CHRISTIAAN HUYGENS: w1 VOORJAARSBOMEN en-STRUIKEN in RLOEI ONS MENU D Even lachen. ZATERDAG 14 APRIL WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA Bewogen Leven „ONTDEKKERS" en „UITVINDERS" met 16 jaar aan Leidens Universiteit In „De Hartog van Saksen" aan de Steenschnur Er is veel overeenkomst tussen uitvinders en ontdekkers, maar ook toch veel verschil. De overeenkomst is dat beide groepen een nieuwe wereld voor ons openen. Columbus gai ons Amerika, en de uitvinder van de microscoop gal ons een NIEUWE WERELD vlakbij: de wereld van het kleine. Toch zijn „uitvinders" andere mensen dan „ontdekkers". Ontdekkers zijn altijd mensen met een sterke dadendrang. Veelal vloeien ze over van energie. Zij moeten er op uit. Zij moeten zichzelf meten met de elementen in de natuur en overwinnen. Iets is er in hen dat hen altijd voortstuwt, dat hen in onze ogen tot grote roekelozen maakt, maar zij „zeilen hun tijd vooruit" en voelen dat het nageslacht hen huldigen zal waar de tijdgenoot hen niet verstaat. Dat is belangrijk voor hen, want zij zijn ijdel. Toen Columbus terugkeerde van zijn eerste tocht, trok hij over land naar Isabella en Ferdinand, opdat het ganse volk gelegenheid kreeg de onderkoning te huldigen, opdat de vorsten zelf wel verplicht waren hem een ont vangst te bereiden, zoals nog nooit een gewone sterveling had gekregen: zij waren immers het einde en het doel van de zegetocht. Daar op het land kon men de kleine Columbus vinden. Op zee was hij de grote. De man die met een open Bijbel in de ene hand en een zwaard in de andere op het voor dek stond, bewegingloos, zonder vrees, toen daar die enorme waterzuil aan kwam ruisen, die zyn schepen vernietigen wilde. Terwijl alle schepelingen bloed zweet ten van angst zag hy het naderend gevaarte zonder vrees in de ogen en trok, de naam van de Verlosser noemende, de magische cirkel, toen het gevaarte zich op hem dreigde te storten. Op het juiste ogenblik week bet gewillig uit en niemand bekwam letsel r U geloven niet meer dat dit waar gebeurd is. Onze zeevaarders van heden zien dergelijke waterbergen niet meer. die zich brullend Voort bewegen. Doch wie nog enig vermogen heeft zich te verdiepen in de gedachtenwereld van vroeger tijden, weet ongetwijfeld dat Columbus niet één dergelijke zuil. maar vele. die aankwamen stormen uit het rijk der verbeel ding.. zó suggestief dat ze de angstige schepelingen het ademen benamen, onschadelijk heeft gemaakt. Columbus was een man. gróót in de storm op het moment dat hij zijn ontdekking, gesloten in een ton. aan de zee toevertrouwde, die hemzelf verzwelgen wilden. God zou hem niet verlaten. Te land was hij een kind. jengelende om eer. Te land „bewees hij", dat zyn komst reeds in de Bijbel was voorzegd en dat hij de geroepene was voor de grote, de heilige tocht. Eens zou hij rond de ganse aarde zeilen en het land van Ofir vinden, waar de schatten van Salomo nog op hem lagen te wachten. Met dit goud zou de laatste kruistocht worden betaald, want het ging toch niet op dat het graf van de Heer in handen van zijn verdoemde vyanden bleef? Binnen twee eeuwen zou Christus wederkomen en dan zou alle leven ver-gaan. Columbus, man en kind. Een man met een heldere geest, een ijzersterk lichaam, een grote eerzucht en een sterke wiL Hij was iets zeer aparts. Hij. die jaren lang voor gek gehouden werd. Na zijn succes werden geest, ziel en lichaam vertroebeld door het verlangen naar wraak, hulde en erkenning. Hü wist het, mede door aijn eigen schnld kreeg hü de boeien aan. Maar niemand had het recht hem te be rechten, want niemand had zo sterk het