I De wereld gaal aan vlijt ten onder
SENSATIONELE VISJACHT
ONDER WATER
pp DE BODEM VAN DE MEXICAANSE GOLF
tf&ER WERD MET JAZZMUZIEK
BEGRAVEN
Zaterdag 3 September 1955
Een Oud-Leidenaar in Amerika (I)
11 iijn bepaalde aardrijkskundige namen- die een onweerstaan-
t aantrekkingskracht hebben, die de sfeer van een sprookje
sttpen en die doen denken aan de kleurige etiketten op de koffer
een bereisde Roel.
Een van die namen is de Caribbische Zee, en dan volgen in één
o natuurlijk Cuba, Havana en Golf van Mexico. Taferelen van
■!e tropennachten doemen op, een glasheldere sterrenhemel, een
K die men tot op de bodem kan bekijken en een springtij van
sia- en tango-klanken, die als bruisende champagne door de
accd ruist.
Dat zijn de beelden die soms door ons hoofd spelen, wanneer
j'savonds de krant lezen en onze vrouw drie keer moet vragen
unog een kopje thee willen hebben. Soms komen er zelfs kaarten
ie pas. We stellen ons voor hoe we zullen reizen: aan boord van
gracht door het water glijdend vlaggeschip. Maar diezelfde zomer
ïsn we even gelukkig door de Veluwse bossen en zijn we Cuba
cg weer vergeten. Gelukkig maar.
Een Leids oud-student, mr
H. L. Leffelaar, die momenteel
aan de Universiteit van Geor
gia in de Ver. Staten journa
listiek studeert en tegen het
einde van dit jaar het docto
raal examen hoopt te behalen,
zond ons uit Roseburg (Ore
gon waar hij door het kappen
van dennebomen zijn financiën
versterkt, een tweetal impres
sies, waarvan wij hiernaast het
eerste afdrukken.
Dicht bij de zee wonen talrijke schil
ders in kleine houten huisjes. Sommi
gen hunner hebben een atelier op pa
len boven de branding. Het is dan ook
een omgeving die tot schilderen drijft:
hel zonlicht dat de kleuren van de bo
men, de hemel en de daken puur maakt,
Nu de vacanties ten einde
zijn, nemen vele mensen zich
ernstig voor niet meer zo in
de tredmolen te lopen als ze
dat voorheen hebben gedaan.
In de afgelopen maanden
hebben zij, op een duintop ge
zeten, weer eens van een
prachtige zonsondergang ge
noten, ze hebben eindelijk
dat mooie boek gelezen, dat
ze op hun verjaardag gekre
gen hebben; ze hebben weer
eens rustige gesprekken met
hun vrienden en huisgenoten
gevoerd. En ze behoefden nu
eens niet elk ogenblik op hun
horloge te kijken om niet te
laat op hun werk of op de
vergadering te komen.
Daarom hebben zij, nu de
drukke tijd weer begint, voor
WOORD
VAN
BEZINNING
hangt van de intensiteit en
de omvang van zyn werk. Bij
jubilea en bij begrafenissen
schijnt men geen groter lof
aan de jubilaris of aan de
gestorvene te kunnen toe
zwaaien dan door te verkla
ren dat hij zo bijzonder
ijverig is geweest en dag en
nacht voor de een of andere
goede zaak in touw is ge
weest? Wie durft in zulk een
wereld de publieke opinie te
een Slaaf wordt van de
jachtende techniek en de
ongebreidelde wetenschaps-
en vooruitgangsdrang van de
moderne tijd. Het is voor
Alec Weatherwood. de hoofd
persoon, niet meer mogelijk
om in zo"n wereld volop mens
te zijn.
Maar voordat Dendermonde
zijn waarschuwing liet horen,
heeft de bijbel het ook al
gedaan. Al weet ik wel, dat
de bijbel een Oosters boek is,
geschreven in een tijd en
een land. waarin het tempo
van het leven heel anders is
dan in West-Europa, het
geeft toch te denken, dat
Jezus de mensen nooit heeft
aangespoord om altijd te
werken, maar dat Hi) wel
zichzelf vast besloten om eens
wat meer tijd voor zichzelf te
reserveren: één avond of één
middag per week. Waarom
zouden zij ook niet eens mo
gen luieren of er een hobby
op na mogen houden? Waar
om moet een journalist, een
zakenman, een dokter, een
leraar, een huismoeder, een
leerling op de middelbare
school of een dominee zes of
zeven dagen in de week in
touw zijn?
