lil de nacht kroop de treilervloot in de „paardenstal" 0111 voor anker te gaan Joodse jongetjes leren Thora en Talmoed in vluchtelingenkamp jawtaMws slaags! USsS®® IN DIK WATER IS GEEN HARING TE VANGEN lissen hij stormweer: je moet wel, weer wordt tocli niet beter' want het Het is halen. De handen grijpen in de mazen van het net en trekken wanneer de treiter op de zee zakt. De zee is weids en groot, maar de haring zwemt in het Kanaal vaak op dichte kleine scholen. Elk van de ruim 180 treiters uit Frankrijk, uit Duitsland, uit Nederland, uit Polen en zelfs van IJsland wil daar het zijne van hebben. De navigatie Even later wordt de ..Vlos" door vr°°S' a,,c <""]dacht van de treiter den ooit hoog opgetild. De mannen S' n staan met de laarzen op het net om b!,'k>: ,Ecn ?u"sf vf <"f het scheep te houden Zo gaat het "f 'f'1",'"} op "Ir"' t door. Tot de kail met een paar,*'""P m" d'"V'os De honderd manden haring bovenkomt. D"."se °P<" bruS ''er" schenen, nadat schipper Korbee enige stoten op de stoomfluit heeft gegeven- honderd manden haring boven komt. Of met een enkele haring. DIE MAANDAG KWAAIEN de loggers Op de brug tikje het echolood voort, van Katwijk en Scheveningen ook De bodem verscheen als een zwart weg- op het appèl. Zij kwamen uit de lopend streepje op het rolletje. Er wa- bavens van Frankrijk en België vandaan ren af en toe enige haringvegen tussen de Zondagse rust. |de oppervlakte en de bodem, maar alle (Speciale berichtgeving A de eerste trek bij windkracht zeven van Zaterdagmiddag half vijf tot kwart voor zes de mannen haalden er zestig manden haring van scheep moest de visserij al worden gestaakt. De „Herman" lag bij het vuurschip „Dijck" te steken en langzaam draaiden ook de andere treilers in die richting. Zestien schepen lagen daar bij elkaar. „Verschillende drijvers en stekers" noem den ze dat op de vloot. Op de „Vios" zijn we de nacht ook al uitstekend door gekomen en in de grauwe Zondagochtend zagen we de vloot terugkeren naar de haringvelden tussen de Ruytingenbank en de Sandettiebank. Om negen uur was het „Uitzetteeeee" op de Vios en de mannen kwamen uit de ruimte in de bak vandaan, deden de laarzen aan, wrongen zich in de gummijas en bonden de zuidwester op het hoofd. De treiler draaide dwars op de zee. „Zakken maar" kwam er van de brug. Volle kracht de machines. Daar liep de lijn tegen het schip. „Ay", schreeuwde Willem Visser. „Ay", woei er terug van de winch. Een zeetje kwam over de bak heenzetten en de al vissende „Nordstern" gaf enige stoten op de fluit: of de „Vios" er om wilde denken, dat hij er ook nog was. „Je zal wel eens meer een fluitje horen, net of je op de kermis zit", zei Korbee. Overigens gaf Korbee niets toe. „Moet-ie z'n koers maar houden". Een half uur later leek het in het Kanaal op een zeeslag uit vroeger eeuwen; een beeld uit de dagen dat meer dan honderd schepen op een kleine plek lagen om zo dicht mogelijk langs elkaar te zeilen en de kogels over en weer te laten suizen. Nu stoomde en viste er een karavaan van roestbruine treilers, treilers uit Duitsland, uit Frankrijk, uit België, Nederland en zelfs van IJsland. Alles draaide daar in het Kanaal zonder politie. Honderdtachtig treilers telde ik die ochtend in een klein straatje van zes tot zeven mijl lang en op een school haring, die een mijl breed was. Het wriemelde er door elkaar; er werden