Verkadefabrieken schonken Leidse
Academie nieuw laboratorium
Gastro-enterologie werd in
interne-kliniek ondergebracht
Prof. dr. L. J. van Holk 25 jaar
Leids theologisch hoogleraar
Humanistisch Verbond
Prachtige toneelstart K. en O.
95ste jaargang
Donderdag 20 september 1956
Tweede blad no. 28940
Symbiose ivetenschap-industrie
(Ingez. Med.-Adv.)
Gisteren vond in de collegezaal van de kliniek voor interne geneeskunde
van het Leids Academisch Ziekenhuis de overdracht plaats van een door de
Verkadefabrieken te Zaandam geschonken en ingericht laboratorium voor
gastro-enterologie aan het college van curatoren plaats. Bij de overdracht van
dit laboratorium voor fundamenteel onderzoek inzake de betrekkingen tussen
bepaalde ziekten en bepaalde voedingsstoffen werd vooral veel aandacht
besteed aan de groeiende contacten tussen industrie en wetenschap in het
Universitaire bestel, een vraagstuk dat in studie verkeert doch in praktijk reeds
tot bescheiden antwoorden geleid heeft.
Delicaat probleem
Wetenschap en bedrijfsleven zijn
enerzijds nauw verbonden maar staan
anderzijds ver van elkaar.
Het bedrijfsleven steunt voor een be
langrijk deel op de wetenschap, dus ook
op de Universiteit in haar algemeenheid.
Indirect steunde tot dusverre de Univer
siteit ook op het bedrijfsleven in zoverre,
dat diegenen, die door haar gevormd
werden, voor een groot gedeelte uitein
delijk hun maatschappelijke bestemming
in het bedrijfsleven vonden. De Univer
siteit ondervond daardoor een groter
toevloed van studenten, en had daardoor
ook meer behoefte aan wetenschappe
lijke werkers, zodat ook het aantal der
6tudenten, die hier him vorming kwa
men genieten met het vooruitzicht van
een zuiver wetenschappelijke loopbaan
werd gestimuleerd.
Anderzijds echter bestaat er tot nog-
toe in ons land over het algemeen een
grote afstand tussen beide. Een be
grijpelijke afstand gezien het zo ver
schillend karakter: de Universiteit
weliswaar ook vormingscentrum maar
dan nog in algemene zin en pas in de
laatste plaats met het karakter van
vak-opleiding, doch in hoofdzaak basis
van de zuivere wetenschapsbeoefe-
geesteljjke derhalve.
Maar de componenten van die te
genstelling hebben slechts dank zij
elkaar levensvatbaarheid.
In ons land is in tegenstelling met
(meestal jongere) andere landen nog
weinig direct contact tussen bedrijfs
leven en Universitaire wetenschap tot
een vorm van vruchtbare samenwerking
gegroeid:.
Groeiende interesse
In de naoorlogse jaren heeft men zich
eohter van beide zijden en van rege
ringszijde voor dit probleem geïnteres
seerd met het gevolg dat een commissie
de opdracht heeft gekregen, de voor- en
nadelen van alle aspecten van een nau
wer contact en een hechtere samenwer
king te beoordelen. Deze materie heeft
echter zovele facetten, dat een defini
tieve uitspraak vooralsnog niet te ver
wachten valt.
Niettemin is een geleidelijke ontwik
keling van een dergelijke nauwere
samenwerking reeds te bespeuren.
Uiteraard toont die samenwerking alle
tekenen van incidentele improvisatie.
Van wetenschappelijke zijde is men
huiverig de principiële vrijheid van on
derzoek beperkt te zien, van de andere
zijde aarzelt men een schenking-in-geld
te doen die door de Universiteit (voor
zover zij als autonoom instituut zou
kunnen optreden) naar eigen inzicht
besteed zou kunnen worden, met het
risico dat de baten ook niet de moge
lijkheid de vrucht voor de schenker zou
den openen.
Dat is begrijpelijk. En dat is boven
dien billijk.
„Wetenschappelijke
kinderbijslag" en de
suikeroom
Begrip voor deze zaken sprak over
duidelijk uit de toespraken, die gister
middag gehouden werden bij de over
dracht van een laboratorium voor voe
dingsonderzoek, ondergebracht bij de
kliniek voor interne geneeskunde van
het Leids Academisch Ziekenhuis, aan
het college van curatoren door de
schenkers, de N.V. Koninklijke Verkade
Fabrieken te Zaandam.
