Charles Dickens en het Engelse Kerstfeest zijn onafscheidelijk DE KREET IN DE KERSTNACHT ZATERDAG 24 DECEMBER KERSTNUMMER 1955 De Apostel van het Kerstfeest Zijn Kerstliedveroverde de ganse mensheid Nog dwalen zijn figuren door Londen Een ware geschiedenis uit de oerwouden van Achter-Indië (Van onze Londense correspondent) MEN kan in de Kersttijd een oude diligence door Londen zien rij den, getrokken door een dubbel span paarden en er binnenin en er bo venop een aantal bekende figuren uit één van Diokens beroemde Kerstver halen. Zij verzamelen speelgoed en an dere geschenken voor de Londense kinderziekenhuizen De Engelsen hebben een zwak voor het verleden en koesteren alles, dat daarmee verband houdt. Maar voor de onsterfelijke figuur van Charles Di ckens bezitten zy een waarlyke ver ering. Daarvan getuigt o.a. het Di ckens Genootschap met zijn zestig af delingen in Engeland, Schotland, Aus tralië. Canada, Nieuw Zeeland en de Ver. Staten. Deze unieke organisatie stelt zioh ten doel om een vriendschapsband te smeden tussen alle bewonderaars van Charles Dickens, de meester van de humor en van het medegevoel met al len, die getroffen werden door maat schappelijk leed. Het Genootschap laat het niet bij passieve liefde voor Dickens's boeken, maar streeft tevens naar opheffing van sociale wantoe standen in onze tijd, toestanden opheffing van sociale wantoestanden welke ongetwijfeld Dickens' veront waardiging zouden hebben gewekt. Men wil trachten alles te doen om ar men en verdrukten te helpen, geheel overeenkomstig Dickens' bedoelingen. Lezingen over de schrijver worden ge durende het winterseizoen alom ge houden en in de zomer worden toch ten ondernomen naar plaatsen, welke met Dickens verband houden. Vorige Kerstmis werd er in Londen een bui tengewoon belangwekkende Dickens- tentoonstelling ingericht, waar brie ven, manuscripten en allerlei voorwer pen, welke een rol in zijn leven had den gespeeld, waren bijeengebracht. Dickens zat er zelf aan een schrijfta fel, een natuurgetrouwe wasfiguur, tij dens zijn leven vervaardigd. Om hem heen geschaard: charmante poppen, hoofdpersonen uit zijn werken verbeel dend. DIT jaar wordt Londen opnieuw aan Dickens herinnerd door een tentoonstelling van historisch ge worden poppenhuizen, afkomstig uit tal van landen. Er zijn ook inzendin gen uit het Rijksmuseum te Amster dam en het Centraal Museum te Utrecht. In een van zijn Kerstboeken „The Cricket on the Hearth" (De kre kel op de haard) geeft Dickens een sa tirieke beschrijving van poppen en poppenhuizen van allerlei rangen en standen! De krekel uit de titel is een oud gelukbrengend symbool. Kerstmis en Charles Dickens beho ren bij elkaar. Terecht wordt Enge- lands grootste ron^nschrijver de „Apostel van het Kerstfeest" genoemd. Hy heeft namelijk krachtig bygedra- gen tot de herleving van de Kerstvie ring in de materialistische tyd, waar in hij leefde, toen de zin van barm hartigheid dreigde verloren te gaan. Zijn beroemdste Kerstverhaal is „A Christmas Carol" (een Kerstlied), dat enkele dagen vóór Kerstmis 1843 het licht zag en dat aan millioenen de boodschap van naastenliefde bracht. Het is een sprookje voor volwassenen zo goed als voor de jeugd. Dit was het begin van een hele serie Kerstboeken, zoals „The Chimes", „The battle of Life" en „The haunted man". Ook in andere werken, met name in de „Pick wick Papers" roept Diokens op onver- geiykelyke wyze de magie van het Kerstfeest op. Dickens schreef zyn Kerstverhalen met de volle warmte van zyn hart en zijn geloof in het goede. Daarom