Gemeentelijke Plantsoenendienst bestaat 75 jaar 63ste Jaargang LF.1DSCH DAGBLAD Donderdag 16 September 1954 Tweede Blad No. 28323 LEIDENS VISITEKAARTJE In 1879 kostte onderhond (aanplant) 1193.—, thans bijna twee ton In komende jaren moet nog 45 H.A. als sport- en speelterrein worden ingericht Momenteel ruim 34 H.A. in onderhoud Dit jaar bestaat de Gemeentelijke Plantsoenendienst te Leiden drie kwart jw. Het is de tegenwoordige chef van deze dienst, de heer A. Galjaard, dit heeft ontdekt. Snuffelend in oude documenten en het verslag omtrent j» toestand der Gemeente over het jaar 1879 eens doorbladerend, kwam hij de ontdekking, dat in dit jaar de eerste tuinman in vaste dienst werd aan- siteld. Wethouder Jongeleen, onder wiens supervisie deze dienst staat, van dit ,1 op de hoogte gesteld, vond hierin aanleiding om dit jubileum te koppelen in het ingebruiknemen van het park „Roomburg", gelegen in de Roodenbur- Tpolder tussen de Van Vollenhovenkade en de Nieuwe Vaart. Aan de open- ^lling van dit park, dat voorziet in de behoefte aan actieve recreatie in deze ingeving (zoals bekend komen er bok tennisbanen en hockeyvelden), gaat •orgenochtend om tien uur op de Stadskwekerij aan de Nachtegaallaan een («nvoudige herdenkingsplechtigheid vooraf. In de middaguren zal dan de i.rgemeester, jhr mr F. H. van Kinschot, de opening van het park „Roomburg" irrichten. Hoewel, zoals gezegd, de herdenking dit jubileum slechts op zeer beschei- schaal zal plaats vinden, is het liressant genoeg om eens wat breder te gaan op de geschiedenis en ont- lieling van deze dienst, waarvoor wij jfcbnar gebruik maken van een ter ge kheid van dit 75-jarig bestaan uitge- en tijdschrift van de hand van de tr Galjaard over de groenvoorziening Leiden. Deze voorziening, welke tevens een trrir.iaiing inhoudt, vormt in feite ;«h het „visitie-kaartje" van Leiden? Hd zijn immers de plantsoenen ei uitgebrachte groenversiering (bomen, sters en bloeiende planten) in lanen parken, welke juist een stad haar ilrrkkelükhcid geven. Veelal „leest' vreemdeling de welvaart van een Ud c i af. dit I NATUURSCHOON IN EN ROND LEIDEN den wij in de geschiedenis van 11 terug, dan blijkt uit oude stads- ?n en gravures hoe in een bepaal- d de algemene aanblik is geweest, tod tot tijd kan men verschillen- i.tuaties zien. Nu eens zijn Boom- Bï:, Hooigracht, Nieuwe Run. Rapen- B: Hooglandse Kerkgracht of Her;n- B:nt met statige bomen beplant, dan Br kaal. al naar mate het hout kap- B is geweest. mooi zich het Rapenburg, de gerweg en de weg buiten de Ho- e poort in vroeger jaren hebben I^Klaan, vertellen ons oude fotogra- stad zorgde mede voor de be- g van de toegangswegen onder de ten Zoeterwoude, Oegstgeest en :;rdorp. waarvan de ambachtsheer rechten eens aan Leiden behoor- particulieren hadden in lang ver- 'liden behoefte aan schaduw voor bedrijven en plantten zelf bomen 'un percelen, al of niet met toe ing van de stad. Een voorbeeld men nog zien in de Nieuwstraat de Distilleerderij en Wijnhandel ':r de Boompjes", waar nu nog. a oud recht, leilinden staan. 1KERIJEN LANGS DE SINGELS rele blekerijen. die langs de Sin- gevestigd waren. - hoe typisch vtn hun namen als bijv. „Het Lam- Ije Groen" of „Het Springende ird" - bleekten voorheen in de open il op hun grasvelden. Daar zij gesteld waren op de gebruikelijke n en kastanjes, die loolzuurvlek- op het wasgoed konden geven, ochten z\j steeds om linden. Zulke tn zijn thans nog te vinden langs Witte Singel en Zoeterwoudse Sin- zo het Gemeentebestuur wel wat over de beplanting, de opbreng- aren er om dat goed te maken, opbrengst van gerooid hout was 'dijk, de stemming op de verkopin- toet goed geweest zijn. want