TALLEYRAND's
vF
O
ABOE MARKOEB,
DE SCHOENSNAVEL
AFDRUKKEN VAN INDRUKKEN
(ut
voorbereiding op de dood
ZATERDAG 14 JULI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA f
Bewogen Leven
Hij leefde en stierf niet voor een „ideaal
Kijkjes in de Natuur
„Maar zijn geloofsbrieven waren in orde
en zijn paspoort was getekend"
Er is een tijd van komen, er is een tijd van gaan. Op zijn 80ste jaar was Talley
rand nog gezant in Londen. Ofschoon hij bijna niet meer kon lopen was zijn geest
nog fris en zijn geheugen wonderbaarlijk scherp.
Diep in zichzelf wist hij dat zijn tijd al lang gekomen was, doch afscheid nemen
van het politieke leven betekende voor hem tevens zich voorbereiden op de dood.
Talleyrand was héél zijn leven een speler geweest en nu bleek, dat hij één was
geworden met het politieke spel.
Dorothea Deno, zijn levensgezellin probeerde hem met
tact te overreden eindelijk rust te nemen. Zij zei hem
dat de Historie vaak het einde van een lange loopbaan
strenger beoordeelt dan het begin. Naar „de stem der
Historie" luisterde hij tenslotte.
Vreemd, tijdens zijn lange leven had hij zich nooit iets
van het oordeel der mensen aangetrokken, zo lang hem
dit geen kwaad kon doen.
Hij was een veel besproken figuur. Men had hem ver
weten dat hij de kerk verraden had, de Revolutie, het
Directoire, Napoleon! Zijn privé-leven was vaak het
onderwerp geweest van felle kritiek. Hij had om alles wat
men van hem had verteld geglimlacht.
Tegen al dat slechte had hij voldoende wapenen. Indien
men naar hen geluisterd had zou de kerk een betere
toekomst hebben gehad, de Revolutie véél meer een
„fluwelen" revolutie zijn geweest.
II v
r ROUWE HISTORIA" protegeert alleen degenen
die ze liefheeft, die haar veroverd hebben. Zij
heeft geglimlacht om de avances van de tachtig
jarige. Zij heeft gezien hoe hij zijn mémoires schreef,
hoe hij zijn best deed bij jonge veelbelovende mensen in
de smaak te vallen, hoe hij zich verzoende met zijn moe
derkerk, op waardige wijze, zoals het hem betaamde. Zij
heeft er bijgestaan toen hij stierf, rustig, een vriendelijk
woord op de lippen, doch zij nam hem niet op in de
kamer van haar gunstelingen.
Hij die in zqn leven zo'n grote steun en zo groot ver
trouwen gevonden had bij vrouwen, slaagde bij „Vrouwe
Historia" niet.
Want zfl verhoogt alleen de mens die waarlijk geleefd
en geleden heeft voor een ideaal.
IN de schaduw van de Napoleonlegende is de herinne
ring aan Talleyrand verweekt. Hij heeft voorvoeld dat
dit komen zou en daarom in zijn mémoires uitdrukke
lijk verklaard waarom hij zich van hem af heeft moeten
wendenterwille van Frankrijk.
Zijn erfgenamen verzocht hij echter, zo zij ooit een
afstammeling der Bonapartes zouden ontmoeten, die in
behoeftige omstandigheden verkeerde, hem te geven van
hün rijkdom, want wat zij erfden was ontvangen van „de
Keizer der Fransen".
P een lentemorgen van 1837 stierf Charles Maurice,
Prince de Talleyrand, kort nadat de Koning hem
bezocht had. en hq voorzien was van de heilige
sacramenten der stervenden. Het heilige oliesel ontving
hq op zijn gesloten handen, eens was hij immers tot
bisschop gewijd. Hq stierf zoals hq geleefd had: in
het openbaar.
Hij vertrok, zo zegt Duff Cooper, op zijn laatste missie
met zijn geloofsbrieven in orde, zijn paspoort getekend.
REIN BROUWER.
NEEN. een schoonheid is deze vo
gel bepaald niet Tenminste, als
we hem meten met de maatsta
ven. die we gebruiken bij de beoorde
ling van de ons bekende vogels. Nu ls
het met dat meten van schoonheid ei
genaardig gesteld. Het is wel zo af
hankelijk van allerlei factoren, vaak
van kleinigheden, dat er geen algeme
ne regels voor zijn te maken. Zo zal
bijvoorbeeld een zwaan, die onbeweeg
lijk op het water drijft ons treffen
door de harmonie van lijnen, door
zuivere verhoudingen en een schone
tegenstelling in de kleuren van water
en vogel. Maar daar strompelt de
zelfde vogel tegen de wal op en weg
is de betovering, hoewel de indruk
wekkende verschijning ons toch nog
blijft boeien. We zien in een circus
enige beren de piste binnenwandelen
en. ondanks velerlei bijgedachten, treft
ons de soepelheid van de gespierde
dierenlijven, hun rulle vacht en snelle
elastische bewegingen. Maar nu wor
den ze op een fiets gehesen en wat is
ons hartgrondig commentaar? „Bah!
wat onsmakelijk!" Toch zijn het de
zelfde prachtige dieren van even te
voren.