wer den zyn figuren onsterfelyke symbo len. die ln Kersttijd sterker dan ooit leven. zyn „Christmas Carol" schreef Dic kens met al zijn uitbundigheid en geestdrift. Men geniet er van zyn scherp waarnemingsvermogen. zyn diep gevoel en mededogen. IN 1831 zocht de 21-jarige charman te en veelbelovende Dickens een onderwerp om zyn medeleven uit te drukken met de armen en onterf den. Zyn eigen moeiiyke jeugd was achter de rug. Zyn eerste romans had den hem reeds een klein fortuin opge leverd. Maar het leed der anderen liet hem niet met rust. Want in Engeland heerste grote nood Het was de pe riode van de industriële revolutie, toen de stoommachine haar intrede had gedaan in de grote steden. De ar beiders werkten twaalf uur per dag of langer. Kinderarbeid was algemeen. Kleuters van zes gingen de fabriek of de myn in. De regering trok zich in die dagen van het lot van deze onge- lukkigen niets aan, omdat volgens de toen heersende opvatting de economi sche wetten hun loop moesten hebben Met. sentimenten hield men zich in deze narde tijd niet op. Dickens laat het zeggen door de af schuw elyke Gradgrind: „Gevoelens zyn slechts dromen!" Volgens Dickens zelf waren overigens juist de gevoelens het voor naamste. Hy dwaalde door de armen- buurten en nam de ellende waar, die hij uit eigen ervaring reeds kende Toen hij nog een knaap van tien was. moest hy voor het ouderlijke gezin zorgen, omdat zijn vader wegens schul den de gevangenis inging Hij moest zijn studie aan kant zetten en gaan werken in een wasfabriek, waar hy grote vernederingen onderging. Van toen af besefte hij. dat kinderen het zwaarst onder leed 'gebukt gingen. Hy wist ook dat het zyn taak zou worden om de ogen van een hardvochtige we reld te openen. Het lag niet in zyn aard om zware theorieën te gaan ver kondigen of de revolutie uit te roepen Hij wilde broederschap prediken en vooral dat de goedheid naar de kinde ren zou uitstralen en hij schiep figu ren. die deze gedachte in werkelykheid omzetten De meest ideale figuur, die Dickens' filosofie vertolkte, bestond eigenlyk al. Het was niemand minder dan de legendarische Santa Claus, Sinterklaas, die hier Vader Kerstmis heet en die geen bisschop is. Hy komt met slee en rendier uit het hoge Noorden. Hier had Dickens een aanknopings punt voor zyn gevoel. Want tenminste eens per jaar heerste er in Engeland de Kerstmisgeest. Iedereen werd dan door edelmoedigheid bewogen, zelfs de grootste gierigaard. Kerstmis was vooral een feest van de hoop op het licht, dat na de win terduisternis zou weerkeren, en op betere tyden, die eens zouden aanbreken. Dickens maakte altijd lange wande lingen door de straten van Londen, vooral als Kerstmis naderde en de winkels hun overvloed toonden. De grootste indruk maakten niet op hem de vette ganzen en al het andere heerljjks in de uitstallingen, maar de gelukkige gezichten van de mensen, die zich er op verheugden anderen met hun geschenken, hoe klein ook, gelukkig te maken De zelfzucht scheen te zyn weggevaagd, al was het maar voor enkele dagen. Niemand voelde dat sterker dan Dickens, die dit gebrek aan morele waarden hekelde en een schynbaar door buitenmenselyke fac toren beheerst industrieel systeem. Dickens kon een dergelijke harde wereld met aanvaarden. Hij wilde ter gelegenheid van het naderende Kerst feest aan duizenden de boodschap van de naastenliefde brengen. DICKENS kende de vele Kerstle genden, die in Engeland de ron de deden. Volgens één ervan keerden in de ge heimzinnige Kerstnacht de geesten van de doden naar de aarde terug