Een Zoeklicht. ZICH VOLKOMEN VERLIEZEN A Zaterdag 13 November 1954 neren masker, i uit Griekenland Oud dansmasker van hard hout. Bapende Archaïsch Azteeks masker uit een menselijke schedel ■en heeft mij wel eens gevraagd of dode dingen ook een „Bewogen Leven" hebben. Hierop antwoord ik stellig „ja!" Een van die dode dingen met een veel eien leven is bijvoorbeeld het masker! Als kind zullen al mijn lezers wel eens een mombakkes gedragen hebben, en zich .■achter heel „vreemd" hebben gevoeld! Misschien hebben zij wel de behoefte 'oeld anderen bang te maken. In elk geval waren ze op zo'n moment héél anders m gewoonlijk. Een half uur vóór mid dernacht. Een druilerige regen doet de straat glimmen. Ondertussen blllven de beelden uit Fernandeis ..Schaap met vijf poten" vóór Je langstrekken. Soms schiet je stilletjes in de lach om een kostelijke vondst of een rake opmerking Over het geheel ben je weer gepakt door de humor, zoals Fransen nu eenmaal ten beste geven. DE KLOK in de verlaten straat witst tien over half twaalf: door het late uur, de lange dag, hoe en waarom dan ook plotseling zeg Je: „Die vijf of zesvoudige rol van Fernandel zou ik ook wel kun nen spelen!" Zo zie Je jezelf gracieus wan delen door de eindeloze reeks kamers van Alain, de schoon heidsspecialist. Zlin vak bestaat bltlkbaar uit ingenieuze kunst grepen. plus een dosis in be- minlijke vrlendelhkheid verpakte suggestie. Onwillekeurig beweeg je. naar het voorbeeld van Fer nandel op het wittedoek. Je han den in zwierige zwaaien. In minder dan één seconde ben Je de geslaagde en bewonderde zakenman Alain. THUIS gaat dit fantasiespel nog door. Op een gegeven moment sta Je. in een drukke straat van Parijs, een winkelruit Aan boord van hel vlieg- dekschip Hornet, varende in de wateren rond For mosa met een aantal an dere schepen van de Zevende Amerik. Vloot, wordt een ballon opge laten. die uitgerust is met radar-apparatuur. Het doen van meteoro logische waarnemingen is een van de meest belang rijke takken van dienst aan boord, daar van het weer voor het grootste deel de start- en landings- mogclijkheden afhangen. te poetsen, op de zwierige, kwa jongensachtige manier van Etlenne. Een volgende minuut zit Je, als een weerbarstige zeeman, Woord van Bezinning IK SPEEL TONEEL de ellebogen op de tafel, een PÜPie tussen de tanden, in de kapiteinshut van je schip. Je speelt een grof en gespannen gokspel. Zo schuift ie ik. naar het voorbeeld van Fernandel, telkens in een totaal andere figuur. In een ommezien ben Je ook de vlotte journalist (met pijp!' Désiré. die pratende en schrij vende duizenden om de vingers windt. DE EERSTE aarzeling over valt je bii het betreden van het huis met geblindeerde ramen. De tragische maar veel zeggende rol van de vereen zaamde en geplaagde dorps pastoor. ook al weer uitgebeeld door die ene Fernandel. als één van de vijfling, „ligt" je niet. Aha! Je hebt niet de bevrij dende moed om clown te zijn. Want dat is iets anders dan toneelspel: Je schamele ik ca moufleren door duizend en één rollen van de ander! HDE ZOU Fernandel zyn als Fernandel' Hoe zou jü zijn. als je eens zou zijn. die Ie bent. zonder tel kens tegenover anderen, tegen over Jezelf en ook tegenover God te moeten bekennen: ik speel toneel? P. L. SCHOONHEIM, Herv. predikant voor het buitenkerkeliik werk, Hoge Rijndijk 14a is zo oud als de weg naar Jerusalem, leve volkeren werd het vaak gemaakt medicijnman, de tovenaar. Die deed dat tu", doch ging daarvoor diep in het woud. k- helemaal alleen. Slechts de wilde dieren Jian hem voorbij. Daar, door geen mens hij allerlei hocus-pocus uit. Hij danste. In allerlei bochten, maakte héél vreemde naaide zo een geest, een godheid naar zich ei masker voer dat hij maakte. nman voelde daar in de eenzaamheid heel ii ae geest in het masker voer. Daarom werkte net groot ontzag! zou hij zich wel voelen als hij het masker ht zou doen! Dan zou hi' er zelf niet meer KJ hij de „grote geest" zijn! Dan zou hij zó £i dat hij allen schrik aan zou Jagen die hem 1 In elke vezel zou hij de verandering voelen ondragelijk was de spanning die een gemaskerde bracht. Bij verreweg de meeste stammen enkeling slechts op die momenten een als de ganse stam het deed. Ën de ic' Aleoetenellanden vreesden hun maskers zo die na een dansopvoering