Nieuwe Franse winterhoeden luiden
een ware revolutie in
van breien
Nederlandse vrouwen erg gesteld
op afleiding en rust
ZATERDAG 25 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Spiegeltjespiegeltje aan de wand
Er zijn schoorsteenpijpen en
Nefertete - h oedentamboerijnen
en kozakkenmutsen
Dwars op het hoofd!
Verhaal voor de kleintjes
Ripje en Rapje in liet korenveld
VAN DE WEEK
Rijke keus van aantrekkelijke
modellen voor de komende
herfst en winter
Bij de tekeningen Ote beginnen
rechts bovenaan en draaiend met de
wyzers van de klok)
Fath toque van zwart persianer,
Dior hoed van saffierkleurig flu
weel,
Parijs, augustus 1956
De nieuwe Franse winterhoeden zijn een ware revolutie. Een
revolutie weliswaar, die al één, twee seizoenen geleden aan het
broeien en borrelen was, en waarvan de haard te vinden was in voor
gaande collecties van Balenciaga en De Givenchy. De moeilijk te
dragen, maar zeer elegante, de v/erkelijk oorspronkelijke en zelfs
flatteuze hoeden, waarmee die twee ontwerpers ons in voorbije dagen
in verrukking brachten (en vele anderen choqueerden) hebben hun
invloed doen gevoelen op de vorm van de hoofddeksels, die vandaag
in iedere Parijse collectie van een waarlijk nieuwe stroming getuigen.
De nieuwe hoedenmode is (onzes inziens, smaken verschillen nu
eenmaal!) bijzonder mooi. En ook bijzonder moeilijk: zo enthousiast
als we over menig nieuw hoofddeksel zijn, zo weinig zouden we het
zelf kunnen dragen. De nieuwe hoeden vragen immers een mooi, gaaf
profiel en pure trekken. Ze vergen een gedistingeerde gelaatsvorm,
geen bolle wangen, geen vierkante toet, geen streep-smal poëtenge-
zicht, maar een gelaat a la Nefertete, de vermaarde Egyptische
koningin, wier verrukkelijke beeltenis destijds in een grafkamer is
gevonden.
Indien uw gezicht die oud-Egypti
sche schoonheid benadert, dan is de
nieuwe hoedenmode, met haar Nefer-
tete-hoeden, haar kozakkenmutsen,
haar schoorsteenpijpen en haar pot-
modellen, net wat U past. Doet dus
snel uw keus en weeit:
dat ze groot zijn en hoog;
dat ze eigenlijk dóódsimpel van vorm
en garnering zijn en dat het vooral de
hoogte en de breedte zijn, waarin het
revolutionaire zich concentreerde;
dat ze alle, zonder uitzondering,
dwars op het hoofd worden gedragen
en veelal helemaal of een goed eind
over het voorhoofd zakken;
dat ze vaak van bont zijn;
dat ze veelal van glanzend (en ha
rig) materiaal worden gemaakt en dat
dus allerlei taupé's, melusine, fluweei,
imitatie berenbont, zwanedons, ma-
raboe etc. dus favoriet zijn;
dat zomers kleuren overheersen,
prachtige pasteltinten, die rokerig lij
ken, en rood, blauw en groen in alle
sprekende tinten, evenals wit en....
O/a&aud
Svend brede, niet hoge toque van
rood fluweel,
Dior bloempotmodel van taupé,
Svend hoge witte vilthoed,
Patou abrikooskleurige taupé en
zwart ribslint,
Chabaud fluweel en ribslint,
Svend Nefertete-toque met vier
kante bol, zwart taupé en satijnen
lintje langs entree.
De Rauch hoge, soepele hoed van
grijs en witte tweed.
de RAUCH
Voorts diene men te weten, dat de
garneringen bescheiden zijn;
dat voiles vrijwel geheel en al ont
breken;
dat aigrettes vooral in de geklede
modellen de dernier cri van het ko
mende seizoen zijn;
dat ribslint en kleine bijoux tot de
meest gebruikte opsmuk behoren, en..
dat naast de meest karakteristieke,
hoge en grote vormen (waarvan we
er hierbij enkele afbeelden), ook clo
ches, tamboerijnen en kleine baretten
in de nieuwe hoedenmode van zich
doen spreken.
