Een „Keizerlijke Prins"
wordt gedoopt
ONS MENU
SEPTEMBERMENU'S
FEEST IN HET KABOUTERDORP
KIND AAN GOD GEWIJD
VAN DE WEEK
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD -
ZATERDAG 10 SEPTEMBER -
PAGINA 2
Bewogen Leven CXXXX
F
ij en glimlach komt ons vaak om de lippen als wij de gedenkschriften der Keizerin
Eugenie lezen. Ook menigmaal komt het verlangen het boek maar te sluiten. Omdat
de lijvige delen, ofschoon de feiten wel juist zijn, anders niets belichamen dan een
verheerlijking van haarzelf, haar familie, haar dierbare gemaal en haar nog dier
baarder zoon, die zo tragisch gestorven is.
Keizerin Eugénie had ongetwijfeld charme. Doch uit elke zin voelen wij dat ze te
hoog gerezen is. Haar vader was, zoals ze zelf schreef, zeer dapper en soldatesk, en had
een idee over opvoeding die dicht bij die der Spartanen stond. Hij was natuurlijk
wat meer salon-spartaans. Haar moeder was een zeer nobele geestige, intelligente
vrouw, die een diep inzicht had in de problemen der politiek en het middelpunt was
van de toenmalige cultuur.
tlgïieid, maar als eindelijk ln het achterste rijtuig de grijze
kop van Jerome Bonaparte te zien is, de broer van de
Grote Napoleon, die aan de oevers van de Seine rust, bij
hén, dan vormen de Julohkreten het geluid van een fel-
bewogen zee, die zich ln zijn volle kracht en onvergan
kelijke macht op de oevers van het leven werpt om het
opnieuw te wekken uit een lange slaap. Het Keizerlijke
kind moet nu wel vlak bij zijn
„Luider en luider werden nu de Juichkreten; zij begon
nen als een zwak gemompel ln de verte en klonken ten
laatste als gerommel van de donder op het ogenblik, dat
twee schitterende statiekoetsen, ieder getrokken door
acht paarden en voorafgegaan door zes der Keizerlijke
postiljons, de stoet sloten.
De eerste dezer koetsen was hetzelfde rijtuig, dat door
Napoleon gebruikt was bij gelegenheid van zyn huwe
lijk met Maria Louise en door het heldere glas kon men
zien de weduwe van admiraal Bruat. gouvernante van
de kinderen van Frankrijk, die in haar armen de Kei
zerlijke Prins droeg, die half verscholen was in een met
hermelijnen gevoerde mantel.
in de regentdiamant flonkerde. Ze was een en al w
delljke glimlach en zag er bekoorlijk uit. We warenTft
heel trots op haar."
NATUURLIJK was de statiekaros omstuwd door
belangrijke hoogwaardigheidsbekleders te paard
daarna kwam nog een eindeloze stoet van soldata?
voorafgegaan door muziek die de avond openblles.
Opeens, kanongebulder in de verte, telkens, tttte.
weer. De Keizerlijke Prins was voor de Nötre Dame aS!
gekomen. Een minuut later begonnen alle klokken u
luiden. Groot was de koets waarin het kind reed.
langrijk de karos waarin de Keizer en de Keizerin
Voor het portaal der Nótre Dame. waar het plein nv:
dikke laag helder zand was bedekt, waren de acht dj?
den niet in staat het rijtuig verder te trekken.
keien moesten met hun wit gehandschoende handen ai
de wielen. Wat zou het? Zij waren immers toch n£
figuranten?
Zo was dus iedereen net als hij moest zijn. wilde hj)
het ideaal van die tijd benaderen. En daarmee is reeds
bewezen dat het werk „onleesbaar" is.
Zij heeft veel kwaad gedaan, Eugénie. Vermoedelijk
meende ze het wel goed met de wereld. Stellig meende ze
het nog beter met zichzelf. ZIJ heeft haar man meerdere
malen tot stappen bewogen, door haar verlangen oirt be
langrijk te zijn. die fataal voor hem geworden zijn en
voor zijn geslacht. ZIJ, de Spaanse gravin, is het ook ge
weest die hem voortdurend heeft aangezet tot zijn
„Mexicaans avontuur". In Mexico zou een Romaans-
Katholiek Keizerrijk moeten ontstaan als tegenhanger
tegen de Protestantse United States. Die Staat moest een
vazalstaat van Frankrijk worden. Een soort bruidschat
3n, die zy, de Spaanse, door haar inzicht, de Keizer gaf!
exico was eenmaal Spaans geweest.
