I. EN W. VAN LEIDEN BETREUREN, DAT GEEN VOORSTEL
TOT OPHEFFING VAN OEGSTGEEST IS GEDAAN
ierst
dan zal een harmonisch en evenwichtig
opgebouwde eenheid ontstaan
Cll V oorgeest moeten 7,ar.e er geen gemeentegrens tussen had Leiden niet In de onmiddellijke
Jaargang
Dinsdag 27 September 1955
No. 28638
Dankbaar, doch niet voldaan
[udegeest
■wt twee plaatsen tegen stadstarief. dus als Oegstgeest bewoners aangetrokken, die
bij Leiden komen
Onlangs hebben Ged. Staten van Zuid-Holland, zoals bekend, het
-leentebestuur van Leiden er van in kennis gesteld, dat zij voorne-
fas zijn tot H.M. de Koningin een verzoek te richten als bedoeld in
><el 164 der Gemeentewet, strekkende o.m. tot wijziging van de
as van de gemeenten Leiden en Oegstgeest in dier voege, dat een
al van Oegstgeest aan de gemeente Leiden wordt toegevoegd.
Op dit schrijven, dat 25 Juli j.l. in handen van B. en W. van Leiden
gd gesteld, brengt het College thans een uitvoerig prae-advies uit.
Reeds direct willen B. en W. voorop stellen, dat zij over de voor-
!en van Ged. Staten dankbaar zijn, maar niet voldaan. Dankbaar
3 jij, omdat thans de eerste wettelijk voorgeschreven stap is gedaan
:Leiden uit de bijkans wurgende greep van zijn grenzen te verlossen,
j! voldaan zijn zij. omdat Ged. Staten aan Leiden minder toedenken,
voor de juiste ontwikkeling van Leiden noodzakelijk is. Zij willen
30m voorafgaande aan de bespreking van het voorstel van Ged.
de kwestie van de grens tussen Leiden en Oegstgeest in ruimer
jtand bezien.
B. en W. zijn van oordeel - en zij hebben dat in de laatste jaren
sbaaldelijk mondeling en schriftelijk ter kennis van Ged. Staten ge-
:ch! - dat een afdoende oplossing van het vraagstuk van de grens
sen Leiden en Oegstgeest eerst kan worden bereikt door opheffing
5 de gemeente Oegstgeest, waarbij het grootste deel dier gemeente
Leiden zou moeten worden gevoegd. Eerst dan zal een harmonisch
evenwichtig opgebouwde eenheid ontstaan. Leiden mist iets, wat
[fjslgeest kan bieden, terwijl Oegstgeest in zeer vele opzichten op
éden is aangewezen.
a mist Leiden die categorie inwoners,
lot de meer welgestelde bevolkings-
behoren. Het ontbreekt Leiden na-
l aan gronden, die het mogelijk
«jen aantrekkelijke woonwijken te
iten voor deze groep bewoners.
«eest is in dit opzicht beter bedeeld
beeft daardoor Leiden kunnen aan-
omgeving gelegen daarheen zeker
M I niet gekomen zouder. zijn Opmerkelijk
Nauwe Samenhang is. dat Oegstgeest reeksen van jaren een
belangrijk vestigingsoverschot heeft ge
kend. met name in de periode 1928—
1934. in welke jaren Leiden met een ver-
trekoverschot te kampen had Sinds
1935 trad te Leiden gedurende enkele
jaren een vestigingsoverschot op. ter
wijl in Oegstgeest vanaf dat tijdstip het
vestigingsoverschot sterk ging dalen en
in 1938 zelfs omsloeg in een vertrekover-
schot. Onmiskenbaar is een en ander een
gevolg van de bouw van nieuwe wonin
gen te Leiden, die juist in 1935 zjjn
hoogtepunt bereikte; in deze periode
van woningbouw zijn te Leiden met
name enkele aantrekkelijke woonwijken
tot stand gekomen.
udexzjjds vormt ook Oegstgeest geen
-onische geheel; het blijkt in veel
L±ten op Leiden te zijn aangewezen
miw met onze gemeente samen te
jïen. B. en W. zien hierbij geenszins
(•het hoofd, dat Leiden als centrum-
wnte een bepaalde taak heeft te
(Milten ten opzichte van het hem om
rande gebied. Leiden verheugt zich
deze centrumfunctie en is gaarne
rad haar te vervullen, ook al stelt dit
:i eisen aan de gemeentelijke be-
rnorganen en de gemeentefinanciën.
