herfst op het water
r
Ga naar de Apen en...
HET FEESTJURKJE VAN
SWEET SEVENTEEN
Menu van de Week
i o
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 13 NOVEMBER - PAGINA 4
zich niet onderdrukken terwille van de groepsgezindheid, die
haar van de jongeren en van de ouderen afzijdig houdt!
Kijkjes in de Natuur
Vooral waar het het gelegenheids-
jurkje betreft, het avondtolletje voor het
feest van de dansles of de partij die
Mieke of Renata geeft, laat ze haar
drang naar uniformiteit grif varen.
Even gedecideerd als ze de daagse Jopper
kiest, die tot aan de gespslulting de
zelfde moet zi)n als die van haar boe
zemvriendin, even vastberaden kiest
ze haar eerste feesttolletje, dat bin
nen de grenzen van het gangbare
anders moet zijn dan dat waarmee
haar leeftijdgenootjes zullen pralen;
het moet aardig zyn en flatteus, het
moet de mode volgen en haar Jeugdig
figuurtje alle eer aan doen. Haar Jonge
ydelheidhaar ontbloeiende vrouwelijk
heid, die ze by het kiezen van haar
daagse, sportieve kleding amper in
consideratie neemt, zyn bij de keuze
van het feestjurkje haar richtlijn.
Een goede richtlijn overigens. Een
veel betere dan die welke Moeder zich
aanmeet, wanneer ze haar dochter te
gen haar zin in een onflatteuze nacht
hemdjapon steekt of haar een te kin
derlijk jurkje aantrekt. Slechts één
lang en kort jaar op een heel leven telt
die dochter zeventien lentes en maar
eenmaal bezit ze de frisse, jeugdige
charme die bi) die leeftijd hoort. Waar
om daar dan niet het uiterste profijt
van getrokken?
Waarom haar niet juist nu dat jurkje
Spiegeltje, spiegeltje aan de u-and,
Parijs, November '54
„Sweet seventeen" met haar moderne bobbykopje, met haar
pantalon of haar gezellige Schotse rok, met haar truien, haar
sweaters en haar cardigans, met haar jopper, haar sjaaltje en
haar frisse blozende toetjeWie ziet haar niet dagelijks in
haar sportieve, vlotte bakviskleding, die de pretenties van het
pretentieloze heeft en die de jeugdige draagster tot kind van
deze tijd stempelt en haar één maakt met de groep der zeven
tienjarigen. Volgens een ongeschreven bakviscode, draagt ze
hetzelfde als haar vriendinnetjes en voor geen geld trekt ze iels
aan dat buiten het gangbare van het ogenblik valt. Maar, al zijn
haar kapsel en haar daagse dracht als een uniform, al zijn haai
gebaren en haar terminologie identiek aan die van iedere
„sweet seventeen", toch laat haar ontluikende individualiteit
STIL lag het stadje achter de dijk
waar bovenop de van bladeren
leeg geplunderde bomen stonden
en waar het bruggetje was, donker en
oud. en door stenen glooiingen gedra
gen. De hemel daarachter was lood
grijs en ondoorzichtig. Dat was nu
overgebleven van het veelbelovende
morgenrood dat met brandende flar
den het grauw van de nacht had van
een gescheurd, een morgenrood, dat
ons. optimisten tegen alle weerpraatj°s
ln. met zoveel moed en zoveel ver
trouwen in de donkere ochtend had
zien vertrekken.
Het stadje sliep. Het mocht uit
slapen. want het was Zondag. Dus
keek het met een lodderoog van zijn
schemerig torentje naar de dwazen,
die. eind October nog wel, gepakt <*n
gezakt, een keiharde ochtendbries cn
een spekgladde aanlegsteiger trot
seerden. om een bruinglanzende boot
te gaan zeilree maken, die als een
meeuw, met de kop in de veren, op
het onrustige water lag te dutten.
Er lag een hele rij van die slapenae
watervogels, afgetakelde boten onder
bruine en grijze dekzeilen, maar al
leen in die ene had plotseling een
plezierige bedrijvigheid wortel gescho
ten. Daar werden touwen losgeknoopt,
en dekken opgevouwen, daar stroopte
men de mouwen op, tot een rhvthmisch
motorgeronk de boot deed trillen, ter-
wi1l hi) langzaam het jachthaventje
litkoerste. Daarbuiten greep de wind
hem in de flank, hij steigerde even
tegen de aanstormende schuimkoppen
en tornde er toen, met hoge voorste
ven, moedig tegen op.