HET Tweede Keizerrijk wilde de ogen van het volk
verblinden. Daarom werd het doopfeest van de
kleine Prins dan ook een gebeurtenis die honderd
duizenden mensen naar de hoofdstad lokte. Millioenen
en nog eens millioenen werden uitgegeven voor décdrum
en verlichting. Toen de grote dag kwam, de 14e Juni 1856,
waren de straten waardoor de stoet zou rijden, 's morgens
vroeg al volgepropt met* mensen, terwijl de stoet pas laat
in de namiddag komen zou.
De Keizer en de Keizerin stonden voor de ramen der
Tuilerieën en vooral Hare Majesteit schijnt zeer onder
de Indruk geweest te zjjn door de plechtigheid, gehou
den ter ere van haar lieveling, die al zo weinig blyk
van schranderheid gegeven had. Z\j schreef:
„Toen de Keizer en ik van uit de ramen der Tuile
rieën de mensenmassa voorbü zagen golven met la
chende gezichten, en in hun beste kleren, zwollen onze
harten van trots bij het zien van die edele Parijse be
volking, en toen we bedachten, dat het alles was ter
ere van onze kleine zoon, vulden tranen ons beider
ogen".
DE doopplechtigheid zou ln de Notre Dame plaats
hebben. Om het schone, eerwaardige gebouw, wap
perden de vlaggen tegen een helderblauwe lucht en
beneden, om de kerk was het plein door wuivende varens
en felle bloemen herschapen in een sprookjestuin. Gans
Parijs gonsde en daverde van leven en het zonlicht lachte
uitbundig boven de bontgetooide scharen. Een tijdgenote,
vriendin van de Keizerin, beschreef de grote dag, de ge
beurtenis van die dagen als volgt:
„Er waren mensen aan alle ramen langs de kaden,
mensen op de daken, zelfs op de schoorstenen, mensen
die op houten stellages op straat stonden, op de borst
weringen langs de Seine, op de bogen der bruggen, ln
ieder mogelijk hoekje, opgepropt en samengedrongen,
zonder zich om iets anders te bekommeren; een onder
zoekende, belangstellende, ontelbare menigte, gonzende,
brommende als bijen in een zwerm, met brandend ver
langen naar een schouwspel, waarvan zij wisten, dat het
inderdaad wonderschoon en enig zou zijn met het oog op
de schittering van dc optocht en de grote praal die er by
zou worden waargenomen.
Het inwendige van de Nötre Dame was verlicht, ofschoon
het nog volop dag was, zodat het grote, duistere gebouw
een indrukwekkend mengsel was van licht en schaduw.
Al de hoofdsteden van Frankrijk waren vertegenwoordigd
door vlaggen, die van de hoge zuilen der kerk neerhingen
en rood fluwelen draperieën verlevendigden het tafereel
onder de met sterren bezaaide zoldering en bogen. Niet
minder treffend was de binnen deze muren verzamelde
schare: de heren droegen allen lichte uniformen en de
dames waren in avond-toilet met kanten sluiers op het
haar, die op rug en schouders neervielen."
DE Keizerin noemt de naam niet van de lieve vrien
din die dit geschreven heeft. Er is echter een
schrijfster aap haar verloren gegaan.
Zij beschrijft ons nauwkeurig hoe de Pauselijke legaat,
Kardinaal Patrlzzl, die arriveert in een koets door acht
schitterende paarden getrokken, verwelkomd wordt bi)
zijn binnentreden door een allesoverweldigend koraal dat
hem toezingt alsof hij de Paus zelf ware: Tu es Petri.
