KROESJTSJEF ZET ALLES OP
ALLES IN TSELINA - VELDEN
Indrukwekkende graanoogsten
maar de erosie vreet voort en
achter de Oeral waait het stof
95ste jaargang
Zaterdag 25 augustus 1956
Derde blad no. 28918
Gevaarlijke gok van Kremlin-leider
De zon was al onder toen wij in de lauwe zomer
nacht neerstreken op het vliegveld van Koestanaj,
dat nauwelijks van de omringende steppen te
onderscheiden was. Alleen een rij donkergroene
tweedekkertjes en een eenvoudig stationsge
bouwtje tekenden de airstrip af van Koestanaj, dat
men de hoofdstad noemt van de Tselina. Tselina
betekent „maagdelijke gebieden", de enorme
steppen tussen Oeral en Altai-gebergten, op last
van Kroesjtsjef opengescheurd en met tarwe inge
zaaid, om de graanproduktie met de 50 miljoen
ton te verhogen, die het brood in de kast van de
Sovjetrussische burgers moeten garanderen.
De Tselina is ook het onderwerp van de propa-
ganda-campagne, die de jeugd moeten inspireren
zich te vestigen in Noord-Kazakstan, in Zuid-
Siberië of in de Altai. Overal in de USSR hangen
de platen van een moeder of een meisje, dat zegt:
„Jongen, ga naar de Tselina, ik zal trots op je
zijn."
(Van onze reisredacteur)
(VII)
Deze pioniersgeest hing inderdaad op dat sobere vliegveld van Koestanaj,
waar een groep tractor-bestuurders, die trekkers en combines in de Oekraïne
ging halen, op het vertrek van hun vliegtuig wachtte. De mannen dromden in
de schemering om ons heen, de zwarte petten vierkant op het hoofd en er was
trots in hun stemmen, die zeiden: „Er is in ons gebied 5 miljoen hectare inge
zaaid, tegen één miljoen vroeger. We hebben veel regen gehad, de tarwe staat
zo hoog, dat een man op een paard erin verdwijnt."
Een tractor-bestuurder zei uitdagend: „Ik ga dit jaar 30.000 roebel ver
dienen" en een combine-bestuurder: „En ik 22.000". De stationschef kwam erbij,
hU kende de cijfers: „Er zijn 425 nieuwe sovchozen (grote staatsboerderijen)
gesticht in de Tselina. Alleen al in het gebied van Koestanaj, dat tweemaal zo
groot is als Frankrijk, hebben zich honderdduizend nieuwe mensen gevestigd.
De eerste oogsten geven dit jaar 3300 kilo per hectare. Zij waren zo trots en vol
hoop, deze pioniers van de Tselina, dat zij er haast agressief van werden. Brood
dronken van de op komst zijnde verdiensten en de ruimte van hun land, zeiden
zy tartend: „Zo iets hebben jullie in het Westen niet."
tage onderhevige mechanische land-
bouwoutillage. Nochtans, dat er dit jaar
winst in zou zitten, stond vast. De soe-
chowej was weggebleven, het jaargemid
delde van 250 mm regenval (Nederland
ca. 800 mm) was ruimschoots overschre
den, de rampzalige misoogst van vorig
jaar was vergeten.
Uitgelaten stemming
We zijn in auto's dit reusachtige be
drijf rondgereden en tenslotte uitgeko
men op de plaats, waar een van de mo
biele oogstcolonnes bezig was: combines
rolden over de onafzienbare velden,
vrachtwagens stortten het graan op
huizenhoge bergen op de opslagplaatsen,
die omringd was door woonwagens en
een mobiele kantine. En hier werkten
ook de oogstvrijwi'lligers, die voor 2 of
3 maanden de lange reis naar de Tse
lina maken, donkerbruin verbrande stu
denten in sportbroekjes, aardige jonge
meisjes met stevige armen, transpire
rend in hun dunne jurkjes onder de
hete zon.
Er heerste een uitgelaten stemming.
Werd hier niet gewerkt voor het heil
van het land. stapelde hier het gouden
graan zich niet op. is er één land ter
wereld, dat zulke stoutmoedige plannen
verwezenlijkt? En ze zouden 's avonds
niet eens te moe zijn om bij een har
monica te zingen en te dansen.
