot uitdruk king diende te brengen. Uiteindelijk ge beurde dit door middel van een bal. on danks de bezwaren die tegen de hoge kosten geopperd werden. Een van de le den had er bijv. bezwaar tegen f. 2 50 hoofdelijke omslag en f. 8 entree te moeten betalen om daarvoor dan nog niets anders te hebben dan de permissie om op het bal te komen en „gretig aan te staren, hoe de geinviteerde dochters met hare ouders zich zitten genoeg te doen aan de geurige door de leden be taalde spijzen Het beschermheerschap werd aan de Prins van Oranje, oudlid van het LSC, aangeboden. De traditionele band tus sen Oranje en (ook) dit Leidse korps is tot op de "dag van heden blijven bestaan. Het bezoek dat Prins Bernhard komen de week aan de lustrumparade zal bren gen maakt hij mede als beschermheer van Pro Patria. Prins Bernhard was als bescherm heer ook aanwezig bij de vorige lustrumviering van Pro Patria. Hem werd toen een fotoalbum aangebo den. samengesteld door onze foto graaf. met foto's van vorige bezoe ken van Prins Bernhard aan Leiden en studentenfestiviteiten. De Prins bewondert in de collegiumkamer het album in gezelschap van leden van het collegium en leden van Pro Patria. (Foto L.D /van Vliet) De nieuwe taak van Pro Patria is het ostentatief bewijs leveren van de wil. deel te nemen aan de verdedigende strijd voor behoud van de waarden waar op het „praesidium libertatis" van de Leidse Universiteit berust. Mocht ooit onverhoopt het wapenge weld voor die verdediging nodig zijn, dan staan ook de mannen van Pro Pa tria naast zovele anderen bereid om het uiterste offer te brengen. Maar niet in Pro Patria verband, doordat de moord zucht van de mens groter en dwingender verbanden zoekt! Pro Patria als organisatie treedt nu naar buiten op als een symbool van be reidheid. Pro Patria vormt erewachten bij de belangrijkste nationale gebeurtenissen, zoals de kroning in 1948. staatsbezoe ken. parades. Ereplaats Niet ergens tussen de militaire mas sa's, maar op een ereplaats, vooraan, want Pro Patria is een oud en belang rijk korps. De praeses moge dan niet „meer" dan eerste luitenant zijn. om een of andere in het nabije verleden liggen de reden die op geen enkele aantoon bare wijze steunt op een legerorder, een bevoegd besluit of een gevestigde tradi tie is hij protocollair bij iedere gelegen heid de oudst-aanwezende generaal-ma- joor. Hij zal dan ook bij de komende parade voor het Leidse stadhuis staan naast de Prins, hoevele generaals van uiteenlopende rang%en ouderdom er zich naast mogen scharen Ook dat is een symbool. Een trots symbool! „Militair decoratiemateriaal", schre ven wij in de inleiding. Inderdaad, maar voor een zinvolle decoratie, wel ke nauwelijks spelers behoeft op het toneel om die zin uit te dragen. Laat de spelers maar weg zelfs! Laten we honen dat die spelers, de soldaten en officieren van de weermachts-on- derdelen onder wie dan ook vele Pro Volgend lustrum in stilte om het een ivf eest glorieus te kunnen vieren c1 Komende week woensdag 28 en donderdag 29 november zal het achttiende lustrum van Pro Patria luisterrijk worden gevierd. Ook het lustrum was een hoogtepunt, voor Pro Patria en voor Leiden. Het negentiende lustrum zal echter slechts intiem en bescheiden de aan- dachtv ragen. Dat zal z'in een cdem- pauze voor het nu over tien iaar te vieren honderdjarig bestaan. Woensdag aanstaande begint het fes tijn om elf uur des ochtends met schiet wedstrijden op de schietbanen in de Kat- wijkse duinen. Dit sinds jaar en dag vertrouwde terrein waar regelmatig schietoefeningen plaats vinden en de groenendag een van de hoogtepunten van het verenigingsleven van vandaag vormt, zal dan equipes van militaire en universitaire kring gelegenheid bieden de scherpte van oog en de vastheid van hand te demonstreren. Er verschijnen hier equipes van adel borsten cadetter. van de K M A., van de S.R.O.C. (school reserveofficieren ca valerie). de student enweerbaar heden van Amsterdam, Utrecht, Delft en Wa- geningen, en uiteraard equipes van Pro Patria. In totaal nemen ongeveer 90 man aan deze schietwedstrijden deel. Na afloop vindt in Sociëteit Minerva een schuttersmaaltijd plaats. Des avonds om half negen Is er op het Pieterskerk hof een taptoe van de Koninklijke Luchtmacht Kapel. 