Verkadefabrieken schonken Leidse Academie nieuw laboratorium Gastro-enterologie werd in interne-kliniek ondergebracht Prof. dr. L. J. van Holk 25 jaar Leids theologisch hoogleraar Humanistisch Verbond Prachtige toneelstart K. en O. 95ste jaargang Donderdag 20 september 1956 Tweede blad no. 28940 Symbiose ivetenschap-industrie (Ingez. Med.-Adv.) Gisteren vond in de collegezaal van de kliniek voor interne geneeskunde van het Leids Academisch Ziekenhuis de overdracht plaats van een door de Verkadefabrieken te Zaandam geschonken en ingericht laboratorium voor gastro-enterologie aan het college van curatoren plaats. Bij de overdracht van dit laboratorium voor fundamenteel onderzoek inzake de betrekkingen tussen bepaalde ziekten en bepaalde voedingsstoffen werd vooral veel aandacht besteed aan de groeiende contacten tussen industrie en wetenschap in het Universitaire bestel, een vraagstuk dat in studie verkeert doch in praktijk reeds tot bescheiden antwoorden geleid heeft. Delicaat probleem Wetenschap en bedrijfsleven zijn enerzijds nauw verbonden maar staan anderzijds ver van elkaar. Het bedrijfsleven steunt voor een be langrijk deel op de wetenschap, dus ook op de Universiteit in haar algemeenheid. Indirect steunde tot dusverre de Univer siteit ook op het bedrijfsleven in zoverre, dat diegenen, die door haar gevormd werden, voor een groot gedeelte uitein delijk hun maatschappelijke bestemming in het bedrijfsleven vonden. De Univer siteit ondervond daardoor een groter toevloed van studenten, en had daardoor ook meer behoefte aan wetenschappe lijke werkers, zodat ook het aantal der 6tudenten, die hier him vorming kwa men genieten met het vooruitzicht van een zuiver wetenschappelijke loopbaan werd gestimuleerd. Anderzijds echter bestaat er tot nog- toe in ons land over het algemeen een grote afstand tussen beide. Een be grijpelijke afstand gezien het zo ver schillend karakter: de Universiteit weliswaar ook vormingscentrum maar dan nog in algemene zin en pas in de laatste plaats met het karakter van vak-opleiding, doch in hoofdzaak basis van de zuivere wetenschapsbeoefe- geesteljjke derhalve. Maar de componenten van die te genstelling hebben slechts dank zij elkaar levensvatbaarheid. In ons land is in tegenstelling met (meestal jongere) andere landen nog weinig direct contact tussen bedrijfs leven en Universitaire wetenschap tot een vorm van vruchtbare samenwerking gegroeid:. Groeiende interesse In de naoorlogse jaren heeft men zich eohter van beide zijden en van rege ringszijde voor dit probleem geïnteres seerd met het gevolg dat een commissie de opdracht heeft gekregen, de voor- en nadelen van alle aspecten van een nau wer contact en een hechtere samenwer king te beoordelen. Deze materie heeft echter zovele facetten, dat een defini tieve uitspraak vooralsnog niet te ver wachten valt. Niettemin is een geleidelijke ontwik keling van een dergelijke nauwere samenwerking reeds te bespeuren. Uiteraard toont die samenwerking alle tekenen van incidentele improvisatie. Van wetenschappelijke zijde is men huiverig de principiële vrijheid van on derzoek beperkt te zien, van de andere zijde aarzelt men een schenking-in-geld te doen die door de Universiteit (voor zover zij als autonoom instituut zou kunnen optreden) naar eigen inzicht besteed zou kunnen worden, met het risico dat de baten ook niet de moge lijkheid de vrucht voor de schenker zou den openen. Dat is begrijpelijk. En dat is boven dien billijk. „Wetenschappelijke kinderbijslag" en de suikeroom Begrip voor deze zaken sprak over duidelijk uit de toespraken, die