VOOR DE JEUGD DIOR'S H-LIJN: Stoot tot een nieuwe mode? Boefje als Scheepshond 150 jaar na de dood van WOLFF EN DEKEN WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 28 AUGUSTUS - PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje, aan de u-and Parijs, Augustus. „Hoe vond je Dior „Heeft U Dior al gezien Op gezette tijden - begin Februari en begin Augustus - zijn die vragen de gebruikelijke inleiding tot elke conversatie tussen de modeverslaggeefsters, die van heinde en ver, uit alle windstreken naar Parijs kwamen. De antwoorden op de eerste vraag lopen gewoonlijk uiteen, ook al betreffen ze een en de zelfde collectie. Over smaak valt nu eenmaal niet te redetwisten. Je aanvaardt dus - niet eens verwonderd meer - het „afgrij selijk!" van de een en het „fantastisch!" van de ander, het onverschillige schouderophalen van een derde en het verrukte vinger-mond-gebaar van nog een ander, of het tegenstrijdige „prachtig maar lelijk!", dat helemaal geen ongewoon en zelfs geen onlogisch antwoord is. Want wat een modecollectie „mooi" maait. Is niet schoonheid, maar mees terschap. Wat een show tot een ge slaagd en meeslepend schouwspel maait zijn niet knappe mannequin- galchten, prachtige kleuren en ko- ninklijke gewaden, maar is dat onde finieerbare iets dat het cachet van de meester is. Balenciaga s creaties zijn lelijk, maar zo meesterlik lelijk, dat ze opwindend mooi zijn; zijn manne quins zijn de meest onaantrekkelijke rre schepselen dezer wereld, gehuld in „ongewone" toiletten, getooid met ds meest vreemdsoortige hoofddeksels denkbaar in een carricatuur van dit ondermaanse En toch is een Balen- «ga-show een modegebeurtenis van bet grootste genot zelfs voor wie tin schoonheid een andere notie heeft ón de meestercouturier. Diors mo dellen zijn lang niet altijd mooi. De meeste van zijn mannequins benaderen iet ideaal van vrouwelijke schoonheid met. in zijn salons zijn ze stuurse, robotachtige wezens, die rhythmlsch hun öansertg wipje maken, die wezen tos haar rondje draaien alsof er er- ger.s een metronoom te tikken stond, in die elegantie noch distinctie van de Btiuur meekregen. Toch is een show a het bekende huls aan de Avenue Montaigne een niet te beschrijven be- Setenls, waarin verrassing, opwinding ta exaltatie met evenveel vaart door üaar tuimelen als de mannequins de half jaar Iets nieuws uit te brengen. En dat is hem in zeven jaar al veer tien maal gelukt, al moet het dan ook een haast bovenmenselijke vindingrijk heid vergen. Jammer genoeg echter ontneemt het hem tegelijkertijd de kans zijn gegevens ooit volledig uit te werken en tot algehele ontwikkeling te laten komen Dior zelf immers doet zijn vindingen de das weer om, voor dat ze goed en wel tot leven zijn ge komen. Tot de practitk krijgen zijn meest revolutionnaire scheppingen am per toegang; ze ziln immers verouderd voordat ze mode worden Desniettemin gaan zijn ideeën niet helemaal teloor: bij hoeveel andere couturiers vinden we soms niet een vrije vertaling van, of een duidelijke herinnering aan iets wat Dior een half jaar geleden uit bracht. Ook de industrie volgt, zf) het op een ruime afstand. Van Diors oorspronkelijke Idee blij ven slechts details over en zelfs deze hebben vaak nog maar heel weinig ge meen met het origineel waarvan ze een telg zijn. Het feit dat Diors creaties meestal een dergelijk lot ten deel valt, stelt paal en perk aan voorspellingen en roept alleen nog maar vragen op- zal Diors laatste nieuwtje de H-lijn met alles wat er bil hoort reden van bestaan krygen? Welke van Diors mo des zal er in gaan als eens de New Look? Het HJdt geen twijfel dat ver- f -c. De H-lijn: Dior wikt, de natuur beschikt.. r showtijd doordwarrelen Veranderingen in de mode worden 'enamel yk teweeg gebracht om com- niele redenen en niet ter wille van schoonheid. In onze eeuw van in- ialisatie en massaproductie die waai In de haute couture hoe lan- p hoe meer ten behoeve van de ln- 'e werkt