Prof. dr. J. Mulder, hoogleraar m de
interne geneeskunde, opende deze bij
eenkomst in de collegezaal van zijn kli
niek waarin zich enkele tientallen di
rect bij het laboratorium en de daarbij
betrokkenen hadden verzameld, met een
inleidend woord.
De president curator, dr. J. E. baron
de Vos van Steenwijk, die namens de
Universiteit de schenking in ontvangst
nam, vergeleek de curatoren met de
Wederom Leidse lichtweek
VAN
24 NOVEMBER T/M 4 DECEMBER
Gistermiddag kwamen in „De Har
monie", onder voorzitterschap van de
heer D. van der Kwaak, de vertegen
woordigers van diverse Straatcommis
sies met het Lichtweekcomité-VW
bijeen. Reeds spoedig stond vast, dat er
ook dit jaar weer in Leiden een licht
week zal worden gehouden en wel van
24 november tot en met 4 december a.s.
En vergissen wij ons niet, dan belooft
deze lichtweek, blijkens enthousiaste
stemmen uit de vergadering, weer groot
ser te worden dan voorgaande jaren. Al
leen de vertegenwoordigers van de Haar
lemmerstraat lieten een somber geluid
horen, aangezien wegens geringe mede
werking van de zijde van de aldaar ge
vestigde middenstand, het niet waar
schijnlijk is dat deze zo belangrijke win
kelstraat een feestverlichting zal krijgen.
Voorts werd besloten op 18 oktober
a.s. om 10 uur 's morgens weer bijeen te
komen teneinde de uitgewerkte plannen
onder ogen te zien.
Bel in voorkomende
gevallen:
Brandweer 33333
Eerst Hulpdienst 20645
Politie 22244
ouders van een gezin van wie de ouders
steeds in „blijde verwachting" verkeren.
De Staat begrijpt echter nog te weinig
van de noodzaak van kinderbijslag in
dit opzicht, en van financiële steun voor
de hogere kosten die het opgroeien van
de kinderen meebrengt. Gelukkig werd
ditmaal voor dit gezin een „oom" ge
vonden. die er voor zorgde dat er een
knutsel'kamer op zolder werd ingericht,
hoewel ook daarbij nog problemen kwa
men kijken in de vorm van een als vaste
werkman in dit gezin optredende Rijks
gebouwendienst.
Langdurige voorbereiding
Het trof de president curator, dat
de voorbereiding en vormgeving van
het geschenk (meer dan een jaar)
veel langer waren geweest dan de uit
voering, die op 3 april j.l. begon en
gisteren als voltooid beschouwd kon
worden.
Spreker bracht dank aan de Verkade
fabrieken, die dit laboratorium mogelijk
hebben gemaakt en daarover ook in de
toekomst hun zorgen laten uitstrekken.
Moeilijk ontstaan
Prof. dr. J. Mulder stak daarna de
loftrompet over dr. A. J. Ch. Haex die
het denkbeeld voor een dergelijk labo
ratorium had gelanceerd en met grote
verbetenheid, wetenschappelijke doel
bewustheid en voortvarendheid op ander
gebied de verwezenlijking door middel
van deze schenking had doorgedreven.
Spreker omschreef de moeilijkheden
die optreden bij de vestiging, huisves
ting en outillage in wetenschappelijk
en financieel opzicht, van een sub
specialisme. Het Rijk, dat wettelijk
deze mogelijkheid belemmert, heeft via
TNO en ZWO wel bijgedragen tot een
dergelijke sub-specialisatie, maar dit
kon slechts incidenteel geschieden.
•belang bij een dergelijke symbiose zoals
ook de medische klinische wetenschap
dit van haar kant heeft.
Belangrijke stimulans
Namens de directie van de N.V. Ver
kade sprak tenslotte de heer F. Verkade,
die de aanvankelijke huivering schetste
voor de plannen van dr. Haex doch te
vens het groeiend enthousiasme om deze
plannen te verwezenlijken.