goede gewild. Hl) bleef de uitverkorene die eens het goud van Ofir halen zouom de weldra naar de aarde komende Verlosserte verzoenen met zt)n graf Wonderlijke mengeling van mystiek, dadendrang en rede. Vallen wR door dit te schrijven Columbus af? In tegendeel. Wij erkennen gaarne zijn grootheid, doch stellen hem op deze wijze naast Huygens opdat die beter begrepen worde. CHRISTIAAN HUYGENS werd de 14e april 1629 geboren te Den Haag. en was een zoon van de par ticulier secretaris van Frederik Hendrik: Constan tijn- Huvgens, in zijn vrije tijd dichter, en van Suzanne van Baêrle. een Amsterdamse koopmansdochter. Constantijn Huygens was volop Renaissancemens. En hij deed alle moeite om zijn vijf kinderen op te voeden in die geest. Het domme, middeleeuwse bijgeloof werd de rug toegekeerd en de rede kreeg een ereplaats in het deftige huis. Het vrije denken ontwaakte en daarmee een groot op timistisch geloof in de kracht van de rede. Terwijl de taak van het onderwijs eens geweest was de mens de weg te wijzen langs het smalle pad, hem met de gruwelen der hel als roede voort te drijven naar de hemelpoort, opdat hij niet stilstaande, in handen viel van de mon sters der lust, zou die taak voortaan moeten zijn: mee bouwen aan de volledige ontplooiing van het mooiste, belangrijkste en verstandigste wezen der aarde. Men geloofde dat men een élitemens kon vormen, in tamelijk snel tempo, als men het jonge mensenkind maar heel vroeg opving, en bezig hield met die dingen, die Ingrijpend Inwerkten, tot loutering van zijn gemoed, tot verheldering van zijn rede. tot sterking van zijn wil. Men geloofde in deze mogelijkheid cn geloven is altijd een kracht. Een opvoedingsmethode waarin men ge loven kan. heeft altijd resultaat, omdat men het geloven, zonder te spreken overdraagt, waardoor het bezit wordt van het nieuwe en gevoelige jonge leven. DE vader heeft nauwkeurig aantekeningen gemaakt van de vorderingen van zijn kinderen. De opvoeding was immers belangrijk. Van Christiaan. zyn tweede zoon schreef hij. toen die nog zeer jong was: „Hij is seer kleintiens van jaren" en van aerd als van complexie ende aengesicht soet als een meisken, daer hem elck voor aenslen wilde." Het kind had geen verlangen naar ruwe krachtspelen. het genoot als ziin moeder hem vertelde en zyn vader hem onderwees. Toen hy twee jaar was kon hij het „Vaderons sonder movte. op sijn manier van uytsprake. sonder missen uvtseggen". Op zijn zevende jaar begon hy aan het Latijn èn op zijn achtste jaar stierf zijn moeder. Het kind was zeer aan zijn moeder gehecht gewi zodat deze vroege dood voor hem grote schade bcteke De vader nam een nicht thuis, die de vijf kinderet moest voeden en daar hij zelf met de stadhouder moest trekken van legerplaats naar legerplaats bevinden ons nog in de Tachtigjarige Oorlog steld» gouverneurs aan voor zijn kinaeren. Hij zelf echter s pelde uit wat er geleerd moest worden en hoe. En bij nalezen daarvan verbaast het ons hoe weinig het on: wijs sinds hem is opgeschoten. Hij werkte ook al „gevoelige perioden", zelfwerkzaamheid, hij was er oo lang van doordrongen dat het ene kind soms veel b het andere kind iets duidelyk maken kan. omdat diens taal verstaat, dan de meester de leerling. En was daarbij even practisch als scherpzinnig. Als Christiaan aanstelde als leraar over zijn een jaar ou broer in het muziekonderwijs, dan kreeg die leraar it dop daarvoor een schelling per week en de leerling halve. Nooit leerde Constantijn. de oudere broer zo als toen Christiaan zijn leermeester was. Na enige we begon die „tot onser verwonderinghe, gans fraay vast