IN TUIN EN KAMER
HERFSTWANDELING
w
Een Zoeklicht
Mannelijke „mannequins"
manifesteren mannenmode
ZATERDAG 20 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Kijkjes in de Natuur
v OP DE BOEKENMARKT
Italië vergeet de heren der schepping niet
E zijn er op een van de eerste
oktoberdagen maar eens op uit
getrokken. Je kunt per slot van
rekening toch niet eeuwig blRven
wachten, tot het de zon behaagt,
eens langer dan een halve ochtend
aan één stuk te schijnen. Dus dach
ten we: „Goed. laat het voor mijn
part over een paar uur weer rege
nen. nu, op dit ogenblik is het ten
minste droog, het is zelfs Jekker
warm In de zon. Zou oktober nog op
het laatst goed maken, wat een
lange zomer volkomen heeft bedor
ven?
HET werd nog een uitgezochte
herfstdag, zonder regen zelfs. De
schapenwolkjes van het vroege
ochtenduur vergleden zoetjes aan en
losten op in een helder blauw, dat een
lange en stralende dag ons deel zou
blijven.
In de tuin stond alles, wat maar
over blad beschikte, druipnat van de
dauw. die de hele nacht zwaar op stad
en land had gelegen.
Het kleine en lage zomergoed. dat
sinds lang de strijd tegen kou en
watermassa's had opgegeven, stond er
wel overvloedig betraand, maar toch
zeer opgewekt bijDat waren de petu
nia's die prachtige zomerbloemen, de
anjers, nu alleen nog met blauwgroene
bladeren, sterk en gezond en klaar
Graham Greene. „De stille Ame
rikaan. Uitgeverij Contaot, Am
sterdam 1956.
Bij de bespreking van vorige boe
ken van Graham Greene „Kind
van Albion", „Het Einde van het
Spel" o.a. heb ik steeds met meer
vertrouwen uitdrukking gegeven aan
mijn overtuiging, dat deze auteur be
hoort tot de enkele grote moderne
schrijvers. Greene is een buitenge
wone kenner van de menselijke aard.
een peiler van de diepste gemoeds
bewegingen, die de aanleiding zijn
geweest van de daden. In iedere ro
man opnieuw tracht hij te ontkomen
aan verdoezeling, aan conventie en
toet9t iedere algemeen als waar aan
vaarde stelling. Zodoende krijgt al
zijn werk een men vergeve mij
de contradictio in terminis
nuchtere dramatiek, die nog ver
sterkt wordt door zijn wijze van de
monstreren, die bijna geheel op han
deling gebaseerd is. Zijn aandacht
gaat uit naar de moderne mens in
deze tyd, naar diens problemen en
diens levenssituatie.
Wat hy met deze voortreffelijke
eigenschappen weet te bereiken, blijkt
eens te meer uit deze nieuwe roman
..De Stille Amerikaan". De plaats van
handeling, die hy zich gekozen heeft,
is Vietnam tijdens de verwarde oorlog,
deels guerilla, van de afgelopen Jaren.
Reeds met de keuze van zyn antago
nisten geeft Greene te kennen wat zyn
voornaamste motief zal worden. Hij
zet nameiyk tegenover elkaar Fowler,
de Engelse dus West- Europese ver
slaggever en Pyle. een jonge Ameri
kaan.
Fowler is een man van middelbare
leeftijd, begaafd met het inzicht, dat
zijn beschaving en intellect hem gege
ven hebben. Hij ken* de complicaties
in politiek en individu en weet wat
daden en woorden wel zo ongeveer
waard zyn. Hij wil dientengevolge niet
meer betrokken worden bij wat dan
ook. hy is een verslaggever en wenst
geen commentator te zyn.
Pyle is een typische exponent van
het opvoedingssysteem ir. de V.S. Hij
komt in Indo-China met de inge
stampte vooroordelen de doorsnee-
Amerikaan eigen; dat er niets in de
wereld deugt en dat Amerika de zaak
wel eens op poten zal zetten. Hij weet
alle antwoorden en denkt alleen langs
voorgeschreven lijnen; hij zou opge
groeid zyn tot de „eeuwige oudere
broer die nergens iets van begrijpt".