op aierover komt een post voor van jenever. LEIDEN: IEP'ENSTAD het iepenhout hier gced groeide grootste gebruiksmogelijkheid gaf e industrie, waren de iepen steeds i trek; zozeer, dat men omstreeks leiden wel eens de „Iepenstad" noemen. ht daarvoor passende seizoen wa- -s 15 man voor het snoeien van bomen nodig. Doorgaans plantte a de 5 A 6 meter, hetgeen mede- dat het snoeien vaak zeer rigou- "oe=t geschieden, wat veel pro lan de bevolking ontlokte. Ruim t'f geleden, installeerden B en W. inleiding hiervan, een commissie siundieen. wier uitspraak was. onmogelijk anders gesnoeid kon "nzij men de bomen om de In een gemeenteraadszlt- iaar 1915 kwam het bij de van deze onderhoudszaak ■ee discussies. Het voorstel, om pihode voorzichtig en als proef oassen, werd toen aangenomen, ar greep, nadat men zo een ttjd- wns, op zeer ongelukkig? wijze iepziekte maakte spoedig elk erbodig, terwijl ook het rooi- an aard veranderde. OUDE BUITENTUINEN Ges blijkt, dat ook ln vroeger Ja- lóreng naar de natuur de mens ung-'boren ls geweest. -r. de steden alles binnen de JHouwd was. zocht men bulten i zijn recreatie in de vorm van ften verschijnsel, dat ln de 16de tuw sterk toenam. ^'en niet alleen d» welgeslelden. buitentuinen hadden, doch k middenstander en de hand- n finantiële draagkracht en belangstelling spiegelden zich in hun tuin af. Er waren erbij met prachtige „koepels", zowel als met eenvoudige optrekjes met of zonder galerij. Sommige hadden orangerieen. druivenkassen, broeikassen, goudvis kommen. vijvers, becldenpartijcn, slin- gerbossen. enz. Ook hadden enkele hier droogramen voor het lakenbedrijf van de eigenaar. Een zeer enkele maal vond men hier zelfs een kolfbaan. Uiteraard waren de meeste tuinen van eenvoudige opzet. Prijzen van 50 tot 100 gulden voor de aankoop van zo'n tuin al naar gelang de ligging, waren gewoon. Het uitzicht was natuurlijk een ele ment van betekenis, bij verkc pingen leest men bijv.: „met gezicht over de landerijen en op de bossen van kasteel Cronesteln en van het kasteel Zwleten". Een naam als bijv. „Land en Cingel- zicht" tussen Mare- en Heren poort spreekt voor zich zelf. Kwam er oorlog, dan werd alles bul ten de wallen afgebroken en omge hakt. Uit dergelijke tuincomplexen te Lei- den. buiten de Koepoort. Marepoort. Zijl- en Herenpoort enz., zijn aldaar de i latere woonwijken ontstaan. Nog slechts i één tuin, die volkomen in dit kader past I is te Leiden bewaard gebleven tussen de 1 Witte Rozenstraat en het Rijn- en Schiekanaal. Hier en daar hebben, speciaal aan de Singels, deze buitentuinen zich ontwik keld. tot aantrekkelijke parken met AANLEG VAN DER WERFFPARK Nadat reeds op 3 October 1884 op de „Grote Ruïne" een standbeeld voor Van der Werff was onthuld, besloot de Ge meenteraad precies 2 maanden later tot de aanleg van een park op dit, sedert de ontploffing van het kruitschip in 1807, kaal gebleven terrein. De aanlegkosten werden geraamd op f.8700.—, het Rijkssubsidie bedroeg f7000 Het werk werd uitgevoerd onder toe zicht van de tuinarchitect de heer H. CopiJn; het gemeente-verslag weet te melden, dat „het resultaat zeer ln de smaak viel bij het publiek." STADSKWEKERIJ EERTIJDS ACHTER DOELENKAZERNE Reeds eerder was de Stadskwekerij op het terrein achter de Doelenkazerne zij lag daar op de smalle strook grond van 136 meter lengte tussen de Binnen vestgracht en de Witte Singel opge heven; in 1884 werd een nieuwe kweke rij aangelegd op de Vestwnl tussen de molen „de Stier" en de begraafplaats tegenover de Maresingel. Van de n euwe kwekerij leest men. dat die „werd ingericht en met boomen be plant. omdat daarvan verwacht werd. dat over enkele jaren zwaardere boo men ter