gister middag gehouden werden bij de over dracht van een laboratorium voor voe dingsonderzoek, ondergebracht bij de kliniek voor interne geneeskunde van het Leids Academisch Ziekenhuis, aan het college van curatoren door de schenkers, de N.V. Koninklijke Verkade Fabrieken te Zaandam. Prof. dr. J. Mulder, hoogleraar m de interne geneeskunde, opende deze bij eenkomst in de collegezaal van zijn kli niek waarin zich enkele tientallen di rect bij het laboratorium en de daarbij betrokkenen hadden verzameld, met een inleidend woord. De president curator, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, die namens de Universiteit de schenking in ontvangst nam, vergeleek de curatoren met de Wederom Leidse lichtweek VAN 24 NOVEMBER T/M 4 DECEMBER Gistermiddag kwamen in „De Har monie", onder voorzitterschap van de heer D. van der Kwaak, de vertegen woordigers van diverse Straatcommis sies met het Lichtweekcomité-VW bijeen. Reeds spoedig stond vast, dat er ook dit jaar weer in Leiden een licht week zal worden gehouden en wel van 24 november tot en met 4 december a.s. En vergissen wij ons niet, dan belooft deze lichtweek, blijkens enthousiaste stemmen uit de vergadering, weer groot ser te worden dan voorgaande jaren. Al leen de vertegenwoordigers van de Haar lemmerstraat lieten een somber geluid horen, aangezien wegens geringe mede werking van de zijde van de aldaar ge vestigde middenstand, het niet waar schijnlijk is dat deze zo belangrijke win kelstraat een feestverlichting zal krijgen. Voorts werd besloten op 18 oktober a.s. om 10 uur 's morgens weer bijeen te komen teneinde de uitgewerkte plannen onder ogen te zien. Bel in voorkomende gevallen: Brandweer 33333 Eerst Hulpdienst 20645 Politie 22244 ouders van een gezin van wie de ouders steeds in „blijde verwachting" verkeren. De Staat begrijpt echter nog te weinig van de noodzaak van kinderbijslag in dit opzicht, en van financiële steun voor de hogere kosten die het opgroeien van de kinderen meebrengt. Gelukkig werd ditmaal voor dit gezin een „oom" ge vonden. die er voor zorgde dat er een knutsel'kamer op zolder werd ingericht, hoewel ook daarbij nog problemen kwa men kijken in de vorm van een als vaste werkman in dit gezin optredende Rijks gebouwendienst. Langdurige voorbereiding Het trof de president curator, dat de voorbereiding en vormgeving van het geschenk (meer dan een jaar) veel langer waren geweest dan de uit voering, die op 3 april j.l. begon en gisteren als voltooid beschouwd kon worden. Spreker bracht dank aan de Verkade fabrieken, die dit laboratorium mogelijk hebben gemaakt en daarover ook in de toekomst hun zorgen laten uitstrekken. Moeilijk ontstaan Prof. dr. J. Mulder stak daarna de loftrompet over dr. A. J. Ch. Haex die het denkbeeld voor een dergelijk labo ratorium had gelanceerd en met grote verbetenheid, wetenschappelijke doel bewustheid en voortvarendheid op ander gebied de verwezenlijking door middel van deze schenking had doorgedreven. Spreker omschreef de moeilijkheden die optreden bij de vestiging, huisves ting en outillage in wetenschappelijk en financieel opzicht, van een sub specialisme. Het Rijk, dat wettelijk deze mogelijkheid belemmert, heeft via TNO en ZWO wel bijgedragen tot een dergelijke sub-specialisatie, maar dit kon slechts incidenteel geschieden. •belang bij een dergelijke symbiose zoals ook de medische klinische wetenschap dit van haar kant heeft. Belangrijke stimulans Namens de directie van de N.V. Ver kade sprak tenslotte de heer F. Verkade, die de aanvankelijke huivering schetste voor de plannen van dr. Haex