Zo ziende ziet hij niet en zal hy ook
nooit zien. dat zijn opdrachtgevers hem
bij de Missie voor Economische Hulp
gebruiken voor gewetenloze doeleinden.
In zijn onschuld gelooft hij werkelijk
dat de rovergeneraal met zijn handvol
troepen „de derde macht" in Vietnam
is en bereid de democratie volgens
Amerikaans recept te aanvaarden. In
opdracht speelt hij deze leider gruwe
lijke bommen in handen en zelfs als
generaal Thé daarmee een bloedbad
aanricht, waarbij niets dan onschul
dige slachtoffers vallen, dan nog is hij
niet in staat de misdadige intenties te
onderkennen. Als hij door de commu
nistische Vietnamezen op drastische
wyze uit de samenleving verwyderd
wordt, zegt Fowler ook terecht: „Hy
is vermoord omdat hy te onschuldig
was om te leven". De onschuld dus,
die de afschuweiykste gevolgen kan
hebben.
Onmiddellijk van belang na dit poli
tieke probleem is de verhouding van
Pyle en Fowler ten opzichte van het
meisje Phuong. Door deze Fowler een
dubbele band met Pyle te geven, komt
de schrijver tot een volgende laag van
zyn probleemstelling; niemand kan
volkomen zeker zyn van de motleven
van zyn daden. Fowler, die wenst te
leven buiten inmenging, heeft zich
door het hartbrekende schouwspel van
de bomaanslag laten verleiden tot
handelen, een handelen dat overigens
•byna negatief is. En nu weet hy niet
meer of zijn motieven Inderdaad zo
onpersoonlijk waren als hy meende.
Daarmee komt Greene op de ulteln-
deiyke vraag, die steeds groter komt
spoken achter de moderne samenle
ving: waar is het eigenbelang tot het
minimum beperkt en waar dekken
fraaie motieven een maximum aan ge
wetenloos egoïsme? Men kan van een
schryver niet verwachten dat hy op
zulk een vraag een antwoord geeft,
maar deze heeft zyn best gedaan om
in de figuur van Fowler de weg van
de menseiyk mogeiyke eeriykheid te
■wijzen.
„A.N.S.I.E. Algemene Nederlandse
Systematische Encyclopedie Deel
I". N.V. Amsterdamsche Boek- en
Courantmaatschappij Amsterdam
1955
„Systematisch ingericht" zegt de
prospectus nadrukkelijk, hetgeen dus
wil zeggen dat het nasla-werk in kwes
tie is onderverdeeld naar de verschil
lende vakgebieden en niet naar alfa
betische trefwoorden. Men vindt dus
in deel I van de A.N.S.I.E. sterren
kunde, wiskunde, natuurkunde, schei
kunde, veranderd wereldbeeld, de
aarde biologie, geneeskunde enz. enz.
Over al deze onderwerpen treft men
duideiyke, simpele uiteenzettingen
•aan, essays, waarin getracht is de lezer
een eerste indruk te geven van een
door hem nog niet of weinig ontgon
nen terrein. Hoe deugdeiyk ook, hel
valt niet te ontkennen dat het onmo-
gelyk is enig onderwerp waarover
bibliotheken vol zijn geschreven, samen
te vatten in enkele tientallen bladzy-
den. Het doel van deze encyclopedie is
dus kenneiyk de aandacht op te wek
ken en daar zal het werk setlllg in
slagen. Anderzijds moet de lezer niet
vergeten dat hy uit een werk als dit
niet meer kan putten dan een eerste
indruk en dat hy voorzichtig moet zijn
met deze kennis en zioh hoeden voor
•het. trekken van conclusies of het ont
wikkelen van theorieën. Vooral by een
onderwerp als de geneeskunde kan
halve kennis gevaarlijker zijn dan on
wetendheid.
Deze encyclopedie is fraai gezet en
gebonden en kloek van- formaat. Er is
•aandacht besteed aan een goede lees
baarheid iets waar het wel eens
aan ontbreken wil en de tekst is
voorzien van vele verhelderende teke
ningen, goed'e foto's en een enkele
kleurendruk. Dit goed hanteerbare
boek zal binnen tien maanden na het
verschynen van het eerste deel (ok
tober 1955 tot drie delen gecomple
teerd worden.
