Ik danste tango met Jélena, een
meisje van de Komsomol
We praatten over lipstick, Bing
Crosby, de Navo, Stalin en een
lieel erg hachelijk punt
Bezitsvorming blijft knelpunt
van de Kabinetsformatie
Reserve - kapitein accepteerde
geld, sigaren en lekkernijen
Tegen zes „operette-gangsters"'
straffen van 2 jaar m. a. geëist
Acht Ambonezen krijgen een
maand wegens hun stroperijen
Moskou bij middernacht (III)
WOENSDAG 15 AUGUSTUS 1956
„Geheimepolitie bestaat toch in elk land?"
(Van onze reisredacteur)
MOSKOU De klok sloeg twaalf uur in het restaurant, dat eruit zag als een
kurhaus uit de twintiger jaren en waar de mensen bij bier en wijn zaten te
praten en te eten. En toen het damesorkest een tango inzette, vroeg het meisje,
dat eerder op de avond haar zakdoek had laten vallen - beproefde vrouwenlist
om contact te zoeken - mij plotseling: Hou je ook zo van jazz? Van Bing Crosby
en Louis Armstrong?
Het had allemaal gewoon in Londen of New York, Amsterdam of Parijs kun
nen gebeuren. Maar dit was ongewoon, want dit was Moskou bij middernacht.
En het wat gezette meisje van een jaar of 25 met levendige blauwe ogen in een
aardig gezicht, dat ik nu voor alle zekerheid maar Jélena zal noemen, was een
Komsomolska, een lid van de communistische jeugdbeweging van de Sovjet-
Unie. Een van die meisjes dus, die vier jaar geleden met stijve blousjes en
strakke Ninotchka-gezichtjes onder spandoeken in optochten liepen en van wie
het heette, dat zij, als het zo uitkwam, voor het heil van partij en vaderland
vader of moeder bij de geheime politie aangaven. En nu, misschien voornamelijk
omdat een paar jaar geleden eindelijk een meedogenloze oude man was doodge
gaan, droeg de kleine Jélena lipstick en nylons, zong zij geen strijdliederen meer,
maar floot „Rue Lepic" van Yves Montand, „Change partners" en de „St. Louis
Blues". En, vreemder nog, praatte en lachte honderduit met een journalist uit
het Westen, zo'n verderfelijk oorlogshitsertje van het boze kapitalisme.
Dat was het begin van dat vreemde
gesprek, dat overigens van neutraal ter
rein vertrok. Waar had Jélena zo vloei
end Engels geleerd? Zij studeerde En
gels op het instituut voor vreemde talen
en kreeg, zo vertelde zij trots, een sti
pendium van 900 roebel in de maand.
Daar kocht zij haar nylons van (15 roe
bel het paar), haar lipstick, parfum en
kleren. Zag zij er naar westelijke smaak
erg gek uit? Allerminst, zei ik beleefd,
voordat ik haar met tact vertelde van
de Audrey Hepburn-coiffure en van de
..reeën-ogen" der Parijse meisjes. Even
later raadpleegde zij tersluiks haar
spiegeltje en er kwam een vastberaden
trekje van ..dat valt te proberen'' om
haai- mond. Hoe kende zij al die Franse
en Amerikaanse liedjes? Nu. er waren
buitenlandse platen te krijgen en die
wareh bijzonder in trek op de studen
tenfeestjes, waar net als bij ons tot vier
uur in de ochtend werd gedanst. Maar
er was ook Russische jazz. Ging die over
tractoren, sochozen en de arbeidspres
taties van de nieuwe Sovjet-mens?
Nou. zei Jélena, en grinnikte een
beetje, zulke liedjes waren er wel. maar
ze waren aanzienlijk minder in trek dan
die over de maan, de sterren, een zo-
De Jélena's van de Sovjet-Unie...
in de fabriek.
mernacht en de liefde.
Fronsten de ernstige Komsomols niet
de wenkbrauwen over zoveel decadente
frivoliteit?
Ach, zei Jélena, slomerikken bestaan
overal en jazz is pas een paar jaar in
zwang.
