De dood raakte Frans I aan w MEDEPLICHTING Een Zoeklicht, En Catharina werd Koningin „Je hebt niéts gedaan!' r 2e Jaargang No. 38 Zaterdag 18 September 1954 Bewogen Leven LCV Frans I was een man van de wereld. Niet zonder trots noemde hij zichzelf een Humanist. Doch zijn Humanisme zat meer in een vrij willen zijn van geestelijkheid en kerk dan een vrij willen zijn in de geest. Hij had trouwens weinig geest. Hij bezat wel charme en houding. Zijn leven zou een leven zijn van opervlakkige vrolijkheid en zwierigheid, afgewisseld zo nu en dan met briljante ridderlijkheid. Hij leefde in een.belangrijke tijd, in een tijd van verwording en vernieuwing. De dienaren der oude Kerk hadden merendeels hun roeping verloren en de voorgangers der nieuwe bewegingen staarden zich in het algemeen nog te veel blind op de oude zonden om waarlijk het allesomvattende nieuwe aan de wereld te kunnen schenken. De Koning was ziek, hij had last van zijn abces, doch zijn ziekbed werd geen aan leiding tot dieper leven. Hij verdreef de gedachte aan ziekzijn door zich te laten om ringen met schone vrouwen. Erger nog dan ziekte was voor hem verveling. En de verveling kon men verdrijven door schone kijkspelen, door nieuwe gewaden. Men voelt zich immers nieuw in een nieuw gewaad. Geen edelman kwam aan het Hof die geen dertig costuums bezat en hij, in zijn ziekbed, droeg nog zijde en satijn. ANDAAG heeft hU geen pün. HU ls In een uistekend humeur. Daarom heeft hU ook onmiddellUk toestemming gegeven zün schoon- :chter tot hem te voeren. Wat kan zij hebben? HU ls - ondanks alles toch op haar gesteld. Zjj staat aan de deur en klopt. Een duizeling bevangt haar en al haar zelfvertrouwen ■rvliegt. Wat heeft ze gedaan? Ze heeft de Koning te (teken gevraagd. De Koning, die altUd charmant is, doch i geen tranen kan zien, geen klachten kan horen. En wil met hem praten over de ramp die over haar leven tl komen. Ms ze binnentreedt ziet ze in een glimp de Koning ten, rechtop in zUn praalbed. Om hem zwerven kamer ouwen, die haar aankUken alsof ze een klein, vaal is. alles een droom? Een afschuwelUke, worgende droom? het is bittere werkelUkheid. ZU moet naar Italië ■jg en nu staat ze voor haar Koning. Een artistieke hand met vele diamanten wordt haar egestoken. ZU mag die kussen. Een paar vriendelijke m zUn op haar gericht en een welluidende stem zegt: rat verlangt mUn lieve dochter van mU? Zij kUkt hem aan. Dit vrlendelyke woord gaat haar or hart en nieren. Aan dit Hof heeft zU altijd in de luwheid geleefd, nu wordt het licht. Nu zegt de Koning •n haar: „Mijn lieve dochter". !lj vergeet de hofdames om haar. Zij is opeens héél ilfln geworden, doch ze Is geen gTüs dier meer. Er Is wn moment voor haar gekomen dal veel gelijkt op een Godsoordeel. Zy knielt voor hem neer. Eén hoop •tende ellende. ZU schreit als ze zegt: „Ik heb gehoord bt mijn Koning mij naar Florence terug wil zenden, ixh ik smeek U: Laat mU In Uw land blijven Sire, in Nr land. Ik vil In een klooster gaan of ik wil haar tonen die Gü bestemmen zult tot de vrouw van mijn PT is doodstil in de ziekenkamer. De vele vrouwen die er zUn staan als aan de grond de genageld, verstard in haar bewegingen van daareven, urven nauwelUks ademhalen. Alleen de Koning ademt Maar hU is immers de Koning? Alles is op hem Daar zit hij. in zUde en satUn. De heer büna het leven. HU kUkt naar de snikkende, knielende vóór zich en hU ziet dat ze Jong is. Zij heeft haar Sit van hem afgewend en dat is goed. Nu ziet hU haar te zware oogleden, nu ziet hü alleen haar ere tranen droppen. Nu ziet hU niet haar vlezige