Verdroomde wijnstadjes I
in Noord -Oostenrijk
Musical: een charmante attractie
van liet Londense amusementsleven
Mengsel van vrolijke danszang
bonte show en uitbundige humor
Toeristen staren in ontzag naar
oude burchten Drosendorf is
de parel van het Thaya-dal
Even lachen...
(Van onze Weense correspondent)
Het dynamische ..Steam heat". In het midden Elizabeth Seal.
Geen experimenten
Tot experimenten komt men overi
gens niet. Geen poging is gedaan om
een décor te scheppen, dat aan het
futuristische brein van een Salvador
Dali ontsproten zou kunnen zijn, geen
klank weerklinkt, die aan Sten Ken-
ton toegeschreven zou moeten worden.
Klank, kleur en bewegingen blijven
binnen het raam van de gebruikelijke
musical-bouwstenen. En daarin ligt
juist één van de aantrekkelijkheden
van „The pajama game". Het is een
gemakkelijk te vatten musical, men
behoeft er niet bij te denken. Natuur
lijk, het gegeven verdrinkt letterlijk in
de vloed van: deels als los zand
aan elkaar hangende nummers,
maar dat is nu juist eveneens aan
trekkelijk. De entourage, daar gaat
het om, niet om de kern, die is slechts
bijzaak.
Worden Max Wall, Joy Nichols en
Edmund Hockridge oude rotten in
het vak in de hal van het Coli
seum en in het programma geanon-
ceerd met de grootste foto's, het is
de nog jonge Elizabeth Seal, die on
getwijfeld de meest frisse en de meest
veelzijdige talenten toont.
Deze musicals min of meer,
maar dan iets meer „min" dan
„meer", een muzikale komedie
doen nauwelijks denken aan onze
Nederlandse revue's en helemaal niet
aan onze oer--Nederlandse bonte of
vrolijke avonden. De Britse musical
is zonder meer een Britse musical,
die noch mank gaat aan vaart, noch
aan esprit en niets te maken heeft
met instituten zoals die van de Fo
lies Bergère te Parijs.
Soms zyn zij even ondeugend, maar
nimmer wat men overigens ten on
rechte typlsch-Frans pleegt te noe
men, alhoewel er tal van boeken en
nog meer films zijn, die dit goedkope
glinsterplaatje tot een soort dogma
verheffen. Soms komt enkele momen
ten een ernstiger noot naar voren,
maar nooit zijn het scènes, geladen
met degelijkheid, als lood wegende
zwaarmoedigheid, of actes. geweven
om het ditmaal typisch-Nederland-
se „levenslied", melo-dramatisch
Ingesteld en vaak een valse toon ver
spreidend, niet ingegeven door een
waarlijk diep geroerd gemoed.
Neen, de musical is in Londen een
verfrissend amusement, waar blijheid
van uitstraalt, vreugde en opgewekt
heid.
Wereldberoemd
Was destijds het wereld-beroemde,
en ook met Betty Hutton verfilmde,
„Annie, get your gun" maanden en
maanden lang dé grote trekpleister
voor het Londense publiek, dat er eens
een avondje uit wilde, thans trekt
„The pajama game" („Het pyjama
spel") in het Coliseum al iets meer
dan een jaar avond aan avond uitver
kochte of nagenoeg uitverkochte zalen.
En met recht, want deze musical van
de Amerikanen Richard Adler en Jerry
Ross, gebaseerd op Richard Bissell's
boekje „17^ cents", is een ware wer
velwind van kleur- en klankrijkdom,
die de beroete Londense atmosfeer even
doet vergeten en twee en een half uur
luchtig vermaak van het beste kaliber
schenkt.
Geen sterrendom
Sterren in de geijkte zin van het
woord kent „The pajama game" eigen
lijk niet. Het zijn een vier- of vijftal
leden van de troep, die naast de chorus
(„revue-meisjes", met een afschuwelijk
woord) en enkele bij-figuren „The
pajama game" dragen. En zij doen dit
met verve.
Het verhaaltje, waaraan het aan
trekkelijke conglomeraat van nu eens
het oog, dan weer het oor en vaak
beide strelende nummers is opge
hangen, kan nauwelijks simpeler zijn:
In een pyjama-fabriek wordt het tem
po steeds opgevoerd staking dreigt
—moeilijkheden barsten los salaris
verhoging wordt gegeven. Dat is ailes.