Fatale prijs voor
een zee van graan
Inderdaad, zo iets hebben wij in het
Westen niet. In de nacht opgestegen,
vlogen wij de volgende ochtend nóg over
de Tselina, de enorme grjjs-blauw-groene
steppen hielden niet op. Met de royali
teit van de ruimte had men er hier en
daar de stukken cultuurgrond op uitge
spreid, gele graan-oceanen, donkere
vierkanten braakliggende „zwarte aarde"
een eindeloze vlakte zonder één boom.
Ja, zonder één boom: in het koele, nuch
tere licht van de ochtend verbleekte de
inspiratie van het gesprek in de nacht,
want van de tweeduizend meter hoogte
zag men de fatale prijs, die voor die
vijftig miljoen ton graan betaald moet
worden, n.l. erosie.
Men herinnerde zich het woordje van
de avond tevoren even een bezorgde
stilte in het gesprek had doen vallen:
de „soechowei", de hete, alles verschroei
ende steppenwind, die in één dag een
oogst kan wegbranden! Maar ook de ge
wone winden richten hier al ravages
aan. Waar ik keek zag ik tussen de ge
scheurde gronden de veelbetekenende
grijze vlekke, die wonden en de zere
plekken, die de wind-erosie achter laat
in de grond.
Erosie, het woord bleef mij in de ge
dachten spelen, toen wjj de volgende
dag een nieuw sovchoz op 80 kilometer
van Alma Ata, Kazakstans hoofdstad,
gingen bezoeken. Dit was een van de
425 gigantische staatsboerderijen, die de
30 miljoen hectare van de Tselina in
cultuur brengen.
Zoals in de beginperiode van
de Wieringermeer
Het bedrijf beheerde 30.000 ha land
bouwgrond en 50.000 ha weide. Br werk
ten 1500 mensen, die er woonden in een
klein dorp, dat deed denken aan de Wie
ringermeer in de beginperiode. Sobere
lemen huizen, wat gemeenschappelijke
gebouwen, een kliniek, een school, een
apotheek, een bibliotheek. Het bedrijf
was in 1955 opgezet, het jaar waarin de
grote slag van de Tselina begon, het
beschikt nu over 12 zware, 54 middel
zware en 5 lichte tractoren en 75 „com
bines". Het haalt een tarweproduktie
van 1600 kilo per hectare (Nederlands
produktiegemiddelde3925 kilo per ha),
had in het vorige slechte oogstjaar
250.000 roebel verlies geleden, maar
hoopte dit jaar op een winst van
1.200 000 roebel, een berekening, die was
gebaseerd op een produktie van 1000 kilo
per hectare.
De winstconstructie bleef wat duister,
want de boekhouder, die wel wist wat
zyn beraamde winst was, kon slechts
met veel moeite zyn afschrijvingscijfer
op de kapitaalsinvestering van 20 mil
joen roebei achterhalen. Het bleek ten
slotte 4,25 procent te zijn, merkwaardig
laag voor een kostbare en aan hoge slij-
Oogst-vrijwilligsters; deze jonge
meisjes hebben de oproep van de
reclamebiljetten van de Tselina
gevolgd.
Een van de Tselina-pioniers in de
hoofdstraat van de Sovchoz.
Daar was geen rijd voor
Toen we terugreden naar de sovchoz
joegen de auto's enorme stofwolken op.
die al die stoutmoedige vrolijkheid een
beetje verduisterden. We moesten af en
toe stil staan om het stof, dat soms in
dikke golven over de wagens sloeg, te
laten zakken. En daarom vroeg ik aan
de „agronoom" (landbouwkundige),
die ons vergezelde: ..Wat doet u eigen
lijk tegen erosie?" Hij gaf een ontwij
kend antwoord: ..Daar zullen we ons
over een paar jaar mee bezig gaan
houden".
Ik drong aan: „Zijn er dan geen
proefvelden aangelegd?"
„Nee", zei hij. „daar was geen tijd
voor".
