Nieuwe investeringen onafwijsbare
voorwaarden voor verdere opgang
FILMS
Voor rendabele bedrijfsvoering
steeds grotere kapitalen nodig
Mr. van Leeuwen over de beurs
en industrie-financiering
RECHTZAKEN
95ste jaargang
Zaterdag 29 september 1956
Derde blad no. 28948
Deelnemingen aantrekkelijk maken!
(Van onze financiële medewerker.)
Als er één ding is, dat, afgezien van politieke gebeurtenissen als die van
het Suezkanaal, de wereld en dus ook de beurzen in deze tijd bezighoudt,
dan is het wel de vraag, hoe de conjunctuur zich in de naaste toekomst
zal ontwikkelen. Men is het er over eens, dat aan de economische expansie
noch in de V.S., noch in Europa, een eind is gekomen. Wèl wordt, althans
voor Europa, een langzamer tempo geconstateerd. Volgens het jaarverslag
van de E.B.U., het Intern. Monetair Fonds en de Wereldbank is de produktie
in West-Europa in 1955/56 met 6 gestegen tegen 10 in 1954/55 en in
zijn toelichting op de begroting voor Economische Zaken zegt minister
Zijlstra, dat de industriële produktie in ons land in 1954 met 10 in
1955 met 7 is toegenomen en in het eerste halfjaar van 1956 met 5
Er is dus ook in ons land nog een vrij krachtige expansie van de econo
mie waarneembaar, al is dan het tempo enigszins afgenomen.
Deze teruggang is wel verklaarbaar,
omdat een verdere vergroting van de
produktie aan produktiefactoren als be
volkingsgroei, industriële investeringen
en aan arbeidsproduktiviteit is gebon
den en als bekend in ons land allengs
een optimale bezetting van het produk-
tieapparaat is bereikt, zodat het na
tuurlijk accres van de beroepsbevolking
tot dusver gemakkelijk kon worden op
genomen en bij vele bedrijven zelfs een
nijpend tekort aan personeel is ont
staan. De bevolkingsgroei heeft men
niet in de hand, al zijn de pleidooien
voor kinderbeperking allengs verstomd.
De beide andere factoren, die van de
industriële investeringen en de arbeids
produktiviteit hangen ten nauwste sa
men en deze maken dan ook voortdu
rend een onderwerp van bespreking en
beschouwing uit.
Het moet worden gezegd dat Neder
land, wat de Industriële investeringen
betreft, de laatste jaren niet is ach
tergebleven. In de periode half 1952
1955 hebben ze niet minder dan f 6.725
miljoen bedragen en voor geen gering
deel is het hieraan te danken, dat ook
in ons land de arbeidsproduktiviteit
belangrijk kon vooruitgaan. In de ja
ren 19531955 bedroeg die vooruit
gang resp. 8, 6, 4%, terwijl voor
1956 een cijfer van 3% wordt geraamd.
Ook hier dus een relatieve achteruit
gang en het is vooral dit verschijnsel,
waarover men zich thans zorgen
maakt, niet het minst ook omdat wij
ons hier niet aan de algemene drang
naar verkorting van de werkweek zul
len kunnen onttrekken, hetgeen, op
zich zelf beschouwd, uiteraard tot een
vermindering van de arbeidsproduk
tiviteit zal moeten leiden.
Er blijft'dus, ter bevordering van deze
arbeidsproduktiviteit alleen de mogelijk
heid over om door verdere mechanise
ring, rationalisering en automatisering
van de bedrijven de produktie per man
te vergroten. Dit proces is reeds jaren
gaande, maar hoewel de exacte cijfers
voor het lopende jaar niet bekend zijn,
mag wel worden aangenomen dat ook
dit proces thans in een langzamer tem
po verloopt. Gedurende de laatste jaren
zijn de bedrijven in staat geweest door
inhouding van verkregen winsten de
modernisering van hun apparaat uit
eigen middelen te financieren, waar
over wel eens de staf is gebroken, om
dat men er een exces van het kapitalis
me in zag, doch waaraan voor een goed
deel de economische opbloei van de laat
ste jaren te danken is. Het is wel geble
ken, dat de grote kapitalen, welke door
de industriële bedrijven en in sterke
mate ook door de scheepvaartmaat
schappijen worden gereserveerd, thans
nog niet voldoende zijn om in de kapi
taalbehoeften van het bedrijfsleven te
voorzien, zodat op de banken een be
roep moest worden gedaan.
