De lach van de dag/ Atheense „droom-taxi's gevaarlijk symptoom Griekse hoofdstad heeft fleurig centrum en adembenemende armoewijken D* M- WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 4 JUNI - PAGINA 4 Grieken van vandaag (I) Hanen lawaaiïger dan claxons (Van een bijzondere medewerker) De Akropolis met zijn Parthenon en andere marmeren herinneringen aan Hellas' glorietijd, fungeert de laatste jaren weer met toenemend zakelijk succes als Griekenlands toeristische magneet. Op elk uur van de dag vindt ge er honderden Duitse, Engelse, Amerikaanse en andere rondneuzers, meestentijds door luidruchtig explicerende reisleiders vergezeld. En daar Athene's hotelaccomodatie nog niet volledig bere kend is op deze al of niet oprechte dorst naar klassieke restanten, moest ik mijn kamer delen met een Turk, die me desgevraagd voor het slapen gaan zijn visie op de Grieken gaf. Die was somber, want ondanks het huidige militaire verbond tussen beide volken, bepaalt de misère uit het verleden nog veelal de wederzijdse antipathie. Deze Turk conclu deerde inzake de Grieken: te veel in de mond en te weinig in het hart, wat zijn omschrijving van het begrip „onbetrouwbaar" was. De volgende dag ontmoette lk Ne derlanders, die reeds maanden in Athene woonden en op myn animo om dit land te leren kennen werd door hen een nieuwe domper gezet. Ze na men me, om hun trieste oordeel met bewijzen te staven, mee de stad in, lie ten me in concre^o beleven hoe een taxi-chauffeur anderhalf maal de nor male prijs vroeg en pas na lang onder handelen capituleerde, hoe 's ochtends om half negen al duizenden nietsnut- ters op caféstoeltjes bezig waren met Turkse koffie en holle woorden, hoe de straten buiten het attractieve stads centrum kniediepe gaten hadden en hoe in buitenwijken tienduizenden mensen in erbarmelijke krotten huis den. En mijn begeleiders zeiden: de Grieken menen dat hun aderen nog volop gevuld zijn met het, eens zo roemruchte Helleense bloed, dat zij Europeanen bij uitstek zijn, maar in onze ogen zijn zij Levantijnse luiaards, niet te vertrouwen, te praatlustig en slordig. DIT IS IETS ONMOGELIJKS Met stijgende verbazing heb lk me in de weken, volgend op deze enigs zins terneerdrukkende entree, afge vraagd hoe mijn (niet diplomatieke) Nederlandse zegslieden, die waarlijk niet alleen In hun oordeel stonden, zo pessimistisch konden zijn. Ik hoop het in volgende reportages nader te illustreren, maar reeds nu wil Ik zeggen nimmer tevoren zo'n gast vrij, zo'n innemend volk ontmoet te hebben als het Griekse. Ongetwijfeld heeft het zijn fouten - welk volk heeft die niet? - maar tegenover vreemdelingen toont het over de ge hele linie bezien, een hartverwar mende charme, welke uniek is. De fout van bovengenoemde pessi misten is, naar ik meen, dat zij om za kelijke redenen aan Athene zijn blij ven kleven en op hun ervaringen in deze enorme stad met al haar bezink sel hun oordeel baseren. De hoofdstad heeft op mij de in druk gemaakt een angstwekkend groot gezwel te zijn aan het uitgemergelde lichaam van Griekenland. Een gezwel, dat de toch al ln geringe mate be schikbare levenssappen op funeste wijze wegzuigt. Er zijn geen economi sche statistieken nodig om tot die opi nie te komen. Wanneer men boven dit geweldige land vliegt van bovenal woeste bergen, met slechts hier en daar gecultiveerde hellingen, kleine valleien, bergdorpen en een enkel kuststadje en dan plotse ling de geelbruine huizenzee van Athene nadert waartössen de Akropo lis met zijn tempelruïnes