Zij beschrijft ons hoe daarbuiten vanaf de Place de
ia Concorde en de Tuilerieën tot aan het portaal der
Nötre Dame, de weg is afgezet door een dubbele rij gar
disten, Nationale en Keizerlijke, en als het vijf uur slaat,
de groet muziekcorpsen hun mars beginnen met muziek,
de grote statiekarossen, bij het schetteren der hoorns en
het dreunen der trommen aan komen rollen, dan zijn de
duizenden gardisten niet meer in staat de volksmenigte
in bedwang te houden. Dan gaat men plotseling onder
andere wetten leven.
Overal klinkt muziek! De gezant van de Paus is ln de
stad. Er wordt een Kelzersklnd aan God gewijd en in
het land is vrede!
DAAR Wij vermoeden dat vele van onze lezers Parijs
wel kennen, geven we hier de route van de stoet:
Pavilion de lHorloge, via de Jardins des Tullerles,
de Rue de Rivoli, de Place de lHótel de Ville, de Pont
d'Arcole en de Rue d'Arcole naar de Nötre Dame op
Isle de FrFanc.
Trompetters marcheerden langs de duizendkoppige me
nigte, met rode bolle wangen tet-tetterend in de zon;
stafmuziek van de Eerste Carabiniers deed de lucht in de
straten trillen van emotie en alle voetzolen kietelen, alie
harten popelen. Nog veel meer muziekkorpsen, officieren
in groot tenue te paard, rijtuigen bespannen door zes
paarden waajin zeer gewichtige hofdignitarlssen. Het
volk kent ze niet hij name, al deze nieuwe, zwierige def-
Madame Bizot en Madame de Brancion, ondergouver
nantes en de min zaten insgelijks in deze koets. Maarschalk
Concobert, 's Keizers adjudant en een stalmeester reden
rechts van het rijtuig, terwijl maarschalk Bosquet, ad
judant-generaal van het palels en een andere officier aan
de linkerkant reden. Hierachter volgden enkele lakeien
te voet en stalmeesters van de Keizer te paard.
Acht mooie voskleurige paarden, die voor de schoonste
gehouden werden in alle keizerlijke of koninklijke stallen
van Europa, waren gespannen voor de tweede statiekaros,
waarin de Keizer en de Keizerin waren gezeten. De koets
zelve, voorzien van artistieke schilderingen en met ver
gulde wielen, was voor deze gelegenheid opnieuw versierd.
Het was de koets die voor het eerst gebruikt was by dc
kroning van Karei X.
De Keizer, die er wat zenuwachtig uitzag, maar zeer
minzaam was voor de bevolking, droeg de generaals
uniform met zijden kousen en een kuitbroek. De Keizerin
was in 't wit gekleed en droeg een diadeem, waar midden
De grote plechtigheid begon nadat de Keizer es dc
Keizerin, onder doodse stilte, op hun bldstoelen warm
neergeknield. Duizenden zagen toe hoe de ceremonieel
voltrokken werden. Er werd een kind aan God
terwijl de koren zongen. Een Kelzersklnd.
En toen dit gebeurd was, legde de gouvernante de jonge
Prins in de armen van de Keizer. Een ceremonlemeeitu
liep naar het midden van de kerk en riep met heldere
stem, driemaal: „Leve de Keizerlijke Prins!
Toen beurde de Keizer zijn zoon op, zodat ieder hen
zien kon. Zijn gezicht had een buitengewoon gelukkige
uitdrukking en de Keizerin was zichtbaar geroerd.
„Terwijl de muziek van het Vivat, eens door LeSi„
gecomponeerd voor de Koning van Rome, de toon no
Napoleon, door de gewelven ruiste, barstten de near-
dekreten uit duizenden kelen los: „Leve de Keizerlrjte
Prins!"
HU werd gedoopt in vredestUd, toen het zijn rader-
land zeer goed ging. REIN BROUWER.
Wij hebben nu keus uit een' overvloed van zomer- en ook alweer wintergroen
ten. Door een goede bereiding moeten wij ook zorgen dat zo min mogelijk ver
loren gaat van de voor ons lichaam zo waardevolle bestanddelen, als zouten
en vitaminen. Dus maken we de groenten kort voor het gebruik schoon, laten
ze niet lang in het water staan en koken met weinig water
Zondag: Vllegenzwammen (tomaten, addestoelen met hardgekookte eieren):
rundvlees, bleekselderij au gratin. aardappelen, custardrand met pruimen -
compóte.