doch te vens het groeiend enthousiasme om deze plannen te verwezenlijken. Een belangrijke stimulans daarbij was de geniale vondst van de kinder arts prof. dr W. K. Dicke, dat gluten (een eiwitcomponent van tarwe) de oorzaak kan zijn van bepaalde voe dingsstoornissen bij voor dit eiwit ge voelige personen. Een verder onder zoek op dit gebied zal een van de eer ste taken van de staf van het nieuwe laboratorium zijn. Na de toespraken begaven de aanwe zigen zich naar het laboratorium, dat ingericht is in een van de zolders van de kliniek voor interne geneeskunde. Het doel van dit laboratorium is het bestu deren van het mechanisme van gecon stateerde stoornissen op grond van het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen, die mede voor de voeding van de gezon de mens van belang kunnen zijn. Symbiose Veel verwachte prof. Mulder van een soort symbiose tussen wetenschap en bedrijfsleven, zoals deze zich bij het tot standkomen van dit laboratorium heeft geopenbaard. Alle paramedische indus trieën, waaronder ook de voedingsmid delenindustrie in zeker opzicht gerang schikt kan worden, hebben het grootste De Leidse woningbouw Raadscommissie kwam gereed met haar woningbouwrapport Verslag is reeds aan de Raad aangeboden Loopt de Leidse woningbouw te traag? Ligt hiervoor de schuld bij Leiden een te laat indienen van de plannen? of bij de Haagse instanties, t.w. het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting, Ged. Staten van Zuid- Holland en de Provinciale Directie, die geen vlotte toestemming tot de ver wezenlijking van de door Leiden ingediende plannen geven? Zoals bekend draaide om deze vragen het vorig jaar de uitvoerige discussie, die in de zitting van de Leidse raad van maandag 24 oktober werd gehouden. Na urenlange debatten werd een com missie ad hoe benoemd, welke de op dracht kreeg een onderzoek in te stel- I len inzake ae achterstand met betrek- 1 king tot de verlening van bouwver gunningen. Tot leden van deze commissie werden benoemd de vijf fractievoorzitters, de heren E. Meester. C. J. Woudstra, A. van Dijk, J. G. Hagens en H. van Weizen. In deze zelfde zitting werd besloten, dat de raad eerst na het bekend worden van dit onderzoek zijn houding t.o.v. het door Leiden gevoerde woningbouw beleid zou bepalen. Een en ander had mede tot gevolg, dat het vorig jaar bij de behandeling van de gemeentebegro ting het woningbouwbeleid niet in dis cussie werd gebracht. Zaterdag 22 september Wijsbegeerte van de Godsdienst zedekunde en encyclopaedic Zaterdag a.s. zal het een kwart eeuw geleden zijn dat prof. dr. L. J. van Holk benoemd werd tot Leids hoogleraar in de theologische faculteit voor het onderwijs in de wijsbegeerte van de Godsdienst, de zedekunde en de encyclo- paedie der Godgeleerdheid. Hij aanvaardde dit ambt op 30 oktober 1931. Prof. Van Holk heeft zich grote bekendheid verworven als oprichter van de Vrijzinnig Christelijke Jongeren Bond en als spreker voor de VPRO- microfoon. Prof. Van Holk werd op 16 oktober 1893 te Amsterdam geboren, bezocht het stedelijk gymnasium te Utrecht en stu deerde theologie aan de Leidse Univer siteit, waar hij op 21 oktober 1921 bij nu wijlen prof. dr. K. H. Roessingh promoveerde op een dissertatie, getiteld „De betekenis van Bergson voor de wijsgerige theologie". Behalve te Leiden studeerde hij ook nog enige tijd theolo gie te Genève. Nadat de heer Van Holk in 1918 pro ponent was geworden bij de Remon strantse Broederschap werd hij op 30 juni van dat jaar door ds, R. Miedema van Amersfoort te Schoonhoven in het predikambt bevestigd. In verband