Oegstgeest steunt sterk op
Leiden
Bn blijkt echter, dat Oegstgeest op
Kamige punten zo sterk op Leiden
aunt en van Leiden profiteert, dat
ctn tot de conclusie moet komen, dat
de normale verhouding tussen bui-
'Ofemeente en centrumgemeente te
loten gaat.
willen met nalaten hun ar-
■ant met enkele voorbeelden te sta-
op het gebied van het onderwijs
tal van illustraties, dat Oegstgeest
Leiden steunt. Zelfs kan men zeggen,
i.a met betrekking tot het kleuteron-
mjs en het gewoon lager onderwijs in
geen gemeentegrens is. Blijkens de
iiratiegegevens genieten 167 Oegst-
fier leerlingen gewoon lager onder
zin Leiden. terwijl 281 Leidse kinde
sten l.o.schóol in Oegstgeest bezoeken.
M verband moet ook gewezen wor-
- op het feit, dat de „Vereniging tot
enting en instandhouding van scholen
de Bijbel te Oegstgeest" in de der-
s jaar een school stichtte op Leids
;nd?ebied. kortgeleden haar naam in
'ïoege wijzigde, dat ook de naam van
Men daarin voorkomt en thans mede
s school voor u.l.o exploiteert (daar-
ue bestaat de ..Stichting voor Chr.
v-"-!erscholen voor Leiden en Oegst-
aO.
Oegstgeest profiteert van
Leiden
Ten aanzien van het uitgebreid la-
ja, het nijverheids- cn het voorberei-
«ad hoger en middelbaar onderwijs
gezegd worden, dat Oegstgeest
in Leiden profiteert.
Weliswaar worden de kosten van deze
taten van onderwijs gedeeltelijk op de
seente Oegstgeest verhaald, doch
<rin wordt onvoldoende compensatie
f r-den (de kosten van het u.l.o. wor-
t95%. die van het n.o. voor
die van het v.h.m.o. voor
verhaald). Van het totaal aantal
Genleerllngen bij het uJ.o. ad 671 ko-
er 129 uit Oegstgeest. Sprekend is
'eit. dat in de afgelopen jaren in de
-s-ere buurgemeenten Voorschoten en
«ïerdorp u.l.o.scholen zijn geopend:
freest blijft echter op Leiden steu-
t Onder de 408 buitenleerlingen bij
«meentelijk v.h.m.o. bevinden zich
teestgeester leerlingen: bU het ny.
"Wdsonderwijs kan het aantal Oegst-
kinderen op ruim 10% van het
aantal buitenleerlingen worden
Weid.
Ten aanzien van kunst en ontspan-
"nS is Oegstgeest ook in hoge mate
'P Leiden aangewezen.
.to dit opzicht kunnen de volgende
'I1® worden genoemd:
Oegstgeest mist geschikte gelegen-
ïen voor kunstuitingen, die het ama-
hnstlsch niveau te boven gaan. hoewel
'•lefhebbers daarvan, gelet op de op-
-■* van de bevolking naar de wei-
te Oegstgeest vrij talrijk zijn.
-ijn voor een belangrijk deel op
'cen aangewezn. Blijkens een mede-
in de studie van het Economisch
'biiologisch Instituut voor Zuld-Hol-
•.Oegstgeest" wees een in 1954 ge-
•'•den onderzoek uit. dat ruim 10%
het aantal verkochte abonnements-
"Jhen voor diverse culturele mani
ples in Leiden (Stichting K. en O..