Van die goede voornemens,
om er ook eens tijd voor je
zelf vanaf te nemen, somt
echter in de regel niet veel
terecht. Vóór we het weten,
zijn we weer slaven van het
aJ maar hoger opgevoerde ar-
beidstempo geworden. Het
6chijnt dat in West Europa
de waarde van een mens af-
trotseren en eens royaal lui
te zijn of tijd aan zijn lief
hebberijen te besteden?
Wanneer men het toch
doet, gebeurt het dikwijls op
een stiekeme manier of met
een slecht geweten. Het gaat
in ons leven, zegt men. niet
om ons zelf. maar om de
ander. Daarom behoren wij
altijd klaar te staan. Wij
moeten nu eenmaal een
goede moeder of een goede
onderwijzeres of een trouwe
ambtenaar zijn en daarom
hebben wij ons zelf weg te
cijferen
In het geestige en toch
zeer serieuze boek van Max
Dendermonde„De wereld
gaat aan vlijt ten onder",
wordt beschreven in welk
een krankzinnige wereld wij
terecht komen, als de mens
iemand, die altijd bezig was,
gewaarschuwd heeft voor de
gevaren daarvan: „Martha,
Martha, gij bekommert en
verontrust u over vele din
gen, maar één ding is nodig".
Degenen, die menen, dat
altijd werken een Christelijke
opdracht is. vergissen zich.
Waarom zouden andere
schepselen van God er wel
op aankomen en dat schep
sel. dat ik zelf ben, niet?
Waar haal ik het reoht van
daan om mezelf zo te ver
waarlozen?
Wat baat het immers de
mens. indien hij de gehele
wereld wint en schade lijdt
aan zijn ziel?
D. J. V06SERS,
Herv predikant te
Leiden.
Voor het orkestje uit liepen de beroeps- rouwdragers, in zwarte habijten en professo
rale mutsen op, die voor het ceremoniële gedeelte zorgden
Droom werd werkelijkheid
ïitin het gebeuren, dat deze dag-
"=a cch onverwacht in werkelijk-
a glossen. Voor mij gebeurde dat
Kofétaria van de Universiteit van
te Athens, in de „Deep South"
Amerika. We werkten er tussen
(«Ueges door een sandwich naar
ca, toen een van ons half serieus
IWfd Cuba liet vallen. Maar drie
later stapten wij om half zeven
"Zds in een kleine Ford, die ons
r-i oir later in Key West. het meest
®e punt van de Verenigde Sta-
aiÜKade. We hadden toen een af-
na ruim vijftien honderd kilo-
**%legd.
ucht was koud en bijzonder on-
geweest. We hadden met
"kfcn om het hoofd geknoopt, te-
sdoor het linnen dak naar bin-
kamende wind. vrijwel opgekruld
kleren, koffers en fototoestellen
vergeefs trachtend een uiltje
'kppen. Bulten gleden als silhouet-
ka dumebomen voorbij, die zo ty-
!»r de staat Georgia zijn, afge-
'jff de vlakke uitgestrektheid
Woenvelden. Tegen de morgen
we de grens van de staat
Amerika's vacantleoord en te-
welgestelde renteniers. De eer
waren wy toen al gepas-
el wnsopgang reden we door
Üopoene heuvels rond Lake
Ti« het oranje in de sinaas-
Zff ken helder tegen afstak. Door
^Wonale Park te Everglades, een
gebied met een ongekend
'ina, dat tevens als reservaat
fc. hiü! t0°r enkele Indianen-stam-
r„ ^k'en wy in de middaguren
'ellicht de meest luxueuze stad
c *ertli
""Wil, toppunt van luxe
"ie brede, met palmbomen
Blscayne Boulevard, be-
.7^ ticl1 de talrijke gigantische
"t hun privé-zwembaden en
die in de nacht de palm-
'oen verlichten. Hier vcroor-
kren dt
'Üksten zich de weelde van
een zomerse winter. Luchtig en kleu
rig geklede mensen, honderden glan
zende limousines, witte en rose wol
kenkrabbers en boven alles uit het
geruis van de zee. Het is alsof de
stad op pijlers van zorgeloosheid
werd opgetrokken.