Dit geschiedde in zulk een mate dat
de Nederlandsche Bank (de regering)
daartegen maatregelen meende te
moeten nemen. Dit heeft er toe ge
leid dat vele ondernemingen tot uit
breiding van eigen kapitaal of uitgifte
van obligatieleningen zijn overgegaan,
waaraan nü echter een einde is ge
komen, omdat het aanbod van z.g.
risicodragend kapitaal is opgehouden
en zelfs de overheidslichamen tegen
een rente van 4*4% hun kapitaalbe
hoeften niet meer kunnen bevredigen.
Tot op zekere hoogte zit men hier in
een vicieuze cirkel. Aan de ene kant
zijn nieuwe kapitaalsinvesteringen no
dig om de voortgang van de conjunctuur
te bevorderen, aan de andere kant wor
den de benodigde kapitalen terugge
houden, omdat men aan een voortgang
van de conjunctuur twijfelt. Ook de re
gering hinkt in deze op twee gedachten.
Aan de ene kant wordt aan de Rijks-
fondsen, ter vergroting van het aanbod
van risicodragend kapitaal, de mogelijk
heid geopend een deel van het beschik
bare vermogen in aandelen te beleggen,
aan de andere kant wordt de aandelen
belegging minder aantrekkelijk gemaakt
door aan de bedrijven niet toe te staan
de stijgende bedrijfskosten, met name
de verhoging van lonen en salarissen,
in de prijzen door te berekenen, een
priisstabilisatie, welke op zich zelf on-
getwiifeld wenselijk is om op de wereld
markten onze exportpositie te handha
ven.
Deze cirkel zal op een of andere wijze
moeten worden doorbroken en het is
daarom alleszins verklaarbaar, dat van
meer dan één kant de vraag wordt ge
steld of de overheid wel op de goede
weg is met haar pogingen tot benoe
ming van de investeringsdrang der be
drijven, een vraag die ook onzerzijds
van meet af is opgekomen. Eerst on
langs heeft de regering aan de S.E.R.
de vraag voorgesteld of niet op inper
king van de bestedingen moet worden
aangedrongen, een vraag, waarop zij
het antwoord ongetwijfeld ook zelf wel
weet.
WÜ leven nu eenmaal in een tyd,
waarin voor de rendabele bedrijfsvoe
ring aanmerkelijk grotere kapitalen
nodig zijn dan voorheen en wie op
het punt van de modernisering van
zijn bedrijf ten achter blijft, is onver
biddelijk tot ondergang gedoemd.
Het gelukkige verschijnsel heeft zich
voorgedaan dat West-Europa gedu
rende de laatste jaren van de V.S.
een steeds grotere concurrent is ge
worden, waarover zij, die verder kij
ken dan hun neus lang is, daar aller
minst zorgen maken omdat blijkens de
ervaring, internationaal gezien, de
grootste concurrenten ook de beste
klanten worden. De geweldige expan
sie van het Amerikaanse bedrijfsleven
en de stijgende exporten zijn er het
bewijs van.
Het gaat er dus om van een land
als dat der V.S. een grote concurrent
te blijven, want de V.S. zijn voor de
economische ontwikkeling van de ge
hele wereld van dominerende beteke
nis. Met 7% van de landoppervlakte
der wereld en 6% van de wereldbevol
king produceren de V.S. méér dan één
derde van alle goederen en diensten
en om zich daarnaast te kunnen hand
haven, zal men dus zoveel mogelijk,
wat de modernisering van het bedrijfs
leven betreft, met haar in de pas moe
ten blijven.
Wij hebben de vorige week medege
deeld dat de kapitaalsinvesteringen voor
dit jaar in de V.S. op 36 miljard wor
den geraamd, dat is 6 miljard meer
dan in 1955 voor dat doel werd uitge
geven en uit de berichten van de laat
ste tijd blijkt wel duidelijk dat men de
lichte terugslag in het bedrijfsleven
heeft overwonnen en de economische
expansiezich daar krachtig voortzet. Een
bewijs voor de nog steeds toenemende
welvaart in de V.S. is dat de winsten
van 662 ondernemingen in het eerste
halfjaar van 1956 5,3 miljard hebben
bedragen tegen 4.9 miljard in die pe
riode van 1955 en dat gedurende de eer
ste acht maanden van het lopende jaar
aan dividenden weer een veel groter be
drag is uitbetaald dan het vorig jaar.
