Gemeentelijke Plantsoenendienst
bestaat 75 jaar
63ste Jaargang
LF.1DSCH DAGBLAD
Donderdag 16 September 1954
Tweede Blad No. 28323
LEIDENS VISITEKAARTJE
In 1879 kostte onderhond
(aanplant) 1193.—, thans bijna
twee ton
In komende jaren moet nog 45 H.A. als
sport- en speelterrein worden ingericht
Momenteel ruim 34 H.A. in onderhoud
Dit jaar bestaat de Gemeentelijke Plantsoenendienst te Leiden drie kwart
jw. Het is de tegenwoordige chef van deze dienst, de heer A. Galjaard,
dit heeft ontdekt. Snuffelend in oude documenten en het verslag omtrent
j» toestand der Gemeente over het jaar 1879 eens doorbladerend, kwam hij
de ontdekking, dat in dit jaar de eerste tuinman in vaste dienst werd aan-
siteld.
Wethouder Jongeleen, onder wiens supervisie deze dienst staat, van dit
,1 op de hoogte gesteld, vond hierin aanleiding om dit jubileum te koppelen
in het ingebruiknemen van het park „Roomburg", gelegen in de Roodenbur-
Tpolder tussen de Van Vollenhovenkade en de Nieuwe Vaart. Aan de open-
^lling van dit park, dat voorziet in de behoefte aan actieve recreatie in deze
ingeving (zoals bekend komen er bok tennisbanen en hockeyvelden), gaat
•orgenochtend om tien uur op de Stadskwekerij aan de Nachtegaallaan een
(«nvoudige herdenkingsplechtigheid vooraf. In de middaguren zal dan de
i.rgemeester, jhr mr F. H. van Kinschot, de opening van het park „Roomburg"
irrichten.
Hoewel, zoals gezegd, de herdenking
dit jubileum slechts op zeer beschei-
schaal zal plaats vinden, is het
liressant genoeg om eens wat breder
te gaan op de geschiedenis en ont-
lieling van deze dienst, waarvoor wij
jfcbnar gebruik maken van een ter ge
kheid van dit 75-jarig bestaan uitge-
en tijdschrift van de hand van de
tr Galjaard over de groenvoorziening
Leiden.
Deze voorziening, welke tevens een
trrir.iaiing inhoudt, vormt in feite
;«h het „visitie-kaartje" van Leiden?
Hd zijn immers de plantsoenen ei
uitgebrachte groenversiering (bomen,
sters en bloeiende planten) in lanen
parken, welke juist een stad haar
ilrrkkelükhcid geven. Veelal „leest'
vreemdeling de welvaart van een
Ud c
i af.
dit I
NATUURSCHOON IN EN ROND
LEIDEN
den wij in de geschiedenis van
11 terug, dan blijkt uit oude stads-
?n en gravures hoe in een bepaal-
d de algemene aanblik is geweest,
tod tot tijd kan men verschillen-
i.tuaties zien. Nu eens zijn Boom-
Bï:, Hooigracht, Nieuwe Run. Rapen-
B: Hooglandse Kerkgracht of Her;n-
B:nt met statige bomen beplant, dan
Br kaal. al naar mate het hout kap-
B is geweest.
mooi zich het Rapenburg, de
gerweg en de weg buiten de Ho-
e poort in vroeger jaren hebben
I^Klaan, vertellen ons oude fotogra-
stad zorgde mede voor de be-
g van de toegangswegen onder de
ten Zoeterwoude, Oegstgeest en
:;rdorp. waarvan de ambachtsheer
rechten eens aan Leiden behoor-
particulieren hadden in lang ver-
'liden behoefte aan schaduw voor
bedrijven en plantten zelf bomen
'un percelen, al of niet met toe
ing van de stad. Een voorbeeld
men nog zien in de Nieuwstraat
de Distilleerderij en Wijnhandel
':r de Boompjes", waar nu nog.
a oud recht, leilinden staan.