„IK BEN GEEN DWAAS"
En ik behoefde niet zo op te snijden,
want in het Westen was het ook niet
alles, daar leden de meeste mensen
toch maar een zorgelijk en armetierig
bestaan. Van onder haar wimpers be
studeerde zij het effect van dit salvo.
Ik begon glimlachend wat lonen en
prijzen te noemen, vertelde van Ne
derlandse huizen en andere dingen,
waarvan wij ons altijd met enige
moeite herinneren, dat zij niet overal
in de wereld gewoon zijn. Er daag
de nadenkend begrip in haar blauwe
ogen en toen ik vroeg of zij werkelijk
dacht dat het Westen dat alles in de
waagschaal zou leggen door op een
oorlog met de Sovjet-Unie aan te stu
ren, zei zij zachtjes: „Ik ben geen
dwaas".
Maar even later bracht zij tegelijk
met de rode caviaar het Bagdad-pact
en de NAVO op de proppen.
Bij het mausoleum van Lenin en
Stalin.
Waarom proberen jullie ons te om
singelen? Wij hebben tien miljoen men
sen verloren in de vorige oorlog. Denk
je dat wij werkelijk een nieuw bloedbad
willen?
beetje met veel geduld kunnen worden
opgelost. Ik herinnerde haar aan Praag
en Korea en zei dat wij de vrede lief
hebben, maar de vrijheid liever. En hoe
wel eens vagelijk van gehoord, maar er
was nog nooit iemand uit haar omge
ving verdwenen.
Wou je dan bestrijden, vroeg ik, dat in
de communistische staten een kind
wordt aangemoedigd om zijn ouders aan
te geven, wanneer die tegen het systeem
zijn?
Jelena's gezicht trok ineens wit weg. Zij
wendde haar hoofd af en zei even later
met een heel dun stemmetje: „Zullen
we dansen?"
Ik weet niet of zij tranen in haar ogen
had. toen wij zwijgend de volgende tan
go dansten, want haar hoofd reikte nau
welijks tot niijn schouder. Maar ik ben
snel van het hachelijk onderwerp afge
stapt, want zij had geprobeerd loyaal,
wel Jélena niet kon geloven, dat de
Noord-Koreanen werkelijk Zuid-Korea
waren binnengevallen, kwam zij verder
niet met de mokerslagen van het com
munistisch dogma, maar nam peinzend
haar lipstick ter hand. En ik prees in
stilte de schepping van de vrouw!
WAS MARSHALLPLAN HINDERLIJK?
Na de volgende tango vroeg zij of het
Marshall-plan voor ons niet een afschu
welijk blok aan het been was geweest.
Maar weer bleek zij bereid tot aandach
tig luisteren, toen ik haar vertelde dat
het Markhall-plan in 1949 geholpen had
ons van een nationaal bankroet te red
den. En toen ik zei dat het ons geschokt
had dat de Sovjet-regering deze Ame
rikaanse hulp aan haar volk onthouden
had, viel voor het eerst de naam Stalin
in het gesprek. Na een kleine stilte ver
telde Jélena, dat zij van het rapport-
Kroesjtsjef had gehoord, waarin de oude
despoot ontluisterd werd. Het was een
hele schok geweest. En er werd nog
steeds gediscussieeerd, ook over de me
deverantwoordelijkheid van de nieuwe
leiders. Jélena was over deze hele zaak
nog steeds niet met zichzelf in het reine.
Nu ging in ieder geval alles heel wat be
ter. En een gesprek als het onze had zij
drie jaar geleden zeker niet aangedurfd.
Misschien was echter de sterke arm
van Stalin wel nodig geweest in de
moeilijke beginperiode
Maar had een intelligent volk als het
Russische werkelijk een sterke arm no
dig. zou het niet liever in een vrije de
mocratie leven, waar persoonsverheer
lijking onmogelijk is, waarin een ieder
als het hem lust, op een straathoek kan
zeggen, dat het de minister-president
aan verstandelijke vermogens man
keert? vroeg Ik.
V" v rv 1
ttj 1
voor de eeuwig vrouwelijke
vraag: Wat zegt de mode?"
maar ook redelijk de wereld te verdedi
gen, waarin zij was opgegroeid. En ik
had zelf gezegd, dat er problemen be
staan, die geduld vereisen.