*wuwburg en Residentie-Orkest) bij
-'oners van Oegstgeest waren ge-
De te Leiden gevestigde Openbare
leeszaal en bibliotheek „Reuvens" stelt
haar poorten ook open voor Oegstgees-
tenaren. Hiervan wordt in die mate ge
bruik gemaakt, dat in de Oegstgeester
rand enige tijd geleden een voorstel ter
tafel kwam om (in navolging van de
gemeente Leiden) een (bescheiden) sub
sidie te verlenen Dit voorstel kon echter
geen meerderheid van stemmen beha
len. Hier profiteert dus Oegstgeest van
een Leidse instelling, zonder daarvan
de financiële consequenties te aanvaar
den.
Het Leidse wandelbos „De Leidse
Hout" ligt dicht bij de grens van Oegst
geest. Dit bos vormt daarom een be
langrijke recreatieve voorziening voor
Oegstgeestenaren. Dit heeft er dan ook
toe geleid, dat de gemeente Oegstgeest
aan de Stichting een subsidie heeft toe
gekend. Echter is dit subsidie, naar
mate de kosten van onderhoud stegen,
niet alleen niet verhoogd, maar integen
deel juist verminderd: 1937: f. 405.
1939: f. 250.—: 1945: f. 100
Een ander voorbeeld, dat Oegstgeest
op Leiden is aangewezen, is gelegen in
de onvolledigheid van het Oegstgeester
winkelapparaat Dit blijkt o.m uit het
geen m de studie „Oegstgeest" onder
het hoofd ..detailhandel' wordt ver
meld.
In deze studie wordt o a. gesteld, dat
het Oegstgeester winkelnpparaat onvol
ledig is als gevolg van de nabijheid van
onze gemeente
Openbare voorzieningen
Dat Oegstgeest nauw met Leiden
samenhangt, blijkt echter wel het
sterkste, als men nagaat, hoezeer het
op Leiden is aangewezen ten aanzien
van wonen en werken. Gegevens, ont
leend aan de laatste volkstelling
(1947), tonen aan, dat Oegstgeest geen
woongelegenheid biedt aan vele per
sonen, die daar wei werken (voorna
melijk arbeiders), en anderzijds geen
werkgelegenheid biedt aan vele van
zijn inwoners (voornamelijk bedrijfs-
hoofden cn employé's). De Oegstgees
ter woningvoorziening is erop geba
seerd, dat in de omgeving (en met na
me in Leiden) werkgelegenheid is voor
middenstanders en welgcstelden. en
dat uit de omgeving (waaronder Lei
den) arbeiders in Oegstgeest komen
werken. Arbeiderswoningbouw is te
Oegstgeest dan ook in heden en ver
leden een vergeten hoofdstuk.
Stelselmatige arbeiderswoningbouw heeft
slechts in geringe mate plaats en dan
nog buiten de eigenlijke kom van Oegst
geest. n 1 in de zgn. Indische buurt, ten
aanzien waarvan de studie „Oegstgeest"
onder meer opfherkt: „Ook de welstand
van de bevolking ligt hier veel lager,
terwijl de relaties tot Leiden groter zijn
dan bij de overige bewoners Ook in de
toekomst moet men zich van de arbei
derswoningbouw in Oegstgeest geen
grote voorstellingen maken. De studie
„Oegstgeest" zegt in dit verband, dat
het aantal arbeiderswoningen m het
uitbreidingsplan opgenomen (37% van
het totaal) drastisch moet worden ver
minderd. Dat Leiden een groot deel van
de taak om arbeiderswoningen te bou
wen van Oegstgeest mag overnemen,
blijkt uit het feit. dat van de 829 arbei
ders. die in Oegstgeest geen woning
maar wel werk vinden, er niet minder
dan 431 (of 52%) uit Leiden afkomstig
zijn. Anderzijds herbergt Oegstgeest 905
meer employé s en bedrijfshoofden. dan
aldaar werk kunnen vinden, hiervan
vinden er 449 (of bijna 50 in Leiden
hun werkkring
Leiden mist, wat
Oegstgeest biedt
In het bovenstaande, aldus het schry
ven van B. en W., toonden wy aan, da
Lelden mist, wat Oegstgeest biedt, en
dat Oegstgeest in tal van opzichten op
Leiden is aangewezen. Hierin ligt reeds
een sterke vingerwijzing voor de ge
dachte. dat Leiden en Oegstgeest een
eenheid vormen. De juistheid van deze
stelling kan nog nader worden aange
toond.