om tot de levenden te spreken. In een flits zag Dickens wat hem te doen stond. Hy moest een geest scheppen van een man, die tydens zyn leven een vrek was geweest, en die de har- „Ja, sahib (mijnheer)", had de In diase bediende gezegd, „zo was de ge schiedenis van Angkor, zoals ze ons werd overgeleverd door een Christen, een der weinige Christenen, die in Angkor vertoefden, toen de 'stad on dergingHij was gekomen uit China, waar toen veel mensen geloof den in het Kruis". Inderdaad, overwoog ik, reeds vóór het jaar 1000 brachten ondernemende monniken het Christendom naar Chi na en sloeg het daar wortel. DE MOORD OP KERSTAVOND „Sahib, die Christen-Chinees was een heilig man. Waar hij ging, deins den de woeste Siamese soldaten terug Hij glimlachte en zegende hen en ging zyns weegs, vier dagen na Angkor's val vond hij de dood. Een Siamees hoofdman sloeg hem in dronkenschap het hoofd van de romp. Ja, Sahib. toen spoot een bloedstraal ten hemel en een vreselijke kreet weerklonk. De Siamese moordenaar viel dood aan de voeten van zyn slachtoffer neer Maar de geest van die Christen-Chi- de mensen thans de les zou lezen en zou bekeren tot goedheid en naasten liefde. Zo ontstond de weerzinwekken de Ebenhaezer Scrooge, een oude za kenman. die alleen maar aan geld denkt en wie ledereen haat. zyn bediende Bob Cratohit durft hem geen penny loonsverhoging of een dag vacantie te vragen, zelfs niet een vrye Kerstavond. Als zyn neef hem ge lukkig Kerstfeest komt wensen, wordt hy door Scrooge afgesnauwd. Scrooge had een compagnon Marley, die even hard was als hy. Maar Marley was dood" zo dood als een deurspyker", zegt Dickens. Scrooge zit op Kerstavond alleen in zyn kale kamer, maar de geest van Marley spookt rond door het huis. Scrooge gelooft niet aan geesten. Maar hy twijfelt, als hy zyn vroegere compagnon herkent, die in ketenen en in een spookachtig licht rondwaart. Hy is gekomen om Scrooge te vrijwaren voor zyn eigen lot. Doch Scrooge be grijpt niet waarom Marley, die toch een fatsoenlyk zakenman was, ver doemd is. Marley maakt hem duideiyk wat het doel van him zaken behoorde ge weest te zijn. Niet geld, doch mense lijkheid. verdraagzaamheid en goede wil! Dan kondigt hy de bevende Scrooge aan dat deze bezocht zal wor den door drie geesten, die hem een laatste kans zullen geven. De eerste geest laat met lang op zich wachten. Het is de geest van voorbye Kerstfeesten. Hy neemt Scrooge mee naar het huls, waar deze zyn jeugd heeft doorgebracht. De vrek wordt door pynlyke herinneringen ge kweld. Hij ziet een eenzame schooljon gen, zonder gezin en zonder vrienden. Hy herinnert zich, dat hy deze onge lukkige knaap was Plotseling denkt hy aan andere kinderen, die gekomen waren om voor zyn woning Kerstlie deren te zingen en die hy had wegge jaagd. Hy heeft thans berouw. ,Ik had hen iets moeten geven", zegt hy, maar het is te laat. nees is gebleven en kluizenaars uit de streek hier hebben van hem het relaas van Angkor's glorie en verval verno menvrome mannen die kluize naars, Sahib, .En, Sahib, die moord vond plaats op de dag vóór de Chris tenen hun grote feest vieren „Dus vandaag. Kassi?", merkte ik op, „vandaag is het immers 24 December en de dag vóór Kerstmis". DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH „Sahib heeft geiyk, daarom vertelde lk Sahib dit verhaal, nu we zijn bij Angkor, by de resten van die stad.. en vanavond om 12 uur gaat het won der weer gebeuren, want dan sterft de Chinese Christen opnieuw en zijn bloed spuit ten hemel en zyn vrese lijke kreet wordt