„SPROOKJE VAN HET ZUIDEN" AAN KUSTEN VAN SICILIË ,ES 1ST VIELLEICHT NUR TRAUMEREI"! De vergeten helft van de laars (VIII) Binnenland is, toeristisch gezien weinig aantrekkelijk Twee hoogtepunten: Etna en Syracuse Een avontuur WOORD VAN BEZINNING MSïr 3P- uj*'-4" MS"* ie Jaargang no. 32 augustus 1956 kFragment van de machtige ruïnes van het Griekse fort Euryalos bij Syracuse. Op de achtergrond de aan zee grenzende vlakte ten noorden van de stad. f (Van een bijzondere medewerker) Wij mensen, met ons hardnekkig verlangen naar dat wat we niet bezitten, menen immer dat het aan gene zijde van de bergen beter is dan aan eigen kant. De bezoeker van de Siciliaanse kusten zal zulk een begeerte naar het andere, in dit geval het binnenland achter de kustgebergten, beter van zich af kunnen zetten. Dit merk waardige, verarmde eiland, dat eens als het rijke zenuwcentrum van de klassieke wereld werd beschouwd, moet het immers toeris tisch bezien van zijn zomen, zijn prachtige kusten hebben. Het bin nenland had ik me anders gedacht: dramatischer, grootser en oor spronkelijker. In feite is het echter een nogal monotoon, volslagen onbebost bergland, met enkele wijde panorama's, met korenvelden, met kale onvruchtbare gedeelten, met gele en rode bloemen in de lente, met grauwe pretentieloze stadjes tegen de hellingen en met districten, waar de zwavelmijnen atmosfeer en kleuren bederven. De landarbeiders en boeren zijn in de hooggelegen stadjes bijeen gekropen gevolg van het grootgrondbezit en de dreiging van malaria en bandieten en zo mist men meestentijds de hofsteden, die nodig zijn om het golvende land relief en karakter te geven. De klederdrachten, wanneer men daarvan nog spreken mag, blijven beperkt tot de zwarte pet van de mannen en de omslagdoek der vrouwen en zelfs de befaamde, door een bepluimd paard getrokken, boerenkarretjes. beschilderd met kleurige riddertaferelen in ver kleinde staat hèt souvenirartikel van Sicilië komt men sporadiscl tegen. Althans in fleurige staat. Betekent een vakantie op Sici lië een avontuur? Dat kan het natuurlijk zijn, maar nodig is het beslist niet. Zoals in vorige reportages verteld, loopt de vreemdeling vrijwel geen kans kennis te maken met de spoedig opgezweepte hartstochten der Sicilianen en de misdadige res tanten van de Mafia. Dat zijn interne kwesties. In de steden zijn er hotels van „diverse plui mage", waarover geen schrik wekkende verhalen te vertellen zijn. Op weg er heen dient men op zijn hoede te zijn voor koet siers. taxi-chauffeurs en soort gelijken. want een welhaast „Napolitaanse" aanleg tot over vragen is aanwezig. Vooral in Palermo en bijna niet in Syra cuse. geloof ik. Wat de verbindingen betreft: er zijn eigenlijk maar drie be hoorlijke treinroutes op Sicilië. Van Messina naar Palermo, van Messina naar Syracuse en dan nog van Palermo dwars door het binnenland naar Catania. De rest zijn boemeltreintjes. Daar om is het vaak verstandiger ge bruik te maken van de waarlijk zeer moderne autobussen, die bovendien over heel behoorlijke wegen rijden. NA twintig jaar heb ik nog eens, zij het in een andere versie, de film „Het Con gres danst" gezien. Nu grootser van opzet. Scherper chargerend ook de grote maskerade die het Wener Congres in 1815 geweest moet zijn. De enig grote fi guur Metternich gebruikt in zijn schaakspel om de macht in Europa de vorsten en verte genwoordigers der mogendhe den. maar ook kwistig „Wein, Weib und Gesang", als pion nen. Alleen de Tsaar aller Rus sen laat niet met zich spelen en gaat dwars door de maske rade heen zijn eigen gang en speelt zijn eigen spel en vindt a. h. w. „en passant" een grote liefde in de figuur van het eenvoudig handschoenver koopstertje. Wanneer het in de film niet politiek bedoeld is, zou men dus kunnen zeggen: „Dwars door de maskerade van schijnvreugde en schijngeluk staat het ware geluk van een en ons verdriet, worden slechts als pionnen gebruikt en ver schoven, al naar het spel om de macht verloopt? En dus heeft het hele wereldspel en het spel van ons leven iets van een maskerade, iets van een droom, die zo maar voorbij kan zijn, als het spel dat vereist? En zelfs een vleug van waar achtig geluk en waarachtige