doch haar jonge schouders, aderden gedachten en gevoelens trekken opeens coor Boven die tuimeling ln hem bewaart hU zyn houding, hij dit huwelijk wel laten ontbinden? Aan de wettig- valt niet te twUfelen. Kan hU het zich, door vyanden tagd. wel permitteren de ChrlstelUke kerk in het 'zicht te slaan? Hoe gemakkelUk kan men hier een 0 uit smeden tegen hem. Wat voor belang heeft hU aderen van zUn zoon Hendrik? Hendrik heeft nooit in hart gewoond, die zonderling, die zich geestelUk hamelyk heeft laten binden door Diana de Poitiers. idt veel meer van zUn tweede zoondie Hendrik op zal volgenStil maarniet meer denken Hik rust ln grote welwillendheid op de jonge gestalte roet die zo'n onmetelijk verdriet heeft, die het ndig moeilijk heeft gehad aan zUn Hof en nog 'neeft geklaagd Uinkt een heldere stem door de zaal: „Sta op mijn 'iter, wat God verenigd heeft, dat scheide niemand, de Koning niet." Slaat zjj dit goed? Was deze stem als een ruisende I haar tot een zegen? Mag zU blUven? Blyft zy 1 de gemalin van haar gemaal? keurt haar betraand gezicht op. Haar stem is ils ze vraagt: „Sire, versta ik goed? Blyf |fw dochter?" Ie blyft myn lieve dochter." relaat van de Koning glanst van vreugde als hfj beide handen uitsteekt, dii zij kussen mag. jflj ln haar eigen vertrekken is. knielt ze niet om i. ZU denkt er niet aan. ZU behoort tot het type dat alleen hartstochtelUk bidden kanin nood. Wèl is ze oneindig dankbaar. Ze heeft gewonnen! Niemand zal haar voortaan openlijk durven honen. Eens wordt zU Koningin. Enze behoeft nu niet meer bezorgd te zUn omdat ze geen kinderen ter wereld heeft gebracht. Zelfs haar toekomstige onvruchtbaarheid is gesanctlonneerd. DE Jaren gaan voorbU- Zo nu en dan bezoekt de Kroonprins zijn gemalin op aandringen van zyn maitresse. Diana de Poitiers. Deze laatste hoopt nog immer dat de Florentynse haar geliefde kinderen zal schenken, opdat het huwelUk voor altijd van kracht blUft. De Franse Koning is wispelturig. En zie, in het negende jaar va^i hun huwelijk, schonk de achterkleindochter van de grote Lorenzo de Medici, die de tUdgenoten II Magnifico noemden, aan haar Kroon- prinselUke echtgenoot een zoon. Zij noemden hem Frans, naar de Koning dus. doch reeds over zijn ter wereldko- ming lag een schaduw. Want Diana de Poitiers was. met enige dienaressen, het huis binnengedrongen om toe te zien dat alles goed ging, dat de jonge Prins die verzorging kreeg waarop hU als Prins en mensenkind recht had. Haar vroege ochtend- ritten door de bedauwde velden, die haar jong moesten houden. zU was twintig jaar ouder dan de Kroonprins, had ze opgeofferd aan de verzorging van het Jonge kind, dat ook haar toekomst moest veilig stellen. Toen de hovelingen zagen dat Catharina dit toeliet, begonnen ze haar te verachten en vanaf die tUd bespotten ze haar nog meer omdat ze volgens hun zeggen geen karakter had. ZU begrepen niet dat de nog zo jonge Prinses niets zou vergeten en alleen maar wachtte op haar tUd om terug te kunnen slaan. Vergaat niet hij die te vroeg een vuist maakt? Was zU in haar vroege jeugd niet reeds bUna vergaan? Door gebrek aan macht? Twee jaar later zou Diana de Poitiers opnieuw de wacht bU haar betrekken. Diana was toen al diep in de veertig, doch nog altUd bond ze de Kroonprins naar lichaam en ziel. Haar sobere levenswyze en veel beweging hadden haar gestalte rUzig gehouden, en haar intelligente amandelvormige ogen en haar fUnbesneden. ietwat hautaine mond, getuigden nog immer van de wil om te heersen. Het kleine Prinsje kreeg een zusje, alles was goed. Eeuwen geleden stierven de