WAAROM WAREN WIJ GEEN OLIFANT?
Vliegtuigen en spoorvolgers op zoek
naar verdwenen mensen
„Zwarte duivels" helpen politie
in de woestijnen van Australië
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 30 JULI - PAGINA 4
Onverklaarbaar scherpe speurzin bij Abo's
(Van onze correspondent in Australië)
De uitgestrektheid en de eenzaamheid van het Australische
binnenland hebben grote aantrekkingskracht. Nu en dan trekken
ondernemende mannen en zelfs jonge vrouwen er op uit om de
geheimen van dit deel van 's werelds grootste eiland te ontsluieren.
Al te dikwijls helaas eindigen zulke expedities in menselijke drama's.
Zelfs de onschuldig lijkende „hitch-hike" partij (gezelschap jongeren,
die wandeltochten maken) raakt in niet zeldzame gevallen verloren.
Dan moeten onderzoek-expedities er op uittrekken om te trachten
bedreigde levens te redden.
ZU kennen de dieren- en plantenwe
reld beter dan de directeur van Artis
en van de Leidse Hortus Botanicus
tezamen (bb wijze van spreken
Red.)
De Abo kan zelfs beschrijven hoe
zijn prooi er uit ziet hoewel hU hem
nog niet gezien heeft.
Aan de hand van de sporen, die een
blanke niet ziet. kan zon „zwarte dui
vel" zeggen of de vluchteling groot of
klein van postuur is, en of hU Jong ls
of oud.
Het zou een vluchteling niet helpen
andere schoenen aan te trekken of
Enkele weken geleden raakte een
jongeman, de 21-jarige Mike Haigh,
verdwaald in het ruwste gedeelte van
Victoria, de Baw-Baws. De berg Baw-
Baw ls ruim 5000 voet hoog. Maigh was
er met de leden van de ski-club naar
toegegaan om te helpen een motor
naar de top te vervoeren. De motor
moest daar worden gemonteerd voor
een installatie om ski-ers naar boven
te trekken. Het is op het ogenblik
winter in Australië en elke dag kon er
sneeuwval worden verwacht. Het gezel
schap overnachtte in een ski-hut. De
volgende ochtend zei Haigh: ,Jk ga
even een wandeling maken". Sindsdien
heeft men hem niet meer gezien.
Een reddingsexpeditie die binnen
enkele dagen tot 300 man uitgroeide
trok er op uit. Onder hen bevonden
zich ervaren woudlopers, soldaten en
leden van de luchtmacht, bekend met
het opzetten van radioposten in de
jungle. Eén woudloper, die in het ver
leden al aan meer dan 200 redding
expedities heeft deelgenomen, liet zich
ondanks zijn leeftijd van 70 jaar, niet
weerhouden er nogmaals op uit te
trekken. Vijf jeeps, uitgerust met red
dingsmateriaal en voedsel, kwamen er
eveneens aan te pas. Vliegtuigen zoch
ten uit de lucht naar mogelijke aan
wijzingen. die het de spoorzoekers zou
kunnen vergemakkelijken hun weg
door de woestenij te vinden.
SPOORLOOS VERDWENEN
De expeditie werd dag aan dag
voortgezet, gesplitst in verschillende
groepen. Na drie dagen raakte één der
leden van zo'n groep afgescheiden van
de anderen. Het was de 19-jarige David
Hally. Hij had voor slechts drie dagen
gedroogd voedsel by zich. en toen hU
na die tijd niet kwam opdagen, begreep
men dat ook Hally verdwaald moest
zijn. De leden van de nu 300 man tel
lende expeditie gingen voort met
koortsachtig te zoeken naar de beide
verdwaalde Jonge mensen, die in de
nachten aan de strenge koude in de
bergen waren blootgesteld. David Hally
werd na een week levend aangetroffen,
uitgeput. Van de 21-jarige Haigh heeft
men echter nooit meer een spoor ge
vonden. Andermaal heeft de wildernis
van Australië een mensenleven geëist
De Australische „bush" (vgl. Neder
lands „bos") is voor de blanken eer
geheimzinnig doolhof. Zelfs de gerou
tineerde bereden agenten te vergelijker
met de Canadese „mounties"). die Ja
renlange ervaring hebben opgedaan ir
de binnenlanden van ddt continent
maken daarom in de streken, waar nc
inboorlingen wonen, gebruik van Abo'1
Vele Abo's hebben nog niet door veel
vuldige aanraking met de beschaafd-
wereld hun natuurlijke gave verlorei
om het spoor van mensen en dieren t-
vinden op plekken, waar naar onze be
grippen geen enkele aanwijzing mee
mogelijk is. Dergelijke Abo-spoorzoe
kers staan bekend als .zwarte duivels"
„ZWARTE DUIVELS'
In de tijd van de bosrovers in df
vorige eeuw werd niemand door hen w
gevreesd als deze „zwarte duivels", di(
de blanke politie als spoorzoekers ge
brulkte. Ook nu nog zijn er zulk.