De voortduur van de hoogconjunctuur
in de VS. moge voor Europa in zeker
opzicht bemoedigend zijn, zij brengt
noodzakelijkerwijs mee, dat in ons we
relddeel en ook in ons land voor de ver
dere opbloei van het bedrijfsleven zo
gunstig mogelijke voorwaarden worden
geschapen en dat dus de arbeidsproduk
tiviteit zoveel mogelijk wordt bevorderd.
En deze verhoging is, gelijk ook minis
ter Zijlstra in zijn Memorie van Toe
lichting op de begroting voor Economi
sche Zaken opmerkt, op langere termijn
alleen mogelijk indien door omvangrijke
investeringen in de diepte de produktie
per werknemer aanzienlijk wordt ver
groot.
Aan de ene kant zal dus naar een
verdere toeneming van de besparingen
moeten worden gestreefd, opdat er
kapitalen voor de nieuwe investerin
gen beschikbaar komen, aan de andere
kant zal de deelneming in de kapita
len van de industriële ondernemingen
aantrekkelijk moeten worden gemaakt
door, voor zoveel dit in het vermogen
van de Overheid ligt, de rentabili-
teitsmogelijkheden van de bedrijven te
vergemakkelijken en op zijn minst deze
niet tegen te staan.
Aandeelhouders zijn óók wensen
Géén bewonderaar van Prof. Zijlstra's
prijsbeleid en de export-financiering
(Van onze financiële medewerker)
Ter gelegenheid van een bezoek aan de Amsterdamse effectenbeurs door een
groot aantal leden van het Kon. Instituut van ingenieurs, afd. technische eco
nomie, heeft mr. H. F. van Leeuwen, oud -directeur van de Twentsche Bank en
lid van de Tweede Kamer, een inleiding gehouden over de effectenbeurs en
industrie-financiering.
Na algemene opmerkingen over de verhouding tussen het nationaal ver
mogen (circa 80 miljard) en de waarde van de ter beurze genoteerde Neder
landse effecten (circa 21,5 miljard), herinnert spreker aan het bedrag der in
vesteringen ad 4.9 miljard, dat in 1955 is besteed en dat uit verschillende
bronnen in gefinancierd.
Terwijl in 1955 by de kapitaal-voorzie
ning een zeker evenwicht heeft bestaan,
mede door de export van effecten naar
het buitenland, blijkt dit in 1956 te zijn
verbroken. Volgens spreker is dit voor
een deel te wijten aan de in Nederland
gevolgde loon- en prijspolitiek, doordat
men het prijsmechanisme heeft uitge
schakeld. Indien de beloningen meer
worden opgezet dan overeenkomt met de
grotere produktiviteit, zou zij dat in een
vrijgelaten economie uitdrukken in prijs
stijgingen en meerdere aankoop in het
buitenland. Het tekort op de betalings
balans. dat aldus zou ontstaan, heeft bij
vrije koersvorming een stijging van de
wisselkoers tot gevolg, bij vaste wissel
koersen een tekort op de kapitaalmarkt.
Stijging van de beloningen bij gelijk
blijvende produktie en prijzen leidt tot
een poging der ondernemers om meer
te produceren, dus naar meer vraag naar
arbeidskrachten voor bevrediging der
consumptieve behoeften. Ook zou men
pogen door investering tot lagere be
drijfskosten te komen, hetgeen weer
vraag naar kapitaal uitlokt. Door ver
mindering van winstmarges komt de
zelffinanciering in het gedrang. De ver
schijnselen welk men theoretisch ver
wachten kan doen zich praktisch reeds
voor: overbezetting, een deficit op de
betalingsbalans, afvloeiing van devie
zen en een tekort op de kapitaalmarkt.