J. V.
Uiot^]
Waar grootmoeder was, zag je ook
haar twee honden Rapje en Ripje. Dat
waren namen, die grootmoeder zelf
bedacht had. Toen Rapje nog een
heel klein hondje was, dribbelde hij
al met grote snelheid door de kamer
rond en daarom had grootmoeder hem
Rapje genoemd. En omdat Rapje's
■broertje zo mager was, dat je zijn
ribbetjes door zijn glanzend grijs
bruin gevlekt velletje kon zien, werd
hij Ripje. Ripje was nu helemaal niet
mager meer, hij was opgegroeid tot
een stevige hond-
Elke ochtend, elke middag en elke
avond ging grootmoeder met haar
honden wandelen: Rapje aan een rode
Ripje aan een blauwe riem. Groot
moeder vond het wel jammer, dat ze
haar speelse hondenvriendjes aan de
lijn moest houden, maar daar was nu
eenmaal niets aan te doen. In groot
moeders tuin mochten ze stoeien en
ravatten zoveel als ze wilden, maar
buiten het tuinhek kon dat niet. Dat
kwam omdat rondom grootmoeder's
•vriendelijke huisje korenvelden wa
ren.
„Straks, als we in de tuin zijn. mo
gen jullie los," beloofde ze hun. Rapje
en Ripje luisterden niet. ze wilden
van die akelige riem af en grootmoe
der had moeite om ze mee te trekken.
Grootmoeder was daar wel aan ge
wend en zo gauw ze weer binnen het
houten hek waren, dat grootmoeders
tuin omsloot, liet zij de ongeduldige
Rap en Rip vrij. Twee jaar geleden
was er alleen een groene heg rond de
tuin, waar op een kwade dag Ripje en
Rapje zich doorheen wrongen. Groot
moeder zag ze regelrecht een koren
veld inrennen en de boer van wie dat
koren was, zag het ook. Hij was ont
zettend boos en dreigde dat hij de
honden neer zou schieten als dat nog
eens gebeurde. Er zat toen niets an
ders op dan een stevig houten hek om
de groene heg te laten maken, zodat
de twee deugnieten niet konden ont
snappen. Niet lang daarna probeerden
ze met hun harige voorpootjes een
gat onder heg en hek door te graven,
maar grootmoeder betrapte de rak
kers. Gelukkig waren Rapje en Ripje
nu te groot en te dik om zoiets te
kunnen doen.
Waar grootmoeder was, zag je ook haar twee honden, Rapje en Ripje.
Rap en Rip vonden het heerlijk om
in het koren te verdwijnen en achter
veldmuizen en konijnen aan te jagen.
Maar als de boeren zouden zien, dat
twee honden door hun koren joegen,
zouden ze boos worden. Daarom hield
grootmoeder haar tweetal steeds aan
de blauwe en de rode riem. Soms, als
Rap en Rip iets zagen of roken, ruk
ten ze om los te komen. Dan trilden
hun natte neuzen opgewonden en ze
keften venijnig in de richting van het
koren, zodat grootmoeder werkelijk
medelijden met hen kreeg.
Op een mooie dag in de zomerva
kantie stond grootmoeder onafgebro
ken over het tuinhek het pad af te
staren, alsof ze op iemand wachtte.
Dat was ook zo: haar kleinkinderen
Jan en Lientje kwamen een hele week
bij haar logeren. En ja, niet lang
daarna kwamen ze er aangestapt; Jan
met een keurig koffertje in zijn hand
en Lientje met de regenjassen over
haar arm. Wat was dat gezellig! Niet
alleen voor grootmoeder en Jan en
Lientje, maar ook voor de honden, die
het heerlijk vonden dat de kinderen
met hen speelden. Daar was groot
moeder wei wat te oud voor, maar
toch genoot ze er evenveel van alsof
ze zelf ook met een oude gummibal
door de tuin draafde. Nu waren het
Jan en Lientje, die met de honden
gingen wandelen, en grootmoeder bleef
rustig thuis. Natuurlijk moesten Jan
en Lientje de honden aan de lijn hou
den, maar op een middag liepen ze
met z'n vieren langs een korenveld,
toen de honden opeens geweldig sno
ven en rukten.