Kort geleden brachten de keizer en
keizerin van Iran hier hun vacantie
door. Het hotel waar zy verblijf hiel
den, was dusdanig met hun bezoek in
genomen. dat er op Amerikaanse wijze
in allerijl nog de nodige veranderingen
werden aangebracht. De suites, waarin
het keizerlijk paar zou vertoeven, wer
den in de keizerlijke kleuren gespoten
en op de deuren werd het keizerlijk
embleem aangebracht.
Een en ander werd uiteraard niet
zonder begrip voor reclame gedaan.
Brug van 10 K.M.
In de avond reden wU over de 37
van eiland tot eiland springende brug
gen. de langste bestrijkt een afstand
van ongeveer tien kilometer, naar het
Zuiden: Key West. Links bevond zich
de Atlantische Oceaan en rechts de
Golf van Mexico.
Het was donker en het enige wat er
te onderscheiden was, waren de deinen
de mastlichten van de visserboten. Het
was twee uur in de nacht toen wy ein
delijk de benauwde ruimte van de auto
konden verwisselen voor de koelheid
van een bed.
Key West Is een wat slaperig stadje,
stovend in de zon, met veel ruime en
plezierig winderige boulevards, boten en
café's. Voordat hy Havana tot zijn
woonplaats maakte, woonde hier de
Amerikaanse schrijver Ernest Heming
way, die dit jaar de Nobelprijs voor
literatuur ontving. Hier ook brachten
vele Amerikaanse kunstenaars een
werkzame vacantie door. Een voorbeeld,
dat enkele jaren geleden door Presi
dent Truman werd gevolgd. Vandaar
de Truman Boulevard en de Margaret
Truman Launderette, een wasserij,
want de Amerikaan is practisch en op
publiciteit ingesteld.
als in de Provence van Frankrijk. Er
hangt een sfeer van loomheid over Key
West, die net geen luiheid is. De zon
maakt wat landerig en het geruis van
de zee murmelt dag aan dag de ouver
ture van een soezerige deun.
Begrafenis met jazz-muziek
Op een middag toen wij door een
buitenwijk slenterden, kwam uit een
zijstraat het rhythme van een blues
tot ons. gespeeld door een orkestje
van negen in blauwe uniformen ge
stoken negers, die met ingehouden
pas achter een auto marcheerde. Er
was een neger gestorven en deze werd.
zoals de traditie vereist, met gepaste
jazzmuziek begraven. Voor het or
kestje uit liepen de beroeps-rouwdra
gers, in zwarte habyten en met pro
fessorale mutsen op, die voor het
ceremoifiële gedeelte van de ter aarde
bestelling zorgden.
Een paar dagen later zag ik de cla
rinettist van het orkestje op het bal-
connetje van zijn houten huisje oefe
nen. Hij woonde vlak bij een kunst
matige ijsbaan, en de melodieën die hij
uit het gebouw hoorde komen, vorm
den zijn studiemateriaal. Hij werd door
iedereen „baby" genoemd, omdat htj zo
klein was. „Baby" was al ln de zeventig
en had kleine grijze kroeskrulletjes.
Visserij als middel van
bestaan
De Golf van Mexico is rijk aan vis en
het is dan ook geen wonder, dat tal
rijke inwoners van Key West van de
visserij bestaan. Tegen zonsondergang
komen de boten van hun dagelijkse
zwerftochten terug, meestal afgeladen
met vis, „groot wild": tonijn, tarpoen,
dolfijn en marlijn, dat in manden met
ijs naar de enorme koelhuizen wordt
gebracht. De lepelaars, die hier even
gewoon zyn als een meeuw in Holland,
kennen het uur van aankomst precies
en zwermen in grote troepen rond de
boten, wachtend op wat visafval.
Zij, die zich er geen boterham mee
behoeven te verwerven, beoefenen de
visserij als een sport en uiteraard gaat
het er hier wat anders toe dan in Ne
derland. Men trekt er met een motor
boot op uit, waarop aan stuur- en bak
boord lange hengels zijn aangebracht
en waaraan lange lijnen zijn bevestigd,
die met grote behendigheid worden uit
geworpen en bediend. Groot geduld en
kennis van zaken zijn daarbij een ver
eiste en meestal gaat er dan ook een
oude rot mee. die op critieke ogenblik
ken van advies kan dienen.