Zo ook de schoenbek-ooievaar, die
vandaag uw aandacht vraagt. Ik weet
zeker, dat u bij een eerste onverwach
te ontmoeting verbaasd zegt: ..Wat
een lelijke vogel!" Want u ziet hem
waarschijnlijk in een dierentuin, waar
hem met nog enige soortgenoten een
plaats is gegeven in een klein wandel
perk. dat kaal is, weinig begroeiing
heeft en door rasterwerk is omgeven.
Dan kijkt u met bevreemding naar
deze zonderlinge verschijning en mis
schien vraagt u zich af, wat de zin
mag zijn van de uitzonderlijk grote en
bijna wanstaltige snavel, waarvan de
hoornen oppervlakte vlekkerige kleu
ren vertoont, een snavel, die met de
sombere doordringende ogen er vlak
boven aan de vogel iets spookachtigs
geeft en tegelijkertijd iets afschrik
wekkends. Maar het kan u ook over
komen, dat de dierentuin, die u be
zoekt, zijn dieren herbergt» in een rijke
begroeiing van bomen en struiken,
waarin zij zo royaal zijn gehuisvest,
dat de noodzakelijke gaasafscheiding
niet ls te zien.
ONDER zulke omstandigheden
was het, dat ik. enige Jaren ge
leden, voor het eerst de schoen
snavel zag. Deze goliath onder de
steltlopers! Onze eerste reactie was
toen geenszins „wat een lelijkerd!"
maar wel waren we getroffen door
Talleyrand naar een tekening van Maclise.
N alle stormen had hij zich gehandhaafd, en na de
storm een nieuwe koers bepaald. Als anderen, dood
nerveus. geen weg hadden kunnen vinden, had hij,
met een glimlach en innerlijke rust zijn besluiten geno
men die menigmaal het beeld van Europa hadden ver
anderd.
In wezen had de meest felle en meest onrechtvaardige
kritiek hem nooit geraakt. Hij was zijn gang gegaan.
Steunend op zijn enorme kennis van Europese aange
legenheden, vertrouwend op zijn ervaring en intuïtie,
had hij vele malen de koers van zijn vaderland bepaald.
Een genie was hij niet, zoals Napoleon. Hij was alleen
maar een héél groot diplomaat. Zijn de laatsten niet
veelal veel vrijer in voelen en denken, véél meer los
van zich zelf dan de eersten?
De diplomaat gaat het in eerste instantie om praktisch
resultaat. Het genie gaat het in de eerste plaats om
de idee, waarmee hij zich volkomen vereenzelvigt.
Het genie schept zich een gestalte in de harten van
miljoenen. Hij kan dat doen omdat hij in wezen kinderlijk
blijft en zo de massa bekoort.
Hoe vreemd het moge klinken: De eenvoudigste sol
daat kon zó voelen als Napoleon voelde. Daarom lieten
de veteranen alles in de steek toen hij „na Elba", opnieuw
voet aan wel zette.
Hun gezichten waren verwrongen, hun harten bonsden.
De Keizer was er weer! Velen liepen de tranen over de
wangen! Hun held was weer bij hen en door hem waren
ze allen weer „helden" geworden. Weg was opeens alle
grauwheid!
EIGENLIJK kon niemand zo denken en voelen als
Talleyrand. Een diplomaat is geen man voor wie
miljoenen warm lopen. De massa begrijpt hem niet.
De massa kan niet iemand op het schild verheffen, die
zich tot taak stelt zijn land te dienen welke regering er
ook moge zijn. De massa eist „simpelheid: zwart-wit!"
En onder massa mag men volstrekt niet verstaan: de
armen of min-vermogenden.
Het is heel gemakkelijk in enkele woorden te zeggen
wat Napoleon gewild heeft: Zijn eigen legende scheppen
in het raam van een Europese integratie
Het is veel moeilijker om te zeggen wat Talleyrand
gewild heeft. Eigenlijk had hfl geen wil. Hij keek hoe
alles zich bewoog, en naar gelang van de omstandigheden
greep hij in. Uiteindelijk was er wel een doel. dooh een
alles overheersende wil, die de omstandigheden wilde
dwingen een bepaalde loop te nemen, ontbrak hem geheel.