vuisten gebald op de brug wanneer een collega visserman juist anders manoeu- <n nu zjjn cr dp menscn onderSebracht. die na 1 vreerde dan men gedacht had en er werd van schip tot schip geroepen door letterlijk onder het ijzeren gordijn zijn doorgekropen en haring zat hoog. Op de visserij kwamen de mannen aan weinig rust toe en tussen de trekken door. wanneer de haring van dek af was en de volgende trek was uit gezet. gingen ze er zo gauw mogelijk even bij liggen om nog wat slaap mee te nemen. De kachel stond er gloeiend bU: op de radio zong een meisje van ..Zie de maan schijntTja. thuis reed nu de Sint. Maar het was al weer halen; weerbericht nog gehoord? Ja. Waar schuwing voor storm tussen Zuid en Zuidwest. Daar gingen we weer. voor de derde maal van deze reis. De winch draaide de liinen al in. De mannen trokken de laarzen aan de be nen. de gumm liassen werden omge- sjord. de Zuidwester ging op. En dan neer aan dek. Heeft-le getekend, vroeg I Gijs aan de schipper. „Ja". Om vijf minuten over elf lag de kuil langszij. Met zes pakken haring van veertig minuten trekken I We hadden visserij gevonden. Nu kwam het er op aan zo snel moge- üik terug te stomen naar de plek waar ine hadden uitgezet en dezelfde route. uit gepast op de decca-kaart langs te trekken. Maar eerst, moest de haring j scheep. Jomp er op. klonk het zesmaal. Jomp er op. Uit de onderkant van het net plonsde de haring als pap aan dek in de last. D? stuurman stond telkens onder el.', i druipend pak om de pookliin los te i trekken. Tot over de knieën stapten de stuurman en Arie Modder door de zilve ren haringvijver aan dek. Het begon weer te regenen mei, harde vlagen. Ik ging met de meester naar de machinekamer. DE Maandag werd een goede dag op deze reis; het weer in aanmerking genomen. We deden die dag negen trekken en stopten 's avonds om acht uur met de visser;). Er waren twee trek ken bij geweest voor geen enkele haring, drie trekken hadden elk 30 manden ge geven, een trek gaf twee pakken, twee trekken vijf pakken en een trek zes pakken. Zeven en een half uur had de treiler die dag aan het net liggen trek ken en daarbij hadden we bijna zes uur nodig gehad om te verstomen. Na de trek met zes pakken kregen we aldra gezelschap van de andere treilers. Binnen een uur telde ik er weer 132. GELUKSVOGEL. Die dag dook ook dc Sch. 54 „Oceaan 9" op in het internationale gezelschap. „Waar zes haringen in de Noordzee zwemmen, zyn er vijf en drie kwart voor die Scheveninger", zei de roer ganger. „Die is wel zo gelukkig". En inderdaad: 's avonds gaf Jan Hartevelt Iets door van de vangstresultaten, hij had trekken gedaan van 6. 4 en 3 pak ken haring. Trouwens, er waren meer van die wonderlijke resultaten. De „Vios" deed Maandagmiddag een trek gelijk op met de Duitse „Julius Fock". Dc Duitser haalde na een uur trek ken een pakje haring scheep en de mannen van de IJm. 24 konden vyf maal „Jomp er op" horen roepen. En van de uitstomende treilers. die juist IJmuiden had verlaten, kwam 's middags in de aether. Het was Huib Krab met de „Medan", die het nicuw3 voor elke treileropvarcnde me?d:-cldc- de „Thorlna" had 1700 kisten uitgelost en maakte vandaag f. 27.C00. De ^,Ze°- landia" haalde voor de verse vis niet meer dan f. 5.600. .X>e vis wordt onbetaalbaar aan ae kant met al die stormen op zee." zei do stuurman. En de roerganger voegde «r aan toe: „Je denkt gewoon aan zelf moord als je de Noord in moet om een reis op verse vis te doen naar de zestig ste breedtegraad. Het stormt daar het hele Jaar al." Die storm bezorgt de treilervisserlj trouwens veel last. Er kan byna niet gevist worden, maar omdat deze mensen wel met een schip haring of vis thuis moeten komen, wordt het telkens maar weer gewaagd. „Je moet wel," zeiden do schippers die middag. „Je moet wel, je krygt toch geen beter weer. Zo zyn'we het hele Jaar nu al aan het prutsen." De netten worden bij deze trekken tijdens stormweer ook vaak vernield of bescha digd. Of: gaan verloren. De bodem van het Kanaal zit namelyk vol pieken of punten, zoals de schipper de oneffen heden noemt en daartussen liggen no; ontelbare wrakstukken van de invasie en konvooien. DE „Vlos" zocht de paardenstal weer op. De stokers betwisten elkaar ach terin de eigendomsrechten op een rode poon. Tenslotte werden ze het eens: het was een horsmakreel en ze zouden het met elkaar by Waterstaat gaan na vragen. Op de brug gingen de gesprek ken van schip tot schip, nadat het anker was gevallen en de wacht op de brug was gekomen. Het ging over vastlopen en steken, over plempen, over harinkjes, die allemaal in de rug van het net zaten en over de paardenstal, waar Hufo Ouwehand van de „Allanwater" de trog al drie keer leeg vond en waar de „Postboy" naar de mening van diens schipper altyd binnenliep, wanneer de duivel jarig was. „En ik ben het zwarte schaap", zei schipper Vooys van de Mary. „Goede drijf allemaal, goede steek of goeie anker. Ik doe nog een trek aan de sigaar en ga te kooi. Armoe is nog het beste joh." De mannen van de „Vios" waren al te kooi. Schipper Korbee ging ook plat. Op de brug stond matroos Eenhoorn leunend In een van de geopende ramen cp wacht. „Nog een half uur," zei hij me. De lichten van Calais waren achter die van de voor anker liggende vloot te zien. Het lichtschip „Dijck" liet de stralen in de brug van de „Vios" binnendringen. De treiler lag tamelyk kalm in de „sta!" Er piepte een blok. de ketting scha vielde wat en een van de borden klama met lichte doffe slagen tegen een galg. Van zestien trekken lagen ongeveer 800 manden haring in het ruim. W. N. 'Enige lezers vroegen naar de naam van de treiler op de foto bij de eerste reportage. Dit was de Duitse „Eckem- förde"). Als in een Middeleemvs ghetto Hebreenirs schooltje bij Salzburg, waar de verwachting van de Messias tot troost is voor de verdrevenen (Van onze correspondent in Wenen) Het kamp voor vluchtelingen In Glasenbach, onder de rook van Salzburg, heeft al heel wat wisselvalligheden meegemaakt. Onder Hitler was het een kazerne voor de S.S.. daarna diende het als interneringskamp voor vroegere zün er dc mensen ondergebracht, die na 1948 met levensgevaar de weg hebben rlo trklnnor^ over zwarte wandies ici detection, hier qute Anzeichen, hij tekentgevonden naar de vrijheid. de schippers over zw t J y Dit kamp verdient de belangstelling, niet omdat wy nogmaals de goed hier. Het draaide daar best in het Kanaal, tr mocht^oaji eens at ®nJoe jdacht willen vestigen op het treurige lot van al deze mensen, die huis Wat ons intussen vooral in verbazing bracht, was het kleine Thoraschooltje, dat zich eveneens in een van de barak ken bevond en waar de kinderen in dit geval alleen de jongens in de Thora of de wet van Mozes worden onderwezen. Daar