vreemd con trasterend oprijst, is de eerste reactie: dit is iets onmogelijks! Dit kan niet, deze overweldigende mensenopeenho ping zonder bloeiend achterland. In 1830 toen de Grieken eindelijk hun vrijheid op de Turken bevochten hadden, was Athene niets anders meer dan een vuil Oosters provincie plaatsje met achtduizend, aan de voet bovendien ging deze uiterst drukke stad wat minder op een gekkenhuis lijken. Men weet, dat Parijs dit voor beeld vorige zomer navolgde en men vraagt zich af waarom Amsterdam en andere steden achterblijven. HET RAADSEL DER 8-CYLINDERS Hoe het economisch mogelijk is, dat ln de hoofdstad van een noodlijdend land honderden Amerikaanse 8-cylin- der-dromen-op-wielen als taxi's rond rijden ls me een mysterie gebleven. Deze meestal ln felrood, zuurtjes- groen of hemelsblauw gelakte sleeën staan wachtend op de straathoeken of glijden naar prooi speurend langzaam over de boulevards en tot mijn ver rassing bleken ze billijk van tarief. Ik heb geinformeerd bij chauffeurs en autoriteiten naar het hoe en waarom van deze demonstratieve taxi-weelde, maar een begrijpelijk antwoord kreeg ik niet. Daarom heb ik er bovenal een symptoom in willen zien, dat een te veel van het door de Amerikanen aan Griekenland verstrekte geld in Athene blijft kleven. De Amerikanen hebben nu vele honderden millioenen in dit land gepompt (bovenal ten bate van het leger, dat met zijn parate sterkte van 175.000 man werkelijk in orde is), maar daarnaast is er geen redelijke Griek, die zal ontkennen dat de dol lars instede „uitgesmeerd" te worden over het ganse land voor een immoreel groot deel bleven plakken in weinige (Atheense) handen. Aan de „doorstroming" heeft tot dusver veel gemankeerd maar daarover later meer. KALO EN KAKO Kalo en Kako zijn de Griekse woor den voor goed en slecht. Ze liggen voor ons gehoor dicht bij elkaar en daar heb ik in Athene aan moeten denken. Zonder ver uiteen te gaan. zal de een met overwegend goede indruk ken van deze stad terugkomen, de an der met trieste verhalen. De toerist, die het inderdaad indrukwekkende Akropolis-complex bekijkt, die winkelt op de Churchillboulevard of in de ge noeglijk drukke bazarstraatjes. die wat slentert in het achter Syntagma gele gen koninklijke park met subtropische bomen en nauwe laantjes, die des avonds in de oude wijk „Plaka" aan de Griekenland is na de onmense lijke binnenlandse strijd van de jaren 1946-1950 behouden ge- bleven voor de „Westerse we reld". Men hoorde sindsdien over aardbevingen en over dol lars, welke petemoei Amerika in deze strategisch zo belangrijke voorpost pompte. Maar hoe is het land er na die Jaren van werkelijk onpeilbare misère thans aan toe? Een onzer me dewerkers heeft door Grieken land gezworven om te pogen hier een antwoord op te vin den. Hij zag de befaamde tem pelruines uit Hellas' bloeitijd, maar hoofdzaak voor hem wa ren de Grieken van vandaag. Alleen en volgens eigen plan doorkruiste hij met bussen, lif tend en op muilezels het land en zijn impressies berusten dan ook bovenal op zijn direct con tact met het Griekse volk, dat hij „het charmantste ter we reld tegenover vreemdelingen' noemt. van de Akropolis bijeenhokkende be-" woners. In Amerikaans tempo groeide Athene. Het nieuwe stadscentrum rond het Syntagma (Grondwet) - plein, kwam er vrij behoorlijk uit te zien, maar meer naar buiten toe kon men de groei nauwelijks overzien. En kele tientallen jaren geleden lagen nog uitgestrekte olijfboomgaarden tus sen Athene en zijn havenstad