Twee heel versohillende mensen dus, leder met een
eigen waarde.
OUD geworden, schouwde hij in zijn eigen leven. Héél
duidelijk zag hij zijn fouten. In ruste deed hij zijn
leven over, en de man die altijd geglimlacht had
om het oordeel der mensen, begon nu nog het hof te
maken aan „Vrouwe Historia".
Hij hoopte dat men eens zijn daden, wilde beoordelen,
op him juiste waarde.
Ruim drie jaar kreeg hij nog de tijd om met zich zelf
in het reine te komen, en om de wereld een inzicht te
geven in zijn daden en in zijn wezen.
Diep in de tachtig ontving hij nog dichters en schrijvers
om met hen te converseren, nee. om hen zó te beïnvloe
den dat ze interesse zouden krijgen voor de duizenden
problemen, die er rond hem waren geweest.
Napoleon is als staatsman mislukt. Hij is immers ten
onder gegaan. Talleyrand is als diplomaat gelukt, want
er is nauwelijks een tweede aan te wijzen, die zoveel tot
stand bracht als hij.
En tóch!~~~
r t AN ons vriendelijk in Cele-
rina gelegen hotel, van
hoog boven naar diep om
laag!
Langs helder groene meren per
auto naar de Malojapas en dan
in snel kronkelende cirkelbewe
gingen naar het Italiaanse stadje
Chiavenna, (sleutelstad), maar
een góns andere dan ons eigen
Leiden.
Verder naar het Comómeer:
Varenna, per boot naar Menag-
gio en Bellagio, op het uiteinde
van het schiereiland, dat dit ver
rukkelijke Como-meer in tweeën
scheidt.
Italië: wélk een land!
Het is er plotseling brandend
warm.
Het land van donkere, slanke
en statige cypressen en blauwe
meren, van zangers met de gui
taar, het Sole Mio en de chianti
en onmiddellijk aan de grens al
de donkere, zwartogige, druk ge
sticulerende douaniers, rap zich
op spitse zwarte schoenen vlot
en elegant bewegend naar auto's
of bussen en van zigeunerachtige
jochies, die U voor een te hard
prijsje in Italië zijn alle prij
zen hard. maar ge kunt er ge
makkelijk afdingen! kostelijke
rruchten in zakjes aanbieden.
Het land van kleurige doeken
óók, die U aan de kraampjes bij
ie grens hartelijk toewapperen.
Het land tenslotte, waar men
't onder de hete zon liefst zo
kalm mogelijk aandoet, haast is
er volmaakt overbodig.
BIJ de spoorbaan staat de
dikke wachteres en juist
als U aankomt, gaan
floep! de bomen neer en ge
kunt er gerust een kwartiertje
bij gaan zitten. Want de bomen
gaan volgens de dienstregeling
omlaag en de trein doet er dik
wijls langer over dan is voorge
schreven en dat kan leiden tot
ernstig oponthoud.
Als de trein eindelijk aankomt
na heftig schreeuwende disputen
der ronde dame, bewust van haar
macht, met de haar niet-goed-
liggende wegvervoerders, gaat de
blauwe band om haar gevulde
arm en een dikke stok omhoog,
waarna de trein voorbij sukkelt.
Het is gebeurd!
Nu zijn er nog nét een paar
minuten om de boot voor het
Como-meer te halen, die inder
daad, na vliegensvlugge vaart,
èèn seconde vóór vertrek, ge
haald wordt.
DE boot stuift het meer op,
een meer dat ge moeilijk
met de Kagerplassen ver
gelijken kunt.
Groene bergen in het rond, ook
hier afwisseling van kleur: witte
en roze met roosjes gesierde hui
zen, waaromheen het donkere
groen der cypressen en in Me-
tiaggio en Bellagio aan de pro
menade met haar veel kleurige
parkaanleg een serie hotels, van
buiten volkomen in 19e eeuwse
stijl, van binnen dikwijls modern
ingericht.
Verleidelijke winkeltjes in on
noemelijke hoeveelheid: wie met
een dikke beurs naar binnen
gaat, kan haar buiten leeg gooien
en er komt geen lire meer uit.
Wanneer ik in de hitte mijn
spuma drink of smul van een
casata (dat beroemde Italiaanse
ijs!), gaat een slenterende „beau
monde" aan het oog voorbij:
men geniet hier van de zon en
van het zorgeloze leven!
Dat goede leven huist ook in
de kronkelende, omhoog voe
rende steegjes, waar de antiqui
teiten, de fonkelende sieraden,
de bonte sjaals of zijden hoofd
doeken, even veelvuldig liggen
jpgestapeld als de korreltjes zand
der zee.
DAT het leven in Italië goed
is, voel ik later op de
terugweg ook in Chia-
venna.