verbrandden, of zo i°rten in grotten, dat ze niemand konden moet hel voor de mens zijn om eens even „weg" "te een „verliest zich" tijdelijk in dans of spel, in rijn droomkastelen. Doch Jiij, die een mas toden, heeft de sterkste gedaanteverwisseling Hij heeft zich zelf „volkomen verloren", is nblik uit zijn eigen Ik, dat nu uit kan rusten, di? een ander. En nog wel een sterke, iemana k vrezen heeft, die niet „vergaat". iet vroeger, bij de primitieven. Maar zelfs In •"laafde Griekenland, waarin de spelers -Ier Xs gemaskerd opkwamen, had het masker kiA ^tekenis. Pas na afloop van de voor- "eer toneelattribuut. •ep in de Nieuwe Tijd speel' het masker een «ne rol Ie Eeuw deden de Inquisitierechters Italië gemaskerd hun verschrikkelijke miw. bfu1, die Hl 1649 Karei I, Koning van bn>tL "jHhoofden, voorzag zich vóór de executie kdfinv Waarom? ZD die dit deden hebben zich Mt«n"prett'ser" gevoeld. Zodoende werkten r^H'tJkheid weg en konden deze dus kn SSa or het vergieten van bloed of het M de brandstapel. Zo, met het masker voor, heeft ze ook veel meer bekijks! Langzamerhand wordt het masker mode- en maskerade object. De magische kracht gaat verloren. Tegen het eind van de 17e eeuw wordt het voor de dames mode een blanke huid te hebben. In Frankrijk moest die huid blank als een lelie zijn, ln de Nederlanden blank els room Benoorden de Alpen droegen alleen de dames, en dan nog alleen uit de zeer gegoede kringen, maskers, in Italië hepen ook vele heren er mee. Daar was omstreeks 1700 hel dragen van maskers zo n ziekte geworden, dat velen eimee in de kerk verschenen ondanks uitdrukkelijk bevel van de geestelijkheid de „kaaklappen" thuis te latea In het Jaar 1636 schafte Lüsbeth. de dochter van Pieter Cornelisz. Hooft, zich met toestemming van haar vader, een masker aan. De drost kon echter niet nalaten het gebeuren als volgt te bespotten: Juffrouw Ljjsbeth lapt haar kaecken, Met fluweel, oft was satyns, 't Aenzlght om aen wit te raecken, KriJght tot korst een swarte grijns. Slaet ze niet te dege mis? Bleecken wil z', en gaet het maecken Bruiner dan 't van zellef is! TEGEN het eind van de 17e eeuw werd het masker als mode-object in West-Europa zeer algemeen Jong- gellefden. die elkaar heimelijk bezochten, tooiden zich ermee, om „vrij uit te kunnen gaan Deftige dames, en aanzienlijke burgervrouwen wedijverden met elkaar in het versieren der vaak fluwelen lapjesdie bij de uitrusting van een dame hoorden Waarheen bewoog zich dit alles? Zouden ook de kinderen weldra gemaskerd gaan lopen? L Is nu het masker als mode-object verdwenen. onze dames verkiezen duizendmaal een heerlijke strandteint boven het fragiele wit der gelapte kaken toch heeft het in andere vormen niet afgedaan. Nog altijd griezelt de opgroeiende jeugd van genot als het een mombakkes draagt, en menige volwassene, die zich al te open voelt voor de wereld, vermindert zijn kwetsbaarheid door het masker van strikte neutraliteit met wellevendheid te dragen! Doeh ondanks deze verstarring behoort de Geschiedenis van het Masker thuis in de rubriek: „Bewogen Leven". REIN BROUWER. -M komen nog enkele prenten en schllde- 3',roP gemaskerde personen staan. Zo 'Atrikv Avercamp ln het Jaar 1632 ex Win. v2n de Palts, die in onze geschledenit- cp h,, "'"koning genoemd wordt, met zijn ker Vi-. voor Gorcu»n Hare Majesteit draagt °m haar tere huid te beschermen niet -<tralen van de winterzon?" "wwmdttk. Hare Majesteit de Winter- 'f vrnimi .ii Parmant ook ijdel. Een ijdele, am I. i;,dlc eer>s Koningin was, houdt er niet ifezii-ht 2. n SaPen Al die blikken lezen immers zich nog ned?rlaag Doch achter het masker MARGUERITE STEEN: „En de zon ging onder". Deel I „Bristols Kluisters. Deel II „Donker ^/rika roept Deel III ..Emily's vlucht". Deel IV „De Zwarte Dood". Deel V Phoenix herrezen". Zuid-Hollandsche Uitgeversmij., Den Haag z. j. Marguerite Steen Is werkelijk niet voor een klein geruchtje vervaard. Na haar vier delen ln vertaling ge titeld „De Zon ls miin Noodlot", pre senteert zit nu maar liefst een vijf delige roman. „En de Zon ging onder" genaamd. Wanneer men deze roman een plaats zou moeten geven in de ro manliteratuur. dan zou men hem het beste kunnen zetten halverwege tussen The Forsyte Saga en Dc Op- standlgen. Deze familieroman be reikt namelijk