Maar dit door de wetten der show
wereld gedicteerde eenvoudige gege
ven wordt omringd door een rijke
keur aan muziek: gemakkelijk in het
oor liggende revue-klanken bij de
massale scènes, waarbij de chorus
voor een steeds wisselend decor zorgt,
zoet gevooisde wals-passages bij een
song als „I'm not at all in love" („Ik
ben helemaal niet verliefd"), rock 'n
roll bij het pittige „Steam heat"
(„Stoomhitte") en een lang uitge
sponnen „Hernando's hideaway"
(„Hernando's schuilplaats") by de
geiyknamige acte.
Dit meisje, dat in haar dansen vaak
doet denken aan Leslie Caron („An
American in Paris") en in haar uiter
lijk aan Audry Hepburn, speelt soms
haar partners volkomen weg, zoals bij
voorbeeld in „steam heat", een krach
tig en explosief driemans dansnum-
mer vóór het doek op wel zeer gescan
deerde muziek. Noch Johnny Green
land, noch Ivor Meggido, haar twee
partners, kunnen zich meten met haar
mimische talenten, elastische lichaams-
beheersing en jeugdige frisheid. Toont
Elizabeth Seal hierbij dat zij het Ame
rikaanse dans-systeem „Steam heat"
zou zo uit een (goede) show-film uit
Hollywood gekopieerd kunnen zijn
tot in haar vingertoppen beheerst, in
„Het is" geeft zij blijk ook de meer
ondeugend ingestelde „Franse" vormen
van het dans-schema der revue's te
kermen. Bovendien weet zij op onge
kunstelde en hart-veroverende wijze
het publiek te bespelen.
Pijlsnelle carrière
Wat haar pijl-snelle carrière betreft:
in haar vorige musicals was zij nog
één der vele ongenoemden. Vandaar
de natuurlijkheid van haar optreden,
dat gespeend is van toneel trucjes, al
hoewel zij reeds van haar vijfde jaar
af ballet-lessen volgde en op negen
jarige leeftijd een beurs voor de Royal
Academy of Dancing kreeg. Een enkel
blessure weerhield haar er echter van
iessen te gaan volgen aan de Sadler's
Wells Balletschool. Buiten medeweten
van haar ouders al of niet waar:
het is een afgezaagde reclame-kreet
werd zij tenslotte opgenomen in het
korps de ballet van enkele musicals.
De Australische Joy Nichols en voor
al Max Wall spruit van een oud
revue-geslacht daarentegen zijn
routiniers. Stond Wall al in 1925 als
een excentriek danser naast de fameu-
se Pearl White in „The London revue'
op de planken, trad hij in '30 op in
het Casino de Paris en de Folies Ber
gère niet in Parijs, maar in Lon
den en verscheen hij in de bekende
Earl Carroll's Vanities in New York,
pantomime, radio en televisie zijn hem
ook niet vreemd. In „The pajama
game" is de 46-jarige naar het ko
mieke genre overgezwaaide Wall de
explicateur, die als tijd. en effciency-
expert op de pyjama-fabriek de wind
ln de zeilen moet houden.
Hij doet dit met vaart en brio, in
alle facetten van zyn veelzijdig op
treden getuigenis afleggend van zyn
in een lange reeks van jaren gecul
mineerd kundig vakmanschap. Hy
vormt een der stevige pilaren, waar
omheen zich het aantrekkeiyke con
glomeraat van zang, dans en sket
ches, dat „The pajama game" heet,
zich afspeelt.
Kennismaking
Joy Nichols' optreden in „The paja
ma game" is haar eerste kennisma
king met de musical. Stond zij al ais
zeven-jarig meisje voor de (Australi
sche) microfoon en als vijftien-jarige
op de planken, de film-camera leerde
zjj korte tijd later knnen en in 1949
na drie jaar eerder naar Engeland
gekomen te zijn werd de populaire
radio-show „Take it from here", waar.
in zij naast Jimmy Edwards en Dick
Bentley optrad, begiftigd met de
„Radio Oscar". Tweemaal tenslotte
werd zij waardig gekeurd om te ver
schijnen in de traditionele „Royal Va
riety Performance" in '49 voor ko
ning George VI en Koningin Elizabeth,
in '52 voor de huidige koningin,
Elizabeth n, en de hertog van Edin
burgh een society-gebeurtenls van
de eerste rang.