Een belangrijke stimulans daarbij
was de geniale vondst van de kinder
arts prof. dr W. K. Dicke, dat gluten
(een eiwitcomponent van tarwe) de
oorzaak kan zijn van bepaalde voe
dingsstoornissen bij voor dit eiwit ge
voelige personen. Een verder onder
zoek op dit gebied zal een van de eer
ste taken van de staf van het nieuwe
laboratorium zijn.
Na de toespraken begaven de aanwe
zigen zich naar het laboratorium, dat
ingericht is in een van de zolders van de
kliniek voor interne geneeskunde. Het
doel van dit laboratorium is het bestu
deren van het mechanisme van gecon
stateerde stoornissen op grond van het
gebruik van bepaalde voedingsmiddelen,
die mede voor de voeding van de gezon
de mens van belang kunnen zijn.
Symbiose
Veel verwachte prof. Mulder van een
soort symbiose tussen wetenschap en
bedrijfsleven, zoals deze zich bij het tot
standkomen van dit laboratorium heeft
geopenbaard. Alle paramedische indus
trieën, waaronder ook de voedingsmid
delenindustrie in zeker opzicht gerang
schikt kan worden, hebben het grootste
De Leidse woningbouw
Raadscommissie kwam gereed
met haar woningbouwrapport
Verslag is reeds aan de Raad aangeboden
Loopt de Leidse woningbouw te traag? Ligt hiervoor de schuld bij Leiden
een te laat indienen van de plannen? of bij de Haagse instanties, t.w.
het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting, Ged. Staten van Zuid-
Holland en de Provinciale Directie, die geen vlotte toestemming tot de ver
wezenlijking van de door Leiden ingediende plannen geven? Zoals bekend
draaide om deze vragen het vorig jaar de uitvoerige discussie, die in de zitting
van de Leidse raad van maandag 24 oktober werd gehouden.
Na urenlange debatten werd een com
missie ad hoe benoemd, welke de op
dracht kreeg een onderzoek in te stel- I
len inzake ae achterstand met betrek- 1
king tot de verlening van bouwver
gunningen.
Tot leden van deze commissie werden
benoemd de vijf fractievoorzitters, de
heren E. Meester. C. J. Woudstra, A.
van Dijk, J. G. Hagens en H. van
Weizen.
In deze zelfde zitting werd besloten,
dat de raad eerst na het bekend worden
van dit onderzoek zijn houding t.o.v.
het door Leiden gevoerde woningbouw
beleid zou bepalen. Een en ander had
mede tot gevolg, dat het vorig jaar bij
de behandeling van de gemeentebegro
ting het woningbouwbeleid niet in dis
cussie werd gebracht.
Zaterdag 22 september
Wijsbegeerte van de Godsdienst
zedekunde en encyclopaedic
Zaterdag a.s. zal het een kwart eeuw geleden zijn dat prof. dr. L. J. van
Holk benoemd werd tot Leids hoogleraar in de theologische faculteit voor het
onderwijs in de wijsbegeerte van de Godsdienst, de zedekunde en de encyclo-
paedie der Godgeleerdheid. Hij aanvaardde dit ambt op 30 oktober 1931.
Prof. Van Holk heeft zich grote bekendheid verworven als oprichter van
de Vrijzinnig Christelijke Jongeren Bond en als spreker voor de VPRO-
microfoon.
Prof. Van Holk werd op 16 oktober
1893 te Amsterdam geboren, bezocht het
stedelijk gymnasium te Utrecht en stu
deerde theologie aan de Leidse Univer
siteit, waar hij op 21 oktober 1921 bij
nu wijlen prof. dr. K. H. Roessingh
promoveerde op een dissertatie, getiteld
„De betekenis van Bergson voor de
wijsgerige theologie". Behalve te Leiden
studeerde hij ook nog enige tijd theolo
gie te Genève.
Nadat de heer Van Holk in 1918 pro
ponent was geworden bij de Remon
strantse Broederschap werd hij op 30
juni van dat jaar door ds, R. Miedema
van Amersfoort te Schoonhoven in het
predikambt bevestigd.
In verband met zijn benoeming tot
algemeen secretaris van de mede door
hem opgerichte Vrijzinnig Christelijke
Jongeren Bond kreeg dr. Van Holk met
ingang van 1 mei 1922 ontslag. Ruim
een jaar later, op 27 mei 1923, maakte
hij evenwel opnieuw zijn entree als pre
dikant, thans van de Remonstrantse
Gemeente te Gouda, vanwaar hy een
jaar later naar Utrecht vertrok.
