=0 J x i J ZATERDAG 24 DECEMBER KERSTNUMMER PAGINA 3 3 A 5 6 7 8 9 12 13 SPREEKWOORD UIT VERSCHIL VAN WOORDENPUZZLENo-5 MACHTIG KRUISTALRAADSEL m 5 I ia WÊÊ No. 6 KRUISWOORDRAADSEL PUZZLE No. 8 KRYPTOGRAM PUZZLE PUZZLE No. 7 VIJF merkwaardige FOTO's van gewone dingen HOE LIGGEN DIE DOMINOSTENEN? PUZZLE No. 10 •i? r 1 2 10 11 5. In bijgaande figuur moeten horizontaal op iedere rij twee woorden worden ingevuld, namelijk eerst een woord van zeven en daarachter een woord van ze» letter». Dat tweede woord bestaat uit ze» letters van het eerste woord (soms in dezelfde, soms in andere volgorde. Van hef eerste woord wordt één letter niet gebruikt. Die letter houdt men „over" als men de twee woorden van elkaar aftrekt, en die letter moet op die rij in de laatste kolom van 1 vakje worden Ingevuld. Zou ergens als omschrijving staan: Muziekinstrument lelijk schepsel, dan zouden ingevuld moeten worden de woorden „trommel" en „mormel", zodat de T overblijft om in de laatste kolom in te vullen. Zo ontstaan, wanneer alle woorden zijn ingevuld, op de laatste kolom na de tekens dertien letters onder elkaar. Van boven naar beneden gelezen vormen die letters een spreekwoord. Ingevuld moeten worden de nevenstaande woorden eerst de omschrijving van hef woord van zeven letters, daarna die van het woord van zes letters op dezelfde rij). 1. apparatuur - bioscoop 2. onderling afwijkende groepen - de oudste in dienstjaren 3. gewapende ingreep - ouder worden en vergaan uit wier doos alle kwelen kwamen - dreigend gevaar in ongebruik geraakte lekkernij - een kruid dat deel uitmaakt van de eerst genoemde lekkernij 6. gewelddadig doden - onwezenlijk denken 7. wat er in papier komt door verfrommelen - met schokken trekken 8. slangachtig dier - stevig drukken 9. met veel tinten - netjes 10. overlevering - van kracht zfjn 11. gebeurtenis - in het bijzonder 12. plaats in Zuid-Holland - mysterieuze gebeurtenis 13. jagen zonder vergunntng - vlekje op de huid. Als oplossing is voldoende het na de „aftrek kingen" overblijvende ipreekwoord. •*iï~ e Hl ?UZZLE In bijgaande figuur moeten getallen worden ingevuld in plaats van zoals bij een kruiswoordraadsel woorden, en wel in elk vakje een cijfer, zodat getallen ontstaan die horizontaal en verticaal voldoen aan de vol gende omschrijvingen. Horizontale getallen moeten worden ingevuld met het eenhedencijfer rechts, verticale met het eenhedencijfer onder. Geen getal begint links (bij horizontaal) of boven (bij verticaal) met een O. Er is slechts één oplossing mogelijk. HORIZONTAAL: 3. derde macht, tevens derde maal zesde macht. 5. twaalfde macht. 7. zevende macht. 9. kwadraat. 11. kwadraat. 13. getal waarvan het product der cijfers een vierde macht is. 15. kwadraat. 16. vierde macht. VERTICAAL: 1. achtste macht 2. vierde macht 4. derde macht 6. derde macht 8. dertiende macht 10. vijfde macht 12. derde macht 14. kwadraat Horizontaal: Verticaal: t. voorzetsel 1. modern materiaal 4. samen als resultaat geven 2. verharde huid ia slagzin 3. droog, mul 12. gerucht 5. smalle strook In land of 13. metaalverbinding zee 15. kledingstuk 6. voorzetsel 16. de heilige 7. geestelijke 17. afstand tussen twee tonen 8. liefdesgod 18. zuivelproduct 9. deel van het lichaam 21. meisjesnaam 11. 