beschikking zouden komen, dan ln de handel te koop waren." Om de zelfde reden worden nu nog alle laan bomen voor de gemeente op de kwekerij opgekweekt. VAN 5 NAAR 34 HA PLANTSOENUITBREIDING De toeneming van de plantsoen-op pervlakte (ln deze 75 Jaar van 5 naar 34 ha) ging van de eeuwwisseling tot 1914 zeer langzaam. Straten uit die tijd zijn grauw, zonder groen. De eerste uitbreiding van enige be tekenis kwam in 1921 met het Kooipark van 1.9 ha., waarmee een bedrag van f-115.000.gemoeid was. In de nieuwe wijken welke na de eer ste wereldoorlog ontstonden, kwamen alleen kleine plantsoenen voor. Hoe klein deze waren, blijkt uit het feit. dat 60 van deze plantsoenen met elkaar een oppervlakte van 2.6 ha beslaan. Langzamerhand werden ook de ruwe bermen langs de singels tot strakke grastaluds, gedeeltelijk met heesters be plant, omvormt. De bomenrijen langs de singels aan de huizenkant verdwenen voor en na. om plaats te maken voor vredere ver keerswegen met ruimere trotto rs. Morgen opening park Roomburg TOE MAAR JONGENS In 1895 kon men het, blijkens het ge meenteverslag. nog doen met 2 tuinlie den. 5 boomsnoeiers. en 6 „aardwerkers". Met de vakkenn.s nam men het in die dagen niet zo nauw. Doorgaans kwam men 's winters in dienst om op geleid te worden tot boomsnoeier. Be langrijk was hierbij, dat men goed in bomen kon klimmen en de bijl vlot leer de hanteren. Toe maar jongens Wie goed durfde en er flink Inhakte, maakte een kans na de snoe: periode te worden ingedeeld bij de onderhouds ploegen voor de plantsoenen of bij de schuitenvoerders voor de aan- en af voer van bestratingsmateriaal. MEN WAS VAN ALLE MARKTEN THUIS. Een tuinman had in die tijd menige nevenbetrekking bij de gemeente: j Dinsdags, Vrijdags en Zaterdags moest hij In de Waag kaas lossen en wegen; op de Veemarkt penningen innen, vee tellen, de bekken van koeien opensperren voor de veearts voor controle op mond- en klauw zeer en schapen omgooien voor de rotkreupel-contróle. Enige tuinlieden moesten jarenlang bü veertiendaagse toerbeurt op het politiebureau slapen als bemanning van een brandweerladdcr, gereed om bij alarm direct uit te kunnen ruk- I ken. Weer anderen reden 's winters met de kolcnleveranciers van de ge meente mee. ter controle op de afge- i leverde hoeveelheden brandstof. Daarnaast liep men in de zomer 's avonds en 's Zondags wacht in de door vernlelzuchtlgen bedreigde plant- derijen van het gemeentelijk grond bedrijf. terwijl de dienst voorts ad viezen moet uitbrengen bij het ver plaatsen van tuinbouwbedrijven in verband met de stadsuitbreiding. Tot de taak van deze afdeling van Gemeentewerken behoort thans ook het ontwerpen, voorbereiden en aanleggen van sportterreinen en het geven van technische adviezen omtrent het on derhoud hiervan. Ook het aanleggen van volkstuin complexen. het onderhouden van con tact met en het geven van techni sche adviezen aan de volkstuinvereni gingen. zijn nieuwe taken voor deze dienst. Tenslotte omvatten ziln werkzaam heden nog het aanleggen en inrichten van speeltuinen. De stadskwekerij aan de Nachtegaal laan. welke vanzelfsprekend tot de dienst behoort, heeft zich ontwikkeld tot een goed geoutilleerd, modern be- driif. met een oppervlakte van 3.5 h.a. Behalve bomen en heesters levert deze voor de parken en plantsoenen van de stad grote hoeveelheden bloemplanten (84.000 per jaar). ER WACHT NOG VEEL WERK. Er wacht echter nog veel werk. Binnen de reeds be-slaapde uitbrei dingsplannen „Zuid-West" en „Noord" is er in de komende jaren een opper vlakte van 45 h.a. als park. buurt- grocn. sport, en speelterreinen in te richten. I In de opvattingen van een moderne plantsoenaanleg is de laatste 75 