Daarom heb ik haar toen we door
Moskou's stille straten onder de rode
sterren van het Kremlin naar de bus
liepen, maar weer verder verteld over
Parijs, waar zij zo nieuwsgierig naar
was en daarna hebben we tweestem
mig „Un gamin de Paris" gefloten en
toen leek de koude vrede werkelijk al
een beetje warmer.
(De vorige artikelen in deze serie zijn
gepubliceerd in onze edities van 8 en 11
augustus j.l.. Red. LD.)
Na negen tveken kunnen door kleine
verschillen misverstanden ontstaan
(Van onze parlementaire redacteur)
Met bezitsvorming hebben de meeste mensen moeilijkheden. En voor de derde
maal is nu gebleken dat ook de Kabinetsformatie wordt geremd door moeilijk
heden met de bezitsvorming. Daarom is er reden eens na te gaan wat er van
overheidswege reeds is gedaan om ook van de kleine man, zij het in bescheiden
mate, een „bezitter" te maken, teneinde daardoor zijn gevoel van eigenwaarde te
versterken en door het hechten aan eigen bezit (een eigen woning bijv.) ook de
eerbied te verhogen voor bezittingen van anderen.
Het was op 12 novemfber 1954 dat prof.
Romme in de Tweede Kamer aandrong
op het instellen van een commissie ter
beraming van middelen om te komen tot
verbreiding van de particuliere eigen
dom. De commissie werd ingesteld door
de minister van Sociale Zaken op 15 juni
1948 met het verzoek om advies te geven
over de vraag of en door welke maat
regelen, door het delen in de winst van
de onderneming of d'oor sparen, de vor
ming van duurzaam 'bezit kan worden
bevorderd. In 1952 en 1955 bradht de tus
sentijdse rapporten uit en in het begin
van dit jaar verscheen het eindrapport.
Bouwsparen en jeugdsparen
Als gevolg van de adviezen van de
commissie heeft de regering in maart j.l.
by de Tweede Kamer een wetsontwerp
ingediend met de bedoeling de werk
gevers vrij te stellen van sociale lasten
en belasting over extra uitkeringen (tot
een bedrag van f.390.— per jaar) uit de
winst aan de arbeiders, die met deze
extra bijdragen willen sparen voor een
eigen woning. Het wetsontwerp is nog
niet in de Kamer behandeld.
In beginsel heeft de regering eveneens
besloten het jeugdsparen aan te moedi
gen (ook voor kinderen van zelfstandi
gen) door het toekennen van een premie
van overheidswege. Gedacht wordt aan
de leeftijdsklassen van 16 tot en met 24
jaar en een premie van ten hoogste 10%
van het bedrag, dat de jongeman of
jongevrouw uit eigen inkomen spaart.
Het aldus gespaarde geld zou alleen mo
gen worden gebruikt om bijv. by huwelyk
de woning in te richten. Een wetsont
werp dat op deze jeugdspaarregeling be
trekking heeft, verkeert reeds in een ver
gevorderd stadium van voorbereiding.
In hoger beroep een jaar m. u. geëist
(Van onze Haagse redactie)
Tegen de ex-chef van het Bureau schriftelijke cursussen van de Dienst Wel-
zynszorg-Ieger, een 40-jarige reserve-kapitein uit Loosdrecht, is door de Advocaat-
Fiscaal by het Hoog Militair Gerechtshof terzake van schuldheling en het aan
nemen van geldelyke giften een gevangenisstraf geëist van een jaar m.a. De
beklaagde was in hoger beroep gegaan van het Krygsraadvonnis van 23 Juni j.l.
volgens hetwelk hij werd veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf m.a.
Een van Moskou's zeldzame licht
reclames zegt: ..Burgers maak ge
bruik van taxi's".
Nee, zei ik waarheidsgetrouw en be
gon haar met een zucht uit te leggen dat
internationale politiek niet zo eenvoudig
is als de leuzen en spandoeken van de
Sovjet-Unie het wel voor willen stellen:
dat er belangenconflicten en wantrouwen
bestaan tussen grootmachten en dat er
problemen zyn, die slechts beetje bij
WAAROM MEER
PARTIJEN?