NAAR LEIDEN.
Op 22 september 1931 volgde zyn be
noeming tot hoogleraar te Leiden in
de wijsbegeerte van de Godsdienst, de
zedekunde en de encyclopaedic der
Godgeleerdheid, als opvolger van
wijlen prof. dr. H. T. de Graaf. Prof.
Van Holk aanvaardde dit ambt op 30
oktober van dat jaar met een oratie
over „Dynamisch Pluralisme".
Behalve zijn dissertatie verschenen
verder nog van zijn hand „Wijsgerige
inleiding tot de Godsdienstwetenschap",
„Encyclopaedie", „Levenskunst", „Mo
reel Beraad" (twee delen), „Het Onver
gankelijk lacht", „De Heilige Wake",
„Parsifal", „De geschiedenisfilosofie van
Oswald Spengler" en „Bijbelse Figuren".
Van 1926 tot 1940 was prof. Van Holk
medewerker aan „De Smidse" en van
1938 tot 1942 aan het tijdschrift „Theo
logie en Practijk".
Herhaalde malen is prof. Van Holk op
getreden als gasthoogleraar te Chicago.
Hem werd het eredoctoraat van de
Maadville-school te Chicago verleend in
1955.
VELE FUNCTIES.
Prof. Van Holk heeft in de loop der
jaren vele bestuursfuncties bekleed en
zitting gehad in tal van ooileges, Zo
was hij o.a. vice-president van het In
ternationaal Verbond voor Vrijzinnig
Christendom Woodbrookers in Holland.
Prof. Van Holk was geruime tijd cura
tor van het Remonstrants Seminarium
te Leiden en ging herhaaldelijk voor in
de dienst des Woords van de Leidse
Remonstrantse Gemeente.
Talloze malen hebben de Remonstran
ten in geheel Nederland zyn woorden
kunnen beluisteren als spreker voor de
VPRO-microf oon
Voorts is prof. Van Holk reeds sinds
lange tyd voorzitter van de Vereniging
voor Misvormden, door welke vereniging
o.m. de Annakliniek te Leiden wordt ge
ëxploiteerd.
Prof. Van Holk heeft de wens te
kennen gegeven het jubileum zonder
feestbetoon te laten passeren en zal
de dag van dit jubileum uitstedig zyn.
Naar wy vernemen is de raadscom
missie thans met haar rapport ge
reed gekomen en is het verslag ook
reeds aan de raad aangeboden.
Bij de indiening van dit rapport is de
gebruikelijke procedure gevolgd. In de
zitting van a.s. maandagmiddag zal
de voorzitter bij het punt „ingekomen
stukken" mededeling doen dat. het rap
port „bij de raad is binnengekomen".
Het is te verwachten, dat aan deze me
dedeling wordt toegevoegd, dat het rap
port zal worden vermenigvuldigd en
de raadsleden en vermoedelijk ook de
pers zal worden toegezonden.
Zodra dit is gebeurd, ligt het in de
lyn der verwachtingen, dat in één der
eerstvolgende raadszittingen de bespre
king van dit rapport aan de orde
wordt gesteld. Het is niet uitgesloten,
dat zulks nog zal geschieden voor de
behandeling van de begroting voor het
jaar 1957, welke op woensdag 14 no
vember een aanvang neemt.
Lichte voedselvergiftiging in
kazerne
(Speciale berichtgeving)
In de Haarlemse Ripperda-kazerne
heeft zich een licht geval van voedsel
vergiftiging voorgedaan, veroorzaakt
door een foutieve behandeling van het
vlees. Ongeveer 10 militairen, die in
deze kazerne zijn gelegerd, zijn in de
nacht van dinsdag op woensdag onwel
geworden en hebben zich gisteroch
tend met buikklachten op het zieken
rapport gemeld. De militairen konden
echter normaal hun dienst vervullen
en waren de nadelige gevolgen van de
vergiftiging spoedig te boven.