jaar zeer veel veranderd. Onze foto i toont de Lorentzkade/v. d. Brande- Icrkade, gezien in de richting van ue Nieuwe Vaart. (Foto L.D./Van Vliet) We VAN 1 TOT RUIM 50 MAN. s de begroting van 1879 voor deze dienst een cijfer van f 1193 aan, 1954 is voor onderhoud en aanplant een bedrag van bijna twee ton uitgetrokken. Uiteraard hield ook de personeelsbe- zetting met dit verhoogde bedrag gelijks tred. Werd vóór 75 Jaar de eerste werk- man ln vaste dienst aangesteld, thans heeft de Plantsoendienst de beschikking over 48 man personeel, aan het hoofd waarvan thans staat een tuinarchitect- chef van dienst de heer Galjaard. die I zich de medewerking heeft verzekerd j an twee technische ambtenaren, de heren J- Vermande en W. Kanes. de laatste tevens belast met de verzorging van het gemeentelijke pluimvee en de watervogels, een chef van de kwekerij. de heer J. B. Hendriksen en een teken assistente. mej. N. Schilthuis. Gezamenlijk en in volledige harmo- i nie presenteren zij dagelijks aan iedere Ingezetene en de Leiden be zoekende vreemdeling het „visite- j kaartje" van de Sleutelstad, een ge- 1 meente. die door haar groen- en bloemversiering op leder een prettige j indruk moet maken. Dat dit nog jaren I zo moge blijven Berkzicht. Buitenrust, Lusthof. DE LEIDSE HOUT Tot 1945 bleef de plantsoen-opper vlakte beperkt tot ongeveer 22 ha- waarvan 6.4 ha. wandelplantsoen was. Hiernaast was intussen gelukkig de „Leldse Hout" tot stand gekomen, een bospark van 15 ha., waardoor per in woner ca 4 m2 openbaar groen ter be schikking stond. Deze Leldse Hout valt buiten het beheer van de Plantsoenen dienst der Gemeente. Zy dankt haar ontstaan aan particulier initiatief. De snelle groei van dc stad na de oorlog en de op grotere schaal gepro jecteerde groenoppervlaktcn in de geen bijbaantjes meer. Geen kit us t in a t i ifc bescherming Voor een goed vakman werd de ge meentedienst pas aantrekkelilk toen het met deze bijbaantjes was afgelopen. Het heeft echter nog lang geduurd, eer de tuinlieden, ook in loonwaardering. ge lijk gesteld werden met de andere ge meentewerklieden. Hun emancipatie ging gelijk op met de verbetering van het tuinbouwvakonderwijs. Door het deelnemen aan cursussen, examens en excursies is deze groep per soneel tot de best geschoolde gaan behoren. van de middenstand Middenstandsnota seen toverboek! WANDELPARKEN Wandelparken ln moderne zin kende ïen vroeger in de stad niet. Uiteraard kreeg men hiervoor pas ruimte na het slechten van muren en wallen. Een uitzondering vormde hier de ver pozingsmogelijkheid op „Den Burcht", de vroeg-middeleeuwse, thans nog be staande versterking. nieuwe woonwijken, deden de totale oppervlakte aan plantsoenen tot 1954 stijgen tot 34.5 ha., zodat nu per in woner 5.4 m2 groen aanwezig is. In de winter van 1834 op '35 rijpte het plan om de stadswal tussen de Hoge- woerdspoort en de molen „het Kalf" (later „de Oranjeboom" geheten» bij de Zijlgracht (nu Korevaarstraati, tot een publieke wandelplaats aan te leg- die van een goede beplanting te voorzien. De Wethouder van Fabricage. Petrus Cunaeus. legde in de vergadering van B. en W. van 8 December 1834 hier. omtrent een nota over. Voor de verwezenlijking van dit plan hadden B. en W. de tuinarchitect Zocher uit Haarlem aangezocht. Deze vroeg voor de uitvoering aan vankelijk f 13.800.—, doch bracht deze terug tot f. 12 500.