inplaats van voor de n?. veranderen de modes dan bliksemsnel. Sinds zijn opzlenba- debuut in het moderiik heeft e het zich tot taak gesteld leder In de verf, waarin Dior haar deze maand lanceerde, zal de H-lijn, dunkt me, geen grote mode worden. Maar de taille, die niet langer ingesnoerd wordt en het lange Hjf. dat eerst op heup hoogte van de rok ls gescheiden, zui len hun weg naar de practijk gemak kelijk kunnen vinden. Andere coutu riers hangen overigens deze formule ook aan en geven allen een eigen in terpretatie. Het camlsoollijf met niet te diepe, hoekige halsuitsnijding is een ander detail, dat zonder moeite ge- copleerd kan worden en aanhangsters zal vinden. Doch alleen deze details maken Diors H-lijn nog niet! De ma nier, waarop het kledingstuk losjes om de taille valt. de manier waarop de rok en het lange lijf een geheel vor men, z\jn doorslaggevend voor de créaties waarin de grote ontwerper zijn naam heeft gehecht Bij Diors H-lijn. die de figuur rekt en lijzig maakt, hoort bovendien en het is een der voornaamste punten! de hoge, on opvallende buste, die het profiel van schouder tot heup geheel recht en vlak maakt. Dior heeft zich onmiskenbaar op de geschiedenis geïnspireerd, zijn mannequins zijn heus de eerste vrou wen niet. die als een plank zo vlak zijn. De vrouwelijke tijdgenoten van een Henri II waren haar voorgang sters. en de schonen die eens in het strenge, rechte Spaanse hofeostuum alle vormen verdoezelden, hebben al niet minder als voorbeeld gediend. Wie gechoqueerd is over bepaalde toiletten waarin het decolleté een weelderige welving ontbloot, neme een voorbeeld aan haar voorouders uit Rococo- en menige andere tijd. Grondiger nog heeft Dior in de modegeschiedenis teruggegrepen. Het vrouwencostuum dat aan het hof van Charles IX bon ton was. verschafte hem het idee voor het ondiepe, hoe kige camlsool-decolleté. en van de juetaucorps van Lodewijk XV leende hy voor dit seizoen de lange, uitstaan de schoot. Maar niettegenstaande cl>e onmiskenbare historische invloed heeft Dior geen mode gemaakt die ook maar enieszins met een voorgaande te ver gelijken is. Hij heeft een nieuwe mode „gemaakt Al werd de tendenz naar „gemakkelijker", losser kleding al enige seizoenen geleden bij Balenciaga ee- boren, al improviseerde de Givenchy al enige tijd op dit thema, dan 'och heeft Dior het idee in ztln jongste collectie gekristalliseerd. Hij heeft "het middel onder ruimte verdoezeld, de heupen boven het heupbeen afgevlakt, maar ze daaronder .alle breedte gelaten (of zelfs gegeven). Hii heeft de dood gezworen aan die kleding, en m het bijzonder die hulpmiddelen, die de vrouwelijke vormen onverbloemd in het oog doen springen en (soms sma keloos) uitdagend maken. Dior geeft ons dit jaar niet alleen een nieuwe lijn, maar ookeen nieuw figuur! (vooropgesteld natuurlijk dat de na tuur zich laat dwingen!) J. V. ONS GEZELLIG HONDEN-VERHAAL 6. Stormweer DOOR FANNIE CREMER Ze liepen in Southampton binnen. 't Was maar voor vier en twintig uur. toen kon de reis opnieuw beginnen met kap'tcin Peter aan het stuur. 't Ging Zuidwaarts langs Cherbourg en Brest, de zee was ruw, de wind Noordwest Dan kwam - de Golf van Biskaje, die wel bekend staat als „de kwaaie"J want menig schip liep in een storm daar op de klippen, 't Was enorm, zo de Matliildezich verweerde. Zij boog onder haar last en veerde toch telkens weer de golven uit. Ja. ja. het was een beste schuit. Dc nacht was zwart, geen maan verlichtte het woelig water en geen ster gaf leiding om het roer te richten, de horizon leek eindloos ver. Geen nood. want kap'tcin Peter las de juiste koers van het kompas Boef je was in de hut gebleven, maar bij het oorverdovend teven kon hij niet slapen, nogal alad. en heel. heel even wenste hij. da' hij thuisgebleven was. De uren leken wel dubbel lang te duren. Maar eind"lijk rees de goede zon boven de zee - en Lissabon. Hier moest het schip weer binnenlopen en kap'tein Peter ging van boord, met 't hondje aan een leren koord, om 'n vaatje witte wijn te kopen. Verward dacht Boefje toen..wat mal. noemen ze dat nou ..vaste" wal? 