c:> 1955 was een jaar van ongekende voorspoed Naar grotere welvaartsspreiding? Internationale school voor V.N.- kinderen in de buurt van New York 94ste Jaargang Zaterdag 31 December 1955 Derde Blad No. 28718 Men hoede zich voor onbeperkt optimisme (Van onze financiële medewerker) Terwijl de economische ontwikkeling in de V.S. waarover we de vorige week schreven, voor het wereldbeeld van de conjunctuur min of meer beslissend is en ook die van Nederland daardoor voor een groot deel wordt beheerst, zijn het in Europa vooral West-Duitsland en België, die als voornaamste handels part ners mogen worden beschouwd en bjj welker conjunctuurgang ons land ten nauwste is betrokken. Het aandeel van genoemde landen in de Nederlandse buitenlandse handel is de laatste tijd tot 30 a 35 gestegen en terwijl tot voor kort België onze voornaamste handelspartner was, heeft West-Duitsland sinds enige tijd die plaats weer veroverd. Volgens het officiële rapport van de O.E.E.S. is het mirakel van de economische wedergeboorte in West-Duitsland het grootst geweest, daarna komen Nederland en België en het is dus duidelijk dat ook de verdere ontwikkeling van de conjunctuur in ons land, waarmee men zich bij de aanstaande jaarwisseling bezighoudt, voor geen gering deel met die van genoemde landen samenhangt en samengaat. West-Duitsland moest, om zo te zeg gen. ook het verst weg komen, het zat het diepst in de put en de Amerikaanse dollars zijn daar ook het meest effectief geweest, want ze zijn op de aloude gron dige wijze benut. Het economisch her stel van West-Duitsland, dat met vele cijfers zou kunnen worden aangetoond, is in één woord spectaculair geweest, zodat het in enkele jaren van een debi- teur-natie een crediteur-natie is gewor den, afgezien dan van de oude schulden, waarover men zich, om het nu maar zacht te zeggen, al te weinig zorgen maakt. Het duidelijkst, spreekt deze vooruitgang uit de stand van zaken bij de Europese Betalings Unie, waar Enge land bijv. met een tekort van 1350 mil- lioen zit, maar West-Duitsland uit. No vember niet minder dan 2189 millioen te vorderen heeft. Behalve de daadwerkelijke steun van de V.S. heeft West-Duitsland het voor deel gehad van uitermate geringe mili taire uitgaven en een onafhankelijke centrale credietinstelling, die met wijs beleid ook de monetaire ontwikkeling in de hand heeft kunnen houden, terwijl daarnaast de fiscale wetgeving meer dan bijv. in ons land de economische op bloei in de hand heeft gewerkt. Mede hierdoor heeft om. de bouwnijverheid zich in sterkere mate dan bij ons kun nen ontwikkelen en kon tussen de lonen en salarissen aan de ene kant en de arbeidsproductiviteit aan de andere kant een evenwichtige verhouding worden ge handhaafd, zodat de inflatie tot een mi nimum is beperkt gebleven. Overigens hebben de nog recente maatregelen tot beperking van het crediet er wel op ge wezen dat men ook in West-Duitsland in het proces van productie en consump tie inflatoire krachten aanwezig acht en deze zoveel mogelijk tracht te binden. Het overal zich voordoend verschijnsel dat de handwerkers hun aandeel in de welvaart willen vergroten, zodat in de bedrijven telkens nieuwe looneisen wor den gesteld, vervult ook de Minister van Economische Zaken in West-Duitsland met zorg en heeft hem reeds enige ma len op het gezond verstand van de be volking doen appeleren. Ook in West- Duitsland worden de officiële loonscha len niet aangehouden. Van de zijde der vakverenigingen is dezer dagen op een conferentie de opmerking gemaakt dat ook bij een officiële loonsverhoging van 10 de tarieven nog beneden de wer kelijkheid van vandaag zouden blijven. De uurlonen van bekwame vakkrachten in de preciesiebedrijven hebben in de