OLARA EGO-ENK.
voor het barre jaargetijde. Dat waren
ook verbena en longkruid, die wel hun
bloemen, maar niet hun frisheid had
den verloren.
Hun taak was nu overgenomen door
de broeders en zusters van „hogere
rang" namelijk de herfstasters in vele
prachtige tinten paars en wit, en door
brandende phloxen en warmrode
heleniums.
Als de regen nu eens een tijdje met
vakantie ging, wal zouden we dan nog
veel moois in onze tuin te genieten
krygen!
BUITEN, op de landwegen en langs
de slingerende fietspaden staat
ook alles in volle fleur, nu de
herfstdag zo veelbelovend inzet. Aan
vogelleven is echter niet bijster veel te
beleven. Wel zit er een tjiftjaf, die de
reis naar het zuiden dus nog niet is
begonnen, wat te prevelen in een
kletsnatte berkeboom. maar het blijft
bij prevelen, het typische korte versje
uit vroegere dagen van dit jaar is het
niet meer en dat zal het in 1956 ook
niet meer worden.
Ook de kleurige vink in een volgende
boom is van slag af. 't Zal wel een
jonkie zyn van dit jaar. die zyn pro
gramma nog van buiten moet leren.
Vinken zijn er anders nog wel en
hier en daar zelfs in behoorlyke troe
pen: prachtige fraai gekleurde vogels,
zaadeters met dikke kegelsnavels, die
uit het struikgewas naar het geploegde
land strijken en weer terug, zodra er
gevaar dreigt. En als we goed kyken.
zien we overal van dat kleine grut
met schokkende rukjes opvliegen of
overvliegen van perceel naar perceel.
Er zit toch al wat „trek" in die
troepjes. En kyk daar eens, boven dat
bouwland! Daar wiekt zwygend een
koppel kieviten in breed front over het
landschap. Als ze over ons komen,
horen we zacht de zwiepende slag der
ronde zwartwitte vleugels.
Koppelende kief ten! Die weten al
welke kant ze opwillen, zo bewust is
hun koers noordoost zuidwest.
Er drijft nog een enkele blanke
meeuw over en op een akker is een
heel stel kraaien aan het spitten, grote
grove roeken en kleine kittige toren
kraaien. hoor! ze lawaaien ook vrolijk
boven een ver donker bos, maar fei-
telyk is dat vandaag dan ook alles.
Geen nachtegaal, geen wielewaal, er
klinkt geen weideroep van wulp of
grutto, de koekoek heeft ons al lang
verlaten, al werd me er in de laatste
week van september nog een gebracht,
verongelukt en byna dood.
EN 'tochhet grote feest mag
dan voorbij zijn. het is nog aller
minst „de dood in de pot" voor
iemand, die van buiten houdt. Mis
schien komt het wel door de afwezig
heid van de vogels en hun vele stem
men, maar het is een feit, dat we in
deze tyd vanzelf meer aandacht geven
aan wat er groeit aan de kant van
onze weg.
Wat daar groeit, en zelfs nog bloeit
ook. is zeker niet minder de moeite
waard dan wat onze gevleugelde vrin
den ons te genieten gevend Het is nu
de tyd van de herfstkruiden. De zo
merbloei zit er op, het graan en het
hooi zijn van het land. nu krijgen de
najaarskrulden hun kans.
Zie ze daar staan op oude rommel
plaatsen, stortplaatsen van steen en
puin en verheug u over hun forse ge
stalte en prachtige tinten. Daar is het
wilgenroosje, purper als een roos, met
een bloemtros, die al maar hoger
bloem zet. zodat er tenslotte aan een
plant zowel bloemen zitten als vruch
ten. langgerekte dunne dingen, die het
zaadpluis in een losbandige overvloed
vrygeven.