14. jongensnaam voor hef andere 22. smal water 18. kleinzielig 24. krachtbron 19. bijna 26. onder (samentrekking) 20. aanlegplaats voor boten 27. Chinese afstandsmaat 23. exotische bloem 28. deel van een dier 25. gebergte in Oost-Europa 29. friesf 26. bediende 11. hetzelfde 27. soort bond ts. overlevering 28. vogel 34. ouderwetse klok 30. recht stuk water 25. wagen 22. 1500 In Romeinse ctjferc 1 2 3 4 5" 6 7 8 9 io 13 16 '7 19 21 21 23 25- 2b V 28 29 30 31 34 Jï HORIZONTAAL: No. 9 1. is welvaart eerder dan snelheid? 3. rust vindt men in een deel van het hoofd; 6. onder een katholiek functionaris is het warm slapen; 8. plezier uit duizend, een boot en grote afstand; 10. cirkelvormige rhythmische beweging; 12. dit weegt waar in zit waar het om gaat; 14. symmetrisch afgekorte kreet uit bezettingstijd; 16. stekelig oord voor een keizer; 19. dit moet men denken, dan doen; 20. omgekeerde kerel eigende zich iets toe; 21. alleen aan het been* 23. gewoon uit water, tijd en dood; 26. her-drukte omwenteling; 27. dit is ongetwijfeld een meisje; 28. een derde van het vorige nummer; 29. bloei wij ze van in- en verkoop staat tussen fabriek en consument VERTICAAL: 1. werd de broer van een oom door een hoge boord geworgd? 2. gaat heel hoog voor een goed doel, maar doet diep vallen met een z in plaats van een s; 3. spreekwoordelijk hard omdat ze kwamen van waar ze naar ge noemd zijn; 4. legt men een schip vast aan 45 flessen wijn? 5. 7. 9. 11. 13. 15. zuivelproduct van een vrucht- men werkt in een zintuig aan de rand; spoedig een soort; hoedt U er voor onder het gras, ook als U alleen maar beton, asphalt of een vloerkleed ziet; na een is het opvolgend, voor een komt er een derde macht bij; niet doodgaan is hoger dan leven op zichzelf; 17. maakt muziek in de derde macht; 18. orkest in het Oosten; 22. wagenachtig is maar schriel; 23. heeft geen plus of min teken no dig omdat het steeds gelijk blijft 24. aangelegenheid uit eerste letter en gelegenheid tot kiezen; 25. huisdier in de ochtend na de avond tevoren. Wat stellen de vijf bijgaande foto'» voor? Het zijn alle ongebruikelijke opnamen van zaken, die men dagelijks onder het oog krijgt. Dingen die in zeker opzicht ook geheel bij elkaar behoren. Het zijn namelijk alle vijf foto's van normaal voor iedereen zichtbare delen van het menselijk lichaam. Kunt U ontdekken, wat de foto's A, B, C, D en E voorstellen? De achtentwintig stenen van het dominospel zijn hier in een rechthoek samengelegd. Iedere steen bestaat uit twee van de gestippelde vierkanten, waarbinnen de ogen zijn getekend. Niet is gegeven, hoe de verschillende stenen liggen, dus welke hori zontaal en welke verticaal. Elke steen van het dominospel komt eenmaal voor, en niet meer dan eenmaal. De stenen van het dominospel zijn 00, 01, 02, 03, 0—4, 05, 0—6, 11, 1—2, 1—3, 1—4, 1—5, 1—6, 2—2, 2—3, 2—4, 2—5, 2—6, 3—3, 3—4, 3—5, 3—6,' 4—4, 4—5, 4—6, 5—5, 5—6 en 6—6. Kunt U aangeven, hoe de stenen liggen? Er is slechts één oplossing mogelijk. i I i I 1 i i i i 1 i i --r-« i i t I i i i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 15