't Is net of ik mezelf voet gtijen op die rare hobbelige keien." Hij wist niet. dat het golf-gedein hem nog wat draaierig deed zijn. Maar de vreemde hondjes in de straten, hield hij toch danig in de gaten. Volgende week: Boefje is zoek. RAADSELS voor allen om uit te kiezen; de groteren (1116 jaar) v ij fde kleineren (711 jaar) drie goede oplossingen. Naam, leef tijd en adres onder de goede op lossingen. Op de enveloppe de aanduiding: „RAADSELS". In zenden naar Bl'REAU LEIDSCH DAGBLAD of naar WAS- STRAAT 38 tot uiterlijk Dins dagmorgen 9 uur. I. (Ingez. door Marjon van Randwijk). schillende van de door Dior gelan ceerde modes heel goed practijk modes hadden kunnen worden wanneer de meester zelf maar geïnsisteerd had. In principe zou ook zijn jongste collectie heel goed de aanstoot kunnen zijn voor een nieuwe mode de vraag is of Dior het meest kenmerkende en revolution naire detail de hoge buste in zyn voorjaarscollectie zal aanhouden en of andere couturiers (en vooral de ma kers van bustehouders) hun adhaesie zullen betuigen. staan. x 1. deel van de gevangenis. x 2 in orde. X 3. niet droog. X 4. dierengeluid. X 5. kledingstuk. X 6. me sjesnaam X 7 dier. X 8. lokmiddel X 9. vruchtennat. II. (Ingez. door Adriaan Jansen). Myn eerste ls een schrijfbenodigdheld. mijn tweede Iemand, die kookt, mijn derde een bijwoord, mijn geheel bevat mijn eerste. III: (Ingezonden door Dirk Riel). Ik ben een gezegde van 17 letters. 14. 1. 4 been; 2, 16 trekdier; 10. 11. 12, 7 woonruimte; 6, 3 muzeknoot 5. 15, 13, 9 windrichting; 8, 17 geheel de uwe. IV. Met een h ben lk een lekkernij, met een k ben lk een regerend vorst, met een w ben ik Iets, waarin Jullie Je dagelijks bevinden. V. (Ingez. door Nico van Biemen). Verborgen plaatsen. 1. ihlelogm (Zuid-Holland); 2. alevne dan (Utrecht); 3. ergretelbugrdne (Noord-Brabant); 4. lasmerae (Noord- Holland). VI. Vul op de kruisjes onderstaande woorden in. zodat elk volgend woord gevormd wordt door aan het vorige woord één letter toe te voegen, of af te halen. 1. klinker, x 2. bijwoord, xx 3. achting, xxx 4. groot wateroppervlak, x x x x 5. huishoudelijk voor- x x x x x werp. x x x x x x 6. plaats in Friesland, x x x x x 7. vogel, x x x x 8. grondsoort, xxx 9. bijwoord, x x 10. afgekorte meisjes- x naam. 11. medeklinker. VII. (Ingezonden door Ria Post). W e heeft een mond en kan niet spreken? VIII. (Ingez. door Nelly Heemskerk). In de hokjes komt van boven naar beneden en van links naar rechts het zelfde te staan. 1. viervoetig dier; 2. verbond; 3. plaats in Frankrijk; 4. een portie. Beste raadselnichtjes en -neefjes. Daar begint de raadselkring weer, na een vacantleperiode, waarin Jullie ongetwijfeld veel genoten zullen heb ben! Ik ben benieuwd, hoe Jullie het maken, en of jullie nog wat van de mooie dagen hebt kunnen genieten en wat gebruind zijn door de zon. Jam mer genoeg hadden we nog al veel re gendagen, maar ik hoop, dat Jullie Je niet op de kop hebt laten zitten hier door! Genoten hebben jullie vast wel, waar je ook was: uit logeren, kampe ren. thuis, of een trektocht; maar wat jullie allemaal gedaan hebben, hoor ik natuurlijk volgende week uitge breid! Want jullie zullen wel veel te vertellen hebben. Van sommigen kon ik al een beetje meegenieten, omdat ik een ansicht toegestuurd kreeg: har telijk dank hiervoor aan Willie en Jannle Ladan (wat een mooie omge ving), Cor van der Graaf (je was ver weg). Lenie Susan (wat een leuke kaart!), Nelly Heemskerk (kampeerde je daar?), Trudy de Wolf (fleurige kaart!), en de fam. Van der Pluym (nog veel van het strand genoten?). En nu beginnen we weer aan de raadsels acht gewone deze keer. Ik ben benieuwd, wie van Jullie in de vacantie nog wel eens aan de raadsels heeft gedacht, en een paar nieuwe heeft gemaakt want die kan ik nog