—. hetgeen men nog te duur vond. waarop men besloot het werk bij gedeelten in eigen beheer uit te voeren Sommige bomen in het huidige park, namelilk een beuk. platanen en icoen, 1 moeten, te oordelen na3r hun stamdikte, nog uit de tijd van de aanleg van het park dateren. Vroeger was het patroon van de be planting Ingesteld op een rustige en gezapige wandeling langs de ronde en ovale boomperken, beplant met kleurige blad- en bloemplanten, soms in zeer in gewikkeld patroon (mozaïek). Met het duurder worden van de arbeidskracht. het vergroten van de groenoppervlakte. de ontwikkeling van een sneller verkeer en daarmede van een jachtige stadsle ven. moest dit veranderen. Grotere grasvlakten waren nodig om het evenwicht met de grotere woonge bouwen te bewaren. Kronkelende lijnen waren hinderlijk voor het verkeer, ter- I wijl ook de mechanisatie van het on derhoud een andere richting aanwees I voor rlp aanleo voor de aanleg. HERSTEL OORLOGSSCHADE Voordat men aan het werk kon gaan in de nieuwe wijken, was herstel van de oorlogsschade noodzakelijk; de herbe- p'.anting met 6000 bomen langs de stra ten en singels en het opnieuw aanleg gen van ongeveer 13 ha. plantsoen, was een karwei, dat de Plantsoenendienst i tot 1947 bezig hield Ook werd de ge- I hele Burcht-heuvel opnieuw aangelegd I en beplant. Het Plantsoen omstreeks 1837. Op de foto ziet men. dat er nog be langrijke hoogten van het vroegere bolwerk over waren. Dicht bij de Kraaierstraat stond in die tijd een muziektent op een heuvel. In tater jaren werd in deze omgeving een z.g. zwanenkom gemaakt, welke tot de laatste wereldoorlog heeft be staan. Bovenstaande waterverf tekening is nog in het bezit van het gemeente-archief. De aantrekkelijkheid van hun werk wordt verhoogd door een indeling van de stad in onderhoudswuken. waardoor zij met een betrekkelijk grote zelfstan digheid kunnen werken: een zelfstan digheid, die de arbeidsvreugde bevor dert, NIEUWE TAKEN. Met het uitbreiden van de stad kreeg de Plantsoenendienst, behalve ■neer werk aan de beplantingen, ook neer bemoeienissen met andere fa- etten van het gemeentelijk leven. Behalve het ontwerpen, voorbe reiden en uitvoeren van nieuwe be plantingen. heeft men ook het toe zicht op hei onderhoud van de lan- K'eine bedrijven moeien kunnen groeien (Van onze parlementaire redacteur) „De middenstandsnota is geen to verboek met pasklare oplossingen voor de middenstandsproblemen. Maar de beschouwingen die er in en buiten het Parlement aan zijn gewijd, hebben ons op weg geholpen naar een verdere op lossing van de middenstandskwesties. Tal van vraagstukken z|jn reeds in behandeling als gevolg van dc nota. die meer dan ooit de middenstand in de algemene belangstelling heeft ge plaatst". Aldus gistermiddag de Staatssecre taris voor middenstasdszaken. dr Veldkamp, in de Tweede Kamer. De toepassing van het behoefte-ele ment ter gezondmak ng van de midden stand. waardoor de heren Peschar (Pvd A) en Haken (CPNi hadden gepleit, wees de Staatssecretaris volstrekt af. Wanneer het aantal middenstands- bedrijven wordt beperkt, zou dat theo retisch wel tot hogere inkomsten lef- den van de bevoorrechte middenstan ders. maar dat weegt niet op tegen de grote bezwaren. Kleine bedrijven moe ten de gelegenheid krijgen uit te gToei- en tot grote bedrijven en daarom moet de middenstand open blijven staan voor n'euwkomers. die voldoen aan eisen van vakbekwaamheid. Toepassing van het behoefte-element zou leiden tot verstar ring op laag niveau. De smederij van v. Doorne. nu een enorm bedrijf, zou misschien nooit de gelegenheid tot ves tiging hebben gekregen Indien ln het verleden het behoefte-element zou zijn toegepast. Uitvoerig zette de Staatsse cretaris ook uiteen dat met het behoef te-element de rechtvaardigheid dikwijls In het gedrang zou komen en dat op de overheid een n:et te dragen verantwoor delijkheid zou komen te liggen Tot zijn genoegen had dr Veldkamp geconstateerd dat het credietbeleid al gemene instemming had