1KERIJEN LANGS DE SINGELS
rele blekerijen. die langs de Sin-
gevestigd waren. - hoe typisch
vtn hun namen als bijv. „Het Lam-
Ije Groen" of „Het Springende
ird" - bleekten voorheen in de open
il op hun grasvelden. Daar zij
gesteld waren op de gebruikelijke
n en kastanjes, die loolzuurvlek-
op het wasgoed konden geven,
ochten z\j steeds om linden. Zulke
tn zijn thans nog te vinden langs
Witte Singel en Zoeterwoudse Sin-
zo het Gemeentebestuur wel wat
over de beplanting, de opbreng-
aren er om dat goed te maken,
opbrengst van gerooid hout was
'dijk, de stemming op de verkopin-
toet goed geweest zijn. want op
aierover komt een post voor van
jenever.
LEIDEN: IEP'ENSTAD
het iepenhout hier gced groeide
grootste gebruiksmogelijkheid gaf
e industrie, waren de iepen steeds
i trek; zozeer, dat men omstreeks
leiden wel eens de „Iepenstad"
noemen.
ht daarvoor passende seizoen wa-
-s 15 man voor het snoeien van
bomen nodig. Doorgaans plantte
a de 5 A 6 meter, hetgeen mede-
dat het snoeien vaak zeer rigou-
"oe=t geschieden, wat veel pro
lan de bevolking ontlokte. Ruim
t'f geleden, installeerden B en W.
inleiding hiervan, een commissie
siundieen. wier uitspraak was.
onmogelijk anders gesnoeid kon
"nzij men de bomen om de
In een gemeenteraadszlt-
iaar 1915 kwam het bij de
van deze onderhoudszaak
■ee discussies. Het voorstel, om
pihode voorzichtig en als proef
oassen, werd toen aangenomen,
ar greep, nadat men zo een ttjd-
wns, op zeer ongelukkig? wijze
iepziekte maakte spoedig elk
erbodig, terwijl ook het rooi-
an aard veranderde.
OUDE BUITENTUINEN
Ges blijkt, dat ook ln vroeger Ja-
lóreng naar de natuur de mens
ung-'boren ls geweest.
-r. de steden alles binnen de
JHouwd was. zocht men bulten
i zijn recreatie in de vorm van
ften verschijnsel, dat ln de 16de
tuw sterk toenam.
^'en niet alleen d» welgeslelden.
buitentuinen hadden, doch
k middenstander en de hand-
n finantiële draagkracht
en belangstelling spiegelden zich in
hun tuin af. Er waren erbij met
prachtige „koepels", zowel als met
eenvoudige optrekjes met of zonder
galerij. Sommige hadden orangerieen.
druivenkassen, broeikassen, goudvis
kommen. vijvers, becldenpartijcn, slin-
gerbossen. enz. Ook hadden enkele
hier droogramen voor het lakenbedrijf
van de eigenaar.
Een zeer enkele maal vond men hier
zelfs een kolfbaan. Uiteraard waren de
meeste tuinen van eenvoudige opzet.
Prijzen van 50 tot 100 gulden voor de
aankoop van zo'n tuin al naar gelang
de ligging, waren gewoon.
Het uitzicht was natuurlijk een ele
ment van betekenis, bij verkc pingen
leest men bijv.: „met gezicht over de
landerijen en op de bossen van kasteel
Cronesteln en van het kasteel Zwleten".
Een naam als bijv. „Land en Cingel-
zicht" tussen Mare- en Heren poort
spreekt voor zich zelf.
Kwam er oorlog, dan werd alles bul
ten de wallen afgebroken en omge
hakt.
Uit dergelijke tuincomplexen te Lei-
den. buiten de Koepoort. Marepoort.
Zijl- en Herenpoort enz., zijn aldaar de i
latere woonwijken ontstaan. Nog slechts i
één tuin, die volkomen in dit kader past I
is te Leiden bewaard gebleven tussen de 1
Witte Rozenstraat en het Rijn- en
Schiekanaal.