best gebruiken! Vooral letter- en kruisjesraadsels en ook natuurlijk hele nieuwe ideeën zijn van harte welkom. Want voor de komende winter hebben we weer een flinke voorraad nodig! En nu ls het Jullie beurt weer. met het oplossen van de raadsels en Jullie vacantieverhalen. Ik ben verlangend, veel te horen! Tot de volgende week. Allen hartelijk gegroet door jullie raadseltante, Mevrouw M. J. Boterenbrood. imfl Schrijfsters van de eerste Nederlandse zedenromans Nu het in November van dit jaar 150 jaar geleden zal zijn dat de schrijfsters van de eerste Nederlandse zedenromans, Elisabeth Wolff-Bekker en Agatha Deken bekend als Betje Wolff en Aagje Deken, stierven, is het mogelijk wel nuttig haar leven en haar werk nog eens in het kort op te halen. Teveel ruimte zou het nemen de tijd, waarin dit paar de pen voerde, breed uit te beschrijven, doch daar de periode van hun publicaties het moment was van de kentering in de achttiende eeuw. zou ik ter typering van die 18e eeuw. waartegen zij zich keerden, de volcendp beeldspraak willen wagen De lichamelijk en geestelijk stoere Hol landse regent, die de zeventiende eeuw was, was verzwakt tot de saletjonker, die de achttiende voor kan stellen. En ook toen reeds deed zich het gezonde verschijnsel voor van reactie. Deze reactie vertoonde zich op het gebied van de godsdienst in die zin. dat er een streven ontstond naar een vrijere en vooral eerlijkere belijdenis van het ge loof. op sociaal terrein door een ver langen naar 'en natuurlijke levens staat invloed van Rousseau's La Nouvelle Heloise tegenover de ge kunstelde prulkebollen èn in de litera tuur door een verwerping van de rede rijkers en de helden- en avonturen romans met een voorkeur voor de karakter- en zedenroman, waarvan het werk van de Engelsman Richardson (1689—1761), de romans Pamela en Clarisse Harlowe. het eerste voorbeeld is. Alles tesamen genomen kan men zeggen, dat het einde van de achttien de eeuw zich gekenmerkt heeft door een doorbraak van verlichting, vrijzin nigheid en democratie met als gevolg een aankweken van deugd, verdraag zaamheid en godsdienst. Voor wie ook maar het geringste historische begrip heeft van de perio de die voorafging aan deze vernieu wing. moeten de romans van Wolff en Deken. Sara Burgerharl en Wil lem Lcevcnd. nu nog aandoen als een frisse wind die het pruikenpoeder voor zirh uit deed stc'ven. En niet alleen het pruikenpoeder. Wat deze schrijfsters afwezen is het kaf, dat nog steeds neiging heeft het Neder landse koren te ovcrstulven: bekrom penheid, hypocrisie en onbeschaafd heid. Zodoende ls de sprankelende, heke lende geest van de Intelligente Betje een spottende Intelligentie die in haar wezen samenging met ernst en deugdzaamheid, zoals een leder die lezen kan zal opvallen in haar roman figuren Saartje en Alida Leevend heden nog even kersvers als in de jaren 1782 en '84 toen de romans ver schenen. Een bewijs voor de Intensiteit van het geestelijk leven van hun tijd Ls het feit. dat dit het is geweest, die de kwaaie meid Betje gebruikte zij niet tegenover een bezoeker, die naar haar echtgenoot, de dominee, vroeg, de woorden: „Mijn man is onzichtbaar om morgen onverstaanbaar te zijn'" en de zedige wees, Aagje, tot elkaar heeft gebracht. Hun jeugd en afkomst toch zou ook heden nog verschillend ge noemd worden; men behoeft zich dus niet af te vragen, hoe groot de schei ding toentertijd was. Elisabeth Beeker was de jongste dochter uit een Vllssingsch koopmans gezin. Zij was even dartel als leergierig, even spotziek als gevoelig. Haar moe der. die zij echter op haar 13e jaar ver loor. onderrichtte haar en liet haar hoor talenten ontwikkelen. Zij leerde moderne talen en studeerde met haar broer Latijn en theologie. Dat deze Betje echter lang geen blauwkous was. bleek wel toen zh er op haar zeventien de Jaar ln haar dartele onervarenheid vandoor ging met een officier van het Staatse leger en hoewel zij de volgende morgen