„zwarte duivels" officieel in dienst vai
de „mounties" (bereden politie), in d«
uitgestrekte binnenlanden van Noor
delijk. Westelijk en Centraal Australië
Daar heeft één mounty hier en daa
een gebied te controleren, dat zo groo
is als geheel Frankrijk.
De .zwarte duivels" zijn als bloed
honden, die hun prooi vervolgen tot ir
de diepste wildernis en de verste uit
hoek. Zij kennen elk plekje, elke gras
spriet, elk rotssteentje elk zandkorreltje
in de onmetelijkheid van twee millioer
vlerkante mijl. Sherlock Holmes is een
kind vergeleken bij deze scherpziende
zwarten, die geen vergrootglas nodig
hebben om te kunnen concluderen,
waar de ontsnapte misdadiger, de ver
dwaalde wandelaar of woudloper is
heengegaan.
De „zwarte duivel" onderkent de
sporen op aarde zowel als in de lucht,
aan het zandkorreltje zowel als aan
de wiekslag van een vogel. ZUn her
innering is büna fotografisch. HU
weet water te vinden, waar de blanke
overtuigd Is dat de hitte van de zon
elke drop heeft doen verdampen.
Zonder deze Abo's zouden de blan
ken in Australië nooit In staat zUn
geweest zulke diepgaande onderzoe
kingen te verrichten in de woestijnen,
waar het water ontbreekt, het gras
niet groeit en de zon het zand zó
gloeiend heeft gemaakt, dat elke
voetstap pijn doet.
BLANKEN LEERDEN VEEL.
De blanke heeft veel geleerd van de
zwarte spoorzoekers: hoe water te gra
ven in ogenschijnlijk uitgedroogd land.
dat er bomen zijn waarvan de wortels
voldoende water bevatten om een ver
dorst mens gedurende enkele dagen in
het leven te houden, welke wormen in
het zand gegeten kunnen worden, hoe
de hoefsporen van vee te onderschei
den van die van wild vee, en van
verschillende paarden. Maar de „zwarte
duivels" bezitten bepaalde zintuigen,
die de blanke zeer beslist mist. Een
Abo kan het voetspoor van een man
volgen over rotsen, waar een voetstap
geen enkele afdruk achterlaat.
Hoe deze natuurkinderen dit doen,
ls een raadsel. Het staat echter vast,
dat zU een ongelooflijke scherpzin
nigheid bezitten, die de natuur aan
dit nomadenvolk heeft geschonken.
De bijzondere begaafdheid van de
Abo is hem door de generaties heen
gegeven en gaat spoedig verloren, wan
neer hij in aanraking komt met de
Westerse beschaving en daarin gelei
delijk opgaat. Dit betekent niet alleen
de beschaving van de steden, maar
zelfs de kleine kring van de boerderij,
waar hij van b.v. 15 of 16 Jaar oud,
wordt opgevoed met zijn stamgenoten
in de sfeer van de blanken of in de
kring van de zendelingenpost. In zulke
kringen krijgen zij Westers voedsel en
Westerse kleding. De Australische film
„Jedda", een meesterstuk van natuur-
en milieu-schildering, geeft hiervan
een goed beeld, dat U niet mag missen!
De beste spoorzoeker is de Abo, die
de minste beschaving bezit, die nauwe
lijks Engels spreekt, niet kan rekenen
zelfs niet tot vijf maar die de
natuur even gemakkelijk leest als een
professor in de wis- en natuurkunde
Einstein's boeken over de relativiteits
theorie.
gelegen plaatsje by het postkantoor
en zag daar een voetafdruk. De
„zwarte duivel" beweerde dat het
dezelfde afdruk was als die in de
wildernis. HU had, naar later bleek,
gelijk. De politie kon de rover als ge
volg van de ontdekte voetafdruk bfj
het postkantoor arresteren.