Hier en daar hebben, speciaal aan de
Singels, deze buitentuinen zich ontwik
keld. tot aantrekkelijke parken met
AANLEG VAN DER WERFFPARK
Nadat reeds op 3 October 1884 op de
„Grote Ruïne" een standbeeld voor Van
der Werff was onthuld, besloot de Ge
meenteraad precies 2 maanden later tot
de aanleg van een park op dit, sedert
de ontploffing van het kruitschip in
1807, kaal gebleven terrein.
De aanlegkosten werden geraamd op
f.8700.—, het Rijkssubsidie bedroeg
f7000
Het werk werd uitgevoerd onder toe
zicht van de tuinarchitect de heer H.
CopiJn; het gemeente-verslag weet te
melden, dat „het resultaat zeer ln de
smaak viel bij het publiek."
STADSKWEKERIJ EERTIJDS
ACHTER DOELENKAZERNE
Reeds eerder was de Stadskwekerij op
het terrein achter de Doelenkazerne
zij lag daar op de smalle strook grond
van 136 meter lengte tussen de Binnen
vestgracht en de Witte Singel opge
heven; in 1884 werd een nieuwe kweke
rij aangelegd op de Vestwnl tussen de
molen „de Stier" en de begraafplaats
tegenover de Maresingel.
Van de n euwe kwekerij leest men. dat
die „werd ingericht en met boomen be
plant. omdat daarvan verwacht werd.
dat over enkele jaren zwaardere boo
men ter beschikking zouden komen, dan
ln de handel te koop waren." Om de
zelfde reden worden nu nog alle laan
bomen voor de gemeente op de kwekerij
opgekweekt.
VAN 5 NAAR 34 HA
PLANTSOENUITBREIDING
De toeneming van de plantsoen-op
pervlakte (ln deze 75 Jaar van 5 naar
34 ha) ging van de eeuwwisseling tot
1914 zeer langzaam. Straten uit die
tijd zijn grauw, zonder groen.
De eerste uitbreiding van enige be
tekenis kwam in 1921 met het Kooipark
van 1.9 ha., waarmee een bedrag van
f-115.000.gemoeid was.
In de nieuwe wijken welke na de eer
ste wereldoorlog ontstonden, kwamen
alleen kleine plantsoenen voor. Hoe
klein deze waren, blijkt uit het feit. dat
60 van deze plantsoenen met elkaar een
oppervlakte van 2.6 ha beslaan.
Langzamerhand werden ook de ruwe
bermen langs de singels tot strakke
grastaluds, gedeeltelijk met heesters be
plant, omvormt.
De bomenrijen langs de singels aan
de huizenkant verdwenen voor en na.
om plaats te maken voor vredere ver
keerswegen met ruimere trotto rs.
Morgen opening
park Roomburg
TOE MAAR JONGENS
In 1895 kon men het, blijkens het ge
meenteverslag. nog doen met 2 tuinlie
den. 5 boomsnoeiers. en 6 „aardwerkers".
Met de vakkenn.s nam men het in
die dagen niet zo nauw. Doorgaans
kwam men 's winters in dienst om op
geleid te worden tot boomsnoeier. Be
langrijk was hierbij, dat men goed in
bomen kon klimmen en de bijl vlot leer
de hanteren. Toe maar jongens
Wie goed durfde en er flink Inhakte,
maakte een kans na de snoe: periode te
worden ingedeeld bij de onderhouds
ploegen voor de plantsoenen of bij de
schuitenvoerders voor de aan- en af
voer van bestratingsmateriaal.
MEN WAS VAN ALLE
MARKTEN THUIS.
Een tuinman had in die tijd menige
nevenbetrekking bij de gemeente:
j Dinsdags, Vrijdags en Zaterdags
moest hij In de Waag kaas lossen en
wegen; op de Veemarkt penningen
innen, vee tellen, de bekken van
koeien opensperren voor de veearts
voor controle op mond- en klauw
zeer en schapen omgooien voor de
rotkreupel-contróle.