Het is nauwelijks te geloven, maar in
een boomloos gebied, da* aan alle voor
waarden om een klassiek erosie-gebied
te worden, voldoet, waar de wind vrij
spel heeft, waar een ongewisse regenval
heerst (er viel vorig jaar maar twee
maal regen in Koestanaj) scheurt men
30 miljoen hectare, doet men tegen
erosie niets anders dan wat mais-cou-
lissen planten om 's winters de sneeuw
op hetj land te houden, riskeert men
een geerodeerd stof-gebied tp scheppen,
waarbij vergeleken de A merikaanse
„dust-bowl" in het Midden-Westen, die
men na 15 jaar met veel moeite een
beetje in bedwang heeft gekregen, een
sintelbaan zou zijn.
Het moet, zei Kroesjtsjef
Waarom? Waarom investeert men
hier tientallen miljarden in een va-
banque-spel. waarom zendt men hier
honderdduizenden jonge mensen heen,
o.a. de kortelings gedemobiliseerden,
van wie er hier soms tot 300 in één
tractor-station werken, om een roof
bouw te bedrijven, die een gebied van
één miljoen vierkante kilometer in ge
vaar brengt?
Waarom kreeg dit plan ineens „prio
riteit nummer één", desorganiseex-de
men andere bedrijfstakken, „dropte"
men bij wijze van spreken drie jaar
geleden de eerste pioniers in de sneeuw,
ging men zó overhaast te werk. dat hier
en daar een dermate geweldige chaos
ontstond, dat zelfs sommige, anders zo
meegaande, afgevaardigden in de Op
perste Sovjet in wanhoop naar hun
haren grepen?
Zelfs deze oude Russische boer
is naar de Tselina getrokken.
Waarom? Eén man weet het antwoord
op die vraag beter dan wie ook. Die
man is Nikita Kroesjtsjef. Hij kent
nauwkeurig de gevaarlijke agrarische
positie van de Sovjet-Unie, een land
dat in 1955 slechts 400.000 koeien meer
had dan de 28.8 miljoen, die het in 1916
onder het tsaren-regiem al bezat!! Zo
succesvol als de industrialisering van de
U.S.S.R. verlopen is, zo faliekant is de
landbouwpolitiek uitgekomen. Geen har
de hand. geen aanmoediging, geen enke
le van de vele plotselinge wijzigingen der
agrarische politiek heeft het land de
steeds weer terugkerende voedselschaar-
stes, hongersnoden soms, ook na de oor
log nog kunnen besparen. Daarom
is het antwoord op al die waaroms:
„het moet". Daarom heeft Nikita
Kroestsjef de grote gok gewaagd, de
'ontginning van de Tselina, 20 jaar ge
leden aarzelend geprobeerd en mislukt,
kon geen uitstel velen.
Steeds meer vluchtelingen
naar Oostenrijk
(Van onze Weense correspondent)
Ofschoon de Hongaarse en Tsjecho-
alowaakse autoriteiten slechts op een
paar punten het Ijzeren gordijn hebben
opgetrokken, geloven veel ontevredenen,
dat zij nu veel gemakkelijker over de
grens kunnen komen. Zij zoeken echter
niet deze gaten" in het ijzeren gordijn
op, doch geven de voorkeur aan de rivie
ren de March (Morava) en de Donau,
die op enkele punten de grens met Oos
tenrijk vormen. Het is nu al verschei
dene keren gebeurd, dat Hongaarse en
Tsjechische dagjesmensen, die op een
plezierboot een tochtje maakten op de
March of de Donau, opeens een paar
van hun landgenoten bij de Oostenrijkse
grens in het water zagen springen. De
vluchtelingen zwommen dan naar de
Oostenrijkse oever en in veel gevallen
gelukte deze poging, ook al werd er, tot
ontsteltenis van de vakantiegangers, da
delijk met scherp geschoten.
Het aantal vluchtelingen, dat in Oos
tenrijk asiel vraagt, stijgt met de dag.
In de laatste tijd werden per maand
meer dan duizend gevallen geregistreerd.
Vorig jaar is de hele onderneming
door het uitblijven van de regen, al bij
na vastgelopen en Kroesjtsjef moest
terugkrabbelen. Nu heeft hij de weer
goden mee. Maar op zijn best kan hij
op een paar bumper-oogsten hopen, die
een graan-resei-ve in de vooi-raadschu-
ren kunnen brengen, kan hij de hemel
bidden, dat de regenjaren talrijker zul
len zijn dan de droge. Nikita Kroesj
tsjef heeft zijn naam en zijn positie
met dit plan in de waagschaal gelegd.