Spr. is dan ook geen bewonderaar
van het prijsbeleid van minister Zyi-
stra, gekenmerkt door een stréven om
de invloed van de stijging van de kos
tenfactoren op het prijspeil te camou
fleren. Het zou een beter beleid zijn
geweest, als in 1955 onder het toeken
nen van loonsverhogingen met meer
dere produktiviteit subsidies waren
afgeschaft, de huren voor een goed
deel waren bijgesteld en de overheids
bedrijven op lonende basis waren ge
bracht. De belachelijke winst-uitkering
(over 1955) zou ons dan gespaard zijn
gebleven.
Voorts wees mr. van Leeuwen er op,
dat bij een gezonde opzet alle vaste acti
va met aansprakelijkheidskapitaal moe
ten worden gefinancieerd. Geschiedt dit
met leenkapitaal dan moeten de door
afschrijving vrijgekomen bedragen voor
aflossing van schuld worden gebruikt
inplaats van voor instandhouding van
het bedrijf. De goede verhoudingen
moeten hier worden aangevoeld. Een
vaste formule is er niet voor aanwezig.
Fiscaal worden ondernemingen in de
richting gedreven van het opnemen van
leengeld i.p.v. aansprakelijk kapitaal,
vooral voor de opkomende onderneming
en de groeiende familie-onderneming is
het moeilijk de passende middelen voor
de groeiende behoeften te vinden. Maar
ook de bestaande en de groeiende zaken
hebben het niet gemakkelijk. De dub-
j bele belasting van uitgekeerde winsten is
strijdig met de belangen van de gezon
de structuur. De primaire kapitaalsbe
loning van het in de onderneming gesto-
1 ken kapitaal behoort als een bedrijfs-
Dr. Ritter opende
leesweek 1956
UITREIKING ATHOS-PRIJS
De leesweek 1956, georganiseerd door
de Algemene Ned. Bond van leesbiblio
theekhouders, is gisteravond in Kras-
napolsky te Amsterdam geopend door
dr. P. H. Ritter jr.
Aan mevrouw Peter Jaspers, schrijf
ster van de roman „Waarom speel je
niet Vincent?", werd de Athos-prijs uit
gereikt. Een aanmoedigingsprijs van
f. 1000 (het afgelopen voorjaar bij het
5-jarig bestaan van de Bond ingesteld)
voor de Nederlandse auteur beneden de
35 jaar, die bij het leesbibliotheek het
meest populair is.
De leesweek is ingesteld om de grote
massa niet-lezers te brengen tot het
boek, en zij die reeds leren op te voeden
tot het „betere" boek.
Vergadering Verbond van
Nederlandse Werkgevers
25 EN 26 OKTOBER IN ARNHEM.
Het Verbond van Nederlandse Werk
gevers houdt op 25 en 26 oktober in
Arnhem een algemene ledenvergadering.
De jaarrede zal worden uitgesproken
door de voorzitter van het Verbond, de
heer T. J. Twijnstra. Voorts zal prof. dr.
E. de Vries, rector van het Instituut
voor Sociale studiën in Den Haag en
oud-economisch adviseur bij de Bank for
reconstruction and development te
Washington spreker over „Het wereld
beeld 1956 en de toekomst van Neder
land". Tijdens het congres zullen de
deelnemers een bezoek kunnen brengen
aan een aantal in en nabij Arnhem ge
vestigde industrieën. Op 25 ok'ober zul
len de deelnemers aaan het congres wor
den ontvangen door het provinciaal be
stuur van Gelderland.
„Ja, ja die Liebe in Tirol"
Kleurig Oostenrijk
TRIANON Wie van Tirol houdt,
zal het zeker prettig vinden de film „Ja,
ja, die Liebe in Tirol" te zien. In dat
prachtige land bloeit de liefde veel snel
ler op. dan waar het nuchter en onro
mantisch is. Er speelt zich heel wat af
in dat berghotelletje, waar de „stoeltjes-
lift" U heen voert: gebeurtenissen rond
twee paartjes met „vader" Hans Moser
als een grappig element daartussen.
Twee zakenvrienden, die vermagerings
tabletten verkopen en van wie een met
zijn zang de vrouwenharten op hol
brengt, leren twee zusters kennende
Nervositeit
en alle gevolgen daarvan
overwint U alleen werkelijk doeltreffend
met
fl
Niet verdovend.
maar genezend.
Begin daarom een
kuur met NEUROTONIC
en U wordt Uw
zenuwen volledig
de baas.