Dat begreep Jélena niet. Waarom
moet men méér partijen hebben, als
men binnen de enige vryelyk kan dis
cussiëren?
Omdat het één-partij-systeem ge
vaarlijk is, zei ik, kijk maar naar je
geheime politieke politie. Maar die
bestaat toch in ieder land, zei Jélena
verbaasd. Welnee, zei ik, evenmin als
concentratiekampen. Nu daar had ze
Helderziende vroutv" gaf hun adviezen
Zes jonge mannen stonden gistermiddag voor de Haagse Rechtbank terecht,
om zich te verantwoorden voor het plegen van een serie inbraken, die hoewel
zij byna alle zyn mislukt ernstig genoeg waren om aan de Officier van Justitie
een eis van 2 jaar gevangenisstraf m.a. tegen ieder der verdachten te ontlokken.
„Gangsters", zo typeerde de president van de Rechtbank deze mannen. Hoewel
zij zich beriepen op werkloosheid, schulden en andere financiële tegenslag, gingen
de heren op roof uit in taxi's en per huur-auto. Tot drie maal toe reden zij naar
Ruinerwold, in Drente, waar ze een brandkast met f. 80.000 hoopten buit te maken.
De jonge vrouw van een der verdachten ging mee. Zy was „helderziende". Als zij
„in trance ging" kon ze wijlen de „Opa" van haar echtgenoot om advies vTagen.
„Was Opa zo'n expert op het gebied van de misdaad?", wilde de Officier
weten. De verdachten gingen op deze vraag niet in. De Officier drong ook niet
langer aan. Om de „helderziende" vrouw, die hoewel medeplichtig niet was
gedagvaard, ging het gistermiddag niet.
Politie zat voor de
brandkast
Om de gangster-illusie compleet te
maken, waren deze amateurs van wie
de meesten nog blanco strafregisters
(hadden uitgerust geweest met zwarte
maskers, een alarmpistool en een gum
mistok. „Het waren operette-gangsters",
zei mr. Piket, een der verdedigers, in zijn
pleidooi.
Een van het zestal, een 28-jarige boek
houder, die gistermiddag met een fan
tastische „artisten-baard" voor het hekje
verscheen, en die in het clubje de bij
naam „mr. X" had gekregen, had als
16-jarige jongen gewerkt in een coöpe
ratieve melkfabriek in zijn geboorteplaats
Ruinerwold. Hij herinnerde zich, dat
daar iedere week, in de nacht van vrij
dag op zaterdag, veel geld in kas moest
zijn.
In de avond van 10 november van het
vorige jaar toog men in een huurauto
op pad. Ter plaatse wist de „helderzien
de" jonge vrouw de adspirant-inbrekers
te vertellen dat het niet veilig was.
In de nacht van 25 op 26 november
probeerde men het opnieuw. Dicht bij
Ruinerwold werd de auto door de rijks
politie aangehouden voor contröle van
de autopapieren. Men achtte het toen
verstandiger de inbraakpoging nogmaals
uit te stellen. In de nacht van 9 op 10
december ging de inbrekersclub voor de
derde keer naar Drente.
Met een glassnjjder werd de ruit van
een achterdeur bewerkt. Toen dik
groene zeep er op, duwen, en men kon
door het ontstane gat de sleutel aan
de binnenzijde van de deur omdraaien.
De man-met-de-baard had een platte
grond getekend, zodat men rechtstreeks
naar het kantoortje wist te lopen.
Door de ruit van de kantoordeur zag
men.... twee politiemannen, die voor
de brandkast zaten te lezen. Het hele
gezelschap blies geruisloos en onge
merkt de aftocht.
Gistermiddag hoorden de „pechvogels"
dat de brandkast inderdaad f. 80.000
had bevat.
De leden van de „club" deden daarna
nog vele andere pogingen zich door de
misdaad te verrijken. Veel succes had
men daarbij niet.