liefde vindt dan een einde? Want, vroeg of laat, wordt het spel verstoord, worden de stuk ken weer door elkaar gegooid en de droom is voorbij. En wie verstoort het spel? Een dictator, die dingen doet. zijn". Inderdaad, als het zo zou zijn, dan zou heel het wereld- spel een zinloze maskerade zijn en blijft er maar één ding te doen voor ons, kleine men sen, over: „Grijp wat je grijpen kunt, buit het leven uit zolang je het nog doen kunt, grijp het geluk als je het grijpen kunt, want „vielleicht ist es nur Traumerei", een zeer vluchtig voorbij gaande droom, die straks wrang en fel verstoord wordt, en wij blijven ontnuch terd en zeer berooid achter. En „Und wie ein Marchen fallt 's auf uns nieder vom Paradies ein goldner Schein", zo af en toe een glimp van ware liefde en echt geluk, als uit de hemel, die ook geen stand houdt, want, het spel gaat door, onverbid delijk. Als het zo zou zijn Maar immers, dat is niet uit te houden! Tenminste ik houd het zo niet uit! Ik dank God, dat ik, al blijft veel ondoor zichtig, weet van de glans van Het is te begrijpen, dat de toeristen bqna steeds aan de Siciliaanse knsten blijven. Deze zijn wonderschoon op vele plaatsen en vol afwisseling en bo vendien bieden ze datgene waar de vreemdeling uit het noorden zo naar snakt: de zon en de subtropische sfeer, kortom het „sprookje van het Zuiden". Laat een Scandinaviër, een Belg, een Duitser, een Brit, een Nederlander een plaatje zien van sinaasappelbomen on der een strak blauwe hemel en zijn hart begint sneller te kloppen omdat hij nu eenmaal lijdt aan een perma nent tekort aan warmte en zonne schijn, Het zijn trouwens niet alleen de appeltjes van oranje, die ge aan deze kusten vindt, maar even zo goed citroenen, vijgen, amandelen, dadel palmen. wijngaarden en daar tussen door, schijnbaar als symptomen van de armoede de solitaire of tot heggen ge worden manshoge cactussen. Aan de oost- en de noordzijde van het eiland schept die subtropische kuststrook hier en daar de Illusie van voorspoed, maar wanneer ge de stad jes bekijkt, ziet ge dat er ook hier wat aan hapert. Werkelijk verspreide wel vaart is een uitzondering omdat de fruitbomen, de wijngaarden, omdat het land op Sicilië merendeels nog altijd in l handen van weinigen is. die hun land arbeiders in een toestand van paupe risme houden. Grootgrondbezit en overbevolking (op Sicilië wonen bijna vijf miljoen mensen) zijn funeste fac toren in de gebieden waar landbouw en fruitteelt de kurk vormen waarop het overgrote deel van de bevolking I zich drijvende moet houden. Stad aan de Conca d'Oro Maar hoe het ook zij: door toeristi sche bril bezien zijn die door de zee bespoelde zomen van Sicilië buitenge woon aantrekkelijk. De noordelijke kuststrook is van het binnenland ge scheiden door een muur van bijwijlen tweeduizend meter hoge bergen, er is een enkel aardig plaatsje met een im posante kerk of een kasteel uit de tijd van de Noormannen (vooral 12e eeuw). Maar het hoofddoel van de vreemde lingen. die zich deze richting uit bege ven. blijft toch Palermo, de hoofdstad aan de azuren golf. welke de Conca d'Oro. de gouden schelp wordt ge noemd. Deze levendige stad bezit enkele heerlijke bouwwerken uit de wondci lijke tijd, dat de culturen van de over wonnen Saracenen en de triomferende Noormannen tezamen smolten tot een fascinerend geheel (vooral de moza- ieken zijn miraculeus) en toch behoort Palermo niet tot mijn favoriete steden. De herinneringen aan Saracenen, Noormannen, aan de onvergelijkelijke Frederik II van Hohenstauffen, wiens wieg hier «stond en wiens graf men in de kathedraal kan vinden, de herinne ringen aan dat kleurige en bewogen verleden zijn betrekkelijk schaars en bovendien zijn deze kerken en paleizen los van de sfeer van de stad. In Parijs, in Amsterdam, in Toledo, in zovele andere steden is er nog een wezenlijk verband met de glorie van vroeger, maar in Palermo ontbreek; dat vrijwel volkomen Geen Britten maar Duitsers in Taormina De lange zuidkust, grotendeels schraal en heet. is van Afrikaanse allure. Er zijn stenige lage bergen, een overvloed aan cactussen, er zijn zoutpannen, olijven en wijngaarden en veel ezel tjes. het is een eentonige, maar zeker