mensen jong. twee kinderen was toen wel wat weinig om een troon voor altOd te stutten. En daarom oordeeld?n zowel Catharina als Diana en Hendrik het goed dat er enige reserve kwam. een heimelijke afkeer als medeplichtige beschouwd te worden. BU een straatrelletje of bu renruzie komen w« liever niet te dicht ln de buurt. Je kon eens in het geval betrokken worden en in een kwaad dag licht geraken. Loop door en bemoei Je niet met deze mensen. Als zU dwaas willen zijn en domme dingen doen. goed. dat moeten zii weten. De gevolgen zUn voor hun rekening. Ieder mens heeft ziin eigen verantwoordellikheld. Ik zal wel oppassen mU te mengen ln an dermans zaken. Die gaan mU nu eenmaal nlete aan. WOORD VAN BEZINNING Erfzonde gaat ook in de breedte. Je medemens ln de ge vangenis. je buurman of verre neef. die met de rechter in aan raking ls geweest en zUn straf heeft uitgezeten, legt op ae maatschappU. over de gehele li nie. het oordeel van medeplich tigheid op. DAT GEBEURT. Ontegen zeglijk. Maar het is ook een on- weersprekellike waarheid, dat de Bijbel met grote heftigheid tegen een dergelUk listig en god deloos afschuifsysteem protes teert. Jezus, die het privilege zou hebben zich te onttrekken en en onbesmet te blUven. ls vrij willig medeplichtige geworden. Van die ander. Van ons. HU schuift niet af. HU trekt met de mensen ook hun per soonlijke en gezamenlüke schuld naar zich toe HU is de verpersoonlijkte barmhartigheid van God. HU is de grondlegger en de grondslag van alle hulp voor mensen in morele, geesteiyke en financiële nood. ONDERTUSSEN spreekt de kerk van erfzonde. Dat ls een regelrechte en onverbloemde beschuldiging me deplichtig te zUn. Je bent eenvoudig medeplich tig aan het kwaad, waarover ae politieregisters en de rapporten van de rechterlnke macht nauw keurige en uitgebreide aanteke ningen bewaren. De ellende In de wereld. In alle grauwe en gruwelijke va riëteiten komt niet voor reke ning van deze en gene of van een groep mensen. Wit allen met elkaar zUn schuldigen, medeplichtigen. ESrfelilkheid laat zich uitteke nen met een grillige lijn door de opeenvolgende geslachten. Erfzonde gaat niet alleen in de lengte, zodat Je als fatsoen lijk mens uit een fatsoenlUke familie onbelast en onbesmet aan de kant kunt staan. Niet hU of zij is slecht. WU zUn slecht. Vanbinnen, hoe onbesmet wil ook ln ulter- UJke daden mogen zUn. OCH KOM. Dat is vrome zwartmakerii. De Blibel ls Immers een somber boek en de kermensen gebruiken de uitspraken van oude dichters en profeten om de schuld, die zU op hun kerf stok hebben, van zich af te schuiven. De last. die voor hun rekening komt. willen zij zoveel mogelijk over anderen verdeler- Op die manier vegen zU hun eigen straatje schoon en kunnen zU ongehinderd hun kwade prak tU ken met een gerust ge steld geweten voortzetten. Niet vanwege een mateloos medelyden. maar vanwege zyn onbeperkte medeplichtigheid. DAAROM ls bUvoorbeeld de Reclassering een actie, die uiteindelUk van Hem af komstig is. Vergeet dit niet wanneer in de komende week uw morele steun en uw bUdrage in geld wordt gevraagd voor het te rechtbrengen van ontspoorde P. L. SCHOON HEI M Predikant voor Bijzonder kerkewerk van de Her vormde Gemeente Leiden. H. RUndUk 14a. TOEN ZU nu voor de derde maal in blyde verwachting was. gebeurde er ln FrankrUk iets héél merkwaardigs. De Koning had altUd van reizen gehouden. Met een hofhouding van enige duizenden was hU vaak het land door gereisd om gehuldigd te worden en pot te verteren. Doch in het jaar van de derde Blyde Verwachting van zyn schoondochter, maakte hU