te worden in het intoneren". E vader, een man van ervaring en mensenkennis, zijn kinderen gauw doorzien en geen moeite hem teveel om hun aangeboren talenten te plooien, om hen voor te bereiden op het volle le dat hen wachtte. Dansen, schermen, paardrijden, vreemde talen sta ren waaronder Frans en Italiaans, het Christen! beleven op nieuwe, ruime wijze, dat alles behoorde de opvoeding. En toen de vader bleek, dat Christii de meest intelligente van zijn kinderen, een hartstocht aan do dag legde voor alles wat met kunde en mechanika te maken had. mocht deze zelfs daarin bekwamen, ofschoon noch de vader, i de zoon, enig vermoeden hadden in welke richting dit leven zou bewegen. Belden namen vanzelfsprek aan dat de loopbaan een ambtenaarlyke zou ongeveer zoals die van de vader. Daarom worden Constantijn en Christiaan dan naar Leiden gezonden, om daar rechten te studeren, mei van het jaar 1645 namen zij hun Intrek in De Hai van Saksen, aan de Steenschuur en weldra zond de twee knapen een schrijven waarin een dagroo stond vermeld, door hem zelf opgesteld, beginnende vijf uur 's morgens met gebed, en eindigende tien 's avonds, opnieuw met gebed. Bidden en Bijbellezen voor de vader meer dan een vorm. Meer dan ee: om zich thuis te kunnen voelen in een wereld, waai de taal. zeden en gewoonten doorspekt waren Bijbelse gezegden en opvattingen. Christiaan was 16 jaar toen hij ln Leiden werd ingeschreven aan Universiteit van de Prins. REIN BROUWE1 Kijkjes in de Natuur DE PAASDAGEN hebben ons t« pakken gehadMet dat aanloop je van een paar heerlijke voor- Jaarsdagen hadden we ons biy ge maakt, in de verwachting van een tweetal zaohte feestdagen, maar het ia anders uitgekomen. En nu denken we met spijt terug aan de verrukkelijke atmosfeer van de Goede Vrijdag, toen een onverwachte zuidenwind plotseling overal het leven te voorschijn toverde. Niet, dat we het gras konden zien groeien, maar er was van de ene dag op de andere toch wel degelijk verschil te zien tussen het doodse grauwe geel van de weilanden en het nieuwe gToen. dat als een waas zich over het warm gestoofde gras legde. De kippen op de boerenerven waren glad van streek: ze kakelden en kakelden en legden in ijl tempo nog de ontbrekende feesteieren waarvoor ze waren aangenomen. De merels renden nog harder door de tui nen, dan we van ze gewend waren en de spreeuwen op de dakvorst deden van louter voorjaarsvreugde nog gekker dan anders en zongen en krasten al hun melodieën door elkaar. En nu dit! Pasen met de kachel aan. Pasen in de winterjas, die al in een hoekje achteraf was komen te hangen. Toch (en dat is wel merkwaardig) het voorjaarsfeest is doorgegaan, kou of geen kou, al wordt de vreugde wel getemperd door de gure wind en door het ontbreken van zonnewarmte. HET VOORJAAR heeft zijn op wachting nu eenmaal gemaakt, het voorjaar is niet meer te stui ten. Hoort U maar!, 's morgens om half 6 ongeveer begint de eerste zanglijster al. HU zingt net zo lang. tot de hele bent wakker is en dan zingt en tie reliert het door in de eerste schemer, dat een mens er met genoegen naar luistert. Ik zelf vind het tenminste geen straf, daar iedere morgen even van wakker te worden. Ik denk dan vaak: „Daar heb Je nu maandenlang naar verlangd. Nu is het er weer. Ge niet er nu van!" Ook de bomen en struiken zijn op gang gekomen en niets kan ze tegen houden. Onze krenteboompjes staan met een vracht van uitgeschoven knop pen. Dat zal me een pracht van een bloei geven! Dan is er de hamamelis. de z.g. toverhazelaar, de laatbloeiende soort, die nu, begin april, op z'n mooist bloeit. Er is ook een