Daar staat ook het donkergroene,
bitter geurende boerenwormkruid met
de bekende gele knoopjes in een
scherm bij elkaar, een echte artsenij-
plant uit vroeger dagen, toen het volk
zyn eigen geneeskunde nog bedreef
met behulp van geneeskrachtige krui
den. Waarmee niet bedoeld wordt, dat
deze kruiden thans hun betekenis zou
den hebben verloren!
Zeker niet. maar half in het water,
aan de slootkant, staat er b.v. nog een.
waarvan de doordringende geur nog
lang aan onze hand merkbaar is. Dat
is de akkermunt, om te zien al een
mooie plant met frisse sappige blade-
(Van onze Romeinse correspondent)
De pers pleegt in de laatste jaren bijzonder veel
aandacht te wijden aan „de mode". Dat het om
damesmode gaat, behoef ik er nauwelijks bij te
zeggen. We krijgen dan allerlei bijzonderheden
opgedist over de H-lijn en de S-lijn en de schep
pingen van de heer Dior of zijn Italiaanse even
knie Schubert. Dat geeft ons het „prettige" gevoel,
dat ai onze brave huismoeders - en natuurlijk onze
dochters - niet behoeven te kijken op een paar
briefjes van duizend meer of minder, wanneer het
er om gaat elegant en la page" te zijn.
En voor ons arme mannen nietsHet
eeuwige colbertje en af en toe eens een leuke trui
en daarmee uitIn Italië, waar beide kunnen
aan elkaar gewaagd zijn als het op verzorgde kle
ding aankomt, heeft men daar iets tegen gedaan.
Elk jaar wordt in San Remo aan de Rivièra tegen
het einde van het badseizoen een modeshow
gehouden voor heren. Dit jaar is het een gebeur
tenis geweest van de eerste rang en dat niet zo
zeer, omdat de ontwerpers meelij met ons hebben
dan wel omdat zij zich bezorgd maken over hun
eigen toekomst.
Italië - dat arme Italië, waarvan men ln het Noorden vaak denkt dat het
alleen door opera-tenoren en landlopers wordt bewoond - heeft tot nu toe
krachtig weerstand geboden aan de confectie.
Alle jonge Italianen, dus ook de arbeiders, mits ze niet werkloos zyn. en de
mannen boven de dertig die het maar enigszins betalen kunnen, lieten tot voor
kort hun kleren, ook hemden en vaak schoenen, steeds naar maat maken.
Zelfs de meest boerse soldaat zal het ten naaste bij passende uniform dat hy
van de foerier heeft ontvangen, na twee weken laten vermaken, tot het behoor
lijk zit.
Voor U, mijnheer..? Vrouwelijke entourage
Pon mi-k/1 och i-vttt vrv-v»* m arm on IrffVf.
Ma&r het leven wordt 6teeds duur
der en de confectie, die tot nu toe al
leen door de armsten werd gekocht,
wordt al maar beter. Het gevolg is dat
nu ongeveer de helft van de manne-
lyke bevolking confectie draagt. De
kleermakers zyn terecht bezorgd en
hebben de kwaliteit van hun werk der
mate opgevoerd', dat er geen confectie
ooit tegen op kan. Sir Williams, een
der grootste modekoningen van Lon
den, heeft te San Remo verklaard, dat
de nieuwe Italiaanse herenmode wat
kwaliteit der stoffen, snit en goede
smaak betreft onovertroffen is. „De
Italiaanse man, dat kan niet worden
geloochend, is thans de meest elegante
ter wereld en hy dankt dit aan de Ita
liaanse kleermakers", die woorden van
de „Grote Williams" werden te San
Remo in alle toonaarden herhaald.
ren en stengel, maar in een veldboeket
geschikt, een geurig middelpunt op
onze tafel. Nog al meer ontdekken we
tussen het vochtige gras. Daar is de
lichtpaarse scabiosa, die ook nog een
andere naam „schurftkruid", draagt
wegens zijn vroegere relatie met de
bewuste huidziekte, die met behulp
van het sap uit deze plant werd be
streden Zo lees ik tenminste in een
„cruydenboek".
Vele van deze kruiden, deze „on
kruiden", zoals we ze by voorkeur
noemen, zyn in het zaad geschoten en
vormen voor onze vinken, putters en
sijsjes, wintertrekkers en blijvers,
voorlopig een ryk gedekte tafel.