Piraeus. Nu zijn de huizen even slordig en on systematisch als onkruid, tussen beide kernen omhooggeschoten en in de reeds aaneengeklonte steden huizen bijna twee mlllioen mensen. Een vier de van Griekenlands totale bevolking! FLEURIG CENTRUM Van Athene gaat een gevaarlijke zuigkracht uit, de macht van het land is hier economisch en politiek inder daad voor een heel groot deel gecon centreerd, maar het is toch gevaarlijk om zijn opinie inzake Griekenland te putten uit het leven in Athene. Dam rak, Nieuwendijk en Kalverstraat zijn heel wat meer Nederlands dan Athene Grieks, maar we zouden er toch niet goed afkomen als een critlsche vreem deling zijn mening inzake ons volk op deed in dit Amsterdamse milieu. Het ls werkelijk niet moeilijk in Athene misère te vinden, taxi-chauf feurs of winkeliers die de vreemdeling meer dan de redelijke prijs vragen (en die het naar Oosterse trant waarderen als er afgedongen wordt!) en de ar mee der leeglopers is onloochenbaar en irriterend groot. Maar denkt U vooral niet. dat dit een armzalige Bal- kanstad is! De echtgenote van een di plomaat, onlangs van de Joegoslavi sche hoofdstad Belgrado naar Athene verhuisd, maakte me deelgenoot van haar enthousiasme over deze verande ring: „In Athene heb Je tenminste be hoorlijke winkels, moderne kappers, elegant geklede vrouwen, hier heb Je een centrum dat aan Brussel, Madrid of noem maar op, doet denken!" HANEN EN TAXI'S Dat Syntagma-plein met zijn dui zenden caféstoeltjes, zijn royale hotels, zijn op de gevels in bewegende licht stroken gepresenteerde krantennieuws, aangrenzende drukke boulevards, bus sen en trams, dat alles is fleurig. En toen ik dan de eerste avond van mijn hotelbalcon af op dit gewemel neerkeek, merkte ik, afgezien van dit normale West-Europese grote stadsgewoel, drie dingen op: a. de zo op lawaai beluste Grieken lieten hun claxons volkomen onaangeroerd, b. de taxi's bleken uitermate talrijk en van een ongelooflijk luxueuze kwaliteit; c. de vele. in deze stad le vende hanen kraaiden zonder zich aan de dageraad of andere ver schijnselen te storen, dus continu. Alleen inzake punt a kan ik uitleg geven. Sinds twee jaar reeds is het in Athene en Saloniki zeer streng verbo den te toeteren. Het aantal ongelukken liep sinds dien op verbluffende wijze terug en Rommelstr aatje in de oude wijk van Athene aan de voet van de Akropolis. De dikke man rechts verkoopt allerlei lekkernijen. voet van het Parthenon in een ,.ta- berna" met Griekse muziek zijn diner gebruikt-, zo'n levensgenieter zal zeker twee dagen lang plezier in Athene heb ben. Zijn pessimistische tegenvoeter, die zonder plan de stad intrekt zal echter zonder veel moeite een buurt vinden waar de grauwe ellende hem bij de keel grijpt. En waarschijnlijk zal hij by informatie te horen krijgen, dat dit één van de wijken is. welke met veel goede wil, maar weinig zo.-g uit de grond werden gestampt, toen m 1923 plotseling voor anderhalf mlllioen Grieken uit Klein-Azië (via een heel onevenwichtige bevolkings-uitwisseling met Turkije) onderdak gevonden moest worden. De meeste vreemdelingen echter nen Kaisariani (tegen de helling van de Hymettus) de misère rond de mili taire academie en al die andere gore armoe-wyken niet en zo worden ie gecharmeerd door Athene's inder daad wel attractieve centrum, door de boeiende entourage van heuvels in en bergen rondom de stad en door de goed geklede mensen. De verhalen over een land, dat aan de rand van de economische afgrond balanceert, schijnen ongeloofwaardig