karakteristieke strook waar vrijwel geen vreemdeling heen zou trekken, wanneer er niet de tempels van Agri- gento en de grandioze klassieke puin hoop van Selinunte waren. Mét het Parthenon in Athene, dt heilige helling van Delphi, en de tem pels van Paestum (honderd kilometer .ezuiden Napels) ongetwijfeld de meest indrukwekkende overblijfselen van de Griekse bouw cultuur. Over de tegenover het vasteland ge legen Siciliaanse oostkust zweeg ik tot dusver omdat ik de methode van het lest-best wilde toepassen. waarachtige liefde". Helaas, de Bchijn en de waarachtigheid worden weggevaagd door het bericht van Napoleon's vlucht uit Elba. Vorsten en diplomaten vluch ten! De arme meisjes van Wenen worden als gebruikt speelgoed aan de kant gegooid. Maar ook de waarachtige liefde wordt abrupt verstoord! Het verkoopstertje had gezongen: „Es ist vielleicht nur Traume rei". Het zingt in je na en het wordt je tot een schrijnende vraag: „Is het misschien alles slechts een droom?". Is het een ijdel spel dat er met deze wereld en in deze wereld en met ons kleine mensenleven in deze wereld gespeeld wordt? Een spel van enkele groten en machtigen om de macht? En de minder groten en wij, kleine mensen, met onze belangen en onze vreugden en onze liefde De meest geliefde toeristenplaats van het eiland is Taormina. Die voorkeur is begrijpelijk. Het stadje zelf is welis waar nogal karakterloos, maar het ligt verrukkelijk enige honderden meters boven de zee tegen een steile berg ge klit. Het met subtropische bloemen be zaaide bergland rondom is een vreugde voor het oog en de sneeuwkap van de rijzige Etna zweeft op heldere dagen (en die zijn er vele) aan de zuidelijke hemel om bij te dragen aan de glorie van het ganse tafereel. Eens was dit bepaald niet-karakte- ristiek Siciliaanse. maar eerder Riviè- ra-achtige Taormina de uitverkoren verblijfplaats van gefortuneerde Engel sen, die er elk voorjaar met duizenden heen reisden om een vroege lente te beleven, maar ook hier is het toeris tisch accent verschoven. De midzomer werd het seizoen en zowel dan als in april en mei zijn het niet de Engelsen, maar bovenal de Duitsers die flane ren in de enige winkelstraat van Taor mina. Gelijk ik de laatste jaren ook elders in het zuiden ondervond: onze Oosterburen beschikken weer over vol doende geld en energie om in groten getale uit te zwermen naar de befaam de toeristenoorden van Europa. die het spel in de war gooien? Een Napoleon, die Elba ont vlucht? Een Hitler, die Polen binnentrekt? Een Nasser, die het Suezkanaal nationaliseert? Of is er inderdaad een machtig donker noodlot dat zijn spel met ons speelt? - Dat steeds maar weer dictatoren naar voren schuift? Zodat het in ieder ge val wat dit betreft niet waar is. wat ook in dat liedje staat: „Das gibt's nur einmaal. das kommt nicht wieder". Integen deel, het is een eentonig spel, met steeds weer terugkerende motieven, gespeeld door het donkere lot? En wat als die donkere macht God genoemd zou moeten worden? „Als God of goden zich vermaken met ons leed of schimpen op de onvolkomenheid van ons be staan", zoals Multatuli vroeg, en. zo voegt hij er aan toe „als het zo waar, zou 't vreselijk Geweldenaar De Etna is een geweldenaar. Ik wist het in theorie, maar nu heb ik het ook in praktijk ondervonden. Op een ge huurde scooter reed ik om deze alleen staande kolos heen: dat was bijna 200 kilometer. Tot dan toe had ik altijd ge loofd, dat werkzame vulkanen steevast omringd zijn door voorspoed vanwege de as en de lava, welke op den duur tot vruchtbare bodem worden. Van die te verwachten welvaart is weinig te merken, zeker niet aan de landkant van de Etna. In grauwe stad jes als Randazzo. Bronte (waar ik Ne derlandse olieboorders aantrof), Adra- no. was om en bij de helft van de be volking zonder werk en vele straatjes deden me aan de misère in Partinico denken. De krater van de Etna is te bereiken. Via een gladde asfaltweg, welke tussen enorme zwarte lavavelden door loopt komt men op een hoogte van 1800 me ter. Daarna kan men te voet in vier üt vijf uur naar de rand van de krater klimmen (3200 meter). In mijn soms kinderlijk enthousiasme had ik illusies in deze richting. Ik kwam echter met mijn