35 uniformen Donderdag 29 november, de hoofddag van het lustrum, begint voor Pro Patria en allen die het korps eer willen beto nen om half elf des ochtends op het Pieterskerkhof net de symbolische over handiging van de nieuwe uniformen door het burgerijcomité. Dit comité heeft zich in de afgelopen maanden beijverd, de middelen bij elkaar te brengen voor een 35- tal uniformen, waardoor Pro Patria in groter getale dan in de laatste decennia het geval was aan militaire plechtigheden zal kunnen deelnemen. Het Leidse gemeentebestuur heeft ge zorgd dat ook een officiersuniform aan geboden kon worden, terwijl de burgerij - actie tevens tot resultaat heeft gehad dat in de naaste toekomst op redelijke voorwaarden verder benodigde nieuwe uniformen kunnen worden aangeschaft. Pro Patria zal bij deze plechtigheid met ongeveer 90 man aantreden. De aanbieding van het burgerij- lustrumgeschenk zal geschieden in de vorm van de aanbieding van een sabel aan de praeses van Pro Patria door de voorzitter van het burgerijcomité, de heer dr. ir. P. C. Lindenbergh Na de aanbieding volgt voor een aan tal genodigde autoriteiten een ont vangst ten fctadhuize. Prins Bernhard bij parade Om twaalf uur arriveert de bescherm heer van Pro Patria, Prins Bernhard bij het stadhuis en even later vangt het groots opgezette militaire défilé aan. Deze parade wordt ingeleid door de Koninklijke Militaire Kapel in cere monieel tenue en geopend het zal voor de lezer van het voorgaande geen verrassing meer zijn door Pro Pa tria, in een sterkte van tegen de hon derd man, een voor ie laatste decen nia bijzonder grote omvang, mede dank zjj het verwerven van de nieuwe uniformen. Pro Patria wordt gevolgd door een de tachement adelborsten en een com pagnie van de Koninklijke Marine van Valkenburg, beide groepen in zondagse tenue. Daarna komt een detachment ca detten van de K.M.A. in parade-tenue gevolgd door een compagnie van het garderegiment fuseliers Prinses Irene in ceremonieel tenue. De parade wordt, ge sloten door een detachement van de te Leiden gevestigde Koksschool en een squadron van de Koninklijke Lucht macht uit Nijmegen. In totaal neemt ongeveer 700 man aan deze parade deel. Prins Bernhard zal nadien vermoe delijk nog ten dele de na de parade in Sociëteit Minerva georganiseerde lunch bijwonen. Parachutisten Des middags vindt om drie uur pa rachutespringen plaats door leden van Pro Patria boven een terrein nabij het Legermuseum. De springers worden door een toestel van de Marine van het vliegkamp Valkenburg boven het landingsterrein gebracht. Pro Patria telde bij de laatste lus trumviering zeven gediplomeerde pa rachutisten. die in Frankrijk waren op geleid omdat men in ons land geen pa- rachutisten-sportopleiding kent of het als sport parachuteren van militair op dat gebied getrainden toelaat. Bij dit zevental heeft zich sindsdien een thans eerstejaars gevoegd, zodat acht Pro Patrialeden bij het Legermuseum naar de Leidse bodem zullen wiegelen. Expositie in Legermuseum In de onmiddellijke nabijheid van dit spectaculaire festijn vindt de laatste naar buiten sprekende plechtigheid van het lustrum van Pro Patria plaats. Om half vier die middag wordt namelijk in het Nederlands Legermuseum een ex positie geopend waarin een beeld wordt gegeven van de voorgeschiedenis en de ontwikkeling van Pro Patria Deze ex positie is onder meer samengesteld uit materiaal van het Koninklijk Huisar