Een onderzoek heeft uitgemaakt, dat
het keukenpersoneel van de Ripperda-
kazerne niet geheel juist is omgespron
gen met het vlees. Na het braden van
porties rosbief dienen deze te worden
uitgelegd. Doordat een grote hoeveel
heid moest worden bereid - bijna 1000
porties moesten in etappes worden ge
braden - is een gedeelte van de porties
vlees in een gamel gelegd, die onder
andere gamellen werd geplaatst. Het
rosbief in de onderste gamel werd lich
telijk door verzuring aangetast en bij de
voe'dselkeuring kwam dit niet aan het
licht. De 10 militairen, die het aange
taste vlees op hun bord kregen voorge
zet, roken wel een vreemde lucht aan
het rosbief, maar hebben hiervan geer.
melding gemaakt. Het resterende vlees
zal in het Gemeentelijk Slachthuis te
Haarlem nader worden onderzocht.
NIEUWE UITGAVEN
Juliana Regina 1956
By de drukkerij Hollandia te Baarn
is het achtste deel verschenen van de
serie „Juliana Regina" waarin een
prachtige verzameling foto's van het
Koninklijk gezin is opgenomen. Dit
aahtste deel betreft het achtste rege
ringsjaar van Koningin Juliana, dat in
het begin van deze "maand werd afge
sloten. Uit de foto's en de kort gehou
den begeleidende teksten spreken dui
delijk de omvangrijke representatieve
taak van de leden van het Koningshuis
en de wijze waarop deze wordt vervuld.
De omslag wordt gesierd door een
foto van Koningin Juliana en Prinses
Beatrix.
Fred Bérence: „De Italiaanse Renais
sance" De Franse kunsthistoricus
Bérence is sinds jaren bezig aan een
reeks biografieën, die te zamen een ge
schiedenis van de geest der Renaissan
ce moeten vormen. Achtereenvolgens
zijn hiervan verschenen: „Léonardo da
Vinei. Ouvrier de 1 Intelligence; .Mi
chel- Ange ou la Volonté de Puissance";
„Raphael ou la Puissance de l'Esprit";
„Laurent le Magnifique ou la Quète de
la Perfection" en „Lucrèce Borgia". Deze
reeks heeft hij onderbroken voor het
schrijven van een samenvattende cul
tuurgeschiedenis van de Renaissance,
waarvan nu de Nederlandse vertaling
is versohenen.
Bérence slaagt erin niet alleen iets
van zijn grote kennis, maar ook zyn
diepe liefde en groot enthousiasme voor
zijn onderwerp op zijn lezers over te
dragen. In een groots opgezet panorama
weet hij drie eeuwen geschiedenis, waar
van wij de invloed nog dagelijks om ons
heen kunnen bespeuren, voor ons tot
leven te brengen. En wanneer zijn op
vattingen soms tegenspraak uitlokken
zoals byv. het geval was met zijn ver
dediging van het karakter van Lucre-
zia Borgia moet men in elk geval
toegeven dat hij zijn standpunt grondig
verantwoordt en op briljante wijze ver
dedigt.
De Nederlandse editie van dit boek,
een uitgave van Elsevier, bevat een
veelvoud van het aantal illustraties in
de Franse; de afbeeldingen lichten niet
alleen de tekst toe, maar vormen op
zich zelf een kleine platenatlas van de
kunst der Renaissance.
Verschenen zyn de volgende jeugduit-
gaven: Stropers, door F. Nijland. Uitg.
Van Goroum, Assen.
De verborgen schat, door Rie de Groot.
Uitg.: Van Gorcum, Assen.
Josje en Jaapje in de tunnel, door Nel
VerschoorVan der Vlis. Uitg.: Kok,
Kampen.
Leidse gemeenschap bestaat
tien jaar
Waar zou een gemeenschap van het
Humanistisch Verbond beter op haar
plaats zijn dan in de stad Leiden, die
van oudsher al de geest van het Hu
manisme heeft geademd? Daarby
denk ik aan Erasmus, aan Willem de
Zwyger en aan de stadsbestuurder Jan
van Hout die allen humanist waren,
al was het in andere geest dan het
moderne humanisme.
Deze woorden sprak dr. J. C. Brandt
Corstius Gisteravond in de bovenzaal
van „Zomerzorg" ter gelegenheid van
het tienjarig bestaan van de gemeen
schap Leiden van het Humanistisch
Verbond.