ENIGE zilvermeeuwen hingen tegen
het grijs van de lucht. Ze balan
ceerden op de wind, acht. negen
grijswitte vogels met nauwelijks be
wegende vleugels, en kwamen niet van
hun plaats, hoewel ze ongemerkt hun
formatie wisselden.
Meerkoeten zwommen voor de boot
uit. Zo lang ze konden hielden zij het
water en zwermden waaiervormig uit
een. wel honderden bij elkaar, ronde
zwarte figuurtjes met witta bles boven
de snavel.
Maar onverdroten sloeg de motor en
joeg het scheepje door het water, al
nader, al nadertot er één begon te
fladderen en te trappelen met zijn
zwemvoetjes en te lopen op het water,
te spatten en te pledderen. toen nog
een tweede, een derdedaar hing
de hele koetenbent waterbruisend
boven het water, moeizaam trachtend
hoogte te krijgen. Buiten bereik van
het vasthoudende monster streken ze
in groepjes neer en hervatten hun ge
zellig samenzijn, dat bestond uit zwij
gen. een beetje onderduiken en wat
dobberen op de korte golfslag.
Toen verscheen er wild van ander
gehalte. Futen! Blinkende geoorde
futen, rechtop de witte borst uit het
water, scherp gepunt hun spitse bek.
wijd de waterkringen boven de plek.
waar zij. volleerde duikers als ze zijn.
onder de waterspiegel verdwenen
En kijk, was dat niet het dodaarsie
de kleine fuut. die zich naar de riet
voorn haastte, liliputter naast zijn
grote ne.-en uit het gilde van de be-
roeosdulkers?
Reeelmatie werkte de motor, vast
beraden kliefde het bootje de golven
hoog spatte het buiswater tegen de
zwaarden en sproeide over eanzboord
en kajuit en over de geoliede tassen
van de roerganger en van de anderen
die op het dek verspreid zaten een
kleine handreiking eaven of naar trek
vogels de horizon afzochten.
De lucht brak lanezaam open. de
wind trok het dichte eriis uiteen, ver
spreidde h°t ln vormloze veeen naar
alle kanten en gaf ruimte aan een
h»°rliik blauw, waaruit het och tend-
licht viel over heel de wijde schuimen
de watervlakte met z'n eouden herfst-
pracht van riet en biezen.
Tfuuk ttuuk met korte geluidjes en
driftige vleugelrukjes schoten kleine
vogelgroeptes over het water, vinken
op de trek en nog ander klein goed,
dat niet zo snel was te herkennen.
Een grote mantelmeeuw stond een
zaam op een aanleesteicertie een reus
onder ziin soortgenoten, het rugdek
donker afstekend tegen het smetteloze
wit van de borstveren waarboven de
kolossale snavel licht geel, als een
boeesDrlet uitpriemdc.
De boot kwam te dicht in zijn vaar
water. Dus sloee hij traag de vlerken
uit. geweldige wieken, die hem mvt
lome slag droeeen over de dijk en over
de boomgroepen rondom de boeren
hoeven. die er ln volkomen stilte en
rust verspreid lagen.
DIE boomgroepen zijn ln de herfst-
daeen zo buitengewoon mooi. Wel
hebben ze hun blad grotendeels
verloren zodat de oude nesten als op
gestoken vuisten zichtbaar ziin. maar
hun oude kronen hebben nieuwe tin
ten gekregen blauv en brulnviolet
gesluierd doorzichtig en teer. en steeds
v°rander®nd onder de ongedurige
h"nelb"liehtlng.
Het is een eenot en er eaat °"n
b"zondere bekoring van uit. op een
tijd, dat normale mensen zich nog
eens lekker omdraaien, over een on
rustig watervlak te kruisen, zonder
stoornis, zonder tegenliggers, en hele
maal alleen in een klein en zeer be
knopt wereldje waar alles aan vaste
regels is gebonden, alles zijn vaste
plaats en betekenis heeft Waar leder
een klaar wakker is. omdat er op vele
dingen moet worden achtgeslagen
Want daar is de betonning van de
vaargeulen, daar zijn de visnetten, die
moeten worden ontzien en de vogel
zwermen. die niet mogen worden ver
ontrust. Daar is ook het onbegrensde
gezichtsveld voor en achter, links cn
rechts, het wisselende bruin en blauw
van het water, daar zijn de eindeloze
rietkragen en de weilanden waar heel
in de verte een frisse regenbui, onder
een loodzwaar wolkendek vandaan
komt kruipen.