met zijn benoeming tot algemeen secretaris van de mede door hem opgerichte Vrijzinnig Christelijke Jongeren Bond kreeg dr. Van Holk met ingang van 1 mei 1922 ontslag. Ruim een jaar later, op 27 mei 1923, maakte hij evenwel opnieuw zijn entree als pre dikant, thans van de Remonstrantse Gemeente te Gouda, vanwaar hy een jaar later naar Utrecht vertrok. NAAR LEIDEN. Op 22 september 1931 volgde zyn be noeming tot hoogleraar te Leiden in de wijsbegeerte van de Godsdienst, de zedekunde en de encyclopaedic der Godgeleerdheid, als opvolger van wijlen prof. dr. H. T. de Graaf. Prof. Van Holk aanvaardde dit ambt op 30 oktober van dat jaar met een oratie over „Dynamisch Pluralisme". Behalve zijn dissertatie verschenen verder nog van zijn hand „Wijsgerige inleiding tot de Godsdienstwetenschap", „Encyclopaedie", „Levenskunst", „Mo reel Beraad" (twee delen), „Het Onver gankelijk lacht", „De Heilige Wake", „Parsifal", „De geschiedenisfilosofie van Oswald Spengler" en „Bijbelse Figuren". Van 1926 tot 1940 was prof. Van Holk medewerker aan „De Smidse" en van 1938 tot 1942 aan het tijdschrift „Theo logie en Practijk". Herhaalde malen is prof. Van Holk op getreden als gasthoogleraar te Chicago. Hem werd het eredoctoraat van de Maadville-school te Chicago verleend in 1955. VELE FUNCTIES. Prof. Van Holk heeft in de loop der jaren vele bestuursfuncties bekleed en zitting gehad in tal van ooileges, Zo was hij o.a. vice-president van het In ternationaal Verbond voor Vrijzinnig Christendom Woodbrookers in Holland. Prof. Van Holk was geruime tijd cura tor van het Remonstrants Seminarium te Leiden en ging herhaaldelijk voor in de dienst des Woords van de Leidse Remonstrantse Gemeente. Talloze malen hebben de Remonstran ten in geheel Nederland zyn woorden kunnen beluisteren als spreker voor de VPRO-microf oon Voorts is prof. Van Holk reeds sinds lange tyd voorzitter van de Vereniging voor Misvormden, door welke vereniging o.m. de Annakliniek te Leiden wordt ge ëxploiteerd. Prof. Van Holk heeft de wens te kennen gegeven het jubileum zonder feestbetoon te laten passeren en zal de dag van dit jubileum uitstedig zyn. Naar wy vernemen is de raadscom missie thans met haar rapport ge reed gekomen en is het verslag ook reeds aan de raad aangeboden. Bij de indiening van dit rapport is de gebruikelijke procedure gevolgd. In de zitting van a.s. maandagmiddag zal de voorzitter bij het punt „ingekomen stukken" mededeling doen dat. het rap port „bij de raad is binnengekomen". Het is te verwachten, dat aan deze me dedeling wordt toegevoegd, dat het rap port zal worden vermenigvuldigd en de raadsleden en vermoedelijk ook de pers zal worden toegezonden. Zodra dit is gebeurd, ligt het in de lyn der verwachtingen, dat in één der eerstvolgende raadszittingen de bespre king van dit rapport aan de orde wordt gesteld. Het is niet uitgesloten, dat zulks nog zal geschieden voor de behandeling van de begroting voor het jaar 1957, welke op woensdag 14 no vember een aanvang neemt. Lichte voedselvergiftiging in kazerne (Speciale berichtgeving) In de Haarlemse Ripperda-kazerne heeft zich een licht geval van voedsel vergiftiging voorgedaan, veroorzaakt door een foutieve behandeling van het vlees. Ongeveer 10 militairen, die in deze kazerne zijn gelegerd, zijn in de nacht van dinsdag op woensdag onwel geworden en hebben zich gisteroch tend met buikklachten op het zieken rapport gemeld. De militairen konden echter normaal hun dienst vervullen en waren de nadelige gevolgen van de vergiftiging spoedig te boven. Een onderzoek heeft uitgemaakt, dat het