Aan de reden van dr. Brandt Corstius
ging een begroetingswoord van de voor
zitster, mevrouw H. H. Kole Boll vooraf.
Zij begroette onder meer afgevaardigden -
van het hoofdbestuur en van de werk- den dat men te maken heeft met een
gemeenschap in de Partij van de Arbeid. geestelijke gemeenschap, die de daad bij
In een kort overzicht van de historie i het woord voegt. In deze tijd is geeste-
van de gemeenschap releveerde zy de
oprichting, die op 19 september 1946
plaats had. Het ledental is thans geste
gen tot 212.
De voorzitster somde de activiteiten
van de gemeenschap op, onder meer het
instellen van een sociaal adviesbureau
voor huwelijks- en gezinsmoeilijkheden.
Daarna kregen de leden, die tien jaar
lid waren, een geschenk aangeboden. De
heer G. J. vqn Leeuwen, die tien jaar
secretaris is geweest, kreeg speciale
woorden van waardering.
Na een muzikaal intermezzo door dr.
J. H. Meilink en de heer A. Burgerjon,
kwam dr. Brandt Corstius aan het
woord.
Bij de geboorte van het Verbond, nu
tien jaar geleden, waren er goede en
boze feeën aan de wieg. Er waren men
sen, die zeiden, dat er een jonge atheïst
was geboren, een vurig bestrijder van
de kerk.
Nu, na tien jaar, zyn er maar weinig
mensen, die nog oprecht deze overtui
ging kunnen handhaven. Andere mensen
zeiden: „Het wordt een vereniging van
intellectuelen, een nieuw soort Volks
universiteit". Degenen die dat zeiden,
hebben ook ongelijk gekregen. Wel is
waar dat ons Verbond nog te weinig
leden telt uit arbeiderskringen, en wij
hopen dat dit bij de verdere groei zal
worden rechtgetrokken.
Een derde commentator zei: „Er is
weer een nieuw kerkje bijgekomen". We
kunnen nu rustig zeggen, dat ook die
mensen ongelijk hadden. Wy zouden
daarentegen wel wensen, dat wfj een
vorm gevonden hadden waarin het ge
meenschapsleven van het Verbond zich
sterk kon openbaren, een vorm van sa
men beleven. Ongetwijfeld zal die in de
toekomst gevonden worden.
Er waren mensen, die begrepen had-
In „Een huwelijk onder
Lodewijk XV
Het Is een oude gewoonte om het
toneelseizoen te beginnen met iets luch
tigs en dienovereenkomstig opende
K. O. met het lichte en luchtige blij
spel van Dumas père: „Een huwelijk
onder Lodewijk XV". Feitelijk heeft de
Nederlandse Comedie, die op dit „ouder
wetse" stuk is teruggevallen, er het
vorig seizoen mee besloten, doch dat
mag niet hinderen. Want deze comedie
van liefde en jalousie blijft zo char
mant, dat men verbaasd moet zijn, dat
een dergelijk, feitelijk toch niets om het
lijf hebbend toneelwerk, met succes kan
herleven, Dat het nodig is aldus terug
te grijpen in het verleden, is overigens
wel een nieuw bewijs van de huidige
armoede aan goede blijspelen. Of was
dat vroeger ook al zo? We herinneren
ons tenminste nog. dat Eduard Verkade
ook dit oeuvre opdiepte uit de vergetel
heid en het met Nel Stants tot leven
bracht.
Spits, als het ware met flitsende de
genstoten. brengt Alexandre Dumas het
oorspronkelijke huwelyk-uit-berekening
van graaf De Candale en zijn echtge
note tot een huwelijk uit liefde, zuivere
liefde. Met heel weinig middelen, maar
niettemin goed gevonden en vol charme
van levensstijl uit die tyden. Verras
sende elementen zyn er bijkans niet,
men voelt de afloop groeien en daarom
is het laatste bedrijf ietwat gerekt, al
blijft het wel de aandacht trekken.
Ank v. d. Moer is er bijzonder goed in
geslaagd om de lichte toets, die over het
geheel ligt, in de opvoering tot uiting
te brengen. Alles blijft luchtig en soepel
en het tempo is tot het uiterste opge
voerd. Bepaald een vondst is de telkens
wisselende manier van tikken, bij het
heengaan!