genoten; het geen hem niet had verwonderd als men een vergelijking treft met het buiten land. waar de credietverlening aan de middenstand zeer beperkt is. De klach ten over te weinig soepelheid bij de cre dietverlening verminderen. Er is een grote mate van soepelheid aan het groeien bij de middenstandsbank. POSTPAKKETTEN VOOR MILITAIREN OP NIEUW GUINEA Ter gelegenheid van St. Nicolaasfecst is er gelegenheid om met het ss „Zee land" en het ss. „Tomini". beide afva rend van Rotterdam, zeepostpakketten te verzenden aan militairen van de Kon. Marine en de Kon. Landmacht op Nieuw-Guinea. Pakketten, bestemd voor verzending per ss. „Zeeland" moeten uiterlijk 20 September op een postkantoor zijn aan geboden. Pakketten welk? verzonden worden per ss „Tomini" moeten uiterlijk 26 September op een postkantoor zijn aangeboden. Ter gelegenheid van het Kerstfeest biedt het m.s. „Willem Ruys" afvarend van Rotterdam, gelegenheid zeepostpak ketten te verzenden naar militairen van de Kon. Marine en de Kon Landmacht op Nieuw Guinea. Dez? pakketten moe ten uiterlijk 11 October op een postkan toor zijn aangeboden. In dit verband maakte de Staatsse cretaris er op attent, dat voor gegaran deerde credieten geen afsluitprovisie wordt berekend en dat de rente niet 6% maar 5% bedraagt. Het berekenen van een lagere rente dan de normale zou niet juist zijn. want dat zou neer komen op het verlenen van subsidie. Te zes uur brak dr Veldkamp zijn rede af. Vandaag zal hij nog het een en ander zeggen over de aanstelling van de middenstandsconsulenten, waarna de Staatssecretaris van Financiën, dr v. d. Berghe. de diverse belastingkwes ties zal behandelen. In het voorgaande debat, waaraan prof. Lemaire (KNP> en lr van D:s (SGP) deelnamen, hebben de commu nisten nog een motie ingediend, waar in er op wordt aangedrongen een apart ministerie voor de middenstand in te stellen en een afzonderlijk belastingbe- van de middenstand Lesvliegtuig te Empel neergestort Een dode; een zwaargewonde Gistermiddag is tijdens een oefen- vlucht in de gemeente Empel. ten noorden van 's-Hertogenbosch. een lesvliegtuig van de vliegbasis Gilze- Rijcn neergestort. De bestuurder kwam om het leven, de tweede inzittende werd zwaar gewond. Het toestel, een tweepersoons Harvard lesvliegtuig kwam in glijvlucht naar beneden, raakte de grond, sprong weer op en kwam ongeveer 50 meter verder weer op de grond, waar het in brand vloog Het kwam terecht op een welland, in de omgeving waarvan enkele boeren op het land aan het werk waren. Deze snelden toe en slaagden er in, de tweede inzittende uit het brandende toestel te bevrijden. Pogingen om ook de piloot te redden, mochten niet baten. De brandweer van 's-Hertogenbosch bluste met een nevelapparaat het bran dende wrak. De omgekomen piloot Is de 36-jarige adjudant onderofficier-vlieger J. N". Venney uit Gilze-Rüen. HU was ge huwd en had twee kinderen. De 25- jarige sergeant-vlieger H. C. van Wijek eveneens wonende te Gilze- Rijen en eveneens gehuwd en vader van twee kinderen, heeft een sche- delbasis-fraetuur. Beiden waren in structeurs. JAMES GOLDSMITH MELDT ONTVOERING VAN ZIJN DOCHTERTJE James Goldsmith, wiens huwelijk ln Schotland met de dochter van de Boli viaanse tinmagnaat Antenor Patlno in Januari veel publiciteit heeft gekreecn heeft Woensdag de politie van Parus meegedeeld, dat zijn vier maanden oude dochtertje Isobel is ontvoerd. Zij werd 15 Mei geboren, doch tecelykertijd stierf haar moeder. Isabella Patlno James Goldsmith en Isabella Patiro waren in Januari heimelijk naar Scho'- land gegaan om daar te trouwen Dit geschiedde tegen de wil van Isabella'» vader

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 3