Het oordeel van de regering
Dat Leiden en Oegstgeest naar het
oordeel van de Regering tezamen één
stedelijk conglomeraat vormen, wordt
duidelijk gedemonstreerd door de aan
wijzing van deze gemeenten tot één
kring Ingevolge de Wet bescherming
bevolking (de A-kring Leiden). Ty
pisch in dit verband is. dat het voor
stel van Lelden om ook Zoeterwoude
in deze kring op te nemen werd afge
wezen. omdat Zoeterwoude als zijnde
een agrarische gemeente in tegenstel
ling tot Oegstgeest niet één geheel
met Leiden vormt.
Algehele samenvoeging
Geconstateerd kan verder worden, dat
blykbaar beide gemeenten geen harmo
nische bevolkingsopbouw hebben en dal
samenvoeging daarin wonderwel prac-
tisch geheel corrigerend zal werken. Dit
is voor een evenwichtige gemeentepoli
tiek. die mede geschraagd moet worden
door een zo gelijkmatig mogelijk ver
deeld financieel draagvlak, van onschat
bare betekenis. Dit klemt te meer. nu
men overweegt een zgn. „woonplaatsbe-
lasting" in te stellen. Ook hier vindt
men dus een krachtig argument voor
algehele samenvoeging, waarna boven
dien een op één visie berustend en daar
door verantwoord ontwikkelingsplan kan
worden opgesteld voor een conglomeraat
Voorts zy erop gewezen, aldus B. en
W.. dat de door ons beoogde samen
voeging het enige middel is om al die
genen onder de Oegstgeestenaren. die
hun belangen in feite in Leiden hebben
liggen, de gelegenheid te geven over
de behartiging van die belangen me
dezeggenschap te verkrijgen.
Juist met het oog op dit laatste me
nen B. en W. nog het volgende te moe
ten opmerken. Ged. Staten wijzen er in
het slot van hun brief op. dat Oegst
geest zich in de laatste Jaren steeds
meer tot een welvarende woongemeente
ontplooit, en dat overgang van de be
volkingsgroepen in het Morskwartier en
het Rijnsburgse grensgebied er toe zal
bijdragen, dat Oegstgeest een gemeen
schap wordt met een uitgesproken ka
rakter en een eigen plaats. Omtrent dit
uitgesproken karakter <van het niet in
de grenswijziging betrokken deel van
Oegstgeest, wel te verstaan) kan wor
den opgemerkt, dat het in hoofdzaak
wordt bepaald door forensen, waarvan
het percentage in Oegstgeest-dorp het
grootst is. namelyk .bijna 50 voor man
nen (studie „Oegstgeest").
Het karakter wordt ds voorna
melijk bepaald door personen, die
ter plaatse niet hun wezenlijke belan
gen hebben: dit zal. volgens B en W.,
dat sociaal-economisch bijeen behoort, een tamelijk negatieve uitwerking heb-
doch thans nog door een (óp vele plaat- ben. Zij menen daarom te mogen stellen
sen in werkelijkheid niet tastbare» ge- dat de door Ged. Staten verwachte vor-
meentegrens ln twee delen is geschei-1 ming van een gemeenschap zeer twijfel
den. achtlg moet worden genoemd.