Maandag: Kopje gebonden selderij-soep; rundvlees, snijbonen, aardappelen;
fruit.
Dinsdag: Croquetten of vleeskoekjes van rest vlees, worteltjes, purée; haver
moutpap.
Woensdag: Saucijzen, bloemkool, aardappelen; chocoladevla.
Donderdag: Bloemkoolsoep: gemengde groentenschotel.
Vrijdag: Gebakken kaasplak. gesmoorde witte kool. aardappelen; yoghurt met
beschuit en suiker. (Bonen weken).
Zaterdag: Stevige witte bonensoep met soepgroenten en tomaten; drie in de
pan met stukjes appel.
Recept: Bleekselderij au gratin.
2 struiken bleekselderij, zout, 35 gr.
boter, 35 gr. bloem, 50 gr. kaas, 4 dl
melk eventueel bijgevuld met selde
rij-water.
De selderij schoonmaken door weg
snijden der bladen en harde stuk
ken. Vnn de stelen de harde nerven
aftrekken en in stukken snijden. De
selderij opzetten met water en zout
en in plm. 1 uur gaarkoken Voor de
saus boter smelten, bloem toevoegen
en langzaam de melk bijschenken.
Na even doorkoken bij de saus de
geraspte kaas voegen en indien no
dig zout en peper. De selderij over
gieten met de saus of de uitgelekte
selderij overdoen in een vuurvaste
schaal, bedekken met de saus en
bestrooien met paneermeel. Met wat
klontjes boter erop gedurende 10
minuten ln de oven schuiven.
Recept: Gemengde Groentenschotel.
300 gr. kalfspoulet, 70 gr. boter, 2 h
3 selderij knollen, 1 kg prei. 2 bos
selderij. 2 kg aardappelen, zout.
Het vlees zouten en ln boter bruin
braden, water toevoegen en verder
gaarstoven. De prei en selderijknol
schoonmaken en snijden en samen
met de slukken aardappelen bij het
vlees voegen. Na 20 min. het ge
recht op smaak maken met zout en
fijngehakte selderij erdoor roeren.
Gebakken kaasplak, aardappelen,
chinesekool, jus fruit.
Chinese kool houdt ons kort gezel
schap en is dus een goede behandeling
waard. In het voorgestelde menu
wordt hij als groente apart gegeven. U
kimt hem echter ook in een slaatje
verwerken of een plaats geven in een
bamischotel. By het schoonmaken valt
maar heel weinig af: wat dat betreft
dus een voordelige gToente. De kool Js
in ongeveer 20 minuten gaar en kan
opgediend worden met wat boter of
margarine en fijngesneden peterselie
erdoor geschud of in een melksausje.
Kook de kool niet te lang: hy wordt
er zuur van smaak door en veel min
der lekker.
Voor de kaasplakken kunt U het
best niet al te jonge kaas nemen. Bak
ze kort in hete boter of margarine.
Omdat éénmaal per week vis op Uw
dis een goede gewoonte is prijkt in ons
derde menu gebakken makreel.
Gebakken makreel, aardappelen,
sla van rauwe andijvie en tomaat
havermoutpap.
De schoongemaakte makreel snijdt
U aan de buikzijde verder open tot
aan de staart. U kunt nu de vis door
zachtjes drukken helemaal open leg
gen en er de graat uitnemen. Bak de
vis in hete olie, margarine of boter,
maar niet te hard en druppel er wat
citroensap of azijn over.
Voor de sla wordt de andijvie heel
fijn gesneden, de tomaten in partjes
verdeeld. Door deze sla is een sausje
van zacht gekookt ei met olie en azijn
heerlijk, maar ook met een eenvoudi
ger saus kimt U er een heel smakelijk
gerecht van maken.
Een stoofschotel is snel en gemak
kelijk te bereiden. U kookt de ingre
diënten in één pan. maar stampt ze
niet. Ons vierde menu bestaat uit zo'n
stoofschotel:
Verhaal voor de kleintjes
EEN GOEDE HERINNERING AAN DE ZOMER
Het Voorlichtingsbureau van de
Voedingsraad meldt:
Laten wij. zo lang het nog kan, ge
nieten van zomerse lekkernijen voor
de winterm aaltijden hun plaats op
onze tafel innemen.