reeds vol berouw in het ouder lijk huis terugkeerde, is haar deze „misstap" haar leven lang door kwezels en huichelaars nagehouden. Deze slag ls de oorzaak geweest dat dit getalen teerde en aantrekkelijke jonge meisje drie Jaar later in het huwelijk trad met de 51-jarige Beemster dominee Adriaan Wolff, met wie zij enige tijd een briefwisseling had gevoerd over letter- en taalkundige onderwerpen. Gelukkig was dit huwelijk niet. Betje, die steeds meer bekendheid kreeg door haar literaire werk en wier galgen humor wel eens in vinnigheid omsloeg, trok geregeld op haar eentje uit om haar vrienden te bezoeken en met hen van gedachten te wisselen Er Ls een vijftiental jaren, waarin Betjes oudere vriend, de beroemde Amsterdamse ad vocaat Noordkerk. zijn invloed liet gel den. nodig geweest, voor dit echtpaar de wederzijdse waardering en vriend schap op kon brengen, die deze mariage dc raison draaglijk zou maken. Geheel anders is de v oorgeschiedenis van de strenge Aagje Deken. Aagje was een wees van boerenouders uit Amstelveen en opgevoed in het wees huis van de Rijnsburgse Collegianten te Amsterdam. Deze Collegianten vormden een piotestantse secte. die grote waarde hechtte aan de persoon- lilke. buitenkerkelijke godsverering. Zij was een streng gelovig en welhaast dweepziek jong meisje, dat haar leven wilde wijden aan haar geloof en aan het schrijven van vrome gedichten Als zij het weeshuis verlaat, treedt zij in dienst bij de weduwe Bosch teneinde diens zieke dochter Maria te verzorgen. Maria en Aagje blijken zielsverwanten te zijn. Beiden schrijven gedichten van stichtelijke aard en zij omringen zich met een kring van gelijkgezinden, die zich oefenen ln deugd en nederig heid. De beide schrijfsters ontmoeten el kaar omdat zij aangetrokken zUn door eikaars werk. waarbij de impulsieve Betje in Aagje het steunende beeld gezien moet hebben van haar eigen innerlijke soliditeit, terwijl Aagje be paald uitgeweest moet zijn op Betjes zielehell. Hoe dan ook. ondanks de tegenstelling in hun beider wezen, na het sterven van Adriaan Wolff in 1777. blijven zij tot hun dood tcj samen wonen en werken. Eerst ln Beverwijk, na de inval van de Pruisen vanwege hun patriottLsche gezindheid als poli tieke vluchtelingen in Trevoux aan de Saone en vervolgens verarmd door de oneerlijkheid van hun zaakwaarnemer, hardwerkend in Den Haag. In de laat ste jaren van haar leven ls Betje zeer ziek. maar zij laat zich door haar kwaal niet ontmoedigen. „Ik hou niet van een lelijk bakkes zetten als men niet op vilten sloffen naar den hemel wandelt" zegt zij. In November van het jaar 1804 stierven de vriendinnen acht dagen na elkaar. Van het voornaamste werk van Wolff en Deken, de romans Sara Burger hart en Willem Leevend van de laatste speciaal de eerste twee delen heeft niemand nog kunnen nagaan welke brieven van de hand zijn van Betje en welke van Aagje. Men kan slechts gissen. Busken Huet schrijft de romans vrij wel geheel aan Betje Wolff toe. evenals M. Nijhoff in zijn niet helemaal billijke, maar byzonder innemende artikel „Aagje Ammers en Top Deken" (M. Nijhoff. Gedachten op Dinsdag) De literair-historici Kalff en De Raaf en Griss zijn echter een andere mening toegedaan. Indien ik het zou wagen mijn me ning. die gebaseerd ls op heel wat min der kennis van zaken dan die van deze geleerden, by de hunne te voegen, dan zou ik willen fluisteren, dat ik de in druk heb gekregen, dat het streven van deze beide vrouwen om een vrij moedig beeld te geven van Nederland zoals het waariyk was en is; gelovig, zedig, zakeiyk, intelligent en eerlijk en met dit beeld een onsterfelijk voorbeeld te scheppen ten bate van hun land tot en met de laatste bewoner, hun beider aandeel is Doch de geest en het talent, die deze zedeschilderende romans tot kunstwerken hebben gemaakt, die zyn voor mij het onuitwisbaar kenmerk van de onsterfelijke Betje. CLARA EGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 9