Enige tuinlieden moesten jarenlang
bü veertiendaagse toerbeurt op het
politiebureau slapen als bemanning
van een brandweerladdcr, gereed om
bij alarm direct uit te kunnen ruk-
I ken. Weer anderen reden 's winters
met de kolcnleveranciers van de ge
meente mee. ter controle op de afge-
i leverde hoeveelheden brandstof.
Daarnaast liep men in de zomer
's avonds en 's Zondags wacht in de
door vernlelzuchtlgen bedreigde plant-
derijen van het gemeentelijk grond
bedrijf. terwijl de dienst voorts ad
viezen moet uitbrengen bij het ver
plaatsen van tuinbouwbedrijven in
verband met de stadsuitbreiding.
Tot de taak van deze afdeling van
Gemeentewerken behoort thans ook het
ontwerpen, voorbereiden en aanleggen
van sportterreinen en het geven van
technische adviezen omtrent het on
derhoud hiervan.
Ook het aanleggen van volkstuin
complexen. het onderhouden van con
tact met en het geven van techni
sche adviezen aan de volkstuinvereni
gingen. zijn nieuwe taken voor deze
dienst.
Tenslotte omvatten ziln werkzaam
heden nog het aanleggen en inrichten
van speeltuinen.
De stadskwekerij aan de Nachtegaal
laan. welke vanzelfsprekend tot de
dienst behoort, heeft zich ontwikkeld
tot een goed geoutilleerd, modern be-
driif. met een oppervlakte van 3.5 h.a.
Behalve bomen en heesters levert deze
voor de parken en plantsoenen van de
stad grote hoeveelheden bloemplanten
(84.000 per jaar).
ER WACHT NOG VEEL
WERK.
Er wacht echter nog veel werk.
Binnen de reeds be-slaapde uitbrei
dingsplannen „Zuid-West" en „Noord"
is er in de komende jaren een opper
vlakte van 45 h.a. als park. buurt-
grocn. sport, en speelterreinen in te
richten.
I In de opvattingen van een moderne
plantsoenaanleg is de laatste 75 jaar
zeer veel veranderd. Onze foto
i toont de Lorentzkade/v. d. Brande-
Icrkade, gezien in de richting van
ue Nieuwe Vaart.
(Foto L.D./Van Vliet)
We
VAN 1 TOT RUIM 50 MAN.
s de begroting van 1879 voor deze
dienst een cijfer van f 1193 aan,
1954 is voor onderhoud en aanplant een
bedrag van bijna twee ton uitgetrokken.
Uiteraard hield ook de personeelsbe-
zetting met dit verhoogde bedrag gelijks
tred. Werd vóór 75 Jaar de eerste werk-
man ln vaste dienst aangesteld, thans
heeft de Plantsoendienst de beschikking
over 48 man personeel, aan het hoofd
waarvan thans staat een tuinarchitect-
chef van dienst de heer Galjaard. die
I zich de medewerking heeft verzekerd
j an twee technische ambtenaren, de
heren J- Vermande en W. Kanes. de
laatste tevens belast met de verzorging
van het gemeentelijke pluimvee en de
watervogels, een chef van de kwekerij.
de heer J. B. Hendriksen en een teken
assistente. mej. N. Schilthuis.
Gezamenlijk en in volledige harmo-
i nie presenteren zij dagelijks aan
iedere Ingezetene en de Leiden be
zoekende vreemdeling het „visite-
j kaartje" van de Sleutelstad, een ge-
1 meente. die door haar groen- en
bloemversiering op leder een prettige
j indruk moet maken. Dat dit nog jaren
I zo moge blijven
Berkzicht. Buitenrust, Lusthof.
DE LEIDSE HOUT
Tot 1945 bleef de plantsoen-opper
vlakte beperkt tot ongeveer 22 ha-
waarvan 6.4 ha. wandelplantsoen was.