vroegbloeiende die in Januari in z'n eentje staat te prij ken met z'n eigenaardig gekrulde gele kroonslippen. Een vreemde verschij ning in de kale tuin. Als we een takje afplukken en in de kamer zetten, rui ken we een heel bijzondere fijne geur. Die geur duidt op contact met insek- ten, maar waar er in Januari vliegjes en zo vandaan moeten komen, is me een raadsel. Trouwens, die hamamelis heb ik al tijd een vreemde sinjeur gevonden, die me. wat zijn leven en gewoonten be treft, volkomen ln het duister laat. Daar komt nog bij, dat ik maar geen boek kan vinden, waarin deze wonder- struik uitvoerig beschreven staat. Nu nummer drie, een voorjaarsstruik, die vooraan staat in de rjj der vroeg- bloeiers. De kornoelje. Die staat nu in vol ornaat (hü is misschien zelfs al over zijn hoogtepunt heen) en is boordevol groengele bloempjes, vierpuntige ster retjes, waaruit tientallen stipjes te voorschijn komen. De meeldraden. Wil de zon maar even goed doorkomen, dan zitten ze al gauw vol met bijen, vliegen en soms een vroeg kevertje. Wat dat insektengoedje daar uitvoert en wat de bedoeling is van hun bezoek, is niet moeilijk te raden. Een overbekende, maar niettemin heel mooie boom. mag n.l. niet worden vergeten. De iepenboom. Ook al een. die eerst bloeit en daarna pas zijn bladeren krygt. Om de iep te zien, hoeft U heel weinig te doen. De meesten vain ons fietsen er dagelijks langs of ze hebben er een paar voor hun huis staan. De iep is in deze tijd van het Jaar een prachtboom, speciaal wanneer er vele bijeen staan op een marktplein, in een park of rondom een oude kerk. Laat ik de Amsterdamse grachten met hun beroemde iepen niet vergeten. Staat een iep in bloei, dan zyn alle takken, tot de kleinste en fijnste toe, overdekt met duizenden lichtpaar se bloempjes. In ieder van die bloem pjes zitten witte meeldraden en al dat wit en paars vormt in de koestering van het zonlicht een schemer van brons en goud, die als een ijle sluier over het netwerk der boomkruinen ligt. Dit feest is gauw voorbij. Niet zodra hebben de bijen hun werk gedaan, of ALS er nu ln zo'n kornoeljeboompje een vogel gaat zitten zingen, wordt het nog aardiger. Dat zou b.v. de heggemus kunnen zijn, dat klei ne bruingrauwe ding met het dunne priemsnaveltje, waarover ik onlangs al eens heb geschreven. Mocht U hem voor een mus houden zodra U hem hoort zingen, is er geen vergissing meer mogelijk. Op het geluid moeten we n.l. veelal afgaan, willen we een vogel ontdekken en dit geluid nu is zo opvallend en het wordt in deze tijd in zoveel tuinen gehoord, dat het niet kan missen, of U moet met dit diertje wel kennis maken. Zijn zang doet denken aan het opgewonden liedje van de winterkoning, alleen is ze veel korter. Wat? kent U het winterkoninkje niet? Klein Jantje, ons bijna kleinste zangvogeltje? Ja, dan wordt het moei lijker. De roodborst dan. want daarop lijkt de heggemus in zijn zang ook wel een beetje. Ook niet? Dan keren we terug naar onze vroegbloeiende bomen. de flonkerende pracht sterft enel en dan staan de bomen een tijdlang te wachten op het volgende feest, dat is de tijd van het uitlopen der jonge blaadjes, zeker niet minder mooi dan de bloesemtijd. jAMMER dat de meeste mensen de bomen voorbij lopen. Ze kijken lie- J ver naar hun tenen. Nu .is het waar, dat er vlak voor onze voeten in de tuin ook veel te genieten valt. We zouden b.v. kunnen kijken naar de krokussen, die door de mussen (geen heggemussenzo krachtdadig uit el kaar worden getrokken. We hebben ook zo'n krokusslag- veldje, het is geen gezicht, zoals die mussen ze toetakelen. Er schijnt in deze bloemen