gehoord.daar. ln het bos.. en Kassi wees met zyn vinger in de richting van de dich te bospartyen, die op en om de ruines van Angkor zyn. Als een lyfcwade Ja, Kassi had gelyk. We waren ge tweeën naar Angkor gereisd, naar de De tweede geest ls de geest van het tegenwoordige Kerstfeest. Het is een vrolyke, goedmoedige geest. Hy leidt Scrooge door de straten vol met een opgewekte menigte, naar het huis van Bob Cratchit, zijn slecht betaalde be diende. Tot grote verrassing van Scrooge blykt, dat Cratchit ondanks zyn geringe verdiensten toch in staat bleek een Kerstgans te kopen. Het ge zin Cratchit zit te smullen van het Kerstmaal. De pruimenpudding. om spoeld door de blauwe vlammetjes van de punch, ontbreekt evenmin. Ook by zijn arme neef. die hy vervolgens be zoekt, is de feestvreugde in volle gang. Scrooge aanschouwt het liefdesgeluk, dat hem volkomen vreemd is. De derde geest, die van het toekom stige Kerstfeest, confronteert hem met een lijk, waarvan het gelaat door een doek is bedekt. Het is het lichaam van iemand, die niemand heeft lief gehad en om wie niemand zich be kommert. Er zyn geen bloemen en vreemden maken ruzie over de verde ling van geld en bezit, dat de dode niet naar het hiernamaals heeft kirn- gehelmzinnlge ruïnenstad ln de dichte jungle van Achter-Indië. Het hotel Angkor-les-Ruïnes" had ons onder dak verschaft. Des daags hadden we gedwaald door die verloren wereld. ALS EEN HEIRLEGER POLYPEN. Eeuwen lang had „De Stad" geslui merd ln het oerbos, toen blanke han den ln de vorige eeuw voorzichtig het doodskleed begonnen op te lichten en Angkor aan algehele ondergang en vergetelheid ontrukten. Grote grauwe misvormde steenklompen restten en resten van die oude stad, welker ge heimen door het oerbos zyn verslon den of omsluierd. Zovele overbiyfselen van een waarlijk gulden tijd, die stuk voor stuk werden ontrukt aan de on tembare, alles overweldigende groei kracht en groen$ wals der tropenge- wassen. Bomen, struiken en planton voltooiden het vernielingswerk der Siamese horden van weleer. Als een heirleger polypen met ontelbare vang armen vielen de bossen Angkor aan en verstikten zijn glorie en historie ln een dodelyke omhelzing. DRUKKENDE ATMOSFEER Drukkend was de atmosfeer die dag vóór Kerstmis 1930 in het Angkorse oerbos. Ook toen hing er een schaduw van ondergang om de ruïnes en de ter aarde gestorte beelden, ook toen bra ken slechts felgekleurde vlinders en wegvliedende apen de monotonie en de sombere rust der klam-vochtige, zwart-groene bossen. Vreemd stonden daar in die omgeving, midden ln die hete. broeikasachtige omgeving de ko lossale steenklompen, vol laohende Boeddhareliefs, versierd met fantas tische dansmotieven en bizarre figu ren. Tiegen zonsondergang verlieten we de ruïnecomplexen en we gingen naar het hoteL Spookachtige schaduwen slopen door de nissen en gangen der tempelresten, als maakten zij zioh ge reed voor hun nachtelijk bedryf. Traag drentelden enige in fel-gele op perkleden gestoken Boeddhistische monniken over de hoofdopgang tot de ruines. Machtig lagen de massale to rens voor mij. Het was of de geest der ruïnes ontwaakte uit zijn dageiykse slaap. De zon neeg ter kimme. Een vimder, even fel van kleur als de ge waden der monniken, wiekte weg HET VOORSPEL Kerstavond. Het is met druk ln het Franse hotel. Herinnering aan Euro pese Kerstvieringen brengt de weinige gasten tot elkaar en maakt de stem ming weemoedig. Wij zitten byeen en praten. Van verre klinkt eentonige in heemse muziek, klagend en slepend nen meenemen. De eeuwige verdoeme nis