Verschillende nachtelijke escapades
van het zestal werden uit de doeken ge
daan. De Officier van Justitie, mr. Maris,
vond dat de zes verdachten gelijke straf
fen verdienden. Hij eiste tegen ieder van
hen een gevangenisstraf van 2 jaar m.a.
De Rechtbank bepaalde het vonnis op
28 augustus.
Hij werd hiertoe veroordeeld, omdat
hy van een ondergeschikte, een adju
dant. die secretaris-penningmeester was
van de charitatieve instelling „Het Na
tionaal Postzegel fonds" voor een totaal
bedrag van f. 2500 aan sigaren, sigaret
ten, lekkernijen e.d. als geschenk had
aangenomen, hoewel hij had moeten be
grijpen, dat de adjudant 'het 'hiervoor
benodigde gel'd uit de kas van het Fonds
verduisterd had. In totaal verduisterde
de adjudant f. 45000.waarvoor hy tot
een jaar gevangenisstraf werd veroor
deeld.
Evenals destijds voor de Krijgsraad
verklaarde beklaagde niet begrepen te
hebben, dat de adjudant het geld had
verduisterd. Beklaagde meende dat de
adjudant voor zijn sociale werk de be
schikking had over een speciaal repre
sentatiefonds. De adjudant deed als ge
tuige uitkomen dat de kapitein een en
ander heel goed begrepen moet hebben.
Op verzoek van de verdediger, mr. J. A.
Hannivoort uit Leiden, werd mej. M.
Ohr. M. van Malsem, een referendaris
van het Ministerie van Oorlog, over deze
kwestie gehoord. Haar verklaringen
brachten geen nieuwe feiten naar voren.
Steekpenningen?
Het tweede punt, waarop beklaagde
is veroordeeld, betreft het aannemen
van giften tot een totaalbedrag van
f. 9000.van de directeur van een
Rotterdams Onderwijsinstituut, het
welk schriftelyke cursussen leverde
aan de militairen van de Kon. Land
macht.
Beklaagde verklaarde voor het Hof,
evenals voor de Krijgsraad, dat hij deze
giften ontvangen had als beloning voor
bedrijfseconomische adviezen, waarmee
hy' de directeur van het Instituut van
dienst zou zijn geweest. De directeur, die
als getuige werd gehoord, ontkende dit.
Hij verklaarde nimmer adviezen van be
klaagde te hebben ontvangen. De giften
had hy beklaagde gedaan om zich diens
medewerking te verzekeren t.a.v. de gun
ning van de leveranties van cursussen
aan militairen.
Beklaagde ontving in 1950 by de ken
nismaking f. 1000.— van de direoteur van
het onderwijsinstituut, zo verklaarde de
laatste. Gedurende de daarop volgende
vyf jaar kreeg de kapitein steeds 5% van
de omzet van het instituut. Van aan
militairen in Nieuw Guinea geleverde
cursussen ontving beklaagde zelfs 17%.
„Maar overigens hield de kapitein zyn
belangen en de belangen van de dienst
streng gescheiden. Hy trachtte de cur
sussen al'tyd zo goedkoop mogelyk van
ons te krijgen", zo besloot de directeur
zyn verklaring.
„Ijverig en gezien'
In dit verband werd ook als getuige
gehoord de 66-jarige gepensioneerde
reserve-kolonel H. Mulder, die tot
1955 hoofd van de Dienst Welzynszorg
was. Hy verklaarde, dat beklaagde
hem inderdaad adviseerde t.a.v. de
keuze van de onderwijsinstellingen.
Maar overigens had beklaagde vooral
aanvankelijk daarop erg weinig in
vloed. De kolonel zei altijd bijzonder
tevreden te zyn geweest over beklaag
de, die ijverig, doortastend en gezien
by de collega's was.
De Advocaat-Fiscaal mr. D. J. van
Gilse achtte het niet bewezen, dat be
klaagde al of niet in stryd met zyn
plioht heeft getracht het Rotterdamse
onderwysinstituut extra te bevoordelen.