zaten in dit kleine en kale vertrek ten minste twintig jongetjes van vyf tot acht jaar, die onder de leiding van de rabbi He breeuws leerden lezen. Met bedekte hoofden want dat is voorschrift zaten die peuters aan twee lange tafels met voor zich dikke Peuters aon twee tafels !:?uden Hebreeuwse boeken vol ezelsoren. Met tf ZONDAG is het net in totaal zes naar beneden. „Ay" kwam er terug. Qp .en reg°nachti»e da* liepen wij komstln godsdienstige bijeen- hun ]an;:e rituele haarlokken langs de n^ JS^rd g^n en heeft de De harmg vertoonde zich nog steeds olsTn^ch en k°m^n" h? \_J met elkaar vyfeneenhalf in zwarte vegen op de papierrol van het ontmoetten torn opeens de typische ge.; \z» Azende Hebreeuwse tekst op die "I, riloecend door een toch echolood. „Hij hetfc goed staan teke- staitp v„n eprl iJ—jc- rahhl F.teenliilc et 0 bekende Hongaarse gast- eigenaardige Joodse manier, namelyk nög Xf^zS^nlJTeer terug- nen". zei de waohtsman beneden tot de ffiVS m^cTu^ XPR "ijheid h~ft de rabb' 1 d<** »un hoofdjes rhythmisch heen stwnend na elke trek tegen stroom en j stuurman. „Flinke zwarte wandjes vaak ook nog storm I od een meter afstand een aanvaring worden vermeden; toch draaide het er hebben verlaten, omdat men daar zelfs in dit troosteloze leven van eeuwig i i i- Li J„. W^nt /Jo ruim 7700 mensen oo 180 wachten toch enkele lichtpunten kan ontdekken, lichtpunten die voornamelijk zonder verkeerslichten en zonder sirenes. Want de ruim k/uu mensen op iöu dc hulpvaardirheid van de Amerikanen. alsmede aan de treilers in die drijvende stad kwamen er allemaal met slechts een coel. Zi| levensmoed en de energie van de vluchtelingen zelf. kwamen vissen. Hun brood verdienen. wordt aangestoken. Bij het licht daar van worden dan de voorgeschreven ri tuele gebeden uitgesproken. Verbazing aan weerskanten In de verstrooiing. Men las op die dag hoofdstuk 33 van het eerste boek van Mozes. doch daarbij bleef het niet. want rondom de He breeuwse tekst stonden de verklaringen gedrukt en de commentaren van "de Bijbelverklaarder uit de Middeleeuwen Haschi. alles in het Hebreeuws, en dan nog heel klein gqdrukt. En tot slot was er een jongen, die een stuk voorlas uit de moeilijke Tal moed: telkens drie of vier Hebreeuwse woorden, die dan onmiddellijk in h:t Duits-Jiddisch werden veriaald. feil loos en zonder haperen, ook al zal v 1 niemand er de diepere betekenis tan hebben begrepen. Op dat ogenblik voelden wij ons op eens verplaatst naar een Middeleeuws ghetto, in een klein Thora-schoolijs, waar ook toenmaals reeds de Jooas? manneiyke jeugd onder de slechts.e levensomstandigheden in de Hebreeuw se wet werd opgevoed. Wij moesten toen even aan Ahasverus denken, aan de rusteloze Jood. die de gehele we reld door wordt gejaagd. Evenals hun voorouders zijn ook dez? kinderen van huis en hof verdreven om in de diaspora of de verstrooiing te leven, omdat hun ouders als orthodoxe Joden niet naar Palestina willen terugkeren, zolang de nog altijd ruwe zee en dan weer terug- |nen\zei ae wacntsmanoeneaenl tot ae hij er nog niet oud uit. maar hy -- tegen stroom en stuurman. .Flinke zwarte wandjes, vertoonde reeds de ronde rug van i. Zes keer werd er i Want deze zwarte wandjes maken de i:mand. die veel lest en hij keek ons uitgezet om negen uur. om halftwaalf. goed of slecht belegde boterham van de asn me, treurige diepliggende ogen. die om kwart voor ééne om kwrart over twee. reis uit Komen er tudens de trek ge- naar een onbekende toekomst schenen om kwaS over vier en om zes uur. Van noeg zwarte w andjes op de papierrol voor te staren die zes trekken werden acht pakken de dag. dan is het mogelijk in vyf ml- Hy vertelde ons de volgende merk- haring! 