Voorradig bij alle
last te worden opgenomen en fiscaal af
trekbaar te zijn. Aan de andere kant
moest de particuliere ondernemer niet
vergen, dat de fiscale politiek gericht
zou zijn op een vermeerdering van zijn
privé-vermogen in een zo grote omvang,
dat de ontelbare miljoenen, welke thans
voor de uitbreiding van de bedrijven
nodig zijn. door hem privé zouden kun
nen worden gefourneerd.
„Als een goed directeur"
Ilij moet voor de bevrediging van
zijn kapitaal-behoefte naar de beurs en
zich leren gedragen als een goed di
recteur, die beseft dat de zaak het
eigendom van aandeelhouders is. H(j
dient de zaak te leiden onder het mot
to: „aandeelhouders zijn ook mensen".
Eén ding moet algemeen worden inge
zien: willen wij behouden een produk-
tie-systeem, waarvan de vrye onderne
ming de geldende vorm is, dan is de
mogelijkheid tot kapitaalvorming in
verspreid bezit een essentiele voor
waarde. En onder verspreid bezit ver
staat mr. van Leeuwen niet slechts
de vrijstelling van werknemers voor
bouwsparen.
Bij de beantwoording van enkele vra
gen, sprak mr. van Leeuwen zich uit als
tegenstander van export-financiering,
omdat deze terhand is genomen in een
tijd van reeds overspannen conjunctuur.
Er waren in de scheepsbouw b.v. reeds
geen werven en mensen genoeg voor de
vraag uit het binnenland en de export
financiering heeft bijgedragen tot een
overbezetting, welke als een gesel voor
de wereld mag worden beschouwd. Er
moet een normale marche zijn van be
schikbare krachten. Mr. van Leeuwen
gaf toe, dat niet alleen in ons land,
maar ook in het buitenland de lonen
worden verhoogd en de bedrijfskosten
stijgen. Maar wij lopen thans naar zijn
mening op dit punt harder dan in het
buitenland.
VAN DEZE WEEK:
'llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll'
een charmant, de ander... nu. dat moet
U zelf maar zien
Wat al verwikkelingen ontstaan er uit
het feit. dat de oudste zuster het eerst
moet trouwen, voordat de jongste een
cent van het moederlijk erfdeel mag
krijgen. Er wordt door de twee vrienden
een "berekenend plannetje in elkaar ge
zet. Er volgt een huwelijksfeest, maar
onmiddellijk daarop de .grootste ruzie
tussen de twee „geliefden", alles volgens
plan. Waar de gèschiedenis tenslotte op
uitloopt, verklappen wij niet. Er wordt
gezongen dat het een lieve lust is, be
halve door het jongste paar ook door
leden van het Don Kozakkenkoor, ter
wijl bovendien Anton Karas - welbekend
uit „De derde man" - er aan te pas
komt.
Een luchtige kleurenfilm, opgenomen
onder het felste zolicht van Tirol, met
vrolijke muziek en grappige incidenten,
in haar geheel typisch Oostenrijks, hu
moristisch en wat naief: kortom, plezie
rig om naar te kijken, vooral omdat het
prachtige Tirol hier weer eens voor U
gaat leven.
Fernandel als modekoning
Vlotte omgang met
mannequins
LUXOR Fernandel heeft weer een
nieuw beroep: modekoning. Aanvanke
lijk is hij coupeur in een herenmodema
gazijn. en hij doet zijn werk goed. Zijn
vrouw heeft een modemagazijn voor da
mes. maar F«mandel mag zich niet be
moeien met de zaak van zijn vrouw, die
vreest dat hij al te vlot om zal gaan
met de dames. Daartoe heeft zij ook re
den. hetgeen later in de film wel blijkt.
Fernandel neemt, na een ruzie met zijn
baas. ontslag, doch. dat wil hij voor zijn
vrouw verborgen houden. Hij krijgt plot
seling de kans zijn ideeën op het gebied
van de damesmode aan de buitenwereld
bekend te maken, hoewel hij daar veel
tegenwerking bij ondervindt van zijn
twee compagnons, die de zaak liever wil
len verkopen. Fernandel zet echter door,
en met succes.