In het eerste menu vindt U ze nog
volop, de heerlijke zomergroenten.
Toastjes met hardgekookt ei, kom
kommer en tomaat, slavinken, rijst,
snij- of pronkbonen, jus, lange vingers
met custardvla.
Lange vingers met custardvla.
(voor 4 personen)
100 gr. lange bicults, dl sterk
koffie-extract, lt. melk. 30 gi
(3ta eetlepel) custaröpoeder, 2u
gr. (1% eetlepel) suiker, 50 gr. (3
eetlepels) suiker om te branden.
De melk op een klein beetje na aan
de kook brengen. Het custardpoeder
Schenkel, aardappelen
cessebonen.
i prin-
aanmengen met de rest van de melk
tot een dun papje en dit onder roeren
bij de kokende melk schenken. De sui
ker toevoegen en de massa even laten
doorkoken. De vla van het vuur ne-
De biscuits enige minuten
koffie-extract weken. Als al het koffie-
extract door de biscuits is opgenomen,
deze over vier puddingschaaljes verde
len, De vla over de biscuits ultschen-
ken.
De suiker in een pannetje met dik
ke bodem doen en zonder roeren la
ten smelten en lichtbruin branden. De
gebrande suiker uitstorten op een in
gevette aanrecht of op een stuk vet
vrij papier en hard laten worden. Deze
harde noga lijn stampen en er kort
voor het opdienen de vla mee be
strooien.
Ruim eens een plaats ln voor Chine
se kool.
maken er deel van uit.
Schenkel wordt door velen alleen
voor soep gebruikt, maar weet U, dat
schenkel heel geschikt is om te stoven
en als volwaardig vlees op tafel te
brengen? Maak er een volgende keer
in het eens een pittige ragoüt of haché van.
Stoofschotel van schenkel, aardappe
len en princessebonen.
(voor 4 personen).
400 500 gr. schenkel met been,
.1 1/4 kg aardappelen, 3/4 kg prin
cessebonen, 75 gr. boter of marga
rine, 1 1. water, zout, desgewenst
nootmuskaat.
Het vlees wassen en drogen. De bote,
jf margarine in een braadpan of vuur
vaste schotel heet laten worden en
het vlees aan weerskanten er door
wentelen Het vlees bruin bakken. Het
water erbij schenken, in het begin bfj
Toen de kabouter Gompje op een
zonnige morgen wakker werd, hoorde
hij hoe een merel vrolijk zong vlak by
zijn open raam. En omdat Gompje wel
eens wou weten wie zó vroeg zó vro
lijk zong, stapte hij uit bed en schoof
het gebloemde gordijntje van z'n slaap
kamerraam open. Door het felle zon
licht zag hfj eerst helemaal niets en
toennee, toen zag hfj geen merel
maar een vlag. Een vlag die wapperde
uit het huisje van zijn overbuurman
Knappert.
Gompje fronste zjjn wenkbrauwen:
een vlag? Dat betekende dus, dat er
feest was. Nu, daar was hij erg bli)
om want hy vond het echt een dag om
feest te vieren! Daarom draafde
Gompje naar de kleine zolder boven
zyn slaapkamer, tilde zijn vlag tevoor
schijn uit een heleboel spinrag, en
hing hem uit het dakraam. Zo kon
den alle kabouters weten, dat hy,
Gompje van de party was als er feest
gevierd werd!
Zachtjes zingend kleedde hy zich
aan en nadat hy ontbeten had een
boterham met honing en een boter
ham met niets en een glaasje melk
ging hy naar buiten.
„Het is feest, hè?" riep een andere
buurman, Folkert, hem toe en hy wees
naar de vlaggen die uit de hulzen van
Knappert en Gompje wapperden. Ja,
knikte Gompje bly, en Folkert zei:
„Ik ga ook myn vlag uithangen!"
„Waarom?" vroeg 'n slaperige stem
aan de overkant.