keukenpersoneel van de Ripperda- kazerne niet geheel juist is omgespron gen met het vlees. Na het braden van porties rosbief dienen deze te worden uitgelegd. Doordat een grote hoeveel heid moest worden bereid - bijna 1000 porties moesten in etappes worden ge braden - is een gedeelte van de porties vlees in een gamel gelegd, die onder andere gamellen werd geplaatst. Het rosbief in de onderste gamel werd lich telijk door verzuring aangetast en bij de voe'dselkeuring kwam dit niet aan het licht. De 10 militairen, die het aange taste vlees op hun bord kregen voorge zet, roken wel een vreemde lucht aan het rosbief, maar hebben hiervan geer. melding gemaakt. Het resterende vlees zal in het Gemeentelijk Slachthuis te Haarlem nader worden onderzocht. NIEUWE UITGAVEN Juliana Regina 1956 By de drukkerij Hollandia te Baarn is het achtste deel verschenen van de serie „Juliana Regina" waarin een prachtige verzameling foto's van het Koninklijk gezin is opgenomen. Dit aahtste deel betreft het achtste rege ringsjaar van Koningin Juliana, dat in het begin van deze "maand werd afge sloten. Uit de foto's en de kort gehou den begeleidende teksten spreken dui delijk de omvangrijke representatieve taak van de leden van het Koningshuis en de wijze waarop deze wordt vervuld. De omslag wordt gesierd door een foto van Koningin Juliana en Prinses Beatrix. Fred Bérence: „De Italiaanse Renais sance" De Franse kunsthistoricus Bérence is sinds jaren bezig aan een reeks biografieën, die te zamen een ge schiedenis van de geest der Renaissan ce moeten vormen. Achtereenvolgens zijn hiervan verschenen: „Léonardo da Vinei. Ouvrier de 1 Intelligence; .Mi chel- Ange ou la Volonté de Puissance"; „Raphael ou la Puissance de l'Esprit"; „Laurent le Magnifique ou la Quète de la Perfection" en „Lucrèce Borgia". Deze reeks heeft hij onderbroken voor het schrijven van een samenvattende cul tuurgeschiedenis van de Renaissance, waarvan nu de Nederlandse vertaling is versohenen. Bérence slaagt erin niet alleen iets van zijn grote kennis, maar ook zyn diepe liefde en groot enthousiasme voor zijn onderwerp op zijn lezers over te dragen. In een groots opgezet panorama weet hij drie eeuwen geschiedenis, waar van wij de invloed nog dagelijks om ons heen kunnen bespeuren, voor ons tot leven te brengen. En wanneer zijn op vattingen soms tegenspraak uitlokken zoals byv. het geval was met zijn ver dediging van het karakter van Lucre- zia Borgia moet men in elk geval toegeven dat hij zijn standpunt grondig verantwoordt en op briljante wijze ver dedigt. De Nederlandse editie van dit boek, een uitgave van Elsevier, bevat een veelvoud van het aantal illustraties in de Franse; de afbeeldingen lichten niet alleen de tekst toe, maar vormen op zich zelf een kleine platenatlas van de kunst der Renaissance. Verschenen zyn de volgende jeugduit- gaven: Stropers, door F. Nijland. Uitg. Van Goroum, Assen. De verborgen schat, door Rie de Groot. Uitg.: Van Gorcum, Assen. Josje en Jaapje in de tunnel, door Nel VerschoorVan der Vlis. Uitg.: Kok, Kampen. Leidse gemeenschap bestaat tien jaar Waar zou een gemeenschap van het Humanistisch Verbond beter op haar plaats zijn dan in de stad Leiden, die van oudsher al de geest van het Hu manisme heeft geademd? Daarby denk ik aan Erasmus, aan Willem de Zwyger en aan de stadsbestuurder Jan van Hout die allen humanist waren, al was het in andere geest dan het moderne humanisme. Deze woorden sprak dr. J. C. Brandt Corstius Gisteravond in de bovenzaal van „Zomerzorg" ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de gemeen schap Leiden