Daar zitten ze in de melde, in het
kruiskruid en het perzlkkruid. in
alsem en Canadese fijnstraal en peu
teren er met hun dikke bekken de
zaadjes uit. Daar sputteren ze links
en rechts met de kleine pitjes, morsen
en verkwisten, en zorgen zo ongewild
en ongeweten voor een natuurlyke
verspreiding van het zaad.
Maar de mooiste plant langs de weg
in het herstige land vind ik de beren
klauw. een reus onder zijns gelijken.
En deze heb ik dan voor U getekend.
SJOUKE VAN DER ZEE.
Een modeshow voor mannen Mjkt
een beetje gek, maar dat is een opper
vlakkig oordeel. Er waren., ter bege
leiding naast de vele tientallen manne-
ïyke „mannequins" (voor het meren
deel, maar niet allemaal, beneden de
dienstplichtige leeftyd) ook enkele
vrouweiyke collega's, die „tallor-made"
kostuums lieten zien en enkele avond
japonnen by wyze van entourage voor
de heren in rok en smoking.
En het wonderlijke was, dat de
jongemannen verreweg de beste
mannequins bleken, zich natuurlij
ker bewogen en in vele gevallen het
fraais, waarmee zij waren uitgedost,
op een ietwat ironische manier ten
toonstelden, die bijzonder prettig
aandeed.
Licht1 koffie-met-melk
En wat is nu de nieuwe herenmode,
die ons hier door 75 toonaangevende
kleermakers werd voorgesteld? Eerst
de kleuren. Oppermachtig heerst het
bruin in alle gradaties van diep kas
tanjebruin tot licht koffie-met-melk.
Naast het bruin, maar op grote af
stand, volgt een zeer donker groen, zo
ongeveer de tint van de toog van de
■dorpspastoor, een toog die vele jaren
geleden zwart is geweest maar nu
groenig is verkleurd. Donkergroene
parapluus in zware zijde zagen we
zelfs meer dan bruine of zwarte. De
lyn van het kostuum accentueert de
lichaamsvormen, doch zonder overdrij
ving. Het Jasje is langer dan, althans
in Italië, tot nu toe gebruikelijk was.
Voor een man van 1.70 meter is het
jasje 75 cm. lang. De twee kleine
splityes, die hier nooit populair zyn
geweest, zyn beslist taboe: een split ln
het midden voor sportkostuums; voor
een meer gekleed kostuum geen split.
Het jasje heeft hoogstens twee, soms
één, maar nooit drie knopen. De re
vers zyn puntig, \ry breed. De panta
lon is smal, hoewel een ietsje breder
dan (ln Italië) op het ogenblik gebrui-
keiyk is en heeft opnieuw de omslagen
aan het voeteneind.
Korter en minder ruim
Overjassen, by voorkeur in kameel
haar, zyn veel korter en ook minder
ruim dan tot nu toe (in Italië) en
daarmee benadert de Italiaanse mode
die van Londen, die men vroeger hier
nogal belacheiyk vond. Een kameelha
ren overjas mag een kleine versiering
in bruin leer hebben aan de knoops
gaten. Bruine schoenen zullen minder
worden gedragen dan tot nu toe. De
mode is, behalve voor sportkleding,
zwarte schoenen, niet al te puntig en
ln kalfsleer. Donkerbruin is toelaat
baar, lichtbruin of geel beslist niet.
De hemden zyn wit of in lichte pas
telkleuren: grys of hemelsblauw; de
dassen, ook vlinders zonder opzichtige
dessins.
Voor avondkleding zagen we veel
smokings met enkele borst, zoals vóór
de laatste oorlog gebruikeiyk was. De
kleur is doorgaans zwart, eventueel
zeer donker violet. Kraag en revers
van het smokingjasje vormen een on
gebroken geheel met een opvallend
elegante lyn.