ZO stampte de boot zijn weg ge
stadig tegen de harde wind. die
de riethalmen boog en de wilgen
koppen wild dooreenstreuvelde. Snelle
eenden suisden over in koppels van
tien en twintig, met hun typische
figuurtjes, een halsje en een tonnetje
en rappe korte vleugels, die beurtelings
donkerbeschaduwa en felbeschenen
tegen het hemelblauw getekend waren.
Ruime keuze
uit wintergroenten
De Stichting Nederlands Zuivelbu-
reau schrijft ons;
Er is nu volop keus uit allerlei win
tergroenten, hetgeen we duidelijk aan
de étalages van de groentewinkels
kunnen zien. En al is het dan wel Jam
mer. dat we afscheid hebben moeten
nemen van de zomergroenten, toch
biedt ook het komende jaargetijde een
grote verscheidenheid, waarmee wij,
met een beetje fantasie, heerlijke en
voedzame gerechten in grote variatie
op tafel kunnen brengen.
Zondag;
Groentesoep, witlof met ham en
kaassaus, aardappelen, schuimige
citroenvla met wafeltjes.
Maandag:
Kopje soep. runderlapjes, koolraap
ln saus. aardappelen, fruit.
Dinsdag:
Hache. aardappelpuree, andyviesla,
griesmeelpuddinkjes met vruchten-
compöte.
Woensdag:
Gebakken kaaslap. witte kool, aard
appelen. koffievla.
Donderdag:
Zuurkool, aardappelen, worst, 3 in
de pan met appel.
Vrijdag:
Stokvisschotel met aardappelpuree
en mosterdsaus, fruit (Bonen we
ken).
In strakke lijnen schoten zij ver
achter de rietpollen op het water neer.
remden af. staken de pootjes naar
voren en gleden bruisend hun element
weer binnen, waar ze zich onmiddellijk
verloren in de duizenden en duizenden
dobberende eenden van allerlei soort,
van allerlei vorm en kleur.
In een scheefgezakte wilg. die zich
bij iedere golfslag de tenen liet over
spoelen. wachtten een paar aalschol
vers met gestrekte hals het langs hen
komende gevaar af. maar spreidden
dan toch ook de vleugels en gooiden
zich in de lucht, waar ze langzaam
omhoog klommen, omzwenkten cp
de wind en afbogen naar stiller oorden
Toen trok de schipper eens aan z'n
pijp. ging naar voren en hees het
fokkezeil.
Nu zou het pas goed worden!
SJOUKE VAN DER ZEE.
Zaterdag:
Stevige bruine bonensoep, yoghurt
met beschuit en bruine suiker.
Recept:
WITLOF MET HAM EN KAASSAUS
Ingrediënten: 1 kg lof. 150 200
gr. ham, 2',i dl. melk, 15 gr. bo
ter. 15 gr. bloem, 30-50 gr. ge
raspte kaas. peper en zout.
Het lof schoonmaken en wassen, waar
na we de struikjes in hun geheel ge
durende plm. 15 minuten in water met
wat zout koken. Daarna de struiken in
een vergiet laten uitlekken. De kaas
saus maken we van boter en bloem,
waarbij al roerende de melk wordt ge
goten. Pas na het doorkoken mengen
we de geraspte kaas erdoor. Nu om
wikkelen we de lofstruikjes met een
plak ham en leggen ze naast en cp el
kaar in een vuurvaste schotel, waar
na we de warme kaassaus er overheen
gieten. Beschikken we over een oven.
dan kan wat geraspte kaas over de
saus worden gestrooid, waarna we de
schctel ongeveer 10 mmutzn in deze
oven laten gratineren.
Recept
STEVIGE BRUINE BONENSOEP
Ingrediënten: 500 600 gr. brui
ne bonen. 2M liter water. 2 uien
of prei. 250 gr. soepgroenten. 3
dl melk, zout. peper en bouillon
blokjes.
De bonen wassen, weken en met het
weekwater gaarkoken. Hierna voegen
we de schoongemaakte soepgroenten
en de bouillonblokjes toe. Na een half
uur de melk door de soep roeren en
op smaak afmaken met wat peper en
zout.
mouwloos Jurkje van donkerblauw
wit genopte plumetis. dat over een
donkerblauwe taftzijden onderrok imet
paardehaar verstevigd) wijd uitstaat
De aangerimpelde japonrok bestaat uit
gerende banen, de onderrok heeft een
aangerimpelde volant.