aan Zwitserland grenzende gebieden de neiging om van het officiële tarief van DM 2.60 tot het Zwitserse peil van DM 3.40 te stijgen. Maar er wordt dan ook hard gewerkt, in de scheepsbouw zelfs 54 uur per week en zowel de productie als de export beweegt zich nog steeds in een opgaande lijn, waardoor ook een grotere import en een grotere consump tie mogelijk wordt. In de eerste 10 maanden van 1955 ging de Nederlandse export naar West-Duitsland van f. 1.1 milliard tot f. 1.4 milliard vooruit, de invoer steeg van f. 1.3 milliard tot f. 16 milliard en bij de jaarwisseling bevindt de handelsbeweging tussen West-Duits land en ons land zich op een record hoogte. Hetzelfde kan trouwens ook met be trekking tot België worden gezegd. Bij de behandeling van de begroting heeft de Belgische minister van Economische Zaken, mr Rey de nadruk gelegd op de bizonder gunstige toestand, waarin Bel gië thans verkeert. Met uitzondering van textiel, leder en diamant, zijn de productiecijfers 30 hoger dan een jaar geleden en ook hier meent men nog geen noemenswaardige inflatie te moe ten constateren omdat de monetaire expansie in overeenstemming is met de economische uitbouw. In het kader van de Benelux is tussen Nederland en Bel gië allengs een nauwere samenwerking ontstaan, welke er tot dusver toe heeft geleid dat de Belgische uitvoer naar Ne derland in sterkere mate is gestegen dan de Nederlandse uitvoer naar België. Jaarlijks voert België voor Frs. 8 a Frs. 9 milliard meer naar Nederland uit dan het vandaar invoert en het allengs ge matigde prijsverschil tussen beide lan den is daaraan uiteraard niet weinig be vorderlijk. Men wacht nu af hoe de ge volgen zullen zijn van de in vele bedrij ven ingevoerde vijfdaagse werkweek, maar overigens laten de economische vooruitzichten van België zich zeker niet slecht aanzien. Tegen de achtergrond van de toestand in de V.S., West-Duitsland en België, als de in economisch opzicht voor Ne derland toonaangevende landen, rijst aan het einde van 1955 voor Nederland het beeld op van een eveneens nog al tijd oplopende conjunctuur, ook al is het tempo in de loop van het jaar dan vertraagd. De vraag, welke men zich bij het einde van 1954 stelde was deze of de in October 1954 tot stand geko men „welvaartsloonronde" door de be drijven zou kunnen worden gedragen zonder de rentabiliteit aan te tasten en al zijn er ondernemingen, die er moeite mee hebben, algemeen gespro ken mag toch worden gezegd dat de industriële bedrijvigheid in Nederland zich ook in 1955 verder heeft kunnen ontplooien. De Nederlandse regering moge een paar maanden geleden hebben gemeend de kapitaalsinvesteringen bij het be drijfsleven te moeten stuiten, het is toch voor een goed deel aan die kapi taalsinvesteringen te danken dat het Nederlandse productie-apparaat niet alleen is vergroot, maar zich bovendien tracht aan te passen bij de versnelde vooruitgang van de technische en che mische wetenschap. Hierdoor is het mogelijk geworden dat het accrès van de beroepsbevolking, tot 1960 op ca. 50.000 per jaar aangenomen, tot dusver door de bedrijven kon worden opgevan gen en tevens een bredere sociale poli tiek kan worden gevoerd, waardoor on danks de vertechnisering van het pro ductieproces, de arbeidsvreugde kan worden vergroot. Loonsverhogingen zijn alleen verantwoord als zij gepaard gaan met een grotere arbeidsproductiviteit of als deze aan de loonsverhogingen zijn voorafgegaan. Uit een staatje in de jongste Memorie van Toelichting op de begroting voor Economische Zaken is gebleken, dat de loonontwikkeling en de arbeidsproductiviteit van 1950-1954 in ons land zo ongeveer gelijke tred hebben gehouden en dat tot einde 1954 het loon peil in andere landen meer