Vooral uit de song „There once
was a man'* („Eenswas er een man")
biykt, dat Joy Nichols terdege weet,
hoe zü een fikse scheut dramatiek
in haar voordracht moet leggen. Dra
matiek overigens, die niets gemeen
heeft met valse tonen en verkeerd
gelegde accenten. Op enkele schaar
se momenten doet zy in gebaar, uit
drukkingswijze en stembuigingen
zelfs even denken aan Bette Davies,
en dat is al een waardig compliment
op zichzelf.
J'm not at all in love", links (op het karretjeJoy Nichols.
De Oostenrijkse landstreek, die aan Tsjecho-
Slowalaje grenst, is eeuwenlang het voorterrein
geweest, dat de invallen uit het noorden moest
opvangen. Hier op het Marchfeld en het iets noor
delijker gelegen Waldviertel groeit op de heuvels
een harde, voor onze smaak wat zure wijn, die
men „Brünner-strassler" noemt, omdat zij langs de
straatweg naar Bmo (het vroeger Brün) wordt
gekweekt.
Tegenwoordig heerst er weer rust en vrede in
dit grensgebied langs de rivier de Thaya, maar
steden, burchten en kastelen dragen nog altijd de
sporen van veel oorlogen, die er hebben gewoed.
De meeste fortificaties zijn vervallen, zoals d»
burcht Raabs, die nu voor 74000 schilling - iei
meer dan 10.000 gulden - wordt aangeboden
maar geen koper heeft gevonden! Een uitzond®]
ring vormt de Rozenburcht, die met al haar sch<
ten zelfs de jongste Russische bezetting heeft ov<
leefd. Dagjesmensen staren vol ontzag naar di
oude helmen, kurkassen en hellebaarden, maar u
hebben geen oog voor het prachtige toernooi-vel;
dat aan drie kanten is ingesloten door hoge gale
rijen als opera-loges, vanwaar adellijke dames iz
de middelleeuwen het behendige spel van hui
ridders gadesloegen.
Men trekt door verdroomde stadjes,
zoals het romantische Waidhofen en
het bedrijvige wijnstadje Langenlois en
men bewondert enkele kloosters zoals
Geras en vooral Altenburg, dat ten
koste van de grootste offers werd ge-
In Altenburg ontdekt men tevens een
van de grootste Oostenrijkse Barok
schilders, Paul Troger, die de koepel
van de kloosterkerk met voorstellingen
uit het boek der Openbaring heeft be
schilderd. Deze kunstenaar is veel te
weinig bekend, doordat hij in deze uit
hoek heeft gewerkt. Zowel in compo
sitie als in coleriet kan hij zich echter
met de Italiaanse grootmeseters Tie-
polo en Veronese meten, met dit verschil
dat zijn beroemde Troger-blauw dieper
en voller is.
En dan komt nog een verrassing: ter
wijl het gehele gebouwencomplex ge
restaureerd moest worden, behoefde men
niets te doen aan de fresco's van Troger
uit het jaar 1733, want de kalk en de
kleuren hebben niets geleden en. werken
vandaag nog even gloednieuw als voor
meer dan tweehonderd jaar!
Een contrast vormen weer de ver
vallen kastelen, zoals de ruïne Kollmi,
en dan staat men opeens gefascineerd
voor het wonder van Drosendorf, dat
men terecht de parel van het Thaya-
dal noemt. Het stadje ligt hoog op de
rots met zijn kasteel, zijn muren, poor
ten en torens, en men heeft het gevoel
alsof daar binnen de muren een stuk
middeleeuwen is verstild, vooral op het
langgerekte plein met in het midden
de oude kerk en daaromheen de knusse
huisjes met hun grappige barokke ge
veltjes. Niet voor niets draagt het de
naam Drosendorf, omdat het de weer
stand of de „Trotz" was. vanwaar men
de vijand „trotseerde". Dat bewijst nog
de driedubbele stadsmuur, die hier en
daar bewaard is gebleven.
In Retx wikt het dog en nocht
naar de wijn
Op het grote plein van het stadje
Retz ruikt het dag en nacht naar wijn.