een reis door zyn uitge strekt RUk met slechts eén persoon, die gewapend was met een zeis: het was de Dood. De Dood zei tegen de Koning. hij was heel rustig en vriendelUk: „Kijk eens Sire. ziet ge Uw eigen oogst op de velden staan? Ik zal het weldra voor U maaien." „Het ls niet veel," zei Frans verbaasd. „Hoe komt dat toch." „Nee", zei de Dood, „het is niet veel. Het is snel gemaaid." .Maar ik ben toch een Koning." „Dat was je, Ja. Maar in het uur van je dood kun Je geen Koning meer zUn, dat zie Je toch wel." „Maar waarom is mUn oogst dan zo weinig, ikik ben toch een Koning." „Slechts als een Koning sterft, hy die de Tekenen des Tyds heeft verstaan en de Goede God geholpen heeft de wereld te bewegen in de richting die HU wil." „Sterft ook hU aldus dienooit Koning is geweest?" De Dood knikte ernstig: „Ook diè, ja." „Witwit zUn dan de Tekenen van mUn TUd?" In jouw tyd Ls de Kerk van Christus gescheurd en jy hebt het aangezien." „Had Ik dat dan kunnen verhinderen?" „Als een kerk gescheurd wordt, wordt haar ziel ge spleten. Het moedergedeelte, de oude kerk dus, keert terug tot een heel verre tyd en raakt uit de tyd. Zfj gaat er voortaan trots op dat ze de oudste is en dus de beste. liet kindgedeelte. de jonge kerk. krygt zoveel haast in zich door vervolging, dat ze geen kind meer van haar moeder wil zyn en zelfs geen kleren meer van haar wil dragen. ZU gooit teveel over boord." „Wat had ik dan moeten doen?" „Je had in de Oude Kerk kunnen gaan staan om die te behoeden voor verkalking. Dat heb je niet gedaan. Integendeel, je hebt bisschoppen en abten benoemd die je het meest boden. Je had ook in de Nieuwe Kerk kunnen gaan staan om die te behoeden voor eenzijdig heid.. Een preek alleen saneert de ziel des mensen niet, JU hebt niets gedaan. Toen Je voelde dat ik komen zou heb je wat ketters verbrand, om als een „zuivere in de leer" te kunnen sterven." „Heb ik dan niets goeds gedaan? Niet belangryks?" „Je hebt de Koninkiyke macht gesticht door Je edelen uit te kleden. Je hebt ze op zo hoge kosten gejaagd, dat ze hun geld kwijt zyn en daarmee de mogelükheld tot verzet." „Dan heb ik toch waarlyk iets goeds gedaan. Dan kan lk als Koning sterven." De Dood glimlachte tegen hem en zei: „Je sterft zeker ln mooie kleren, Frans?" De Koning keek hem aan en sprak dapper: „Ik sterf als een Koning." „Toe dan maar", zei de Dood gemoedeiyk. „Koop dan de zwarte zU al vast maar." Toen hoonde de Koning: „Zwarte zU. Ik wil gekleed zUn in een hemd van vuurrood satUn. met een tuniek van azuurkleurige zUde. Lelies zullen erop gestikt zyn. Daarover heen zal ik een Koningsmantel dragen afgezet met hermeiyn en eveneens met lelies bestlkt. Op myn hoofd zal ik" De Dood raakte zUn arm aan en zei ernstig: „De derde Maart kom ik Je halen Frans, zo tussen een en twee. Wel-te-rusten." En de Dood kwam zoals hU gezegd had en onmiddellijk daarna werd Catbarina de Medici Koningin. REIN BROUWER. Norman Collins. „Kinderen van de Aartsbisschop". De Fontein, Utrecht z.j. Norman Collins is een romanschrij ver In de grote traditie van Charles Dickens. Hy heeft dit reeds bewezen in zUn vorige romans, speciaal in „Lon don belongs to me", dat evenals „Kin deren van de Aartsbisschop ccn groot en welverdiend succes ui Engeland heeft gehad. Traditioneel in de goede zin van het woord is de brede opzet van zUn boeken.Zoals hij in ..London belongs to me" een beeld heeft opgebouwd van de stad in haar geheel en uit deze basis enige gestalten heeft gekozen ais representanten van de bevolking, zc heeft hii in deze roman het weeshuis ..De Aartsbisschop" gekozen