„Ik vind het gewoon zielig", zei
Lientje.
„Laten we ze dan losmaken", stelde
Jan voor.
„Dat mag niet," waarschuwde Lien
tje, maar Jan riep: „Ach wat!" Hij
aarzelde even en maakte Rapje en
Ripje los. Ze schoten meteen het ko
ren in, opgewonden keffend. Na een
minuut kon je ze nergens meer zien,
je zag alleen het koren bewegen, daar,
waar Rap en Rip renden. Het was een
vermakelijk gezicht, vonden Jan en
Lientje, maar na een poosje begon het
hen wat te vervelen.
„Ripje! Rapje! Kom, we gaan ver
der!" riep Jan. Maar Ripje en Rapje
hoorden het niet, ze waren verdiept
in hun jachtpartij.
„Ripje! Rapje!" riep Jan nog eens.
Maar de honden kwamen niet, of hij
en Lientje nu tien of twintig keer rie
pen. Hoe moest dan nu?
„We kunnen ze niet zoeken," zei
Lientje. „Want ik zie twee boerde
rijen hier vlakbij en als de boeren ons
zienDus bleven ze staan waar
ze stonden. Het was zo'n groot koren
veld, dat ze Rapje en Ripje zelfs niet
meer zagen bewegen. Maar wie kwam
daar opeens aangewandeld? Groot
moeder. Jan en Lientje durfden haar
haast niet aan te kijken.
„Nu gaat de boer misschien wel op
ze schieten", zei grootmoeder onge
rust. „Het beste is, dat wij naar huis
gaan, de honden komen toch niet."
O, wat was dat naar! Grootmoeder
was heel stil, ze keek steeds om zich
heen en floot en riep aan Rap en Rip,
Maar die kwamen niet. Jan en Lien
tje vonden het heel akelig en ze
schaamden zich diep. Ze hadden veel
liever dat grootmoeder boos op hen
was dan verdrietig. Maar ongeveer
een uur later klonk er opeens geblaf
en daar waren Rapje en Ripje, stoffig
en moe. Ze dansten om grootmoeder
heen, sprongen, tegen haar op en lik
ten haar handen, alsof ze zeggen wil
den: „We weten dat we stout zijn ge
weest. maar we hebben zo genoten, toe
vergeef ons
Natuurlijk vergaf grootmoeder hen,
ze gaf elk een schotel vol fris water
en Jan en Lientje kregen een glas li
monade.
„We hebben het eigenlijk niet ver
diend," zei Jan bescheiden. Grootmoe
der streelde hem over z'n ruige blon
de haren en voor ze 's avonds naar
bed gingen zei Jan tegen Lientje: „Ik
ga nooit meer iets doen wat groot
moeder verboden heeft!"
M. F. B.
Soep of pudding? MFNI
Het Voorlichtingsbureau voor de i. i k^/ J-T JL V J -L
voeding meldt:
Een maaltijd van twee of meer
gangen heeft iets genoeglijks en in
de meeste gezinnen komt die dan ook
op zon- en feestdagen op tafel.
Daarnaast geldt bij velen als da
gelijks parool: soep öf een toespijs.
Welke van de twee het zal zijn, hangt
meestal af van onze smaak en wat
we het gemakkelijkst vinden. Ook
aan de voedingswaarde wordt ge
dacht: waar kleine kinderen zijn
wordt dikwijls juist hierom 'nmelkge-
recht toegegeven. Een goede gewoonte,
want aan een melktoetje hebben kin
deren, die in de groei zijn, meer dan
aan soep. Ook volwassenen, die in de
loop van de dag maar weinig melk
gebruiken, komen op deze manier
met een flink bord yoghurt, pap of
pudding eerder aan hun trek. Hou
den zij niet van melktoespijzen en
wel van soep, dan zou men in de soep
veel melk kunnen verwerken.
Bloemkool-, spinazie-, kerriesoepen
soep van soeppoeder of -tabletten zijn
heel smakelijk wanneer er melk in-
plaats van water of bouillon wordt
gebruikt.
De voedingswaarde van een bordje-
soep-vooraf, waar weinig vlees, melk
en groenten in voorkomen, is niet erg
groot. Zo'n soep is eigenlijk niet an
ders dan een plezierig begin van de
maaltijd, voornamelijk gewaardeerd
omdat het warm en lekker is..