Hij weet. dat het Sovjet-Russische volk,
dat zoveel oorlog en honger heeft ge
kend. boven alles vrede en voedsel
wenst.
Maar zelfs als de gok op korte ter
mijn lukt, blijft daar voor de toekomst
het schrikbeeld van de stofzee tussen
Oera] en Altai! En de Russen, die,
daaraan denkend, zeggen: „We hebben
nog ruimte genoeg", spelen een huive-
I ringwekkend gevaarlijk spel.
960.000 man werkzaam!
Middenstand staat op komende
Najaarsbeurs in liet centrum
Geen sociaal zwakkete beschermen groep
(Speciale berichtgeving)
Op de komende najaarsbeurs, die van 11 t/m 20 september a.s. te Utrecht
gehouden wordt, zal speciale aandacht worden besteed aan de bedrijfsvoering in
het midden- en kleinbedrijf. Acht landelijke instellingen op het gehied van ef
ficiency, opvoering productiviteit en be drjjfseconomie verlenen hierbij uitge
breide medewerking. Dat deze „middenstands-actie" reden van bestaan heeft,
blijkt wel overduidelijk uit het feit, dat volgens de uitkomsten van de bedrijfs-
steiling 1950, uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek 93%
van alle bedrijfsvestigingen (exclusief de landbouw) tot het midden en kleinbe
drijf behoort, een totaal vormend van, 380.000 bedrijven. 38% van alle in het
bedrijfsleven (exclusief wederom de landbouw) werkzame personen had in dat
jaar in de middenstandssector een bestaan, te weten 960.000 man. Volgens
hetzelfde onderzoek van het C.B.S. bedroeg tenslotte de bijdrage van de mid
denstand in het nationaal inkomen 14%, hetgeen nagenoeg evenveel was als
dat van de landbouwsector.
Betere bedrijfsvoering
Deze middenstandeactie, die sterk ge
stimuleerd werd door de heer H. A. R.
Schuit, directeur der Kon. Ned. Jaar
beurs, en die de volle sypathie geniet
van het Directoraat-Generaal voor de
Middenstand, draagt tot motto: „Betere
bedrijfsvoering in midden- en kleinbe
drijf".
Het is de opzet, dat op de beurs deze
actie op drie fronten gevoerd wordt.
jonge landarbeiders in de Sovchoz.
Drama in zwembad
te Haarlem
Soldaat verdronken
(Van onze Haagse redactie)
De militaire politie stelt een onder
zoek in naar de omstandigheden, die
hebben geleid tot het verdrinken van
de 20-jarige soldaat P. M. van Meel,
uit Asten (N. Br.), die tijdens het
verplicht zwemmen met de A-compag
nie van het 113e bataljon aan- en af-
voer-troepen, gelegerd in de Ripperda-
kazerne, te Haarlem, donderdagmor
gen in Stoop's bad te O verveen is ver
dronken.
Het is voorschrift, dat direct na het
zwemmen ieder peleton aantx-eedt voor
appèl, nog voordat men zich gaat kle
den. De vaandi-ig van het peleton, waar
van soldaat Van Meel deel uitmaakte,
was donderdagmorgen niet met het on
der zijn bevel staande peleton meege
gaan, daar hij een afspraak had met
zijn vei-loofde. Deze vaandidg had een
collega bereid gevonden zijn dienst waar
te nemen. De afspraak werd gemaakt
zonder voorkennis van de Compagnies
commandant.
Bij het appèl, na het zwemmen, werd
soldaat Van Meel niet gemist.
Later, tijdens het aankleden, zag een
der militaire sportinstructeurs van af
de overloop op de eerste verdieping
van het zwembad, het lichaam van de
jongeman, die de zwemkunst niet
machtig is geweest, op de bodem van
het bad liggen. De sportinstructeur
dook van de verdieping naar beneden
en bracht het lichaam van soldaat Van
Meel naar boven. De levensgeesten
waren toen (reeds lang?) geweken.