B. en W. van Leiden:
„Nemen noodgedwongen genoegen
met beperkte grenswijziging"
Blijven echter voorstanders van algehele
annexatie van Oegstgeest
Uitvoerig gaan B. en W. van Leiden in hun prae-advies ook in op het
eigenlijke voorstel van Ged. Staten van Zuid-Holland. Een voorstel, waarvan
zij zeggen, dat het van een veel beperkter strekking is, dan voor goede ont
wikkeling van Leiden juist is.
(blijkens gegevens van dc Volks-
tclling-1947) nagenoeg 78% van de
werkende beroepsbevolking van Oegst-
fgeest behoort tot de beroepsgroepen
nijverheid; handel en verkeer; cre-
diet-, bank- en verzekeringswezen;
overheidsdienst, vrije beroepen en
onderwijs; slechts 14% behoort tot de
beroepsgroepen landbouw, visserij en
jacht; tot de beroepsgroep huishoude
lijke diensten behoort het restant
(8%). Deze cijfers spreken nog ster
ker, wanneer men in aanmerking
neemt, „dat dc landbouw voorname
lijk geconcentreerd is in het Rijnsburg
se grensgebied cn in de verspreide be
bouwing, die beide een overwegend
agrarische structuur hebben" (studie
„Oegstgeest").
Een ander voorbeeld vindt men op het
punt van de openbare voorzieningen. B.
en W wijzen in dit verband op de P T.T.
Het postkantoor is slechts een bijkan
toor van het Leidse postkantoor, het
heeft slechts een beperkte dienstuitvoe
ring. Het hoofd van dit bijkantoor is
verantwoording schuldig aan de Direc
teur van het Leidse hoofdkantoor, ter
wijl de gewone- en pakketpost geheel
van Leiden uit worden besteld. Niét ten
onrechte constateert de studie „Oegst
geest": „De P.T.T-voorzieningen kun
nen slechts minimaal genoemd worden."
Daar komt bij. dat de PTT. ook overi
gens Leiden en Oegstgeest als een ge
heel beschouwt: voor post- en telefoon-
verkeer tussen Leiden en Oegstgeest
worden slechts de locale tarieven be
rekend
De nauwe samenhang tussen Oegst
geest en Leiden wordt verder ook ge-
demonstreerd door het feit. dat de N Z
H.V.M Leiden en Oegstgeest ook als het beschikt over gronden, die het mo-
éen geheel beschouwt: formeel is het gelijk maken aantrekkelijke woonwijken
tramverkeer tussen Leiden en Oegst- te stichten, waaraan binnen het Leidse
geest „in'erlocaal doch niettemin ge- territoir voortdurend gebrek heeft be-
schiedt het reizigersvervoer tussen deze 1 staan en nog bestaat. Hierdoor heeft
Ten aanzien van het stedelijke karak
ter van öe bebouwing, wijzen B. en W.
erop. dat de straten en lanen van de
eigenlijke kom van Oegstgeest geheel
hetzelfde beeld vertonen als een (beter
gesitueerde stadswijk.
Tenslotte wijzen zü erop, dat de be
bouwde kom \-an Oegstgeest geheel
tegen die van Leiden is aangegroeid,
zodat men ongemerkt van de ene ge
meente in de andere overgaat. Leiden
en Oegstgeest vormen één geheel,
waarbij Oegstgeest niet anders is dan
de welgestelden-wijk van Leiden
Het kan deze functie vervullen, omdat
De argumenten, die Ged Staten aan- I
voeren, komen vrijwel overeen met het- I
geen van de zijde van B. en W. van Lei-
den ter zake aan dit College is kenbaar
gemaakt. Dat Leiden alleen nog maar
kan uitbreiden in het Noorden en in het
Zuid-Westen, geldt meer in het bijzon-
der voor de bouw van arbeiderswoningen
In de Rodenburgerpolder is nog enige
ruimte voor de bouw van middenstands-
woningen. Inderdaad moet dus thans
omdat de slechte grondslag in „Noord"
uitstel van woningbouw aldaar, zo enigs
zins mogelijk, wenselijk maakt de
woningbouw in hoofdzaak geconcen
treerd worden op „Zuid-West". Dit levert
grote bezwaren op. Als tweede bouw
plaats komt in feite alleen het Mors
kwartier in aanmerking.