chief, het Rijksprentenkabinet, het Leids Academisch Historisch Museum, enige andere verzamelingen en particuliere bronnen. Deze tentoonstelling zal nog enige tijd te bezichtigen zijn. Een definitieve slui tingsdatum is nog niet vastgesteld maar men denkt aan b.v. 20 december als laatste dag Na de opening van de expositie reci- pieert het Pro Patria bestuur in het Legermuseum. Intern wordt de lustrumviering beslo ten met een bal, die avond en nacht te geven in een nog nader vast te stellen gelegenheid. Zó opent Pro Patria een militaire parade: als militaire eenheid een lust voor het oog. (Foto L.D./van Vliet) Patriïsten, nooit op hoeven te komen om hun sinister spel te spelen. Het decor is er. want Pro Patria is er. En wie hier begrip voor heeft, kan daar slechts dankbaar voor zijn. Het is verheugend, dat de Leidse bur gerij deze dankbaarheid ook bij het komend lustrum tonen zal en dat zij ook in Koninklijke geest zal worden getoond. Jaar en drie maanden voor incasseerder De Haagse rechtbank veroordeelde een verzekeringsagent en incasseerder uit Oude Wetering (gemeente Alkemade) tot een jaar en drie maanden gevange nisstraf wegens verduistering en belas tingfraude. De verdachte had diverse malen gelden weggenomen uit de kas van een machinefabriek te Leiden waar hij als hoofdboekhouder werkzaam was. Wekelijks nam hij f 35 tot f. 40 weg tot een totaal van f. 7000 f. 8000. Voorts had hij niet alleen de verduisterde be dragen niet voor de inkomstenbelasting opgegeven, maar evenmin een bedrag van f. 1900 dat hij van een der vennoten had gekregen omdat hij medewerking had verleend aan een valse schuldbeken tenis en enkele andere bedragen. Er was twee jaar geëist. De beherend vennoot van de machine fabriek uit Leiden werd voor zijn aan deel in de valse schuldbekentenis ver oordeeld tot twee maanden gevangenis straf voorwaardelijk, met drie jaar proeftijd en f. 1000 boete of 100 dagen. De eis was een jaar gevangenisstraf Een monteur werd veroordeeld tot veertien dagen gevangenisstraf voorwaardelijk en f. 150 boete of 30 dagen wegens belas tingfraude. Bij de fabriek verdiende be dragen had hij niet aangegeven omdat hij in gemeentedienst was en dit bij werk niet mocht verrichten. De behandeling van suikerzieken Van de j-uim 400 leden, welke de af deling Leiden en Omstreken van de Ned. Vereniging van Suikerzieken telt, kwam een groot aantal gisteravond in „De Kleine Burcht bijeen. De voorzitter, de heer J. Wilbrink, heette allen hartelijk welkom en wees tevens op het nut van vergaderingen zoals deze, waarbij men elkander ont moet en de onderlinge band kan verste vigen. Het geven van juiste voorlichting Is een van de doelstellingen van de ver eniging, welke zoveel mogelijk wordt ge propageerd, aldus de voorzitter. Deze pleitte tevens voor het zoeken van con tact in de buitengemeenten met name in Alphen aan den Rijn en Katwijk. Na dat het huishoudelijke gedeelte was af gewerkt kreeg mevr. dr. Lucardie gele genheid een voordracht te houden over de behandeling van suikerzieken. Zij schetste in het kort het moeizame leven van een suikerpatiënt en vertelde daar na hoe men in 1879 heeft getracht de gemiddelde levensduur van zulk een pa tiënt te bepalen. Was deze tot in het begin van de twintigste eeuw gesteld op vijf jaar na het krijgen van de ziekte, thans bedraagt zij ruim 14 jaar. In 1922 werd echter de insuline ontdekt. Zij die hiermede behandeld worden kunnen driemaal zo lang leven dan mensen die er niet mee behandeld zijn. Wat de allernieuwste preparaten betreft, deze hebben, volgens mevr. Lucardie. een meer giftige dan regulerende werking en kunnen slechts in bijzondere geval len gebruikt worden. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd druk gebruik gemaakt. Na de pauze werd een film vertoond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 11