scooter niet hoger dan 1600 meter omdat ik toen reeds driekwart bevro ren was. Ik moest lijdelijk toezien hoe bussen met dagjesmensen uit Taormi na me passeerden op weg naar het restaurant aan het einde van de weg. Hoger kwamen zij echter ook niet, want jdLf Rllum - - Vrouwen uit de buurt van het stadje Randazzo doen de ivas aan de voet van de Etna, waarvan de top. zoals vaak. omhuld is door een wit wolkje. het Paradijs, van het licht van de overwinning. Van een Heer, die al het bestaan ver te bo ven gaat. Die geen spel speelt met deze wereld en met mij. maar Die bezig is Zijn Schep ping naar Zijn victorie te lei den, dwars door het spel om de macht heen. En Hij gaat Zijn gang! En mijn kleine le ven mag ik daarin betrokken weten! En daarom is het niet waar dat ons bestaan slechts als een pion dient in het grote spel, en behoef ik het leven niet uit te buiten, voordat het als een vluchtige droom aan mij voorbij gevlogen is, maar mag ik het ontvangen met al z'n vreugde en geluk en liefde en verdriet als een opdracht om met de Heer op mars te blijven naar Zijn victorie J. P. HONNEF hew. prod, te Leiderdorp het In de vroege zomer doorkruisen van de dan nog uitgestrekte sneeuw velden b een alpinlstische onderne ming; Maar men behoeft niet in de roken de kratergrond te blikken om de po tentie van de Etna te beseffen. Het sterkste realiseerde ik me die in de directe omgeving van het stadje Ran dazzo aan de noordoostkant van de vulkaan, toen mijn route me door een slechts enkele tientallen jaren oude lavastroom leidde. Een zeker driehon derd meter brede stroom van reuze sintels, met tussen het zwart een enke le gele bloem en wat struiken een sombere brokkelige rivier, waarvan het verloop kilometers ver tot aan de kruin van de Etna te volgen is. Wan neer de lavastroom zijn bedding des tijds iets meer naar het westen geko zen had, zou het stadje Randazzo ver nietigd zijn door de vuurgloed. Men poogde tijdens de laatste oorlog het zelfde te bereiken met bommen, maar er bleven toen toch enige stadswijken overeind. Boeiend Syracuse Deze o zo vluchtige notities inzake Sicilië's aangezicht besluit ik met een lof woord op Syracuse, de zuidelijkste stad van naam van Italië. Een (zo om en bij 400 v. Chr. een Griekse stad, die met zijn half miljoen inwoners als de machtigste ter wereld werd be schouwd (waarom wordt die Griekse periode van Sicilië in onze schoolboe ken toch vrijwel dood gezwegen?) nu een hoogst merkwaardige, heel he terogene en daarom vooral boeiende plaats met 75.000 zielen. De mensen rijn er charmant, bepaald beminne lijker dan in overig Sicilië, zo onder vond ik het althans. En al kan men zich er ook hier weer over verbazen, dat in twee duizend jaar zo ongelofelijk veel door aardbevingen en verwoesten de mensenhanden verloren ging, toch zijn er nog enkele pakkende restanten uit de Griekse tijd: een theater, wat tempelzuilen, de groteske steengroeven (Latomieën) waar de Grieken hun bouwmaterialen weghakten en welke nu tot onderdeel van subtropische par ken zijn gemaakt, maar bovenal is er acht kilometer buiten Syracuse de nog duidelijk herkenbare ruïne van het Griekse fort Euryalos, dat de tiran Dionvsius deed bouwen. Een indruk wekkende, op een heuvel gelegen ves ting van waaruit men de ganse vlakte van Syracuse overziet. Met Euryalos als tophoek lopen van daaruit muur restanten naar de zee, op deze manier een driehoek vormend. Eens werd deze immense driehoek geheel bezet door de klassieke stad. Nu ziet men er olijf- boomgaarden en korenvelden en in de verte de kleine witte vlek van huidig Syracuse. Beter dan waar ook misschien kan men in Syracuse het steeds wisselend getü der eeuwen leren kennen. Men vindt er Griekse en Romeinse ruïnes, de catacomben van de eerste Christe nen op het eiland, het papyrus-riet, dat de Saracenen plantten aan de oevers van het riviertje de Ciane, er zijn Nor- mandische kerkgevels, herinneringen aan de Spaanse barok, er is een pom peus afgrijselijk mausoleum gelijk een watertoren, dat Mussolini deed bou wen ter ere van de gevallenen in de eerste wereldoorlog, er zijn hyper-mo derne flats in roze en oker. H. A.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 11