MOORDENAARS OPGESPOORD
In een ander geval spoorde een Abo
het lijk op van een vermoorde jongen
in de bossen van een kustplaats. Hij
leidde de politie vandaar naar het
strand, waar de vloed de sporen bijna
geheel had uitgewist. De „zwarte dui
vel" gaf echter precies de plaats aan
waar de moord was gebeurd. Hij be
schreef nauwkeurig wat er gebeurd
was en noemde de namen van vijf in
boorlingen als de daders, enkel en al
leen op grond van de gevonden voet
afdrukken. De vijf verdachten werden
gearresteerd. ZU bekenden allen bU de
moord betrokken te zijn geweest.
In een andere streek werden twee
politle-agenten vermoord tydens een
roofoverval. De politie-lnspeoteur g*.
lastte een onderzoek. Een „zwarte dui.
vel" werd aan het werk gezet. Het
duurde niet lang of deze Abo verklaar,
de dat de inspecteur zelf de man was,
die tot de moord had aangezet. Nie
mand geloofde de „zwarte duivel",
maar een nader onderzoek bracht de
juistheid van zijn bewering aan het
licht. De inspecteur werd ter dood
veroordeeld.
Men zou de zwarte duivels byna van
zwarte kunst verdenken! Hun na
tuurlijke scherpzinnigheid en scherp
zinnigheid gaan zó ver, dat er op een
zendelingenpost. waar 250 inboor
lingen (mannen, vrouwen en kinde
ren) en twaalf blanken wonen, en
kele „zwarte duivels" zyn, die alle
voetafdrukken van al deze mensen
precies van elkaar kunnen onder
scheiden. Zelfs de sporen van vijf
tig verschillende paarden en van
elke afzonderlUke kameel, die daar
women genouden ais lastdieren,
kunnen deze Abo's uit elkaar hou
den!
sen daarvoor eerst zo lang in de trein
zitten, waarom moesten ze speciaal
naar dat kleine plaatsje in het Zuiden
komen? De palmboom begreep dat
niet goed. Zou de zon niet schUnen in
de landen waar die mensen vandaan
kwamen? De palmboom wist niet be
ter of de zon scheen altUd en overaL
Hoe kon hU ook weten, dat er landen
bestaan waar het veel kouder is, en
waar palmbomen niet eens kunnen le
ven?
UIT STENEN TIJDPERK
Zulke Abo's leven met hun geest
nog geheel in heit stenen tUdperk, wor
den het meest gewaardeerd door de
blanke politie om als spoorzoeker
dienst te doen.
Een van de meest ervaren .zwarte Ouiveis m ae uitgestrekte b* ontmanden
van Australië is Sid, die officieel als „zwarte spoorzoeker" in dienst is van
de bereden politie in de bergketens van Centraal Australië. Zwarte duivels"
zijn inboorlingen, die door de generaties heen bijzondere begaafdheid heb
ben verworven om het spoor van mens en dier te volgen in streken, waar het
menselijkerwijs gesproken, niet mogelijk is ook maar enig spoor waar te
nemen. Toch volgen deze zwarte duivels deze onzichtbare sporen" tot het
einde.
Zij stellen met zekerheid vast of een
kangoeroe grote of kleine sprongen
heeft gemaakt over rotsen, en in de
„gibber-woestijnen" (woestijnen met
kleine en grote stenen bezaaid) stellen
zy met één oogopslag vast of een dier
of een mens op zijn vlucht een steen
heeft bewogen.
Een „zwarte duivel" volgde eens het
voetspoor van een rover tot hij bU
een rivier kwam, waar dit spoor ein
digde. Tien dagen later kwam de
Abo in een vele. vele mUIen verder
Verhaal voor de kleintjes
Van een nieuwsgierige palm,
die naar de kou toe wilde
Ergens aan het strand in het warme
Zuiden groeide een palmboom. Dat
was op zichzelf niets bijzonders, want
in het Zuiden groeien heel veel palm
bomen. Die zyn daar net zo gewoon
als de berken en de beuken by ons.
Maar deze palmboom was de enige
die op het stukje strand by een klein
badplaatsje stond, en de vele mensen
die op het zand van dat strand lagen
te zonnebaden, waren daar bly om.
Want als de zon hen te warm werd,
gingen zij in de schaduw van de grote
bladeren van de palmboom liggen.
Daar was het heerlijk koel en daar
kon de zon hun huid niet verbranden.