Hiernaast was intussen gelukkig de
„Leldse Hout" tot stand gekomen, een
bospark van 15 ha., waardoor per in
woner ca 4 m2 openbaar groen ter be
schikking stond. Deze Leldse Hout valt
buiten het beheer van de Plantsoenen
dienst der Gemeente. Zy dankt haar
ontstaan aan particulier initiatief.
De snelle groei van dc stad na de
oorlog en de op grotere schaal gepro
jecteerde groenoppervlaktcn in de
geen bijbaantjes meer. Geen kit us t in a t i ifc bescherming
Voor een goed vakman werd de ge
meentedienst pas aantrekkelilk toen het
met deze bijbaantjes was afgelopen. Het
heeft echter nog lang geduurd, eer de
tuinlieden, ook in loonwaardering. ge
lijk gesteld werden met de andere ge
meentewerklieden. Hun emancipatie
ging gelijk op met de verbetering van
het tuinbouwvakonderwijs.
Door het deelnemen aan cursussen,
examens en excursies is deze groep per
soneel tot de best geschoolde gaan
behoren.
van de middenstand
Middenstandsnota seen toverboek!
WANDELPARKEN
Wandelparken ln moderne zin kende
ïen vroeger in de stad niet. Uiteraard
kreeg men hiervoor pas ruimte na het
slechten van muren en wallen.
Een uitzondering vormde hier de ver
pozingsmogelijkheid op „Den Burcht",
de vroeg-middeleeuwse, thans nog be
staande versterking.
nieuwe woonwijken, deden de totale
oppervlakte aan plantsoenen tot 1954
stijgen tot 34.5 ha., zodat nu per in
woner 5.4 m2 groen aanwezig is.
In de winter van 1834 op '35 rijpte het
plan om de stadswal tussen de Hoge-
woerdspoort en de molen „het Kalf"
(later „de Oranjeboom" geheten» bij
de Zijlgracht (nu Korevaarstraati, tot
een publieke wandelplaats aan te leg-
die van een goede beplanting te
voorzien.
De Wethouder van Fabricage. Petrus
Cunaeus. legde in de vergadering van
B. en W. van 8 December 1834 hier.
omtrent een nota over.
Voor de verwezenlijking van dit plan
hadden B. en W. de tuinarchitect Zocher
uit Haarlem aangezocht.
Deze vroeg voor de uitvoering aan
vankelijk f 13.800.—, doch bracht deze
terug tot f. 12 500.—. hetgeen men nog
te duur vond. waarop men besloot het
werk bij gedeelten in eigen beheer uit
te voeren
Sommige bomen in het huidige park,
namelilk een beuk. platanen en icoen,
1 moeten, te oordelen na3r hun stamdikte,
nog uit de tijd van de aanleg van het
park dateren.
Vroeger was het patroon van de be
planting Ingesteld op een rustige en
gezapige wandeling langs de ronde en
ovale boomperken, beplant met kleurige
blad- en bloemplanten, soms in zeer in
gewikkeld patroon (mozaïek). Met het
duurder worden van de arbeidskracht.
het vergroten van de groenoppervlakte.
de ontwikkeling van een sneller verkeer
en daarmede van een jachtige stadsle
ven. moest dit veranderen.
Grotere grasvlakten waren nodig om
het evenwicht met de grotere woonge
bouwen te bewaren. Kronkelende lijnen
waren hinderlijk voor het verkeer, ter-
I wijl ook de mechanisatie van het on
derhoud een andere richting aanwees
I voor rlp aanleo
voor de aanleg.
HERSTEL OORLOGSSCHADE
Voordat men aan het werk kon gaan
in de nieuwe wijken, was herstel van de
oorlogsschade noodzakelijk; de herbe-
p'.anting met 6000 bomen langs de stra
ten en singels en het opnieuw aanleg
gen van ongeveer 13 ha. plantsoen, was
een karwei, dat de Plantsoenendienst
i tot 1947 bezig hield Ook werd de ge-
I hele Burcht-heuvel opnieuw aangelegd
I en beplant.