240 manden of 9600 kg. hann; 1 scheep gehaald. Uren lang waren de ma trozen er direct en al de anderen aan boord er indirect mee in de weer ge weest. Want was het net uitgezet en sjorde de „Vios" het net op een diepte van 20 vaam over de Kanaalbodem dan moest de vangst van de vorige trek het vis ruim in. Drie matrozen hakten bene den het iis aan brokken en schepten dit Met bewonderenswaardige ernst lezen zij in de dikke Hebreeuwse boeken. nuten een tre<: te hebben van ÏOOO man- waardig? geschiedenis die zich kon den harmg Voor de treilvisser moet de - peleden moet hebben afgespeeld. In haring echter op de grond zitten, welnu Palestina ziin niet alle Joden het eene de Papierro' tt'?s van oppervlakte tot met de nieuwe regeringsvorm in het zeebodem geheel zwart. jonge Israël. De echte orthodoxe Joden, Maar men Knt no« Xeetoihet mute-1 d,e staBjs 03 de komst van do rie van de haring Een rmsterie, dat'Me^aj wachten, beschouwen de roge- waarajynhik nimmer zaJ worden opge- i nng van de nieuwe Joodse als helderd. Neem nu eens die trek van de usurpatie, dus als een wederrechteiyk aen net ys aan 1»^»' -Zondagmiddag. Hierby is een stukje van vooruitlopen op de beloofde Messias. op de haring, die werd opgeborgen in de j het, echolood papier afgedrukt. „Minstens Daarom verzetten zii zich innerlijk ite- keeën- door 'planken (lanen) in vakken .duizend manden zouden dat moeten zijn jren dc moderne Joodse staat. Nu had- verdcélde ruimten, die voorkomen, dat zei de schipper. Het werden er dertig.. den deze rechtzinnige Joden uit hun de haring geplet uit het ruim komt wan-Dertig manden haring van een stuk geschiedenis geleerd, dat de keizer neer de treiler aan de markt ver- Kanaalbodem, waar het net volgens het V3n Oostenr.jk de titel draagt van ko- schlint. ccnolood byna niet door kon komen. Zo ning van Jeruzalem en zi) waren daar- Noz geen enkele keer waren de man- dicht zat de haring daar. En we hadden onl naar de Oostenrijkse consul in Tel nen van de „Vios" dit jaar op een Zon- een uur lang getrokken. Aviv gegaan, om dezo te verzoeken de da» thuis. Óp zo'n dag is het voor her. Het echolood ls een belangrijk hulp- tegenwoordige keizer, dus Otto van als aityd op de bruine treiler op zee: middel voor de txeilschipper. die op de Habsburg. uit te nodigen om ten min- halen vieren maar. vis strippen en in naring jaagt. Onafgebroken geeft het £te voorlopig als koning van Jeruzalem het ruim bergen: een vloek van hier. apparaat geluidssignalen naar de zee- naar Israël te komen ,i crhin pn overkomend i bodem, waarna de echos van deze sip- p^n kre°t van de kok in de Inalen keurig op een rol in een apparaat I Aangezien Otto van Hahsburg noch «-haftêeeee Op Maandag op de brug worden afgebeeld Hiermee zu" vader keizer Karei afstand heeft !od Zondag op ECTSte ton de schipper dus de diepte van de van de troon Ls de titel „ko- zee in het oog houden maar tevens lua" van Jeruzalem" juridisch eeno- KersMia,. >;omt hjj aan de weet of harlng men nog steeds in het beat van het SCHEVENINGEN RADIO was er