Het op Leids grondgebied gelegen ge
deelte van deze wyk is reeds tot de grens
nagenoeg volgebouwd. Deze bebouwing
vindt aan de grens een abrupt einde. Dit
gebied was te klein om daarin voldoende
ruimte te reserveren voor openbare doel
einden. als kerken en scholen, nog afge
zien van het feit. dat zulks uit stede
bouwkundig oogpunt zeer ongewenst zou
zijn geweest, omdat het centrum van de
wijk op Oegstgeester territoir komt te lig
gen. De harmonische opbouw van deze
wijk is thans danig ln de knel gekomen.
Oegstgeest bleef nalatig
Ged. Staten wijzen er terecht op. dat
Lelden over het Morskwartier moet kun
nen b.eschikken om b.v. de Wassenaarse-
weg aan te leggen. Nog sterker spreekt
naar het oordeel van B. en W., dat het
eindelijk eens tyd wordt, dat de Lage
Morsweg over het gedeelte gemeente
grens—de Slaagh ln dezelfde goede toe
stand als het Leidse deel wordt gebracht.
Ondanks herhaald aandringen oa. van
de A.N.WJ. heeft Oegstgeest zulks tot nu
toe nagelaten. Ook de verbinding tussen
het zeer belangrijke viaduct bij de Ge
vangenlaan en de Slaagh kan dan op
Leids grondgebied worden tot stand ge
bracht. De zojuist gememoreerde nalatig
heid van Oegstgeest ten aanzien van de
Hoe lang nog zullen deze borden
de gemeentegrens van Oegstgeest
aangeven? B. en W. van Leiden
zijn voor algehele opheffing van
hun buurgemeente!
(Foto LD./Van Vliet.)
Besluit .van Leiden
Donderdagavond valt
beslissing
B. en W. van Leiden leggen de Raad
het volgende besluit voor: „Ter ken
nis van Ged. St. van Z.-Holland te
brengen, dat hy (de Raad) het be
treurt, dat geen voorstel is gedaan
tot opheffing van de gemeente
Oegstgeest in voege als door Burge
meester en Wethouders is omschre
ven. doch dat hy in dit stadium
meent genoegen te moeten nemen
met een beperkte grenswijziging,
met dien verstande, dat ook de psy
chiatrische inrichtingen „Ende
geest" en „Voorgeest" by Leiden
dienen te worden gevoegd, waarby
de grens voor dit gedeelte zou moe
ten lopen door de Leidse Straatweg,
de Endegeesterlaan en de EndegeeS-
terstraatweg tot de Witte Palen."
A.s. Donderdagavond om acht
uur zal de Leidse Raad over dit
voorstel een beslissing moeten ne-
Lage Morsweg, is tevens strijdig met het
belang van Oegstgeest zelf: B. en W. wij
zen in dit verband op een tweetal passages
uit de studie „Oegstgeest": „Omlegging
van het doorgaande verkeer van en naar
Lelden buiten de bebouwde kom van de
gemeente is een eerste vereiste". „Een
vroegtijdige uitvoering van deze werken
is voor Oegstgeest een belang van de eer
ste orde".
B. en W. willen de bespreking van de
door Ged. Staten gegeven motivering be
sluiten met het uitspreken van de ver
wachting. dat bij de gemeente Oegst
geest tegen dit deel van de voorstellen
van genoemd College weinig bezwaren
zullen bestaan.