Bij nader onderzoek ontdekt men in het
plaveisel een aantal roosters, die al
eeuwenlang als ventilators dienen voor
de diepe, twee kilometer lange, wijn
kelders onder het plein, de kronieken
beschrijven de inval van de Zweden in
de 17de eeuw en ze weten te vertellen
van een Zweeds officier, die maanden
lang meer dan twintig liter wyn per
dag consumeerde
De gevaren kwamen voornamelijk uit
het noorden. Reeds vroeger drongen de
Avaren en Slaven op, maar beslissend
is de inval van de Boheemse koning
Ottokar geweest, die in 1278 hier by
Dürnkrut door Rudolf van Habsburg
werd verslagen en viel. Deze tragische
afloop, die de grondslag legde voor de
eeuwenlange heerschappij van het
Habsburgse huis, vond zyn artistieke
vertolking in het nationale drama „Ko
ning Ottokars geluk en einde" van de
Oostenrijkse treurspeldichter Grillpar-
zer. Later kwamen de Hussieten, deZwe-
Ergens in Nederland...? Neen.
bij Retzop de Tsjechisch-Oosten-
rijkse grensmidden tussen de
wijngaarden.
den en de Fransen en ook in de jong
ste tijd heeft het Marchfeld grote con
flicten beleefd, niet zozeer op het slag
veld als wel achter de conferentietafel,
omdat de Russen tijdens de laatste be
zetting de oliebronnen van Zistersdorf
en Matzen geheel voor zich opeisten.
Ook nu nog moet Oostenrijk jarenlang
een groot gedeelte van zijn olieproduk-
tie aan de Sovjet-Unie afleveren.
Kerkklokken verstomd
Doch in de lange geschiedenis van
Oostenrijk is dit slechts een episode ge
weest en even kort zal naar men
hoopt ook het isolement van Tsjecho-
Slowakye duren, dat zich nog achter de
Maar al hebben de grensbewoners gees
contact meer met hun vroegere vrleo
den en kennissen aan de overkant,
weten toch dat die Tsjechen voortdt
Een hele rij knusse huisjes met barokke geveltjes in Drosendorf
brug by Hardegg verschanst. Aan deze
zyde van de brug bewegen de Oosten-
rykers zich ongehinderd, maar zy zien
taal noch teken aan de overkant. Alleen
's avonds flitsen hier en daar in het
struikgewas de lantaarns van de Tsje
chische wachtposten. Wie overdag de
heuvels achter Retz opgaat, heeft vry
uitzicht op een onvry land, waar geen
levensteken te bespeuren valt.
rend naar Oostenryk turen en voor»
'avonds luisteren naar het luiden v»
de kerkklokken, die in hun land zyn ver
stomd! By voorkeur richt zich hun biö
echter op de hoge molen hoog op d
heuvel by Retz, de enige molen,
Oostenryk nog bezit! Dat is voor he
een symbool van vlyt, van rust en vrt
heid een zwakke herinnering aan d
vryheid ln de lage landen by de zee..
Verstoppertje spelen is leuk. heel leuii
Maar het Britse jongmens Davi\
Gaut in Wales denkt er sinds kor]
anders over. Hij verstopte zich votö
zyn vriendjes in de kofferruimti
van een auto. Niemand die hed
vond. Toen hy er weer uit wilde, ko;.
hy het deksel niet open krijgen. Et;
kele uren later gelukte hem dat we;
maar toen bevond de auto zich reed
op een afstand van 50 kilometer va;
zyn ouderiyke woning.
Vele malen hebben we al dingen ge.
hoord in het nadeel van kauwgum]
maar gelukkighet is nu toe-
eens gebleken dat het goedje va-
groot nut kan zijn. Daar weet
Britse acteur Rex Harris van ma
te praten. Tydens zyn optreden o?1
het Newyorkse Broadway viel 4
sleutel van zijn kleedkamer door eeij
kier in de vloer. „Stil maar meneq
Harris", troostte een toneelknecht1
Hy nam een touwtje aan het uit]
einde waarvan hy een stukje kauw]
gom bevestigde. En zie, de sleutó
kwam weer naar boven.
Een orang-oetang bestuurde dezer da
gen in New York een oude Londeud
t-axj om reclame te maken voor eg)
toneelstuk. Het dier stuurde me
slechter dan de meeste ohauffeua
Achter in de auto zat een man m?
een baard. Jim Moran, die bekent
staat om de originaliteit van zjtó
publiciteitsstunts. Moran bestuur»
de auto in werkelykheid door mid]
del van enige hefbomen. Een krat'
schreef, dat de stad er wel aan g«J
wend is apen achter het stuur
I zien, die achter de tralies horen.