Zon- zit. De haringscholen geven namelijk de Habsburgse Huls. De Oostenrijkse con- dagmlddag met een weerbericht, dat echo weer. die op het papier in zwarte i *?bt.er 'n de grootste verle- noe geen reden tot juichen gaf: vegen of vlekken worden afgebeeld Zo- 8enheid. want als vertegenwoordiger Vandaag nog matige wind tussen Zuid- doende is de positie van de haringsoho- I de republiek Oostenrijk kon hij west en Zuid morgen tot harde of krach- i len te vinden en in kaart te brengen. moeilyk dit verzoek aan Otto van tige wind toenemend'Zondagavond om ^OEN WE OPSTOOMDEN naar de '„ooit od^zou zlta' ingegaan zS uur kwam het machtige treilnet TVardenstal om een goed anker- 1 °P Z0U xisn ,DffeKaan' met de borden voor de laatste keer op J. plaatsje te. vinden, werkten de man. die dag scheep. Regenvlagen sloegen I nen jn de zit van de treiler. Het net was over dek. Er stond een flink aanschle- i kapot, de vlerken waren gescheurd en Wy hebben deze gesohi-/'enis ver- tende zee; ondanks dat matige in net ln de kuil zaten een paar gaten. De j teld, omdat zij een onverwacht licht weerbericht. I messen kwamen onder de gummijassen j werpt op de mentaliteit van bepaalde „Ga je gang maar. Kees zei deschip- vandaan en in kou. overkomend water .Joodse kringen, niet alleen in Palestina per tot de matroos van de wacht die en hagelbuien werd er geboet. Hier een maar ook in verschillende kampen als roerganger op de brug stond Hij kon gat. daar een stukje in: met acht man van vluchtelingen in Oostenrijk In het de stuurman gaan roepen. Er ging te- (tegelijk waren ze aan de slag Op alle I kamp van Glasenbach wonen bijv be- vens een roepie naar de machinekamer: schepen was het een dag van netten- trekkelijk veel Joodse gezinnen „We gaan halen" schade geweest. „Hallo", we gaan halen". „OK" En beneden wist de meester er Kandelaars uit Hongarije Oostenryksc metgezellen uitgenodigd weer te bewegen. Overigens kwam een kjjkje te nemen in het vertrek, ook de rabbi aan de beurt om van waar hy met ziin vrouw en zijn vier verbazing om te vallen want een van kinderen voorlopig woont totdat hy I de bezoekers bleek zo goed Hebreeuws w« stee» SE tmkf f» hu Ei" ,r; "KI „■sasse,** w bom,, wat het «;s ««orflm. Eerta* die benoorden Graven™, en Catete llgj zu Men alleen „kosjer", ondMhou-i nooltle ,Sa oh Li tail KS 1" Voor .de. ene treiler schoten we over den de Sabbatsnist en beschikken zelfs meegenomen. Het Ls nlet de Chanoek -- - "Leldsch in dit I fcom«L^Nog ntetjosgoc n.^hii tekent mU»je afsfandvan de Franse kust vond naamde „tempel", een klein vertrekje gemeen bekend ls. maar de kandelair veS' Suuïr'w. met de wetsrollen op perkament achter 1 die vóór het Invallen van de Sabbat I Joodse aooamt. onvervalste nog", riep dè schipper door het raampje I Korbee een plekje. echte Messias nog niet is gekomen. En daar leven dan die kleine kin deren in de barakken van Glasenbarl„ betrekkelijk afgesloten van de andeicii en zitten dagelijks soms uren lang in het kleine en muffe schooltje om Ie lezen in die eerbiedwaardige He breeuwse boeken met een ernst en een overgave, die ons overweldigt. Zij en hun ouders hebben feilelyk alles verloren en hun leven beslaat al leen uit verwachting, maar ondanks dat deerniswaardige vluchtelingenbe staan is hun één schat gebleven, na melyk het heilige boek!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 6