wacht hem. Dan voert de geest hem naar het graf en tot zijn ontzetting ontwaart Scrooge zyn eigen naam op de steen! Hy valt op de knieën en zweert plech tig dat hy zijn leven zal veranderen. Maar is er nog tijd? Om aan zyn lat te ontkomen belooft hij dat hij van het hele jaar een lang Kerstfeest zal maken om zyn fouten uit te wissen. De geest verdwijnt en Scrooge bevindt zich in zyn bed en hy leeft! Hy weet niet of het een droom geweest is erf niet, maar hij heeft de les begrepen en begint dadeiyk zyn leven te beteren. Hy koopt geschenken, spijs en drank en stuurt ze naar Cratohit. Op straat roept hij tot de voorbygangers „Vro- lyk Kerstfeest!" Nooit heeft hy zich zo gelukkig gevoeld. In de middag loopt hy aan by zijn neef. Diens kinderen vragen wie die man ls. „Ik ben het, jullie oom Scrooge". Hy komt by hen dineren en wordt meteen met open ar men ontvangen. De volgende morgen op kantoor verhoogt hy het salaris van Bob Cratchit, die zyn oren niet ln de nacht, met fel opwierpende to nen, die als schrille dissonanten weg sterven over de sombere ruïne bossen. Beklemming. Kerstavond in Angkor. Tegen tien uur komt Kassi. Hij zegt» „Sahib, straks gaat het gebeuren. Sa hib wil avontuur? Kassi meedoen Ik herinner mij zijn verhaal over Ang kor's verwoesting, over die Chinese Christen ook: Ik fcyk om mij heen, „Uitstekend. Kassi. we gaan Kas si glimlacht tevreden. .Sahib. Kassi vriend-landsman gevonden, die weet weg en wil weg wyzenmaar Sahib pistool meenemen, Kassi en vriend- landsman mesIk glimlach op nieuw, maar doe Kassi het genoegen, een revolver bij me te steken Dan gaan we. GEHEIMZINNIGE TOCHT Een honderd) meter buiten het hotel wacht Kassi's „vriend-landsman" op ons. Hy groet geruisloos en stapt ge ruisloos voor ons uit. Iets ten Oosten van het hoofdcomplex duiken we het bos in. Ik loop in het midden, Kassi iets achter mij. Geen woord wordt ge sproken. Grauwe schaduwen vlieden weg bij onze nadering. Vreemde, nauw hoorbare geluiden vang ik op. Even blyf ik staan. Kassi tikt me op de schouder. Doorlopen, betekent dit. Ik loop door. Ver weg klinkt een schreeuw dan een dof gebrul. Ik sta stokstyf. Kassi fluistert: Karbauwtijger vérEn we lopen door. Na een half uur komen we op een plek, waar de boomgroei niet dicht is. In het midden staat een reusachtig Boeddha beeld, wel vier meter hoog. Eenzaam symbool van vervallen roem, symbool ook van onverstoorbare ru6t en gela tenheid, staat het daar ln die met ge varen en geheimzinnige wezens gela den tropennacht. Kassi en zijn landgenoot spreken in gebaren. Dan tikt Kassi mij weer op de schouder. Wy gaan verder. Lang zaam nu. telkens houden wy stil. Eens klaps. alsof het opdook uit het niets, passeert een groot beest ons rakelings. Kassi omklemt mijn pols. als hy be merkt, dat ik mijn revolver wil gry- pen „Sahib", prevelt hy. „niet schiet, geest is in de buurt, dier is bang, dier valt niet aan, dier loopt weg.... Ik herstel mij. Kerstavond! Een on deelbaar ogenblik haal ik my het beeld van een brandende Kerstboom en van sneeuw en ys voor de geest. Hoor ik Kerkklokken luiden?.... „Sahib!" Het klinkt ditmaal byna als een bevel. Ik blijf staan. Kassi's vriend is weggegle den in het oerbos. Geen geruis ver raadt, waar hij zich bevindt. Kassi be duidt my, op mijn hurken te gaan zit ten. Fluistert dan: „Mooi avontuur, Sahib... ik knik Een rauwe kreet verscheurt plotse ling de dodelijk-beklemmende stilte van de nacht Kassi legt zich geruis loos plat op de buik. Ik ook. Hier is Kassi de man, die het weet., en dus de baas. „Wat was