is gestegen dan ten onzent. Deze voorsprong is ech ter in de loop van 1955 kleiner gewor den, met name ook ten opzichte van België, waarvan nu echter moet worden afgewacht of de in vele bedrijven inge voerde vijfdaagse werkweek geen teleur stelling zal opleveren. Ook hier te lande is het loonvraag- stuk aan de orde, omdat grotere wel vaart ook de wenselijkheid van een grotere welvaartsspreiding meebrengt, een terrein met vele voetangels en klemmen, dat slechts met de grootst mogelijke bedachtzaamheid mag wor den betreden. Want we zullen het ten slotte van de productie en van de han del moeten hebben, gelijk die in 1955 de bron van onze welvaart zijn ge weest. Het is verblijdend te kunnen con stateren dat de productie op basis van 1949 100 in 1952 nog slechts 117, in 1954 tot gemiddeld 141 is vooruitge gaan. maar in October een cijfer van 159 heeft bereikt. In overeenstemming hiermee was de omvang van de Ne derlandse buitenlandse handel in het afgelopen jaar weer belangrijk groter met recordcijfers zowel voor de invoer als voor de uitvoer, zodat het totaal, in 1954 ca. f20 milliard, ditmaal zeker f2 milliard groter zal zijn. Wel valt hierbij op te merken dat de invoer in sterkere mate is gestegen dan de uitvoer met het gevolg dat het deficit op de handelsbalans uit October reeds f. 1657 millioen bedroeg tegen f. 1304 millioen op uit. October van het vorig jaar. De betalingsbalans, die de laatste jaren telkens een flink overschot aan wees, dat 1954 trouwens tot ca f Vz mil liard is teruggelopen, zal naar men meent, dit jaar zo ongeveer in even wicht zijn, maar het is intussen gerust stellend dat de goud- en deviezenpositie tot dusver nog stijgt en we bij de E.B.U. nog een overschot hebben van meer dan 700 millioen Als een symptoom van gezonde volks kracht kan voorts worden gewezen op het feit dat weliswaar ook in ons land het afbetalingscrediet snelle vorderingen maakt, maar dat tevens het tegoed bij de spaarbanken meer is gestegen dan het vorig jaar, tot uit. September met ca. f. 400 millioen tegen f 286 millioen toen en dat voorts ook de crediteuren- saldi bij de banken zijn toegenomen als tegenwicht van de hogere debiteuren- sa ld i, In nog veel sterkere mate zijn de collectieve besparingen in ons land ge stegen." zoals blijken kan uit de produc tie van de levensverzekeringsmaat schappijen. welke in 1953 f. 2340 milli oen, in 1954 f. 2645 milioen, maar tot eind October reeds f. 2490 millioen heb ben bedragen, zijnde f. 400 millioen meer dan in dezelfde periode van het vorig jaar. Hierdoor is het probleem van de verhouding tussen risicomijdend en risicodragend kapitaal groter gewor den, hetgeen er, als bekend, reeds toe heeft geleid dat ook de Rijksfondsen een deel van hun gelden in aandelen mogen beleggen en voor de institu tionele beleggers een transformatie apparaat in het leven is geroepen. Overigens valt er tot dusver noch over het aanbod van risicomijdend, noch over dat van risicodragend ka pitaal te klagen. Aan obligaties werd tot uit. November f. 1.2 milliard ge plaatst tegen f. 550 millioen in 1954, aan aandelen f. 425 millioen tegen f. 46 milioen in 1954 en ook voor December zyn er weer belangrijke emissies Van Gelder, Hoogovens aangekon digd, welke op de beurs goed worden ontvangen. Wat we de vorige week voor de VS. constateerden, geldt ook voor ons land, namelijk dat hoewel de industriële in vesteringen de „taaksteling" van f 1800 millioen per jaar hebben overtroffen, vele ondernemingen ook een groter deel van de winst aan de aandeelhouders ten goede doen komen De meeste onderne mingen hebben in 1955 een hoger divi dend uitgekeerd of hun aandeelhouders met een bonus verrast, waardoor weer nieuwe gelden voor de investering