iets te zitten, wat de mussen bijzonder lekker vinden, waaxbü ze dan voor de helgele kro kussen een bijzondere voorkeur heb ben. We hebben nu over elk polletje Zoals de ouden zongen, piepen de jongen He» belang van een juiste voeding Het Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad meldt Er ls ln onze kennissenkring een jochie, dat zó dol ls op levertraan, dat z'n moeder de fles achter slot en grendel moet zetten, wil ze niet eensklaps tot de ontdekking komen, dat zoonlief de Inhoud achter elkaar beeft opgedronken. U kent zulke gevallen misschien in Uw eigen omgeving. Maar U hebt on- getwyfeld ook heel wat kinderen ontmoet, die met intense afkeer voor hun lepel levertraan op de vlucht slaan. Ieder mens heeft zijn eigen smaak. Een smaak, die voor een groot deel gevormd wordt in zijn ouderlijk huis. Wij werden daar vertrouwd gemaakt met bepaalde voedingsgewoonten en we leerden van bepaalde produkten meer houden dan van andere. Wat er in ons huisgezin gebeurt, geschiedt ook in groter verband: de streek-voedingsgewoonten zijn er een uitvloeisel van. Het is niet gemakkelijk deze streek- en gezinsvoedingsgewoon ten te veranderen. De kinderen, voor al de meisjes maar zeer zeker ook de jongens voeren ze later in hun eigen huishouding in en hun kinde ren zullen ze op hun beurt weer verder uitdragen. Wie van traditie houdt, is bang deze keten van gewoonten te verbre ken. Hierin ligt echter een gevaar, want oude gewoonten zijn niet altijd goede gewoonten. Onze verantwoordelijkheid tegen over onze kinderen eist van ons, dat we ons erop bezinnen of de voe dingsgewoonten ln on6 gezin wel de juiste zyn. Niet alleen wordt de gezondheid van ons en onze gezins leden door een goede voeding bevor derd, we werken ook op langere afstand. Wie zijn kinderen door de praktijk begrip voor een goede en gezonde voeding meegeeft, schept voor hen de mogelijkheid later zelf in hun eigen gezin hun voordeel te doen met de kennis, die zij al etend bij moeder thuis hebben opgedaan. (Ingez. Med.-Adv.) Goed voorbeeld doet Zeker, kaar grootmoeder en haar moeder gebruiktenreedsMAIZEN A DU RYE A en tij volgde dat goede voorbeeld. Vandaar haar lekkere groenten, smakelijke eoepen en smeuïge sausen. En als haar vrien- dinttett vragen hoe het komt dat zjj zo lekker kan koken, dan zegt z\j ,,Qoed voorbeeld doet goed volgen" en gebruik zoals ik - MAÏZENA DURYEA voor het binden van groenten, soepen en sausen. Dan zRn mislukkingen b(j voorbaat uit gesloten. want voorliefde voor bepaalde gerech ten en tegenzin tegen andere bergen als eraan wordt toegegeven het gevaar in zich van een eenzijdige voeding. Ouders moeten „alles eten" en kunnen pas dan van hun kinderen verwachten, dat zij het ook doen. De jeugd volgt graag het voorbeeld van de volwassenen na. Wanneer ouders laten merken, dat ze zelf zekere pro dukten allerminst waarderen, is het niet vreemd wanneer de kinderen er een afkeer van krijgen. Wanneer moeder en vader bij voor baat alles wat nieuw is als onjuist of niet lekker van de hand wijzen, zullen hun kinderen dat later misschien ook doen. Niet alleen vrees voor andere voe dingsgewoonten. ook overvoeding vindt in vele gevallen haar oorsprong ln thuis aangeleerde verkeerde voedings gewoonten. Als men van jongsaf te veel heeft gegeten en te veel heeft zien eten. gaat men met deze slechte gewoonte door tot in lengte van dagen Help Uw kinderen, die op school les in voedingsleer krijgen, door zelf ook van dit onderwerp kennis te nemen en zo nodig Uw gewoonten en/of menu's te veranderen. Geef Uw doch ter, die de huishoudschool bezoekt, de kans om dat. wat