Het Plantsoen omstreeks 1837.
Op de foto ziet men. dat er nog be
langrijke hoogten van het vroegere
bolwerk over waren. Dicht bij de
Kraaierstraat stond in die tijd een
muziektent op een heuvel. In tater
jaren werd in deze omgeving een
z.g. zwanenkom gemaakt, welke tot
de laatste wereldoorlog heeft be
staan. Bovenstaande waterverf
tekening is nog in het bezit van het
gemeente-archief.
De aantrekkelijkheid van hun werk
wordt verhoogd door een indeling van
de stad in onderhoudswuken. waardoor
zij met een betrekkelijk grote zelfstan
digheid kunnen werken: een zelfstan
digheid, die de arbeidsvreugde bevor
dert,
NIEUWE TAKEN.
Met het uitbreiden van de stad
kreeg de Plantsoenendienst, behalve
■neer werk aan de beplantingen, ook
neer bemoeienissen met andere fa-
etten van het gemeentelijk leven.
Behalve het ontwerpen, voorbe
reiden en uitvoeren van nieuwe be
plantingen. heeft men ook het toe
zicht op hei onderhoud van de lan-
K'eine bedrijven moeien
kunnen groeien
(Van onze parlementaire redacteur)
„De middenstandsnota is geen to
verboek met pasklare oplossingen voor
de middenstandsproblemen. Maar de
beschouwingen die er in en buiten het
Parlement aan zijn gewijd, hebben ons
op weg geholpen naar een verdere op
lossing van de middenstandskwesties.
Tal van vraagstukken z|jn reeds in
behandeling als gevolg van dc nota.
die meer dan ooit de middenstand in
de algemene belangstelling heeft ge
plaatst".
Aldus gistermiddag de Staatssecre
taris voor middenstasdszaken. dr
Veldkamp, in de Tweede Kamer.
De toepassing van het behoefte-ele
ment ter gezondmak ng van de midden
stand. waardoor de heren Peschar (Pvd
A) en Haken (CPNi hadden gepleit,
wees de Staatssecretaris volstrekt af.
Wanneer het aantal middenstands-
bedrijven wordt beperkt, zou dat theo
retisch wel tot hogere inkomsten lef-
den van de bevoorrechte middenstan
ders. maar dat weegt niet op tegen de
grote bezwaren. Kleine bedrijven moe
ten de gelegenheid krijgen uit te gToei-
en tot grote bedrijven en daarom moet
de middenstand open blijven staan voor
n'euwkomers. die voldoen aan eisen van
vakbekwaamheid. Toepassing van het
behoefte-element zou leiden tot verstar
ring op laag niveau. De smederij van
v. Doorne. nu een enorm bedrijf, zou
misschien nooit de gelegenheid tot ves
tiging hebben gekregen Indien ln het
verleden het behoefte-element zou zijn
toegepast. Uitvoerig zette de Staatsse
cretaris ook uiteen dat met het behoef
te-element de rechtvaardigheid dikwijls
In het gedrang zou komen en dat op de
overheid een n:et te dragen verantwoor
delijkheid zou komen te liggen
Tot zijn genoegen had dr Veldkamp
geconstateerd dat het credietbeleid al
gemene instemming had genoten; het
geen hem niet had verwonderd als men
een vergelijking treft met het buiten
land. waar de credietverlening aan de
middenstand zeer beperkt is. De klach
ten over te weinig soepelheid bij de cre
dietverlening verminderen. Er is een
grote mate van soepelheid aan het
groeien bij de middenstandsbank.
POSTPAKKETTEN VOOR
MILITAIREN OP NIEUW GUINEA
Ter gelegenheid van St. Nicolaasfecst
is er gelegenheid om met het ss „Zee
land" en het ss. „Tomini". beide afva
rend van Rotterdam, zeepostpakketten
te verzenden aan militairen van de Kon.