zyn vrijgekomen. Het kan dan ook niet verwonderen dat het niveau van de aandeelkoersen aan het einde van 1955, ondanks de da ling, welke sinds October is ingetreden, nog belangrijk hoger ligt dan een jaar geledien (226 - 185), waarin de z.g. inter nationale fondsen en de industiële aan delen het grootste aandeel hebben Maar ook de scheepvaartwaarden heb ben het goed gedaan onder de invloed van de stijging der vrachtprijzen, welke in 1955 heeft plaats gehad en die voor NED. GENOOTSCHAP VOOR LANDBOUWWETENSCHAP Het Nederlands Genootschap voor Landbouwwetenschap heeft zijn jaarlijk se algemene ledenvergadering te Utrecht gehouden. De secretaris ir A. H. Haak uit Wage- ningen, noemde de positie van het Ge nootschap sterk. Prof. dr A. C. Schuffelen trad na 4 jaar voorzitter te zijn geweest, af en werd opgevolgd door prof. dr J. Horring Ir A. Emmens zal voor de komende ja ren het voorzitterschap bekleden. Door prof. dr ir J. C. Dorst werd na mens het bestuur van het „Izaak Kor- teweg en Anna Ida Overwaterfonds" uit Strijen een ereprijs met oorkonde uitge reikt aan ir C. Koopman, directeur van het Veredelingsbedrijf voor Landbouw gewassen van het Centraal Bureau. De heer Koopman werd deze ereprijs ver leend op grond van zijn werk op he terrein der plantenveredeling. Prof. dr A. C. Schuffelen hield een voordracht over: „Atoomenergie en landbouw". dit jaar zeer goede resultaten doet ver wachten De grote levendigheid in de scheeps bouw betekent uiteraard ook ruimere opdrachten aan de z%. toeleverende be drijven en dit alles is een afdoende ver klaring voor de grote omzetten op de aandelenmarkt, f 811 millioen tot eind November tegen f 787 millioen in de eerste elf maanden van 1954 Om met een sterk sprekend cijfer te eindigen, de beurswaarde van alle aan delen te Amsterdam is thans ca f 16.3 milliard, zijnde f 31L- milliard meer dan aan het eind van het vorig jaar. Wat 1956 brengen zal weten we niet en men hoede zich voor een onbeperkt optimisme Maar dat 1955. materieel ge zien. een jaar is geweest van ongekende voorspoed, is buiten kijf. Kinderen van allerlei nationaliteiten rassen en geloofsovertuigingen leven en werken er in grote harmonie Op Long Island per auto een half uur rijden van New York is een van de merkwaardigste onderwijsinstellingen ter wereld gevestigd: de Internationale school voor kinderen van personeelsleden van het Secreta riaat der Verenigde Naties. Deze school, aldus schrijft Edward F. Pierce in het Amerikaanse blad „Think", werd in 1949 opgericht als een verlengstuk van de reeds bestaande kleuterschool en zij heeft in de afgelopen jaren bewezen, dat kinderen van alle nationaliteiten, rassen en geloofsovertui gingen met elkaar kunnen leren en spelen, kortom in deze miniatuur wereldgemeenschap in vriendschap naast elkaar kunnen leven. Buiten wappert de blauw met witte vlag van de Verenigde Naties aan de vlagge- stok. Stapt men dan de school binnen en treft men, in een van de lagere klassen, drie- en vierjarige kleuters aan, die bezig zijn met handenarbeid, dan ziet men er een mengelmoes van haar- en huidskleur: een aardig Chinees meisje maakt een matje van gekleurd papier, een kindje uit India met fluwelig bruine ogen en een verlegen blond jongetje van gemengd Frans-Joegoslaafs bloed zijn verdiept in het boetseren van een poppetje en een Brits ventje lacht zijn vriendelijkste lach als er een foto van hem wordt gemaakt. Lessen in diverse talen Onmiddellijk valt de bezoeker op welk een eensgezindheid en harmonie er heerst ofschoon het niet meer dan na tuurlijk is dat er onder hen, zelfs onder de jongsten, wel eens op hardhandige wijze meningsverschillen beslecht wor den Iri de kleuterklasjes wordt Engels ge sproken; het