en deze optimistische toeristen zijn uiteraard even ver van de waarheid af als in de aanhef genoemde, in Athene wonende Nederlanders die door gemis van eigen haard alleen nog de ergerniswekkende zaken uit hun omgeving konden zien. H. A \E ZEE bevat vele schatten. De zee bewaart ze, maar schenkt ze ook. De vis ls een van de kost baarste, want deze voedt de mensen en zonder voedsel is de mensheid niets waard. Dus trekken de vissers erop uit: ieder voorjaar opnieuw om een der heerlijkste vissen bij duizenden en duizenden te ver garen en aan wal te brengen: de haring, een toverwoord voor tallozen, goed voor het lichaam, een verkwikking na de „kater" en een stimulans voor iedere werker. deren ln de steek om met hum netten de Noordzee af te gra zen, tot er haast geen haring meer zal overblijven. Het is een spannende tijd om de inkomsten een in spannende tijd om de licha melijke oefening en een ge spannen tijd. omdat alle werk zaamheden tot het haringkaken met een illuster voorbeeld als Willem Beukelsz. toe. het uiter ste vergen van alle betrok kenen. Wie denken mocht dat de haring ineens bij U op tafel springt, heeft het mis: zij heeft op haar lange tocht van de Doggersbank tot aan LTmuiden zoveel avonturen beleefd, dat ge nauwelijks begrijpen kunt, hoe ze aan het einde van haar lange reis, nog zó smeuïg sma ken kan! WANNEER de kans er is, ga dan. gelijk deze stoere schipper. een haring smullen aan het karretje, dat altijd voor U klaar staat. Ik wed, dat U alle zorgen ver gen vergeet: de gezondheid stroomt U toe, de E'55 wordt plotseling en kind bij èlle ener gie die U overvalt en Uw smaak ondergaat de zaligste genietin gen. Dit allemaal door 't éne sap pige beestje, dat de zeeën be volkt, de haringloggers heen en weer doet ijlen, de Katwijkers in beroering brengt en duizen den handen werk geeft. Geloof me: één harinkje al bezorgt U de lach van de dag! FANTASIO. K y ARING is niet zo maar een gedachteloos te verzwelgen. Haring moet ge bedachtzaam proeven, ge moet ervan genie ten en dat kunt ge alléén, als ge er de kwaliteit van onderkent. Dat begint al aan het een voudige karretje: daar staan de échte fijnproevers, die de haring met een gesnipperd uitje weten te versleren en het malse boutje in de keel laten glibberen als een hemels geschenk. De mannen aan het karretje worden er opgewonden van als de haringen voor hen uitgestald liggen: dèt is goud voor hun kelen, voor hun spieren, voor hun hele body! f AAR ge kunt de haring ook héél netles en artistiek serveren. Met toast en gebet in stukjes ijs, met heerlUk wittebrood en roomboter, met een paar schyf- jes citroen, plukjes peterselie of een tomaatje. Het dikke kookboek kan U vertellen op hoeveel wondcriyke en fynzinnlge manleren nog meer. Een hartige slok oler of, zoals de goede oude vaderlanders van weleer dat zo graag deden, een pittige borrel hoort er by! Haring is een Koninklyke vis, waar ge él Uw aandacht aan moet besteden en die de koste lijkste garnering verdient. Vooral de „nieuwe" kén niet genoeg in het zonnetje gezet worden Het bytitagma-plein in hel hart van Athene Op de ooi grand eer ..pappas en gelijkvloers ziet U enkele van de talrijke fotografen, dit hier elke dag met hun ouderwetse driepoot-toestellen bivakkeren. 41 DIE „nieuwe" neeft nu sinds enige dagen haar intrede gedaan. De Kat- en NoordwUkers, de Soheveningers. de Waarlingers zijn er op uitgetrokken, zy lie ten moeder de vrouw en de kin-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1955 | | pagina 14