Marine en de Kon. Landmacht op
Nieuw-Guinea.
Pakketten, bestemd voor verzending
per ss. „Zeeland" moeten uiterlijk 20
September op een postkantoor zijn aan
geboden. Pakketten welk? verzonden
worden per ss „Tomini" moeten uiterlijk
26 September op een postkantoor zijn
aangeboden.
Ter gelegenheid van het Kerstfeest
biedt het m.s. „Willem Ruys" afvarend
van Rotterdam, gelegenheid zeepostpak
ketten te verzenden naar militairen van
de Kon. Marine en de Kon Landmacht
op Nieuw Guinea. Dez? pakketten moe
ten uiterlijk 11 October op een postkan
toor zijn aangeboden.
In dit verband maakte de Staatsse
cretaris er op attent, dat voor gegaran
deerde credieten geen afsluitprovisie
wordt berekend en dat de rente niet
6% maar 5% bedraagt. Het berekenen
van een lagere rente dan de normale
zou niet juist zijn. want dat zou neer
komen op het verlenen van subsidie.
Te zes uur brak dr Veldkamp zijn
rede af. Vandaag zal hij nog het een en
ander zeggen over de aanstelling van
de middenstandsconsulenten, waarna
de Staatssecretaris van Financiën, dr
v. d. Berghe. de diverse belastingkwes
ties zal behandelen.
In het voorgaande debat, waaraan
prof. Lemaire (KNP> en lr van D:s
(SGP) deelnamen, hebben de commu
nisten nog een motie ingediend, waar
in er op wordt aangedrongen een apart
ministerie voor de middenstand in te
stellen en een afzonderlijk belastingbe-
van de middenstand
Lesvliegtuig te Empel
neergestort
Een dode;
een zwaargewonde
Gistermiddag is tijdens een oefen-
vlucht in de gemeente Empel. ten
noorden van 's-Hertogenbosch. een
lesvliegtuig van de vliegbasis Gilze-
Rijcn neergestort. De bestuurder kwam
om het leven, de tweede inzittende
werd zwaar gewond.
Het toestel, een tweepersoons Harvard
lesvliegtuig kwam in glijvlucht naar
beneden, raakte de grond, sprong weer
op en kwam ongeveer 50 meter verder
weer op de grond, waar het in brand
vloog Het kwam terecht op een welland,
in de omgeving waarvan enkele boeren
op het land aan het werk waren. Deze
snelden toe en slaagden er in, de tweede
inzittende uit het brandende toestel te
bevrijden. Pogingen om ook de piloot te
redden, mochten niet baten.
De brandweer van 's-Hertogenbosch
bluste met een nevelapparaat het bran
dende wrak.
De omgekomen piloot Is de 36-jarige
adjudant onderofficier-vlieger J. N".
Venney uit Gilze-Rüen. HU was ge
huwd en had twee kinderen. De 25-
jarige sergeant-vlieger H. C. van
Wijek eveneens wonende te Gilze-
Rijen en eveneens gehuwd en vader
van twee kinderen, heeft een sche-
delbasis-fraetuur. Beiden waren in
structeurs.
JAMES GOLDSMITH MELDT
ONTVOERING VAN ZIJN
DOCHTERTJE
James Goldsmith, wiens huwelijk ln
Schotland met de dochter van de Boli
viaanse tinmagnaat Antenor Patlno in
Januari veel publiciteit heeft gekreecn
heeft Woensdag de politie van Parus
meegedeeld, dat zijn vier maanden oude
dochtertje Isobel is ontvoerd. Zij werd
15 Mei geboren, doch tecelykertijd stierf
haar moeder. Isabella Patlno
James Goldsmith en Isabella Patiro
waren in Januari heimelijk naar Scho'-
land gegaan om daar te trouwen Dit
geschiedde tegen de wil van Isabella'»
vader