duurt doorgaans niet lan ger dan een paar weken voordat de kleintjes zich behoorlijk in een nieuwe taal kunnen uitdrukken en enkele van hen kunnen zelfs een paar talen vloeiend sproken. Daar zij met hun moedertaal ook de eigen culturele sfeer in net schoollokaal meebrengen, doet die kin dersamenleving aan als een „Verenigde Naties" van kinderen. De talen die er in de hogere klassen gebruikt worden zijn voorlopig Frans, Engels en Spaans, later wil men dit uit breiden met Chinees en Russisch, zodat dan de vijf officiële talen van de V.N. ook op deze school onderling gebruikt worden. De kinderen krijgen pas les in een tweede taal als zij eerst vlot hebben leren spreken in een 'der drie genoemde talen. De leerkrachten zijn natuurijlk in meer talen bedrijven. Daarna trad ik een Franse klas bin nen met vijf- en zesjarige leerlingen; de onderwijzeres, een Fran?aise. gaf on derricht volgens de klank-en-beeld me thode, waarbij ze eerst een woord uit sprak en daarna een tekening van het voorwerp op het bord maakte. Juist stond er een slank, blondharig Russisch meisje voor het bord; zij brabbelde in een mengsel van Russische en Engels met wait Frans doorspekt. In een ander gebouw trof ik de oudere leerlingen aan. In een der lokalen werd wiskunde in het Frans gedoceerd. De oudere leerlingen, wier moedertaal Frans is, krijgen 's-morgens les in deze taal, terwijl 's-middags Engels voor hen de voertaal is. Op dezelfde manier krij gen de Spaans-sprekende kinderen een halve dag les in een der andere talen. Hierdoor krijgen de kinderen zowel in hun moedertaal als in de vreemde taal een woordenschat, waarmee zij zich ook in de verschillende leervakken goed kun nen uitdrukken. Het gaat opperbest In een lokaal ernaast werd les in binnen kwamen zagen wij jongens en aardrijkskunde gegeven. Toen wij er meisjes uit Japan, Zuid-Afrika, Perzie, Nederland en de Verenigde Staten aan het werk bij een zeer ongewone land kaart. die in zijn gehele lengte langs de muur liep: elk kind had daarbij zijn aandacht op het eigen land gevestigd en maakte aantekening van de belangrijk ste steden en rivieren, en maakte tege lijk een lijstje van de voornaamste voort, brengselen. Vandaar gingen wij naar een tweede verdieping naar de zesde klas. maar hier maakten de leerlingen zich juist gereed voor de lunch. Zy krijgen hun eten aan tafels in j.et lokaal opgediend; in het gebouw is een goed ingerichte keuken beschikbaar. Ik vroeg tenslotte het hoofd van de school op welke wijze de school finan cieel in stand gehouden wordt. Het blijkt dat de V.N. een grote som ter be schikking heeft gesteld, maar dat de school toch voornamelijk is aangewezen op bijdragen ran ouders en belangstel lenden. Zoals op alle Amerikaanse scho len is er een Vereniging van Ouders en Onderwijzers, die geregeld bijeenkomt met het doel kwesties die voor de leer lingen en het onderwijs van belang zijn te bespreken. Het lesrooster is er op gericht niet alleen lichaam en geest een harmonieu ze ontwikkeling te geven, maar ook de karaktervorming tot zijn recht te doen komen. Behalve aan letteren en kunst, talen, geschiedenis, aardrijkskunde, so ciale wetenschappen en economie worut ook aan de vorming van de burger grote aandacht besteed. Nu is het niet meer dan natuurlijk, dat men ten aanzien van deze V.N- School zal zeggen: dat is nu alles wel heel mooi op papier en in theorie, maar wat komt daar in de praktijk van te recht? Dan kan daar kort en bondig op worden geantwoord: het gaat opperbest. Mocht iemand twijfelen, laat hem dan, als hij daartoe in de gelegenheid komt, een bezoek aan deze school brengen en hij zal zien in welk een harmonie en vriendschap kinderen uit alle delen van de wereld hier met elkaar