Daar is niets tegen, als de rest van
het eten niet in het gedrang komt.
Neemt het bordje soep bij slechte
eters de eetlust weg, zoals bij kinde
ren nog wel eens wil voorkomen, dan
is het beter om meteen met het hoofd
gerecht in huis te vallen, zodat daar
fink van gegeten wordt.
Wie hun toch soep wil geven, kan
dat een uurtje voor de maaltijd doen.
Recept kerriesoep voor 4 personen:
een stukje ui, ongeveer 4 thee
lepels kerrie, 40 g (3 eetlepels) boter
of margarine, 40 g (4 eetlepels)
bloem, 5 dl water, 5 dl melk, bouil
lonblokjes of aroma, fijn gesneden
peterselie.
Helaas is de vakantie voor de meesten alweer voorbij! Voor de huisvrouw
betekent dit dat ze zo langzamerhand weer terugkeert tot de normale gang van
haar huishouden. Het is prettig om nu weer eens een extraatje klaar te maken
voor de zondag. Wat denkt U b.v. van zo'n kwetsentaart die bijzonder fris en
smakelijk is en niet eens zo heel veel tijd vraagt!
Witte ragoütsoep; biefstuk met snijbonen, aardappelen;
kwetsentaart.
Stamppot van rauwe tomaten, kaassaus; watergruel.
Paprika's gevuld met gehakt, gestoofde komkommer, rauw
gebakken aardappelen; kruisbessenvla.
Eierragoüt, stoof sla, rijst; karnemelk met gort en pruimen.
Saucijsjes, bloemkoolsla, aardappelen; koude rijstebrij.
Gebaken vis, zomerbietjes, aardappelpuree; vanillevla met
geraspte appel.
Eenvoudige bami; meloen.
ZONDAG
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
Recept: Kwetsentaart.
Voor het deeg250 gr. bloem, 125 gr.
boter, 90 gr. suiker, 5 10 gr. vanille
suiker, zout, 1 ei, citroenrasp, 2 3 eet
lepels melk.
Voor de vulling: 1 kg. kwetsen, 2
a 3 eetlepels gemalen amandelen, 50 gr.
suiker, dil. water, iets citroensap.
Voor het deeg de boter door de ge
zeefde bloem snijden en er met de rest
van de bestanddelen een stevig deeg
van maken, hiermee de beboterde open
De boter of margarine licht bruin
laten worden. De ui schoonmaken,
fijnsnijden en met de kerrie in het
vet fruiten. De bloem toevoegen en
de massa tot een bal roeren. Onder
flink roeren langzamerhand het wa
ter en de melk er bijschenken. Het
geheel aan de kook brengen. De soep
op smaak maken met bouillonblokjes
of aroma en enige minuten laten
doorkoken. Op het laatst fijngesneden
peterseliegroen er door roeren.
vruchtentaartvorm voeren, de andere
delen erin strooien en daarna de ge
halveerde kwetsen (de pit verwijde
ren!) erin leggen. Hieroverheen de sui
ker, die in het water is opgelost en
waaraan iets citroensap is toegevoegd,
gieten en de taart 30 a 40 min. in een
matig hete oven bakken.
Recept: Witte ragoütsoep.
1 liter bouillon, iets foelie, peterselie,
40 gr. bloem, 40 gr. boter, 1 ei. x/z dl.
melk of room, iets citroensap, 50 gr.
gehakt
De bouillon met de foelie en peter
selie Vs uur laten trekken en zeven en
er met de boter en bloem een glad ge
bonden soep van koken. Van het ge
hakt kleine balletjes vormen en deze
10 minuten in de soep mee laten ko
ken. Het ei in de soepterrine kloppen,
de melk erbij doen en onder voortdu
rend roeren de hete soep erbij gieten.
De soep op smaak afmaken met een
paar druppels citroensap.
Herenvest: lumberjacket voor de
heren der schepping, dal in de
winter de koude buiten 'houdt en
dat ook tijdens vakantiedagen goede
diensten kan bewijzen. Gebreid van
zeven knotten crêpe wol.
ten van Nederland gedurende de jaar
lijkse schapendag in Ede een show ge
organiseerd van een keus uit hun col
lecties. Deze samenwerking, die het
mogelijk maakte een ruime, anonieme
collectie te tonen is wel verheugend.