van het Humanistisch Verbond. Aan de reden van dr. Brandt Corstius ging een begroetingswoord van de voor zitster, mevrouw H. H. Kole Boll vooraf. Zij begroette onder meer afgevaardigden - van het hoofdbestuur en van de werk- den dat men te maken heeft met een gemeenschap in de Partij van de Arbeid. geestelijke gemeenschap, die de daad bij In een kort overzicht van de historie i het woord voegt. In deze tijd is geeste- van de gemeenschap releveerde zy de oprichting, die op 19 september 1946 plaats had. Het ledental is thans geste gen tot 212. De voorzitster somde de activiteiten van de gemeenschap op, onder meer het instellen van een sociaal adviesbureau voor huwelijks- en gezinsmoeilijkheden. Daarna kregen de leden, die tien jaar lid waren, een geschenk aangeboden. De heer G. J. vqn Leeuwen, die tien jaar secretaris is geweest, kreeg speciale woorden van waardering. Na een muzikaal intermezzo door dr. J. H. Meilink en de heer A. Burgerjon, kwam dr. Brandt Corstius aan het woord. Bij de geboorte van het Verbond, nu tien jaar geleden, waren er goede en boze feeën aan de wieg. Er waren men sen, die zeiden, dat er een jonge atheïst was geboren, een vurig bestrijder van de kerk. Nu, na tien jaar, zyn er maar weinig mensen, die nog oprecht deze overtui ging kunnen handhaven. Andere mensen zeiden: „Het wordt een vereniging van intellectuelen, een nieuw soort Volks universiteit". Degenen die dat zeiden, hebben ook ongelijk gekregen. Wel is waar dat ons Verbond nog te weinig leden telt uit arbeiderskringen, en wij hopen dat dit bij de verdere groei zal worden rechtgetrokken. Een derde commentator zei: „Er is weer een nieuw kerkje bijgekomen". We kunnen nu rustig zeggen, dat ook die mensen ongelijk hadden. Wy zouden daarentegen wel wensen, dat wfj een vorm gevonden hadden waarin het ge meenschapsleven van het Verbond zich sterk kon openbaren, een vorm van sa men beleven. Ongetwijfeld zal die in de toekomst gevonden worden. Er waren mensen, die begrepen had- In „Een huwelijk onder Lodewijk XV Het Is een oude gewoonte om het toneelseizoen te beginnen met iets luch tigs en dienovereenkomstig opende K. O. met het lichte en luchtige blij spel van Dumas père: „Een huwelijk onder Lodewijk XV". Feitelijk heeft de Nederlandse Comedie, die op dit „ouder wetse" stuk is teruggevallen, er het vorig seizoen mee besloten, doch dat mag niet hinderen. Want deze comedie van liefde en jalousie blijft zo char mant, dat men verbaasd moet zijn, dat een dergelijk, feitelijk toch niets om het lijf hebbend toneelwerk, met succes kan herleven, Dat het nodig is aldus terug te grijpen in het verleden, is overigens wel een nieuw bewijs van de huidige armoede aan goede blijspelen. Of was dat vroeger ook al zo? We herinneren ons tenminste nog. dat Eduard Verkade ook dit oeuvre opdiepte uit de vergetel heid en het met Nel Stants tot leven bracht. Spits, als het ware met flitsende de genstoten. brengt Alexandre Dumas het oorspronkelijke huwelyk-uit-berekening van graaf De Candale en zijn echtge note tot een huwelijk uit liefde, zuivere liefde. Met heel weinig middelen, maar niettemin goed gevonden en vol charme van levensstijl uit die tyden. Verras sende elementen zyn er bijkans niet, men voelt de afloop groeien en daarom is het laatste bedrijf ietwat gerekt, al blijft het wel de aandacht trekken. Ank v. d. Moer is er bijzonder goed in geslaagd om de lichte toets, die over het geheel ligt, in de opvoering tot uiting te brengen. Alles blijft luchtig en soepel en het tempo is tot het uiterste opge voerd. Bepaald een vondst is de telkens