De palmboom vond het heel plezie
rig om op dat strand te staan. Hij keek
graag naar het gedoe van die kleine
mensen, daar bij de voet van zijn dik
ke stam. Het waren meestal niet de
mensen uit het badplaatsje zelf. die
daar speelden en zwommen en stoei
den. Nee, het waren bijna allen men
sen die met grote koffers uit de lange,
puffende stoomtrein stapten, welke
twee keer per dag in het badplaatsje
stil stond: 's ochtends vroeg en 's mid
dags laat. ZU namen him intrek in de
twee hotels m het badplaatsje, en na
een paar weken verdwenen zU weer
met hun grote koffers in de puffende
trein. De palmboom kon dat heel goed
zien, omdat hy zo hoog was. Er was
één ding echter dat hij vreemd vond:
als de mensen met de puffende trein
aankwamen, waren ze wit, of bUna
wit, en als ze er weer in gingen, waren
ze bruin, of heel erg rood. De palm
boom begTeep wel dat het door de zon
kwam. maar waarom moesten die men-
HET _s in ons land „hollen
of stilstaan".
Dat wil, tot duidelUker be
grip, zeggen: „Van de kou in
de snikhitte of omgekeerd".
We hebben in de afgelopen
dagen weer eens ondervonden,
wat snikhitte betekent: bran
dende zonnestralen op een ver
hit lichaam, dat daar niet aan
gewend is en opeens zóveel
warmte te verduren krUgt. dat
t al héél gek moet lopen, of Je
gaat er niet van blazen en smel
ten.
Loodzware, drukkende warm
te komt op U af en niaakt, dat
alle mogeUjke zomerspullen, die
allang in de klerenkast te ver
motten liggen, UUngs naar het
felle licht opgeheven worden, om
te zien of ze nog bruikbaar zUn.
Zo niet, dan is er altyd in een
van de ontelbare opruimingen
wel iets bruikbaars te vinden,
dat U het leven veraangenaamt.
IK heb de mensen met duizen
den zien rennen naar strand
of meer. kortom naar de fris
se buitenlucht: ze doken het wa
ter in als om te ontkomen aan
de kokende vuurzee, die hun
broeiend-hete lichamen omhulde.
ElndelUk „zomerde" het dan,
eindelyk wisten we. dat volgens
traditie de Julimaand warmer
moet zyn dan de December
maand.
Ze zaten op de café-terrassen
achter Uskoude biertjes en limo
nades of verslonden htm ijsjes,
niet beseffend, dat véél drinken
en eten een mens nóg warmer
maakt.
Ze lagen te bakken onder de
blinkende hemel, tot ze er rode
lichamen van kregen en een
zonnesteek nabu waren.
Ze deden van èlles om frisse
lucht te fcrygen en ze voelden
zich na hun zwempartUen of
drankgelagen weer even broei-
erlg-miserabel als tevoren.
TEGEN die hitte van bUv.
verleden Zondag was een
voudig geen kruid gewas
sen!
Nu ls "t zó, dat er altyd men
sen zijn, die de hitte wél verdra
gen.
Als Je 't wéégt tegen hen te
zeggen: „Wat is 't warm van
daag", dan antwoorden ze stee
vast ,met een trotse glimlach:
„Wérm? Hoe kun je 't zeggen!
ElndelUk eens lekker weertje"
Dan voel Je Je als een geslagen
hond. Je druipt stilletjes af.
„Waarom heb ik 't nu zo
warm en zU niet", denk je.
„Komt 't door de 86 kilo. die
ik mee te dragen heb of zUn zij
zo flink?"
En Je kUkt vol bewondering
naar de dappere helden, die
zich nü pas, in die broeikashitte,
prettig gevoelen, nu pas groeien
en bloeien, in één woord „ge-
dUen". Wat móeten ze zich el
lendig voelen, als de brandende
zon weer achter de wolken ver-
dwynt.
NU geef ik grif toe, dat t
ondankbaar zou zUn, om
maar iéts af te geven op
de zon in voile kracht.
Het was werkelUk héérlUk
zich te laten stoven, bruin te
bakken en er elndelUk ais een
stoere, okergele kerel-van-sta
vast uit te zien.
Lelieblanke lichamen zUn te
genwoordig volkomen in discre-
diet: Je bent pas in tel. wanneer
je er als een halve Indiaan uit
ziet.
Sommigen zweelt zelfs als
hoogste ideaal de kleur van
schoenenpoets voor ogen.
Ze hebben er graag de felste
zonnebaden voor over.
Maar of ze zich de volgende
dag kiplekker voelen, dét weet
ik zo zeker niet
DEZE dikke olifan; trekt
zich 't liefst van de hele
boel niets meer aan.
HU kan 't zich veroorloven
volkomen energieloos te zUn.
Wét de mensen ook van hem
zeggen, het dringt niet door zUn
dikke huid.