omgaan. Illllllll lllllllll llllllllllllllllllllllllllllllllllllll Het lijkt veel op een verkeerstelling in de Lo'n- dense dierentuin, of op een verscherpte verkeers controle. in het bijzonder dan van langbenige voet gangers. Maar deze foto geeft slechts een beeld van de jaarlijkse telling van de levende have van dit dierenpark. De flamin go's passeren het critisch oog van een tellende op passer. IIIIIIIIIIIIIIIIIUI Zand naar strand in badplaatsen Wordt uit België gepompt Een belangrijke proefneming voor het tegengaan van het knagen van de zee aan de kust wordt momenteel ten uitvoer gebracht door het Belgische Ministerie voor Openbare Werken door middel van het pompen van zand naar het strand. Hierbij wordt zeewater naar het binnenland gepompt, waarna dit ver mengd wordt met zand. dat uit het lager gelegen poldergebied wordt ge graven. Dit mengsel wordt vervolgens door een buisleiding, welke de kustweg nabil Knokke op een hoogte van ruim vier meter kruist, teruggepompt naar zee Daar wordt het mengsel van zand en zeewater in zee gestort, waar het een aanvulling vormt op het zand dat vast gehouden wordt tussen de verbeterde strekdammen. De afgelopen vijf jaar is voor de verbetering dezer strekdammen een bedrag van bijna 20 millioen gulden uitgegeven. Het verlies aan zand van de Belgische badplaatsen is door de grote vloedgolf van Februari 1953 sterk toe genomen. Men heeft berekend, dat de kosten van de eerste millioen kubieke meter nieuw zand, via de b lisleiding aange voerd, ongeveer twee gulden per kubieke j meter bedragen. Talencongres te Amsterdam BESPREKING GEMEENSCHAPPELIJKE PROBLEMEN De Vereniging van leraren in levende talen met haar meer dan 2200 leden de grootste organisatie van leraren in Nederland heeft te Amsterdam haar algemene vergadering gehouden De vereniging zal het 3-jaarlijkse congres van de Internationale Federatie van taalleraren in 1956 te Amsterdam orga niseren. De voorzitter, de heer P. H. Breiten- stein, deelde mede. dat de regering voor dit congres een ruime subsidie heeft gegarandeerd. Voor het eerst in de ge schiedenis der Federatie zullen 3 400 vertegenwoordigers van taalleraren uit ongeveer 20 landen op 4. 5 en 6 April 1956 bijeenkomen, om de gemeenschap pelijke problemen van het vreemde talenonderwijs te bespreken Sprekende namens de minister van O K. en W. bevestigde dr J. de Boer. inspecteur van het VHM.O. dat de regering grote belangstelling heeft voor de pogingen die ondernomen worden het talenonderwijs in ons land te ver beteren. De voorzitter wees nog op het gevaar dat het culturele en literaire element in ons middelbaar onderwijs, met name bij de HBS - A in deze tijd van industria lisatie voortdurend bedreigt. Hij nam stelling tegen een zesjarige H.B.S. Prof. dr S. Dresden, zette hierop in een principieel betoog over literatuur en leven, inzichten in de verhouding tussen deze begrippen uiteen. Ook werd het thema besproken, dat voor het internationaal congres 1956 is vastgesteld: ..welk peil kan het MO - actief zowel als passief bereiken bij het onderwijs in levende talen? Wanneer het Congres 1956 een be vredigend antwoord zal kunnen geven op deze vraag, zal een belangrijke stap I gezet zijn op de weg naar een meer doeltreffend vreemdetalenonderwijs, dat van groot belang is voor de ontwikkeling van beter begrip tussen de volkeren. VUi Oude. jaar.tat H \%ia wear ..veeic.- darutijd Oon zijn we iqS5 mot vceuigde cnzööjaxi alwmWu/yb - Dus mét taxje. ionert- boqeHuron..an allipeyexcUuu: Uieuwe woedt qeJpotön .-.in Wqccnjunctuuje Al webcun wc nu <<\oq nut wat IQ5Ó" Ze ai Vflxdot doeto Vaal <yiuk. bohz. man- san.. en. noo, ma&c.. G^adc-Moed./

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 5