wisselende manier van tikken, bij het heengaan! Maar het leeuwedeel van het succes kunnen toch, wat uitbeelding betreft, Han Bentz v. d. Berg en Kitty Janssen voor zich opeisen. Als de graaf en de gravin geven zij kostelijk spel. voor naam, maar nimmer de luchtige inzet overschrijdend. Beiden beschikken bo vendien over een uitmuntend stemge luid. waardoor, trots de rapheid van spreken, niets verloren gaat. Zondert men Paul Huf als de oude commandeur, die het huwelijk tot geestelijke vader heeft, uit, dan is de verdere bezetting ietwat op lager niveau afgestemd, doch beneden de maat komt er niet een. Al- lard v. d. Scheer als de chevalier is zeer voldoende, maar mist toch de vlotte en zuivere charme van de graaf, terwijl het bediendenpaar, dat zo duidelijk aan weerszijden de stemmingen aangeeft en accentueert, (Onno Molenkamp en Rita Maréchal) wel voldoening schenkt, maar toch ook niet de hoogte van beide hoofdfiguren haalt. Doch alles by elkaar een prachtig af gestemde voorstelling, die terecht de volle waardering verovert. Speciaal het grafelijk echtpaar kreeg het welver diende applaus, dat uitgroeide tot een ovatie. Niet vergeten mag worden decor en kostumes te roemen. K. O. had in de afdeling Toneel een uitmuntende start. M. lijke verdieping nodig, maar het heeft geen zin om het bij het woord te laten. In die tien jaar is gebleken, dat het Hu manistisch Verbond inderdaad ook doet. Door al het werk. dat wordt verricht in ziekenhuizen, kampen, gevangenissen en in meer normale omstandigheden wordt het bestaan van het Verbond gerecht vaardigd. Dat wordt de stem van het buitenker kelijk volksdeel, zei een groep mensen, en zij hebben grotendeels gelijk gekre gen. Want hoe gering het aantal leden van het Verbond moge zyn, het heeft vaak gesproken namens de buitenkerke lijken en het heeft daar vaak de sym- patie van ondervonden. Een van de grote verdiensten van het Humanistisch Verbond is, dat het een soort „geestelijk minderwaardigheids gevoel" van de mensen opheft, omdat zij „nergens bijhoorden". Het Verbond geeft de mensen een plaats om op te staan. Het eenzaam ploeteren is opgeheven, door de vele contacten kan men samen beleven, wat er in de mens omgaat. Humanisme is geloof in menselijkheid, en dat is de beste basis voor de ver standhouding tussen de volkeren. De samenwerking, die nu door nood en ellende tot stand komt, kan men slechts bereiken door zich te verstaan van mens tot mens, en niet te hande len en getuigen uit dogma's of geloofs stelsels. Er is zoveel gemeenschappelijks tus sen mensen, elementen welke door het Humanisme worden aangeduid. Daarom zijn de humanistische contacten over de gehele wereld ook zo snel gegroeid. Dr. Brandt Corstius besloot met de woorden: „Het is zeker mogelyk. dat in deze oude stad de stem van het jonge, moderne Humanisme krachtig klinkt. Daartoe wens ik de gemeenschap Leiden een goede toekomst. Na deze rede hield de heer A. C. v. d. Woerd een voordracht uit „Kruisende Wegen" van A. M. de Jong en werd nog een muziekstuk ten gehore gebracht. VOORSCHOTEN DUIVENSPORT De postduivenvereniging „De Zwa luw" hield een wedvlucht met oude en jonge duiven vanaf Mons. Afstand 189.22 km. De duiven werden gelost om 10 uur met noordelijke tot noordoosten wind. Aankomst eerste prijsduif 13.21.30 uur; snelheid 939.04 meter per minuut. Aan komst laatste prijswinnende duif 13.49. 35 uur. snelheid 822.96 meter p. minuut. De prijzen werden als volgt behaald: P N. van Wissen 1-2-3. P. J. d'Haens 4-6, F. C. van Heusden 5, A. de Graaf 7.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 3