Een jaar uitverkocht huis The pajama game
(Van een speciale verslaggever)
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1956
D© Engelsen, met hun soms aandoenlijk lijkende
liefde voor bolhoeden, oude autootjes, parapluus,
tuineren en cricket, vormen in continentale ogen -
zo zou men het misschien, licht badinerend het
beste kunnen zeggen - een volk van „zelfkwellers".
Hun ongeduld verbeiden zij stilzwijgend in ontel
bare lange rijen, waarin zij gelaten en berustend
staan te wachten op bus, taxi, jas of kopje koffie,
met hun spreekwoordelijke flegma een alleszins
menselijke onrust verhullend. Maar toch zijn er
soms vreemde roerselen onder het zo kalm lijken
de uiterlijk. In een beroemde nachtclub maakten
wij het toch mede, dat een alleszins kalm en
recpectabel uitziende Brit plotseling losbarstte in
een rock 'n roll solo-nummer. En een teddy-boy
was hij bepaaldelijk niet
De Britten, zo wil het bijkans legende geworden
verhaal, slijten hun vrije uren in gerenommeerde
clubs, weggedoken in fauteuils achter sigaar.
krant en glas brandy of scotch, hun bars zijn in de
middaguren gesloten en gaan 's avonds om elf
uur weer potdicht, en tenslotte laten zij toneelvoor
stellingen, shows en andere kunstzinnige mani
festaties niet om kwart over acht, doch al om half
acht beginnen. Taxi's zijn echter bijzonder goed
koop, maar de chauffeurs zullen er niet aan
denken - gelijk hun Parijs© collega's - ooit even uit
te stappen.
Natuurlijk, dit is slechts één - en zelfs la Volen-
dam en Marken vertekende - zijde van de Britse
medaille, en aan de andere zijde prijken daaren
tegen tal van bijzonder te waarderen eigenschap
pen en zelfs hebbelijkheden. Eén van die karakter
trekken is de ongelofelijke flair, waarmede zij op
het Britse leven geen te Amerikaanse musicals
weten te brengen, sprankelende mengsels van
conference, dans, show, zang, humor en uitbun
digheid.
Remmingen
Edmund Hockridge tenslotte is een
krachtige bariton. Deze Canadees, pas
even in de dertig, trad in Engeland
gedurende de oorlog driehonderd maal
in radio-programma's voor de atryd-
krachten op en enkele Jaren later
schitterde h{j in „Guys and Dolls", een
even bekende en even goed gemon
teerde musical als het reeds genoemde
„Annie, get your gun", zyn intensief
optreden voor de microfoon van om
roep- en grammofoonplaten-maat
schappijen heeft echter niet nagelaten
zyn spel zekere remmingen te geven,
remmingen echter, die des te sterker
de aandacht concentreren op zyn in
derdaad vol en ryk stemgeluid.
„The pajama game", zestien actes
vol vaart en vaak briljance: het fleu
rige en opgewekte „Once a year day"
(„Een dag per jaar") en het even uit
bundige als beweeglyke „7Vz Cents",
het sprankelende, ondeugende en le
vende „Jealousy balelt" („Het jaloezie
ballet"), waarin Elizabeth Seal, aLs
minziek meisje, dat de mannen aan
de lopende band het hoofd danig op
hol brengt, uitblinkt en reminiscenties
oproept aan niet een Rit-a Hayworth,
verre van dat, maar aan een Jonge
Franse actrice zoals by voorbeeld Bri
gitte Bardot, en het sterk-romantische
„Hernando's hideaway". „The pajama
game" vormt een even pretentieloze
als levens-blijde verstrooiing in ©en
gejaagde wereld.
Het valt dan ook te betreuren, dat
op de Nederlandse planken musicals
als „Guys and Dolls" en „The paja
ma game" schitterde door afwezigheid
Het Nederl. publiek wordt iets ont
houden, waar het bepaaldelijk ge
noeglijke uren aan zou beleven. Wie
Elizabeth Seal en Frank Lawless
in het ticht-ondeugende „Her is",
een charmante flirtation.
durft de kat de bel aan te binden
door dit vermaak van voortreffelyk
kaliber in ons land te introduceren?
Men zal er eer mee inleggen, onge-
twyfeld.
JAN HAAK.