dat?", fluister ik. Kassi zwygt Luistert intens Geen minuut later is onze derde man terug. Hij maakt een vingergebaar tegen Kassi. Dan gaan we weg. snel en soe pel. Automatisch neem ik de manier van lopen en bewegen mijner bruine vrienden over. Als wy een kwartier later biyven staan, vertelt Kassi's vriend-landsman ons, wat er te doen is. In een wyde boog om de plek in het bos gaan. waar de grote Boeddha staat Want daar zal het gebeuren. Een kluizenaar „zyn er meer mensen dan wij in het bos?", vraag ik en Kassi glimlacht: Heilige kluizenaars moeten in bos zijn om geest te zien, maar Sahib ziet klui- 'enaar niet. kluizenaar ziet Sahib wel °n vriend-landsman vertelt kluizenaar wie Sahib is.goede Sahib" heeft hem meegedeeld, dat op die plek de geest zal verschynen. En zo gaan we verder, eerst weg van de plek met de Boeddha, dan in nauwer wordende kringen er om heen. ..Spoor missen.geest niet alles we ten." licht Kassi deze manoeuvre toe. HET WONDER IN DE KERSTNACHT Het ls kwart voor twaalven gewor- len. als Kassi's landgenoot het sein Glimlachend dromend staat midden in het oerwoud een reus achtig Boeddha-beeld Oude diligence in Londen. kan geloven, zyn hele leven zou Scrooge trouw bleven aan de geeet, van het Kerstfeest. Het monster was gered. DIT was Dickens' eerste Kerstver haal. Hy legde er al de warmte van zyn gemoed in. Dezer dagen bladerden wy door het originele ma nuscript, dat met spitse letters dicht opeengedrongen is geschreven. Men voelde hoe Dickens met felheid en hartstocht zijn pleidooi voor de goe- dertierendheid had neergepend. Het verhaal was enkele weken voor Kerstmis van het jaar 1843 gereed. Zelf gaf hy daarop, bevrijd van de druk, een klaterend Kerstfeest, van zeldzame uitbundigheid, waar allerlei literaire beroemdheden zyn gast wa ren De Idealistische boodschap, die Dicken6 wilde brengen, was dat het geluk van anderen ons gelukkig maakt. geeft om niet verder te gaan. Een vaag sohynsel van de maan heeft het oer bos iets van zyn donkerheid ontno men en heel even zie ik door de bomen de contouren van een reusachtige steenklomp. Dat moet onze Boeddha zyn, overweeg ik. Myn metgezellen zeggen niets. Een enkele maal wisse len zy een vraag of een gedachte met enige, voor mij onbegrijpelyke geba ren Wel besef ik. dat zy gespannen luisteren en kijken naar alles, wat maar hoorbaar oi waarneembaar is. En hoorbaar en zichtbaar wordt er allengs meer. Langs ons heen sluip- glyden donkere schaduwen; ik ont waar enige dieren en twee mannen, die zich heel langzaam in de richting van het beeld begeven.. Eensklaps raakt Kassi mij aan en wijst in de richting van de Stenen Reus. Ja, ik bedrieg my niethet is, alsof een blauwachtige lichtschyn over het beeld hangt. Vrij scherp zie ik het nu temidden der bomen. Ik onderscheid ook twee gehurkte menselijke figuren aan de voeten van het beeld, en voorts enige dieren, die roerloos als in de ban van een tovenaar, bij het beeld staan. Een vreemd gevoel komt over my: angst ls het niet, maar een gevoel van onmacht, van gedoemd te zijn om te aanschouwen en niet weg te kunnen gaan Hei blauwachtige schijnsel wordt sterker en het lijkt alsof er een ele ment van leven komt in de stenen ge laatstrekken van het Beeld. Gespan nen en gebannen zie ik toe. Kassi en zyn vriend zfjin eveneens roerloos en staren, staren. Dan snerpt een huiveringwekkende kreet door de nacht en een rode lichtstraal spuit uit het hoofd van het beeld ten hemel. De belde mannen aan de voeten van het beeld verheffen zich en strekken de armen ten hemel. De dieren janken