Het aannemen van geld op zichzelf staat
natuurlijk vast. De Advocaat-Fiscaal
keurde dit zeer hevig af. De schuldheling
achtte mr. Van Gilse wel bewezen. Ver-
dachtes verweer vond hy onaanvaard
baar. De eis luidde tenslotte: een jaar
gevangenisstraf m.a. en ontslag uit de
militaire dienst, zonder ontzetting uit
het recht bij de gewapende macht te
dienen.
De verdediger mr. Hannivoort trachtte
aan te tonen, dat door beklaagde wel
adviezen zyn gegeven aan de directeur
van het onderwy'smstituut. Pleiter wees
er op dat beklaagde zelfs een uittreksel
van de boekhouding van het instituut
in zijn agenda had. Het hebben van een
bijverdienste was aan beklaagde niet
verboden. Hy is dus hiervoor ook niet
strafbaar.
Pleiter beschreef zyn cliënt verder
als een ambachtsman, die voor de
functie die hy by de K.L. bekleedde
eigenlijk niet geschikt was. Hy heeft
in het geheel geen officieropleiding
gehad en werd aangesteld by wyze van
beloning voor zyn byzonder grote ver
diensten in het verzet, waarvoor hij
ook het Kruis van Verdienste kreeg.
Pleiter vroeg de uiterste clementie.
Het Hof zal op 4 september arrest
wyzen.
Voorts is de regering ook van plan een
dergelyke spaarregeling voor ambtena
ren te bevorderen.
De eerste maatregel op het terrein
van de bezitsvorming kwam echter reeds
tot stand op 8 april 1953, toen de minis
ter van Wederopbouw de mogelijkheid
opende voor personen, die nieuw te bou
wen huizen zelf zouden bewonen, boven
de normale bouwpremie extra tien jaar
lijkse bydragen toe te kennen. Voor per
sonen beneden de 50 jaar zou die extra
bijdrage per jaar 2% van de normale
premie bedragen, zolang zy de woning
zelf zouden bewonen. In 1953 werd in
3162 gevallen en in 1954 in 6620 gevallen
van deze mogeiyfcheid gebruik gemaakt.
In de loop van 1953 nam de regering ook
het besluit de personeelsleden van 25
jaar en ouder bij de Staatsmijnen te
steunen indien zij wilden streven naar
bezitsvorming. Daarvoor werd op de be
groting van de Staatsmijnen de post
„sociale voorzieningen" met een miljoen
gulden verhoogd. Het bedrag werd o.a.
gebruikt om een premie te verlenen op
eigen besparingen. De spaarders mogen,
alleen over hun spaargeld beschikken
voor bepaalde erkende bestemmingen.
Belastingvrij sparen
De KVP (vooral prof. Romme) wil
deze middelen om de bezitsvorming
aan te moedigen uitbreiden, o.a. door
(ten dele) belastingvrij sparen. De
P. v. d. A. vindt dit onbillyk, omdat
volgens dr. Drees niet iedereen (door
ziekte of andere huiselyke omstandig
heden) in de gelegenheid is om te
sparen, zodat degenen die in de gun
stigste omstandigheden verkeren, ook
nog minder belasting zouden betalen.
In het algemeen voelt de P. v. d. A.
daarom meer voor uit Ae winst ge
vormde spaarfondsen, die gemeen
schappelijk bezit zijn van de arbeiders.
Hier komt een principieel verschil tot
uiting omtrent de wenselykheid van
particuliere bezitsvorming (KVP) en ge
meenschappelijke bezitsvorming (PvdA).
Met de maatregelen, die reeds bij de
regering in voorbereiding zyn, wil de
P.v.d.A. echter akkoord gaan en dr. Drees
wil ook (in het nieuwe Kabinet) de vraag
overwegen of speciale belastingmaat
regelen in aanmerking „kunnen" komen
ter bevordering van de bezitsvorming.
De KVP wenst echter dat zal word'en
onderzocht „welke" belastingmaatrege
len „zullen" worden genomen voor de
bezitsvorming.
Met zulke kleine verschillen in for
mulering zonden na 9 F*ken overleg
inderdaad m*werstanden runnen ont
staan, zoals prof. Lieftinck gisteren
meende te vermoeden.