De stem hoorde by een hoofd met
een gele slaapmuts er op, dat uit een
ander slaapkamerraam keek. Het was
het hoofd van Rinus, de oudste ka
bouter van het dorp en hy was wakker
geworden van het gesprek tussen
Gompje en Folkert.
„Waarom?"
„Omdat 't feest is!" antwoordde
Gompje.
Dat hoorde de bakkersknecht die
juist langs kwam en hy vertelde aan
de bakker en aan alle kabouters die
hU tegenkwam: „Het is feest vandaag!"
Binnen een uur wist het hele dorp
het. Waar het feest werd gehouden
wist niemand, want er was in geen
Jaren een echt feest geweest.
„Vroeger, toen jullie allemaal nog
klein waren, gingen we altyd naar de
feestweide", herinnerde oude Rinus
zich.
kleine scheutjes tegeiyk zout toevoe
gen en het geheel aan de kook bren
gen.
De warmtebron temperen en het
vlees ongeveer 3 uur zachtjes stoven.
Zo nodig een deel van het vocht af
gieten, zodat er nog een paar cm. in
de pan overblijft. De aardappelen en
groente schoonmaken en in stukken
verdelen. Deze by het vlees voegen
Nog een weinig zout erover strooien
en het geheel in ongeveer 20 minuter
gaarkoken. De bestanddelen even los
jes omscheppen zodat vlees en groen
te goed tussen de aardappelen ver
deeld zyn. Er desgewenst wat noot
muskaat over strooien.
„Natüüriyk," zeiden de kabouters,
„waar hebben we anders een feestweide
voor? Op naar de feestweide!"
De kabouterkinderen keken wat sip:
zy wilden ook graag feest vieren maar
ze moesten naar school
Maar wie kwam daar aangehold? Het
was de schoolmeester; hy had zyn
pyama-jasje nog aan.
„Wat is er te doen?" riep hy al van
verre.
„Er is feest op de feestweide!" ant
woordden de kleine kaboutertjes in
koor, en meester vergat de hele schooi
en zei opgewekt: „Daar gaan we naar
toe!"
En zo ging oo> meester op de feest
weide met alle schoolkinderen achter
zich aan. Op die weide was het een
drukte van belang, maar er gebeurde
nog niets.
„Vroeger zongen we altyd", bedacht
oude Rinus, en dat leek de kabouters
een uitstekend idee: ze zongen het ene
kabouterlied na het andere, en de
kon geen van de kabouters een
woord geven het feest was zó
gekomen, vanzelf.
.Js er misschien iemand jarig?*,
vroeg de burgemeester, „of is
iemand die een jubileum viert? E«ft
de bakker 25 Jaar gebakken, heelt u
smid 25 jaar gesmeed, heeft de schoa-
maker 25 Jaar schoenen gelapt of heeft
de dokter 25 Jaar zieken mensen beter
gemaakt?"
Maar nee, er was niet één kabouter
jarig en niemand vierde een Jubileum.
Ach, het was eigeniyk niet zo belang-
ryk om te weten waaróm er feest fe-
vierd werd.
De zon scheen en het was gezell!|
op de feestweide, dat was de hoofd
zaak.
Tochwas er één kabouter ia
wel begreep hoe het een feestdag ge
worden was: Knappert, de kaboutö
wiens vlag het eerst gewapperd had,
die morgen. Knappert was heel vroej
opgestaan en hy had zijn vm
„Waarom vieren jullie feest", wilde de burgemeester weltn.
schoongemaakt. Omdat zyn rlag
rook. besloot Knappert he»
tijdje uit het raam te .laiigou '"r
was hy gaan wandelen en bij BJC
rugkomst was het hele dorp 1"
stemming werd hoe langer hoe fees-
teiyker. Opeens begonnen een paar ka
oouters dwars door het gezang heei.
uid te juichen. Verstoord hielden de
anderen op met zingen, maar toen
juichten ze hard mee want daar kwam
de burgemeester in zyn Zondagse pak
de welde opgewandeld.
„Waarom vieren Jullie dit gezellige
feest?", wilde hy weten. Op die vraag
en roer.
Begryp jy nu. net als KM**;
waarom het feest was? Js?
het maar niet dat heeft
ook niet gedaan. f'