Endegeest en Voorgeest
Ged. Staten wensen verder de grens,
die thans door de Nachtegaallaan wordt
gevormd, ongeveer 100 meter in N.W.-
richting te verschuiven, vervolgens (glo
baal gesproken) om het huidige complex
„Endegeest" laten verlopen tot circa 75
meter voor de Endegeesterstraatweg,
daarna loopt de nieuw geprojecteerde
grens evenwijdig aan die Straatweg tot
zijn aansluitingspunt met de Rijksweg
bij de Witte Palen. Hieruit volgt, dat de
terreinen van de Inrichting „Endegeest"
tot het gebied van Oegstgeest blijven
behoren. Ged. Staten motiveren in hun
schrijven niet. waarom zy op dit punt
deze oplossing voorstaan. Vastgesteld
moet worden, dat Oegstgeest bij het be
houd van deze terreinen geen intrinsiek
belang heeft. In de studie „Oegstgeest"
wordt er herhaaldelijk op gewezen, dat
„Endegeest" c.a. een barrière vormt voor
de ontwikkeling van Oegstgeest in iZuid-)
Westelijke richting, Regelmatig wordt de
aanwezigheid van de gestichten een
negatieve factor genoemd De gestichten
kunnen ook zeker niet bijdragen tot het
door Ged. Staten verwachte eigen karak
ter van Oegstgeest; integendeel, zij zul
len daaraan grote afbreuk doen. Over
gang van het gestichtsgebied van „Ende-
geest" naar Leiden zal dus aan de gaaf
heid van het verkleinde Oegstgeest ten
goede komen.
Daarnaast is er voor Leiden alle reden
om te bepleiten, dat ook ..Endegeest"
en „Voorgeest' aan Leiden worden toe
gevoegd Niet alleen omdat deze instel
lingen naar burgerlijk recht het eiRen-
dom van de gemeente zijn en naar
publiekrecht een belangrijke tak van
dienst van de gemeente Leiden vormen,
maar vooral ook omdat de door Ged.
Staten geprojecteerde grens onoverko
melijke bczwnren medebrengt voor de
I verdere ontwikkeling van die gestichten.
I Met name worden op het ogenblik voor-
ber 'ldingen •etroffen voor de bouw vim
I een nieuw observatie-paviljoen. Dit
i paviljoen is geprojecteerd (en Zuiden
van de Endegecsterstraalwe<n onmid
dellijke aansluiting aan he* „estaande
gestichtscomple.x De nieuw voorgestelde
grens doorsnijdt dit te bouwen paviljoen.
zodat het in twee gemeenten zou komen
te liggen. Daar komt bij. dat nog af
gezien van dit aanhangige project de
verdere uitbreiding van de in Oegstgeest
gelegen Inrichting ..Endegeestzouden
moeten plaats vinden op Leids grond
gebied
Voorts zal de gemeente ln de toekomst
voor de vraag komen te staan, of de be
staande internaatsschool voor b 1 o„ ver
bonden aan „Voorgeest", niet moét
worden omgezet in een algemene b.l.o.-
school. waarvan met namé ook de in
het Morskwartier te verwachten stads
wijk kan profiteren. Het zou dan be
zwaarlijk zijn, indien de school op
Oegstgeester territoir zou blijven liggen.
In dit kader kan ook nog worden opge
merkt, dat het huidige speelterrein van
„Voorgeest" nabij de Nachtegaallaan
door de geprojecteerde nieuwe grens
wordt doorsneden.
Al met al blijkt duidelijk, dat de ont
wikkeling in algemene zin van ..Ende
geest" het noodzakelijk maakt deze
terreinen, ook in het kader van een
beperkte grenswijziging, aan Leiden
over te dragen. De gemeente Leiden
Is dan eerst ten volle verantwoordelijk
voor de verpleegden, die aan haar
zorgen zijn toevertrouwd.
B. en W. achten het dan ook onaan
vaardbaar. dat de uitbreiding van Lei
den juist voor het gestichtscomplex tot
staan wordt gebracht.