ze leert, thuis ln praktijk te brengen. Wanneer U Uw kinderen goed voedt en hun alles leert eten, als U hun de kans geeft het geleerde in de praktijk te brengen, slaat U heel wat meer dan twee vliegen in één klap: U helpt mee de gezondheid van Uw (Ingez. Med.»Adv.) kinderen nu en later te bevorde U leert ben wat een goede ding Is. U geeft hun daardoor de kans i kennis later uit te dragen ini eigen gezin. U kunt verwachten, dat ze 1 eigen kinderen In de toekomst goede eters ln de ware zin van woord zullen opvoeden. En zo werkt U ln de kleine gcmei schap van Uw gezin mee in grote verband: de bevordering de volksgezondheid. VAN DE WEEK Op verschillende manieren kunnen we verse groenten verwerken: geko in salades en stamppot, maar ook in soep. Fijngesneden rauwe peterselie of ki vel maakt iedere soep bijzonder geurig en verhoogt bovendien het vilamii gehalte. ZONDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG Groentesoep; stukje kalfs- of varkensvlees, princesscbo: (blik), aardappelen; custard met rabarber-compóte. Kopje soep; koud kalfs- of varkensvlees, worteltjes, aard pelen; fruit. Stamppot van rauwe raapstelen, kaas; appelmoes. Witlof, eieren, botersaus, aardappelen; yoghurt met vani vla. (Bonen weken). Klapstuk, witte bonen, aardappelpuree, andijviesla; (ral Gebakken vis, rode koolsla met geraspte appel, aardappd bruine botersaus; karnemelksepap met stroop. Gebakken aardappelen met uien en blokjes kaas, krop fruit. een huisje van kippegaas gestulpt. Fijn gemaasd, want anders pikken de dikke snavels er nog doorheen. Dat gaas helpt. Behalve als het aan een kant opgewipt is, want dan krui pen de vandalen er rustig onderdoor. En dat zijn nu de mussen, die we van deze winter zo hebben gevoerd. Van Je vrinden moet Je het maar hebben! SJOUKE VAN DER ZEE. Recept: Stamppot van rauwe raap stelen met kaas. 2 kg. aardappelen, 500 g. raapstelen, 200 g. jonge of Iets belegen kaas in blokjes gesneden, melk, boter, zout nootmuscaat) De aardappelen wassen en koken met weinig water en zout. De wortel tjes van de bosjes raapstelen afsnij den. wassen en daarna de raapstelen hakken of zeer fijn snijden. Wanneer de aardappelen gaar zijn, hiervan een puree maken met boter en melk, de fijngesneden raapstelen door de puree roeren, op smaak maken met zout en (nootmuscaat). De stamppot zeer kort, goed doorwarmen, tot slot de blokjes kaas erdoor roeren. Recept: Yoghurt met vaniUevla. Vi liter yoghurt, liter vaniUevla. Belde flesjes zeer goed schudden en uitschenken in een glazen schaal, laag om laag of de yoghurt èn de va niUevla goed door elkaar kloppen. Het is meestal niet noodzakelijk nog suiker toe te voege.ndien wél, dan basterd suiker gebruiken. Onlangs heeft de oudste man Frankrijk en dat is Saphln R vost zijn 106de verjaardag geviï Op de vraag, hoe hü dat had gespeeld, antwoordde hij: „Ik altijd een rustig leven geleld, grootste reis. die ik ooit maakw geweest van Arras, waar ik altijd gewoond, naar Rijssel. afstand 4i lometer. Dat hi) drie jaar geleden op het land werkte, willen we p even onder de aandacht brem want zulke mensen komt u niet dag tegen. Weg uniform, constateerde roe: Cederqulst, inspecteur van de penhaagse verkeerspolitie. Dat het werk van een zwerver die k kleedkamer var het hoofdbufl van politie het hol van de Ie* om het zo maar eens te zegget zyn pakje had verwisseld voor van de inspecteur Op straat ma» hij van de gelegenheid sebniü enkele uren tientallen weggek kers, cie zich niet strikt aan de1 keersregels hielden, op de boa sUngeren-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1956 | | pagina 10