Motorrijder week te veel
naar links
Gisteravond omstreeks 8 uur is een
29-jarige motorryder uit Sloten, toen
hy, komende uit de richting Halfweg op
de Haarlemmerweg ter hoogte van de
Abraham Kuyperlaan een auto wilde
passeren, met grote snelheid tegen een
uit tegenovergestelde richting komende
personenauto opgebotst.
De motorrijder, die hierbij zeer ern
stige verwondingen opliep zyn lin
keronderbeen werd hem afgerukt
is naar het Wilhelminagasthuis ver
voerd, waar hy by aankomst reeds was
overleden. Volgens de politie moet het
ongeluk te wyten zyn aan onvoorzich
tigheid van de motorryder, die bij het
passeren te veel naar links is uitge
weken.
„Nederland verplicht ons honger te lijden
De Politierechter te Middelburg, mr. J. A. E. Rink, heeft gisteren 8 Am
bonezen uit het woonoord aan de Nadorstweg te Middelburg, overeenkomstig
de eisen, veroordeeld tot een maand gevangenisstraf elk. Zeven stonden terecht
op beschuldiging van diefstal van aardappelen van een landbouwer op 4
augustus j.l. in de buurt van het kamp, de achtste werd beschuldigd van het
vernielen van enkele ruiten in het kantoor van de kampbeheerder.
vangen. Als er één schuldig is, dan is
dat de Minister van Justitie, zo meende
deze woordvoerder, die er aan toevoegde,
dat de Nederlandse regering hem en
zyn kameraden tot de hongerdood drijft.
De Ambonezen erkenden het ten laste
gelegde onmiddellyk en wierpen de
schuld op de Nederlandse regering, die
hen, naar zy zeiden, zou verplichten
honger te lyden. Zy verklaarden zich
niet aan het Nederlandse gezag te zullen
onderwerpen, zolang de Nederlandse re
gering de Republiek der Zuid-Molukken
en de party, waarby zy zyn aangeslo
ten, de „Partai Nasional Maloekoe Sela
tan", niet heeft erkend. Unaniem deel
den zy mede, dat zij de hun opgelegde
straf niet erkennen. Eén hunner voegde
daaraan toe, dat het hem onverschillig
bleef of het een maand dan wel duizend
jaar gevangenisstraf zou zyn.
De Ambonezen hadden de bystand
van de hun toegewezen raadsman, mr.
P. C. Adriaanse te Middelburg, afgewe
zen, omdat zy in geen Nederlands ad
vocaat vertrouwen stellen.
Zij wisten nog niet of zij in beroep
zouden gaan. Dat moest de partyleiding
beslissen en zy verzochten de politie
rechter zich met deze leiding in verbin
ding te stellen.
Een woordvoerder van de groep van
zeven zei, dat zy op 4 augustus op h. i.
fatsoenlyke en eerbiedige wyze aan een
landbouwer hadden gevraagd de aard
appelen te mogen weghalen. De boer had
voorgesteld, aldus deze woordvoerder, 10
cent per kilo te betalen (de normale
prys was 15 cent), maar de Ambone
zen hadden hem geantwoord reeds in
geen drie maanden geld te hebben ont-
„Sympathie niet verspelen!"
De Politierechter liet er via een tolk
nog eens met nadruk de aandacht op
vestigen dat deze stroperyen moeten
worden nagelaten en dat de Ambone
zen zich hebben te onderwerpen aan
het Nederlandse gezag.
Zy brengen door deze handelwyze
de grote sympathie, die hun landge
noten in Nederland hebben, in ge
vaar.
De Ambonees, die wegens vernieling
terecht stond, verklaarde naar het
kampkantoor te zyn gelopen om te tele
foneren. Hy had woorden met de politie
gehad, die juist bezig was de zeven an
deren in te rekenen.
Z.i. mocht geen onderscheid worden
gemaakt by deze arrestaties, omdat de
zeven de aardappelen wegnamen voor
het gehele kamp in opdracht van de
party. De kampbeheerder hield zich
doof en toen tikte de Ambonees zo lang
op de ruiten tot zy het begaven.
De kampbeheerder verklaarde echter,
dat hy bedreigd was en dat de Am
bonees met zyn vuisten de ruiten inge
slagen had.