Maar het leeuwedeel van het succes
kunnen toch, wat uitbeelding betreft,
Han Bentz v. d. Berg en Kitty Janssen
voor zich opeisen. Als de graaf en de
gravin geven zij kostelijk spel. voor
naam, maar nimmer de luchtige inzet
overschrijdend. Beiden beschikken bo
vendien over een uitmuntend stemge
luid. waardoor, trots de rapheid van
spreken, niets verloren gaat. Zondert
men Paul Huf als de oude commandeur,
die het huwelijk tot geestelijke vader
heeft, uit, dan is de verdere bezetting
ietwat op lager niveau afgestemd, doch
beneden de maat komt er niet een. Al-
lard v. d. Scheer als de chevalier is zeer
voldoende, maar mist toch de vlotte en
zuivere charme van de graaf, terwijl het
bediendenpaar, dat zo duidelijk aan
weerszijden de stemmingen aangeeft en
accentueert, (Onno Molenkamp en Rita
Maréchal) wel voldoening schenkt, maar
toch ook niet de hoogte van beide
hoofdfiguren haalt.
Doch alles by elkaar een prachtig af
gestemde voorstelling, die terecht de
volle waardering verovert. Speciaal het
grafelijk echtpaar kreeg het welver
diende applaus, dat uitgroeide tot een
ovatie.
Niet vergeten mag worden decor en
kostumes te roemen.
K. O. had in de afdeling Toneel een
uitmuntende start.
M.
lijke verdieping nodig, maar het heeft
geen zin om het bij het woord te laten.
In die tien jaar is gebleken, dat het Hu
manistisch Verbond inderdaad ook doet.
Door al het werk. dat wordt verricht in
ziekenhuizen, kampen, gevangenissen en
in meer normale omstandigheden wordt
het bestaan van het Verbond gerecht
vaardigd.
Dat wordt de stem van het buitenker
kelijk volksdeel, zei een groep mensen,
en zij hebben grotendeels gelijk gekre
gen. Want hoe gering het aantal leden
van het Verbond moge zyn, het heeft
vaak gesproken namens de buitenkerke
lijken en het heeft daar vaak de sym-
patie van ondervonden.
Een van de grote verdiensten van het
Humanistisch Verbond is, dat het een
soort „geestelijk minderwaardigheids
gevoel" van de mensen opheft, omdat zij
„nergens bijhoorden". Het Verbond geeft
de mensen een plaats om op te staan.
Het eenzaam ploeteren is opgeheven,
door de vele contacten kan men samen
beleven, wat er in de mens omgaat.
Humanisme is geloof in menselijkheid,
en dat is de beste basis voor de ver
standhouding tussen de volkeren.
De samenwerking, die nu door nood
en ellende tot stand komt, kan men
slechts bereiken door zich te verstaan
van mens tot mens, en niet te hande
len en getuigen uit dogma's of geloofs
stelsels.
Er is zoveel gemeenschappelijks tus
sen mensen, elementen welke door het
Humanisme worden aangeduid. Daarom
zijn de humanistische contacten over de
gehele wereld ook zo snel gegroeid.
Dr. Brandt Corstius besloot met de
woorden: „Het is zeker mogelyk. dat in
deze oude stad de stem van het jonge,
moderne Humanisme krachtig klinkt.
Daartoe wens ik de gemeenschap Leiden
een goede toekomst.
Na deze rede hield de heer A. C. v. d.
Woerd een voordracht uit „Kruisende
Wegen" van A. M. de Jong en werd nog
een muziekstuk ten gehore gebracht.
VOORSCHOTEN
DUIVENSPORT
De postduivenvereniging „De Zwa
luw" hield een wedvlucht met oude en
jonge duiven vanaf Mons. Afstand
189.22 km.
De duiven werden gelost om 10 uur
met noordelijke tot noordoosten wind.
Aankomst eerste prijsduif 13.21.30 uur;
snelheid 939.04 meter per minuut. Aan
komst laatste prijswinnende duif 13.49.
35 uur. snelheid 822.96 meter p. minuut.
De prijzen werden als volgt behaald:
P N. van Wissen 1-2-3. P. J. d'Haens
4-6, F. C. van Heusden 5, A. de Graaf
7.