als onder werp En wederom tekent hU dit wees huis als een geheel, zodat het gebouw voor de leeer een bron vol leven wordt. Uit. deze gemeenschap licht hy de in dividuen één voor één: de voorzitster van het regentencollege, de directeurs, de leraren en leraressen, .eden van hot personeel en enkele kinderen. De sterke draad, die alles te zamen houdt, is de geschiedenis van de ongehuwde moeder Margaret. Met zijn grote mensenkennis keert hU ziin gestalten om en om. zo dat zii zich als het ware van het papier losmaken en als bekenden om de lezer heen gaan bewegen. Met Dickens heeft Collins de com binatie van beweeglijkheid, humor en l OP DE BOEKENMARKT) hart gemeen, die maakt dat het tra gische niet te tragisch en het ver- makelyke niet alleen maar koddig wordt. Daardoor ook krygt zUn uit beelding van mensen een verfrissende levensechtheid. „Kinderen van de „Aartsbisschop" is een meeslepend, le vendig boek en een kolfje naar de hand van een ieder, die een grotere roman het boek telt 443 grote pa gina's niet alleen opneemt om de tyd te doden, doch ook en voornl om ervaring op te doen en een heldere kyk te bevorderen op zijn mede- stekend getekende kinderen. Ginger en Sweetie, wgl heel erg goed afloopt, doet aan de waarde van het boek niet af. Ook Dickens liet het goede gewoon lijk zo zegevieren, dat men aan het eind van ziin romans meestal de ver zuchting slaakt: .Was het maar waar". Rudolf Boorsma. „De jongste Be diende". H. P. Leopold, Den Haag 1954. Ik wil aannemen., dat ,.De jongste Bediende". Rudolf Boorsma's eerste ro man is, aangezien het boek duidelijk de eigenschappen vertoont van jeugd werk. Een jong mens heeft nu eenmaal de neiging de wereld topzwaar te ma ken. zodat deze zich voor zijn ogen op de kop keert. Daar is niets op tegen, het is zelfs een goede eigenschap voor een beginnend mens om zozeer door 's levens onrechtvaardigheid gegrepen te worden. Echter, wanneer dit jonge mens een roman gaat schrilven. dan moet voor zyn ogen het evenwlch her steld zijn. opdat de roman niet mee kan duikelen met de storm en drang van de auteur Dat Boorsma een schrijverstalent heeft, bewiist de koele en soms door dringende stiil waarin het boek ge schreven is. Ook ls hil in staat een milieu, het kantoor, een ervaring, de onderdulktyd van Flip Omen. mensen, de typisten, mevrouw Roodvos, met weinig middelen goed neer te zetten. De topzwaarheid van het werk komt voort uit het feit. dat hU de dingen, die hem ln mensen en situaties gehin derd of gegrepen hebben, een te grote tragische waarde heeft gegeven, zodat deze gestalten niet werkelijk zichtbaar worden door het onevenredige van hun constructie. Indien de schryver tot het inzicht komt dat Flip Omen niet had moeten vragen begrepen te worden, doch via zUn niet begrepen zUn. tot het begry- pen van zUn medemensen had moeten komen, dan zal Rudolf Boorsma een goede roman schrilven. Olaf J. de Landell. „Ave Eva". F. G. Kroonder. Bussum z. j. „Ave Eva" is een wel aardig niemen dalletje en toont aan. dat de kleren In derdaad de man. In casu de vrouw, kunnen maken. Door de tameiyk on- mogeiyke situatie, waarin Eva Blom- bergh geplaatst wordt, ontpopt deze Assepoester zioh tot een niet alleen aantrekkeiyk. doch ook pienter en gees" ttg meisje. Haar Assepoestertijd heeft haar een zekere mensenkennis gege ven. zodat zii nu het lelijke jonge eendje een zwaan is geworden, haar nieuwe omgeving gemakkeliik de baas kan worden. Jammer, dat het geheel van een zekere banrJltelt niet vry te pleiten is. CLARA EGG INK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 13