nooit de hoogtepun ten van het werk van een Gals worthy, doch verdwaalt ook nooit in de huisbakkenheid van een Jo van AmmersKuiler. Het blijkt dat deze schrijfster al schrijvende veel geleerd heeft. Deze vijfdelige is zon der twijfel beter, echter en aan vaardbaarder dan de voorgaande vier delige. ondanks de aantrekkelijke naam van de laatste. V OP DE BOEKENMARKT^ Vijf -delen vol avontuur en familiedrama men hier te doen heeft met een ver volg en dat is ook inderdaad het ge val. hoewel de beide romans ik be schouw iedere groep nu maar als één boek. wat in het Engels ook zo is, naar ik meen zeer zeker op zich zelf gelezen kunnen worden, zonder dat de lezer de draad van het verhaal zou verliezen. „En de zon ging onder", geeft de levensgeschiedenis van de afstamme lingen van de slaven vervoerende re der Matthew Flood uit het vorige boek. De familie Flood Is nu ln de 19de eeuw een gezeten Bristolse familie. Enige zonen en dochters, ouders, ooms en tantes, worden met vaardigheid ten tonele gevoerd Speciaal de oude Harcourt Flood ls een imposante fi guur van het aloude familiegezagvoer ders-type. Zo ziin er meer te noemen, doch Indien wil allen opsomden, dan zou deze courant te klein zlin. In de nieuwe roman speelt voorna melijk John Flood een rol. verder het verweesde, maar zeer gefortuneerde nichtje Emily Temple en in het laat ste deel Johns dochter. Aldebaran. zo genoemd naar het schip waarop John als veertienjarige knaap uit Bristol gevlucht ls en niet naar het sterre- beeld. De delen, die ln Afrika spelen, zijn van een wilde avontuurlijkheid. Men kan al de verschrikkingen, die er in het zwarte wereldaeel te ervaren zijn. alle avonturen die er te beleven vallen, alle ellende die er te lilden is. aan vaarden of niet: het feit blijft bestaan dat Marguerite Steen over een stout moedige pen beschikt, die voor weinig terugdeinst. En ongetwijfeld zal zu historische gegevens ter beschikking gehad hebben, waarbij haar fantasie geen gering woordje meesproken heeft. De draad, die door de viif delen heen loopt, is het kleurlingenprobleem. Voorvader Matthew toch heeft een huwelijk aangegaan met een donkere schoonheid van Barbados zodat ln de Victoriaanse Floods zowel als ln de twintigste eeuwse Aldebaran nog een spoor van negerbloed aanwezig moet zijn. waar natuurlijk niemand lets van kan merken, behalve een paar van de Floods zelf. met name John en zijn dochter, die zich diep gegrepen voe len door het rassenprobleem en een deel van hun leven geven in het zoe ken naar een oplossing John heeft er in letterlijke zin zijn leven aan opge offerd en zijn dochter, op jeugdige leeftild reeds een beroemd schrijfster, zoekt met een hartstochtelijk leugd- élan naar de vriend van haar meis jesjaren. een pianist. Haar tournee in Amerika wordt niet anders dan een speurtocht naar die verdwenen ge liefde. Zn bezoekt haar familie in de Zuidelijke staten, waarbij zü in ver wikkelingen komt en keert met een nichtje, onder haai hoede naar Enge land terug. Echter niet na eerst Parijs bezocht te hebben, waar zij de be gaafde jonge neger van haar ieugd als een verlopen sujet terugvindt Het slot. waarbil lord Orlando Sax een grote rol speelt ls voor alle partijen in hoge mate bevredigend Men denke echter niet dat het by deze ene lijn blijft. Vele zijn de vertakkingen, die aan deze lerens ontspruiten en zo vormen deze boe ken een kleurig geheel, dat men zo nu en dan hoofdschuddend, doch gewoonlijk wel geboeid zal volgen. De vertaling ls slordig. Plotselinge overgangen geven de lezer het gevoel, dat er het een en ander weggelaten ls. De Sargasso-zee Is een zee vol wier en niet Iets waar „het uitschot van de Atlantic" huizen kan <pag. 25". Voor smerige luchtjes zaï men zeker geen „chemische reder (N?> vinden ipag. 35'. „Een onkreukbaarheid die zijn be hoefte aan die eigenschap verre te boven ging" (pag. 305) ls een kron- kelzln, die het bevattingsvermogen van de lezer verre te boven zal gaan en „doek" is ln dit geval ..haven en geen „dok", daar schepen naar Amerika uit de haven plegen te vertrekken en niet uit het dok. En verder is er over de meeste woorden, die betrekking heb ben op bestuursvormen en zeden in Afrika zo heengehuppeld. dat niemand er lets van snappen kan. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 11