Strepen taboe
Zeer veel zal men een donker kas
tanjebruin Jasje dragen op een licht
bruine flanellen pantalon. Het vest,
onmisbaar, kan dan bananengeel zyn
of lichtbruin met een fijn violetkleu
rig ruitje, trepen zyn taboe in alle
stoffen, ruiten niet. De hoed zal
tenminste dat hopen de hoedenmakers
weer algemeen gedragen worden en
wel in een heel aantrekkelyke vorm,
Robin Hood, geheten, die als men er
een veertje op zou steken, aan de ro
mantische hoeden van de late middel
eeuwen zou doen denken.
En we vergaten byna het allerbe
langrijkste. Veel colbertjasjes en
overjassen hebben aan de rechter
kant twee zakken boven elkaar. Bo
ven de gewone zak met klepje is een
kleiner zakje, ook met klepje, voor
lucifers of sigarettenaansteker. Bij
zonder kleurig en aantrekkelijk is de
sportkleding, vooral voor de winter
sport. Veel lichtgele truien in zware
wol, waarbij vaak een violetkleurig
dikke wollen das wordt gedragen.
Ziedaar hoe onze Italiaanse VTienden
naar de ontwerpers hopen er
deze winter bij zullen lopen....
Een roos met dauwdruppels: de Koningin der Bloemen
In alle toonaarden is door alle
eeuwen heen de roos al bezongen als
de Koningin der Bloemen en ze zal
het ook wel blyven. Struikrozen vol
doen in kleine tuintjes uitstekend, doch
als zo'n tuintje de ganse dag in de
felle zon ligt te blakeren, kan men
beter naar de sterkste en niet naar
de mooiste soorten zoeken. Er zyn ge
weldig veel soorten; elke rozenkweker
kan U er aan helpen en het is nu een
goede tyd ze te bestellen. In onze
stadsplantsoenen en in andere open
bare parken maakt men veel gebruik
van de zogenaamde polyantharoosjes;
de mooie rykbloeiende frosrozen, die al
vroeg ln de voorzomer bloeien en er
ongestoord mee doorgaan totdat de
nachtvorst er een eind aan maakt.
Rozen moet U beslist bij een solide
firma bestellen; onze hoveniers kunnen
U er wel aan helpen. Rozen verlan
gen eigeniyk wel een open standplaats;
ik wees U er al op dat zo'n ingeslo
ten stadstuintje voor hen niet zo
ideaal is. De wind moet er nameiyk
eens lekker doorheen kunnen blazen.
Rozen verlangen een zeer goede grond
en die dient men dan ook wel terdege
te bemesten; oude stalmest is voor dit
doel ideaal. Men kan zowel varkens
als koemest gebruiken; verse mest is
niet zo goed. Als de plaats dan een
maal bepaald is, zal er gespit moeten
worden en zorg dan dat de grond diep
genoeg wordt los gemaakt. Het moet
niet zo zyn, dat de wortels al direct
op een harde ondoordringbare plaat
komen; ze moeten ongehinderd naar
beneden, doch ook in zywaartse rich
ting kunnen groeien. Laat die strui
ken by het poten niet eerst een paar
uur in zon en wind liggen; rozen wor
tels zyn daar erg gevoelig voor; ze
drogen snel uit en daarom is het beter
hen voor het poten eerst even in een
emmer water te zetten. Bij het poten
van een roos is vooral de diepte van
belang. Elke roos heeft een zwakke
plek, dat is de veredelingsplaats en
die bevindt zich Juist onder het deel
waar de scheuten ontspruiten. Dat
moet beslist wel ongeveer vyf centi
meter onder de grond komen. Over
het algemeen dekt men struikrozen
tegenwoordig niet meer; ln de afge
lopen winter heeft men echter wei er
varen dat dit toch verkeerd is. Er zyn
toen heel wat struiken bevroren en
ze zyn toch te duur om ze zo maar te
laten bevriezen. U kunt dus wat turf
molm onder bU de voet aanbrengen en
dat kan volgend voorjaar ondergespit
worden. Struikrozen moeten volgend
voorjaar ook gesnoeid worden het
is verkeerd om dat voor de winter te
doen daarop kom ik echter tegen
die tyd wel terug. Hoofdzaak is: ik
hoop dai ik U warm heb gemaakt voor
het aanplanten van struikrozen.
G. KROMDIJK.