en brullen schor. Ontzet, getroffen tot in merg en been, aanschouw ik dit alles. Hoe lang het duurt, weet ik nietmaar allengs wordt het licht schijnsel zwakker en de blauwige gloed legt zich weer over het gelaat van de Stenen Kolos. De beide mannen ..Kluizenaars, vrome zielen, Sahib", zei Kassi later blijven by het beeld staan met ten hemel geheven armen. Dan zegt Kassi: „Sahib, tydnu alleen voor vrome mannen schouw spel" en we gaan terug eerst be hoedzaam, dan in sneller tempo, maar niet pratend, ieder onzer verzonken in gedachten en herinneringen aan dat wonder, aan dat onuitsprekelijke, aan grijpende wonder ln de tropische Kerstnacht by de oerwoudruïnes van Angkor, van „De Stad" SLOTACCOORD „Ja, Sahib", zei Kassi, en hy glim lachte weer als gewooniyk, „zo was de geschiedenis In Angkor, en geschie denis leeft en geest leeft ook. Sa hib nu geest gezien, want vrome klui zenaar vond het goed. als Sahib alleen gegaan, geest of diergeesten Sahib vernietigd en Sahib niet naar hotel en naar Kerstboom Inderdaad, in het hotel 6tond een Kerstboom. Er zou des nachts ook Kerstfeest worden gevierd naar Wes terse trant. Stil keek ik eerst naar myn trouwe Kassi. toen naar zyn „vriend-landsman" En alsof deze myn gedachten raadde, sprak hy zacht en snel met Kassi. En Kassi zei „Sa hib. vriend-landsman vraagt om groce eer Sahib by hem Kerstfeest vieren.'' Ik stemde toe, en ln die tropische behulzinge van „vriend-landsman" bracht ik verder de Kerstnacht door. Ik hoorde verhalen over het oerwoud en over vrome mannen en wondere geesten en krachten, die ik vroeger nooit zou hebben geloofd, maar die ik na myn Kerstavontuur in het oer woud van Achter-Indië met eraagte beluisterde. met graagte, omdat ix de overtuiging gekregen had, aat er tussen Hemel en Aarde veel dingen zyn, waarvan wy maar heel weinig" of helemaal niet* weten, laat staan, dat wy ze zouden kunnen verklaren of be grijpen. (Nadruk verboden) Eeuwen geleden was het land, dat thans als Indo-China deel uitmaakt van het Franse rijk, het kerngebied van een machtige staat, welks heersers hun gezag konden doen gelden tot op Sumatra en de Philippijnen. De hoofdstad van die staat heette Angkor, hetwelk toen in de taal des lands betekende „DE STAD". En inderdaad, Angkor was „de" stad bij uitnemendheid, een brandpunt van handel en cul tuur, van politiek en godsdienst Tempelcomplexen van vele vier kante kilometers oppervlakte lagen bij, deels in „De Stad". Vrome en geleerde mannen woonden, werkten en mijmerden er. Uit alle streken van Oost- en Zuid-Oost-Azië togen de mensen naar Angkor om er handel te drijven, te leren of eer te bewijzen aan de groten des lands. Groot was de verdraagzaamheid in Angkor. Boeddhisten, Confucianisten, Heidenen en Christenen rtiochten er vrij verkeren. Chinezen en Maleiers, Voor-Indiërs en Tibetanen, Bur- mezen en Nepalezen bewogen zich in de straten, die met hun kleurige rijk-gesorteerde winkels een indruk gaven van de welstand en de vele buitenlandse relaties des lands. Er was een machtig leger om „De Stad" te beschermen tegen alle buurstaten. Op den duur wekten Angkor's macht en aanzien, schatten en schoonheid de naijver op van anderen. Uit Siam kwamen wilde stoot troepen met strijdolifanten naar Angkor. Zij veroverden de stad, ver nielden de tempels en paleizen, doodden duizenden me_- n en voerden er tienduizenden weg in slavernij. Angkor zelf werd een prooi van het oerwoud, dat de eens zo machtige stad als een zwart groene lijkwade ging bedekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 13