De detailhandel kan hierdoor het pu-
Om detailhandel en pers te laten
bliek raden nadat zij eerst zelf heeft
gezien, waarover zij spreekt. En voor
de pers is het prettig eens kennis te
maken met een terrein, dat zich ge
woonlijk aan haar waarneming ont
trekt. Dat men hiervoor de schapen
dag heeft gekozen, die geheel in het
teken van de wol staat, was een ge
slaagde keuze. Naast de jaarlijkse
schapenmarkt waren er verschillende
folkloristische feestelijkheden en een
breiwedstrijd voor jongeren. De eerste
prijs voor het ringsteken was, zeer
toepasselijk op deze dag, een schaap!
Vier mannequins, een manlijke col
lega en een vijftal jongens en meis
jes van verschillende leeftijd toonden
de modellen die zeer gevarieerd waren
Denkt u erover binnenkort iets te
gaan breien, maar u weifelt nog over
het model? Nu, wij kunnen u tot onze
spijt ook niet helpen: de modellen,
die wij te zien kregen waren zo ver
schillend, maar tegelijk vrijwel alle
zo aantrekkelijk, dat het niet wel mo
gelijk is er bepaalde exemplaren uit
te halen, die boven de andere uit sta
ken, of het moest het mantelpak zijn,
dat in een voortreffelijke moderne snit
zat als kleermakerswerk, maar dat
steekje voor steekje was gebreid: een
prachtstuk!
Wat wij verder te zien kregen?
Prachtige truien, zowel voor héren
als voor dames, in grove steken en fijn
glad breiwerk, uni en met strepen of
banden, fijne dunne twinsets, waaron
der verschillende met ajourranden,
twinsets ook met hoge boorden voor
de winterse dagen buiten en een enkel
model met capuchon, geklede truitjes
voor feestelijke gelegenheden, deux
pièces, meerkleurige truien met een
hoge col, geborduurde truien en ves
ten. Leuk was ook het idee van vader-
zoon-combinaties; daar zullen beiden
zeker trots op zijn, vooral als moeder
ze heeft gebreid. Voor de jongere ge
neratie was er trouwens ook een keur
van modellen: jongenspakjes en jas
jes, rokjes en jurkjes voor de meisjes,
truien en vesten voor allemaal, mut
sen, sjaals, alles even kleurig en fleu
rig. En om het te dragen behoeven we
niet eens op de winter te wachten: de
koude is er, de breipennen wachten.
Dwars gebreide damesjumper
met verticale strepen in twee tinten
Slank makend model; 600 gram
middel dikke wol.
Eigen werk verkozen
boven gelijkheid van
het confectiemodel
(Van een bijzondere medewerkster)
Kunt u zich de wereld voorstellen
als een kluwen breiwol? Moeilijk
waarschijnlijk. Toch zou zij er zo uit
zien, wanneer wij alle wol, die de Ne
derlandse vrouwen gezamenlijk ieder
jaar verbreien om de goede oude aarde
konden winden. Natuurlijk zouden er
wel wat kale plekjes overblijven, en
dat is maar gelukkig, want wij mcgen
niet het risico lopen in onze eigen
draden verstrikt te raken. De Neder
landse vrouw heeft altijd veel gebreid:
vroeger kousen en hemden, nu mo
dieuze truitjes, sweaters, ja zelfs man
telpakken en deux pièces. Dat ondanks
de enorme vlucht, die de verkoop van
confectie-truien heeft genomen, het
gebruik aan breiwol per hoofd van de
Nederlandse bevolking nog aanmerke
lijk is toegenomen in vergelijking met
voor de oorlog, was ook voor ons een
verrassing. Blijkbaar zijn de vrouwen
dankbaar voor de afleiding en rust, die
breiwerk haar schenken, en even blijk
baar verkiest de Nederlandse vrouw
toch nog altijd de individualiteit van
het eigen breiwerk boven de gelijkvor
migheid van het gekochte confectie
model.
kennismaken met de modellen die zij
zoals ieder seizoen hebben laten ont
werpen ten behoeve van het breiende
publiek, hebben de breiwolfabrikan-