In het bijzonder voor sweet seventeen
ook is het tweede modelletje geschut
Het is een jeugdig taftzijden japon
netje. dat met een klein kraagje h«g
gesloten wordt, dat korte, laag inge
zette mouwtjes heeft en een streng ge
tailleerd lijfje boven een wijd uitstaan
de rok. die vier heel diepe stopplooiet
draagt. Deze stolpplooien (middenvoor,
middenachter en opzij) zijn niet inge
streken. Een smal leren ceintuurtje
een kleine corsage zijn de accessoire
bij dit teenagerjaponnetje, dat midden
voor met stofknoopjes wordt gesloten.
Op geen andere dan op de slanke
lees van sweet seventeen zal het laat
ste feestjurkje goed tot zijn recht
komen. Het is een feestelijk modelled
dat uit kostbaar of uit weinig pnjtg
materiaal kan worden gemaakt, name
lijk uit fijne kant of uit een aardic
katoenen imprimé. Het is een streng
getailleerd model met aangeknipte
korte mouwtjes en een boothals de rei
van dit japonnetje is wijd en valt vol
komen glad over een stijve petticoat
van paardehaar of (gesteven) piqué.Ore
het decollete, onder de buste, om dt
taille en op twee hoogtes op de rok li
een rollint van zwarte faille of fluweel
gelegd, dat middenvoor is gestrikt eo
dat de aparte garnering van dit feest
jurkje vormt.
J. V.
geen beweging in de trein. ..Er moe:
iemand aan de noodrem trekken',
zei hij na een onderzoek. Inderdaad
was dat het geval en niemand min
der dan onze vriend de olifant »:s
de schuldige. Met ziin slurf hield het
beest de noodrem omklemd en me:
geen mogelijkheid was het te bewe
gen de rem los te laten. Pas toen er
een pond suikerklontjes aan te pti
kwam liet de olifant de noodrets
los
Denkt u vooral niet dat er alleen in
de dierenwereld gekke dingen voor
komen. Ook de mensen weten sotni
van schotsigheid niet wat ze doen.
In Californië kunnen de herenkap
pers het werk haast niet meer aan.
nu steeds meer mannen 'n perma
nent en krulletjes ln hun h3U
laten zetten!
tN hoeverre de mensen van de
I apen afstammen - of omge-
f 1 keerd! - is nog altijd, voor
f zover ik dat beoordelen kan -
t een onopgelost raadsel,
i De geleerden zijn 't er n'.et
i over eens, gelijk ze 't over zo-
a veel niet eens zijn.
a Valt "t U ook niet telkens op.
J dat als de ene professor nét een
nieuwe theorie heeft opgebouwd.
een ander daar vierkant tegen
f in gaat?
f Zó zelfs, dat we nu alweer
t n et weten, of de aarde rond of
i plat Is
f Zo güat dat in de hoogste re-
a gionen van het intellect: ge
a weet de ene dag n.et wat de an-
dere aan sensatie brengen zal.
f nog minder wat er morgen op-
a nieuw omvèrgeworpen wordt.
a Tot ge tenslotte nieis meer
J weet en even ver zijt als die
wijsgeer - wie was 't ook weer? -
die zei: „Het enige dat ik weet
f is, dat ik niets weet",
f Dit. als hoogste wijsheid, ult-
t gesproken.
M nu tot de apen terug te
keren.
Zo aapachtig als ze er uit
zien. zo menselijk zijn ze in de
grond.
Wanneer ge ln die glundere,
philosofische oogjes kijkt, zijn ze
misschien nóg menselijker dan
de mens zélf.
De apen horen en zien zóveel
enzwijgen.
Het kiese zwijgen behoort ln
t het algemeen niet tot de mense-
i Hjke eigenschappen, want de
f meeste mensen kletsen en rod-
a delen graag, omdat ze niets be-
i ters om handen hebben.
J Ze gluren achter hun horre-
f tjes en in hun spionnetjes en
J zijn dolblij, wanneer ze zich met
v andermans zaken bemoeien
t kunnen.
f Daar léven ze bepaald ln,
f daar voelen ze zich wonderblij
by. vooral als 't eigen leven zo
f hol als een cocosnoot is.
f pen zyn anaers.
i Aan apen kunt ge Uw
a héle ziel toevertrouwen
a Als ge ln Artls voor de tralies
J staat en ge zoudt hun klles zeg-
m-
gen. wat er in U omgaat, dan is
er géén nood.