HU strekt z"n lome ledematen
slap voor zich uit, geniet van z'n
eigen vadsigheid en of de zon
hem nóg zwarter maakt, het
kan hem geen zier schelen.
Het water spoelt hem tot aan
z'n kinnebakken: rustig laten
spoelen, denkt-ie.
Niets interesseert hem meer:
de zon heeft hem volkomen on
bruikbaar voor wét dan ook ge
maakt.
Er zUn, Jongstleden 2/ondag,
van die ogenblikken geweest, dat
we als deze olifant wilden zUn:
totaal apatisoh en zonder enige
lust in iets!
Maartoch nog altyd
enigszins méns zynde. hebben
we oas ferm verzet tegen al te
grote lamlendigheid, al hebben
we die olifant benUd!
We deden „flink", even flink
als de mensen die zeggen, dat ze
geen warmte voélden.
Eerlijk gezegd: het heeft ons
moeite gekost!
Die anderen - misschien -
niet
FANTASTO
Omdat de palmboom een nieuws
gierige boom was, besloot hU zelf de
zaak eens te onderzoeken. Daarom
stapte hU in een heldere maannacht
voorzichtig met zyn wortels uit het
zand, en verdween in de richting van
het station. HU besloot over de spoor
rails te wandelen, dan zou hij vanzelf
op de plek komen waar die witte men
sen leefden.
De palmboom wist natuurlyk niet,
dat hU dan vele dagen en nachten zou
moeten doorlopen en dus ging hU wel
gemoed op pad. Na een poosje pas
eerde hy een seinhuisje, waann een
laperige seinhuiswachter naar buiten
•at te kjjken.
„Hé", mompelde de seinwachter.
Het lykt net. of ik een wandelende
oalm zie. Ik zit hier gewoon te dro-
nen!"
Want de seinwachter geloofde na-
uurlUk niet, dat hU werkelyk een
oalm zag wandelen. Zo ging het met
.edereen, die de palm over de rails zag
■open.
Toen hU al een heel eind verder
was. hoorde de palm plotseling een
luid gefluit achter zich. HU keek om,
en zag hoe langzaam een goederen
trein aan kwam tuffen. De palm was
lelukkig zo verstandig van de rails af
te gaan. en hU kon niet weten dat de
machinist zich in de ogen wreef en
zei: „Het iyRt waarempel wel. of ik
een palm midden op de rails zie. Ik
-ta hier te slapen!"
De trein kwam naderbU, en de palm
zag, dat verscheidene van de open wa
gens leeg waren. Dat bracht hem op
een idee. Met een kwieke sprong, zo
als hU aan het strand vaak mensen
In zee had zien springen, klauterde Wl
in een lege wagen, en zo hoefde hjj
niet meer te lopen, maar kon rUdende
zUn doel bereiken. NatuurlUk was de
wagon lang niet groot genoeg voor de
palmboom, daarom legde hU zyn groe
ne kruin in een tweede wagon. Bi
daarna ging hU rustig 6lapen. Hi)
werd pas vele uren later wakker. De
trein stond stil. en het was erg koud.
Er stond een hele groep mensen naar
de palm te kUken.
„Wat moeten we hier met dat dingt"
vroeg één van hen.
„Ik weet het niet, ik begrUp niet
hoe hU ln de trein komt. Ik heb hem
niet ingeladen", zei een ander.
„Die palm gaat hier natuurlijk
dood", zei de eerste weer, en de palm
boom rilde bU die woorden: van af
schuw en van kou. Was hij maar rus
tig op zUn warme strandje gebleven,
dan zou er niets gebeurd zUn! - Maar
toen zei een derde man: „We koppe
len de coupé's met die boom weer aan
de trein die morgen naar het Zuiden
gaat, dat lUkt me het beste".
„Mij ook", dacht de palmboom. De
hele dag en nacht bleef hU op dat kou
de station staan, en eerst de dag er
na vertrok hU weer met een trein
naar het Zuiden. Maar nu kon hU he
lemaal niet slapen: hU was veel te
koud en te naar
Toch kwam er aan die nare reis een
einde, want midden in de nacht stop
te de trein in het badplaatsje waar
de palm altUd gewoond had. De ver
moeide machinist en stoker van de
trein hadden te veel slaap om te zien,
dat de palm uit de trein in de richting
van het strand wandelde. De palm
was zielsgelukkig, toen hU de volgen
de ochtend weef net als vroeger op
zUn oude plekje op het warme strand
stond. En de mensen zeiden: Geluk
kig. er is weer een palm. Nu hebben
we tenminste weer wat schaduw op
het strand!" RL F. B.