Onder de geurende lindebomen
bij het station, in de pittoreske,
nauwe straatjes van dit stadje
uit de tijd der Romeinen, aan de
voet van de hooggelegen, oude
vesting Paradise, in de stilte van
de rustieke kloostergangen, bij
het zien van de vele geraniums
voor de vensters der oude huizen
temidden van palmen, abriko-
zenbomen en tamme kastanjes,
weet ge dat de mensen hier
in deze tweede „Sleutelstad"
wel ónders móeten zijn dan in
het vrij prozaïsche Holland:
poëtischer, romantischer, wilder
waarschijnlijk ook
Minder haastig bovendien,
want waarom zou men zich in
spannen, als het leven op zich
zelf al zóveel charme geeft, dat
men er de armoede wel voor
over heeft? En bovendien: een
zoet Italiaans wijntje kan ieder
een met de armen om elkaar!
zich op z"n tijd wel permiteren
Wat heeft een mens dan nog
mèèr nodig in zulk een geluk
zalige omgeving?
Een schilderachtig doorkijkje in het oude Chiavenna
De promenade te Bellagio
zijn ongewone verschijning. En. om
dat we de beschrijving kenden van de
bi<^f>og Bengt Berg. die deze vogel
heeft gevonden aan de oevers van de
Nijl en zijn zijstromen, bekeken we
de vogel met des te groter aandacht,
Deze schoenbek- of schoensnavel-
ooievaar reikt ongeveer tot de schou
ders van een volwassen mens, hij be
schikt over zeer lange poten met dito
tenen, die hem uitermate geschikt ma
ken voor zijn verblijf in zijn element,
de ontoegankelijke moerassen van zui
delijk Egypte en Ethiopië, waar hij
zijn kost opscharrelt op dezelfde ma
nier. als onze reigers het doen in ons
polderland, n.l. door urenlang langs
hun snavel te staan turen om dan
plotseling uit te schieten met de blik
semsnelle bek en een vis of ander wa
terdier omhoog te slingeren.
De vergelijking met een reiger is
trouwens ook in ander opzicht Juister
dan die met een ooievaar. Deze
schoenbek houdt bij het vliegen de
nek gekromd op dezelfde manier als
de reiger dat doet.
Jammer genoeg kan een diergaarde
exemplaar ons die sensatie niet ver
schaffen. Dus moeten we het doen met
de beschrijving van Bengt Berg. die
zijn lezers een beeld geeft van de
enorme vlucht en de machtige wiek
slag van dit bijna voor-historische
dier.
ZIJN kleur is in hoofdzaak grijs,
blauwachtig, hier en daar beige
achtig grijs, de gnomenkop
draagt een toefje naar beneden ge
krulde veren, de kleine boze ogen lig
gen verscholen onder de overstekende
wenkbrauwranden, die het ontzagwek
kende uiterlijk nog versterken. Zo
staan ze daar, half verscholen in een
haast tropische begroeiing, drie vier
zwijgende gestalten, figuren uit een
andere wereld, verschijningen uit een
spookverhaal.
„Aboe Markoeb" zo klinkt de naam,
die de Arabieren gaven aan de won
dervogel. een naam even welluidend
als die van de stromen, aan welker
oevers hij zich verbergt in de doolhof
der enorme papyrusflora, de Bahr el
Ghazal. Bahr el Gjebel, de Bahr el
Seraf.
„Aboe Markoeb" duizenden Jaren
geleden reeds de reuzenvogel der
Egyptenaren, bij wie hij moet hebben
gegolden als de verpersoonlijking van
een machtig, een gevreesde god.
„Schoenbek", zo heet hij platvloers
bij ons. Onze Europese fantasie is
blijven steken bij de abnormale sna
vel. En zo zal hij voor ons blijven: de
schoensnavel, de schoenbekooievaar.
SJ. VAN DER ZEE
MALLE GEVALLEN
Dat het in deze schotse wereld ook in
Artis scheef kan gaan, bewijst wel
het volgende nieuwtje. Reeds drie
schapen in de kinderboerderij zijn
deze maand het slachtoffer gewor-
dan van „overvoeding". Sectie heeft
uitgewezen, dat de lekkernijen be
stonden uit kranten- en zilverpapier,
cellofaan en zelfs een kinderballon-
netye....
Wie er niets van snapten waren de
brandweerlieden in Louisville (Ame
rika Kentucky) die werden gealar
meerd voor een brand in een
drinkwaterfontein. Zij geloofden het
eerst niet maar namen toch het
zekere voor het onzekere en sn-lden
naar de plaats des onheils. Het bleek
dat het vuur was veroorzaakt door
kortsluiting in de elektrische motor,
die het water voor de fontein op
pompt.