Ze horen U. ze zien U en
ze zwijgen met een blik van ver
standhouding alsof ze zeggen
willen: „Maak je géén kopzor
gen. het blijft beslist onder ons"
En het blijft onder ons. daar
kunt ge staat op maken!
Ze hebben véél meer interes
se voor de apenootjes, die ge
achter de hand hebt. dan dat ze
Uw e gen nood op straat zuilen
gooien, laat staan dat ze er nog
plezier in hebben óók. zoals de
m°este mensen.
Ze zijn allang blij. wanneer ge
hun de pinda's geeft, die in hun
brein heerlijke visioenen der ge
liefde wildernis opwekken vi
sioenen van een land. waa in ze
eens zélf naar hartelust konden
rondspringen of waar hun voor
vaderen dTtelden tot e'gen ver
maak of dat der ganse familie..
WANNEER ge dus iets aan
een ander te zeggen hebt
ga dan naar de apen.
By hen is Uw geheim beter
bewaard dan by wie ook!
Ze mogen nieuwsgierig zijn.
maar ze houden vóór zich wat
ze hoorden, omdat ze er geen be
lang by hebben een ander te
schaden of pyn te doen.
Omdat hun leven tenminste
met Iéts gevuld is: de pinda
hobby. terwijl kletskousen er he
lemaal geen hobby op nahouden,
of "t moet die van het kletsen
tam9"'*'
zyn
Daarom zijn apen de allerbes
te kameraden van de mens. d.e
iets op z'n hart heeft
Het leven heeft hun geleerd,
dat 't heel wat beter Is góed
voor zichzélf te zorgen, dan r.cb
met een ander te bemoeien
Zó ver is de mens - ln negen
van de tien gevallen - Jammer
:enneg niet.
Bezoek dus. voor zover ge 1
by de m.eren nog niet gezocht
'ht. de apen
Enwordt wys
Zowel voor Uw eigen bestwil
als dat van de ander
Dan zult ge zien hoeveel pre'-
ger 't op deze él te platte we*
reld wordt.
FANTAS10 j
malle gevallen
De blonde Bobo. de dochter van een
Amerikaanse miinwerker heeft on
prettige ervaringen in de liefde op
gedaan. Zij trouwde in 1948 met de
multl-millionnair Winthrop Rockefel
ler. wat toen in de Verenigde Staten
grote sensatie verwekte. Nu is er
echter een eind aan deze romance
gekomen. E« echtelieden konden
het niet met elkaar vinden en in
Reno, waar aan de lopende band
echtscheidingen kunnen worden uit
gesproken, is het huweliik ontbon
den. De eens zo arme Bobo blijft
echter niet onbemiddeld achter. Zij
kreeg een schadevergoeding van 21
mlllioen gulden. Dat is géén schrale
troost!
„Laat me vandaag s.v.p. een beetje
uitslapen lk kon vannacht haast niet
slapen", dat lazen de bewakersin een
Amerikaanse gevangenis op de cel
deur van een berucht inbreker. Ge
vangenisbewaarders zijn ook niet de
beroerdste lieden, dus lieten ze hem
maar een uurtje slapen. Toen von
den ze het welletjes en gingen ze
hem wekken. De man was blijkbaar
héél erg uitgeslapen, want hy had
de tralies van het raam doorgezaagd
en was vertrokkenU
De olifant van een Zweeds circus, dat
in Kristinehamm zijn tenten had
opgeslagen vond het daar blykbaar
erg prettig. De olifant was met de
grootste moeite in de trein geduwd.
Eindelilk was het vertreksein gege
ven, de machinist wilde de locomo
tief laten wegrijden, maar hy kreeg
gegeven, waar haar hart naar uitgaat,
dat modelletje dat ze straks, als ze
eenmaal stevig op eigen benen staat,
waarschyniyk niet meer zal kunnen
dragen omdat ze. mét haar quasi onaf-
hankelyke afhankelijkheid, ook haar
bakvisjesleest verloren heeft
Juist als ze zeventien ls. flatteert
haar het enkelvrye dansjurkje met
wijde aangerimpelde rok. met glad
maagstuk en kortt gedecolleteerd lijfje
tzie figuur links boven). Het ls een