Zijn vlotte omgang met zijn manne
quins levert hem echter moeilijkheden
op met zijn vrouw, die alles te weten is
gekomen. Er volgt een moeilijke tijd
voor beiden, waarbij zij het met de hu
welijkstrouw niet al te nauw nemen. Zij
gaan daarin heel ver, doch keren op het
laatste moment op hun schreden terug,
zodat het is: „Eind goed, al goed".
Een film? waarmede men zich zeker
wel zal vermaken.
„The Glenn Miller Story"
Voor de derde maal!
CASINO De directie van het Hoge-
woerd-theater heeft gemeend „The
Glenn Miller Story", waarover wij reeds
enkele malen schreven voor een derde
keer in Leiden in roulatie te moeten
brengen. Terecht, want de makers van
deze ontroerende muziekfilm (in kleu
ren!) hebben op uitstekende wijze de
geschiedenis van de beroemde Ameri
kaanse bandleider, die na een reeks te
genslagen en mislukkingen een aparte
en merkwaardige stijl - de zgn. Miller -
klank aan de dag wist te leggen, in beeld
gebracht. De rol van Glenn Miller, die
eind 1944 bij een vliegtuigongeluk in Eu
ropa werd gedood, wordt sympahiek ge
speeld door James Stewart. June Ally-
son is in deze film, waaraan o.m. Loiiis
Armstrong. Gene Krupa en The Moder-
naires hebben medegewerkt, zijn char
mante echtgenote.
In de onderwereld van Parijs
Gulle lach
REX-THEATER In een tijd die om
ontspanning en vergetelheid vraagt
brengt Rex meestal wel uitkomst: meest
al door wilde avonturenfilms, ditmaal
door een film die ook wel avonturen
brengt maar toch in de eerste plaats
vrolijkheid.
Fernandel, de Franse grootmeester
van de lach, raakt verzeild in de Franse
onderwereld, waar ingewikkelde com
plotten en gevaarlijk schijnende situaties
hem alle gelegenheid geven zijn toeren
en grimassen ten beste te geven.
De Fransen houden er een heel spe
ciale soort humor op na en Fernandel
blijkt daarvan ook in deze film weer
een voortreffelijk vertegenwoordiger te
zijn.
Chaplins kolder-parade
Grappen ten koste van
anderen enzichzelf
LIDO Deze film is samengesteld uit
een aantal twee-acters uit Chaplins eer
ste tijd. Aan gooien en smijten dus geen
gebrek, maar in echt-Chapliniaanse stijl
en derhalve toch verteerbaar. Wij zien
hem o.m. als bediende van een pandjes
baas, als kelner, op de rolschaatsbaan
en als brandweerman Het merkwaardige
van Chaplin is, dat zijn manier van spé
len de zwaar-gechargeerde opzet menig
maal doet vergeten, omdat de grappen,
bedreven op kosten van anderen, in
evenwicht worden gehouden door de
vaak kostelijke ironie jegens zichzelf.
Voor liefhebbers van Chaplin een bij
zondere gelegenheid zich aan zijn vroe
gere films tegoed te doen.
Deze compacte elektronische
rekenmachine ..Baby Brain" vormt
het belangwekkende centrum van
een tentoonstelling in Parijs van
kantoorinrichting. De machine kan
zeer ingewikkelde berekeningen in
een oogwenk uitvoeren. Men ver
wacht. dat zij vele administraties
zal vereenvoudigen en versnellen.
's Avonds geen poëzie!
Gedagvaard maar niet verschenen voor
de Haagse Economische Politierechter
was een bloemenventer te Leiden, die
's avonds na zeven uur bloemen verkocht
De officier eiste f. 25 boete of 10 dagen
Conform de eis veroordeelde de rechter
hem.
tUW: qpzhyi
Jóaqm achiatmn
<k.2on<^2schszmn-
IJF.Cnoxn vcL ttots
iai^^BJiiaakbz. staan,
feiburm un. c^Jutuik
SóOudGmlóaxjcn van
Laidse. ftmtoadhi»cW>£
taagïn dC$oroa:s
£<s
Leidse wonlnOjBoaw
foBwssie. bmchl wypoct
UÜ (met 5 take, punlen .j
16(la£d&e bUakneuSjOb
iqinofua. d&?e. tücafe
naaxaia.„qeiulc +zonl
I I V
ft( m&b ai- OiJcQYi we.
lwsu. hael üic' .t