Speer vis jacht onder water
Zelf beproef ik mijn krachten echter
op de speervisjacht. In een klein bootje
met een buitenboordmotor sputterden
we naar een kleine groep eilandjes
dicht bij de open zee en ver uit de kust.
De mangroven, die de enige begroeiing
vormen, herbergen tussen hun tot op
de bodem van de zee reikende wortels
grote scholen mangrove snappers, een
grote baarssoort. En om hen was het
ons te doen. We hadden onderweg ver
scheidene haaien gezien en helemaal
op mijn gemak voelde ik me niet, toen
ik me, voorzien van een duikbril, adem
halingsapparaat en een harpoengeweer,
voorzichtig in het tamelijk koude water
liet zakken.
De sensatie die ik echter aanstonds
beneden het wateroppervlak onder
ging, nam myn onzekerheid weg. Ik
bevond rnjj in een wonderlijke, dood
stille wereld. Beneden mij was het
spierwitte zand van de zeebodem,
waarop ik twee zeesterren vlak naast
elkaar zag liggen. Voor mij uit zag ik
door mijn duikbril de wortels van de
mangroven als dikke asperges naar
beneden reiken. In mijn rechterhand
hield ik het geweer, mijn vinger om
Het rhythme van een blues in een straatje in Key West. gespeeld door een
orkestje van negen in blauwe uniformen gestoken negers. Er was een neger ge
storven en deze werd met jazzmuziek begraven
de trekker, met mijn linkerhand be
woog ik mjj langzaam voort. Ik had
instructies ontvangen om zo min mo
gelijk plotselinge bewegingen te ma
ken, die de vissen zouden afschrik
ken. Regelmatig achterom kijkend
naar mogelijke belagers, begaf ik mij
tot in de schaduw van de boomwor
tels. Het was er tamelijk donker en
ik had er moeite om de dingen te
onderschelden, ook was het water er
veel kouder. Onverwacht zag Ik op
een afstand van ongeveer anderhalve
meter, zes grote mangrove snappers
voor mij, die langzaam, hun vinnen
nauwelijks bewegend, door het water
schoven. Zij hadden mijn komst nog
niet opgemerkt en met vertraagde
gebaren richtte ik mijn geweer. Een
hunner zwom in mijn richting, ken
nelijk nieuwsgierig geworden, en
naderde myn arm tot op enkele cen
timeters. Toen ik een der vissen recht
voor mijn harpoen zag, drukte ik af.
Met een plotselinge ruk schoot de
speer aan het koord uit de loop en
rustte even later ln het witte zand,
de getroffen vis met zich meenemend.
De andere hadden nauwelijks iets
gemerkt. Ik herinnerde mij de aanma
ning om met de vangst zo spoedig mo
gelijk boven water te komen, omdat het
bloed wellicht haaien zou aantrekken.
De harpoen en de vis boven water hou
dend, zwom ik naar de boot terug, waar
het geweer opnieuw geladen werd.
Buit van 35 „snappers"
De tamelijk inspannende ogenblik
ken onder water, afwisselend met rust
pozen teneinde met natte vingers een
sigaret te roken en wat koffie uit een
thermosfles te drinken, brachten wij de
hele dag zoek op het water. Slechts
één maal zagen wij een kleine haal,
maar er was niemand te water op dat
ogenblik.
Tegen zonsondergang voeren wU terug
naar de baai. WU hadden 35 man
grove snappers gevangen, die door de
vrouw van onze gastheer, een Jonge
schilder, binnen enkele uren In eet
bare vorm op tafel werden gebracht.
Ik kan me een weinig bevredigender
ogenblik dan dat maal voorstellen.
MUn huid was strak van de zon en
het zout, myn haar was stug en In
het licht van het olielampje, leek het
alsof Van Gogh ons er had neergezet
om geschilderd te worden.
Verse vis uit de Golf van Mexico
eten in een klein huisje aan het
strand van Key West, de ramen open
om verkoelende zeewind binnen te
laten. Zie, dat is een van die dingen
waar wy op een avond achter een
krant in Nederland, bU het tweede
kopje thee. over hadden zitten mij
meren.
U. L. LEFFELAAR.