Nader vernemen wij dat de comman
dant van de A-compagnie pertinent te
genspreekt dat de vaandrig bij 't zwem
men van zijn peloton niet aanwezig zou
zijn geweest.
Voorts verklaart deze commandant
dat het slachtoffer wel kon 2iwemimen.
Ten eerste zullen de problemen, die van
groot belang zijn voor de betrokken be
drijven. uitgebeeld worden op een ex
positie, ten tweede worden de verschil
lende ondenverpen, waaronder opvoe
ring der produktiviteit. efficiency, kost
prijsberekening, werkmethodenverbete-
ring en bedr ij fs verge lij king, in lezingen
besproken (met tot slot discussie) en
tenslotte zal een en ander in folders e.d.
nog eens beschreven worden.
Bevordering der goede
functie
Op een te Utreoht gehouden bijeen
komst, werd dit plan ter stimulering van
de zo belanrijke middenstand door de
vertegenwoordigers van de deelnemen
de organisaties besproken.
Voordien voerde dr. W. L. Groeneveld
Meijer, directeur-generaal voor de Mid
denstand, het woord.
Deze onderstreepte o.m. de gevolgen,
die het verschijnen van de bekende
middenstandsnota van 1954 heeft ge
had. Het overheidsbeleid gaat er niet
van uit, aldus spreker, dat de midden
stand een sociaal zwakke groep is, die
bescherming van node heeft. Het be
leid is gericht op de bevordering van
een goede uitoefening van de functie
van de middenstand in het econo
mische leven. Geen restrictieve poli
tiek wordt dus gevoerd, maar een po
litiek, die de voorwaarden moet schep
pen voor de middenstandsondernemer
zyn taak goed uit te voeren. Vesti
gingseisen, aldus de heer Groeneveld
Meijer, dienen het kwalitatieve peil
van de middenstand te verhogen en,
de verstrekking van aangepaste kre
diethulp (in de vorm van garanties)
vormt een ruggesteun, de zelfwerk
zaamheid wordt gestimuleerd, voor
lichting on een breed terrein wordt
gegeven, terwijl tenslotte de totstand
koming van doelmatige organisaties
bij de middenstand wordt bevorderd.
Kredietverlening
In de recente kredietbeschikking wer
den maatregelen van de overheid op het
gebied van het middenstandskrediet
opgenomen, t.w. hypothecair en inrich
tingskrediet (voor vestiging in nieuwe
woonwijken waar vaak grote bedrijven
snel op strategische punten filialen
neei-zetten"»en wel via het algemeen
waarborgfonds voor de middenstand, het
overname-krediet (ter continuering van
de onderneming) geregeld door branche
fondsen, het krediet voor de economische
samenwerking (ter rationalisatie van de
bedrijfsvoering) en het z.g. bijzonder
krediet, waarvan de nonnen in verband
met de gewijzigde omstandigheden on
langs zijn verruimd.
Verder is door de georganiseerde mid
denstand met behulp van de overheid
een centraal orgaan voor de bevorde
ring van de bouw van middenstandsbe
drijfspanden (C.O.M.) in het leven ge
roepen, met als doelstelling het plegen
van ondei'zoek ten behoeve van een ver
antwoorde bouw van middenstandsbe
drijfspanden
De heer Groeneveld Meijer onder-
streepte tenslotte het opmerkelijke
feit, dat er nog tal van middenstan
ders zijn, die niet op de hoogte zijn
van de vele maatregelen, die te hun
nen behoeve zijn en kunnen worden
genomen. Tot slot schetsten vertegen
woordigers van de aan de „midden
stands-actie" deelnemende instellin
gen taak en organisatie dezer instel
lingen en bespraken zij de verschillen- I
de werkterreinen.
tft wwnjMitodnJt.
bij bojc sbzcWt umx.
In lüöümonxl u*2£&9k!£>-
■tev. ^axmwprtoj5 opvouw.
«jilcniuxjïg VsBxnbüoxidb
paruun^dit
omds_ Wjuxi:
M2liv<2xxy*dmk9 goYi-
uoorxïttax
Isïdsm kuxwrt m&bcfijrt
yao. nuiox. QXXDO.
uit,to«,rvuidx:.
Op oo«
nu. wotidt bet zonae f