De grens zou dus in ieder geval om
„Endegeest" en „Voorgeest" heen moeten
worden gelegd, dus dc Leidse Straatweg.
Endegeesterlaan en Endegeesterstraat
weg moeten volgen.
Voor de Jelgersmaklinlek geldt het
bovenstaande niet. zij maakt slechts
administratief een onderdeel van „En
degeest" uit en is in feite een Rijks
inrichting.
Algehele opheffing
„Uit het vorenstaande", aldus R. en
W. van Leiden aan de Raad. „zal het
l'w College duidelijk zijn geworden,
dat wij op zichzelf genomen voor
standers zijn van algehele opheffing
van Oegstgeest. Dit zou een afdoende
oplossing zijn. Leiden, gelegen tussen
dc drie grote steden van de Randstand
Elolland en centrum van een belang
rijke streek, heeft voor zijn ontwikke
ling ruime armslag nodig. Wij betreu
ren het dan ook. dat Ged. Staten aan
onze dringende verzoeken in die rich
ting geen gevolg hebben gegeven.
Wy ontveinzen ons voorts niet. dat
zorgvuldige overweging door dit College
van hernieuwde aandrang vanwege Uw
Vergadering voorshands ernstige ver
traging van de zo hoog nodige verrui
ming van de Leidse grenzen betekent.
Anderzijds beseffen wij ten volle, dat
uitvoering van het huidige voorstel tot
gevolg moet hebben, dat" de door ons
begeerde algehele oplossing naar een
vermoedelijk verre toekomst wordt ver
schoven. Aangezien U echter eveneens
gebleken is. dat vergroting van het
grondgebied van Leiden op korte ter
mijn geboden is. terwijl het U thans
voorgelegde plan ln de ergste nood voor
ziet. menen wy, dat in dit stadium
noodgedwongen genoegen moet worden
genomen met een beperkte grenswijzi
ging als door Dedcputeerde Staten voor
gesteld".
B. en W. zfjn echter van oordeel, dat
in ieder geval thans „Endegeest" en
„Voorgecst" eveneens bij Leiden ge
voegd moeten worden, zodat de nieu-
de grens komt te lopen door de Leidse
Straatweg, de Endegeesterlaan cn de
Endegeesterstraatweg to de Witte
Palen en daar aansluit op de door
Ged. Staten geprojecteerde grens.
Huldiging en afscheid
In .Den Burcht" vond gisteren de hul
diging plaats van drie jubilarissen Het
waren de heren J Bekooy, P. Chaudron
en J. Schouten, die resp. als schrobbe-
laar, verfmeester en getouwsteüer 35 jaar
in dienst zyn geweest ran de N V. Zaal
berg Zn Tevens werd tydens deze
intieme bijeenkomst afscheid genomen
van de heer J. Boom, die zijn functie
van assistent-bedrijfsleider na 48 dienst
jaren heeft neergelegd.
De directeur, de heer W A. Schrandt,
richtte zich allereerst met enkele har-
teiyke woorden tot de drie Jubilarissen.
Hij prees hun trouw en plichtsbetrach
ting, hoopte dat zij nog vele jaren hun
diensten aan het bedrijf zouden blijven
verrichten en bood hen ieder een enve
loppe met inhoud aan.
Tot de heer Boom sprak de directeur
een woord van afscheid. Hij dankte voor
het vele werk, dat de soheidende in het
belang van de firma heeft verricht en
wenste hem samen met zyn vrouw een
rustige levensavond toe.
Hierna sprak de voorzitter van de On
dernemingsraad de jubilarissen toe. Hy
vestigde vooral de aandacht op de goede
onderlinge samenwerking in de fabriek
en bood het drietal na zijn felicitaties
een geschenk aan. De dames werden
met bloemen verrast. Ook tot de heer
Boom richtte hy een enkel woord
Namens het administratieve personeel
bood mej. Brus een aardige attentie aan.
,Met een gezellig samenzijn werd deze
avond besloten.