COUCABOURRA,
Echtgenote van de vermoorde Pakistaanse
Minister-President wordt Gezante in ons land
T
BEWONDERENSWAARDIGE VROUW
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 31 JULI 1954 - PAGINA j
Kijkjes in de AVifJ
Dï AUSTRALISCHE IJSVOGEL is eon aardige J
Om te zien. Waarschijnlijk ook wel om te UI
als tamme vogel, om te verzorgen, maar du
een grote ruimte, want het is een flinke knaan
bewoner van het Oosten en Zuiden van het voon».
Nieuw-Holland.
Als tk zeg een aardige vogel, dan heeft dat be*-A,
op zijn voorkomen en vooral ook op zijn manier var'-
Met het Nederlandse ijsvogeltje, dat pronkstuk van-
vijvers en bosheken, heeft deze Australiër veel ke
ken gemeen, al is de naam ijsvogel bij hem nog moeiT
thuis te brengen dan bij zijn Europese staman
Australië en ijs zijn nu eenmaal niet bepaald verT-
bare grootheden. De inheemse naam coucabourra D
ook veel kernachtiger en die begrijpt men terstond
men deze grapjas der Australische bossen eens goed
horen tekeer gaan.
Zal ik nu eerst z|jn signalement even geven? s<
voor een tamelijk gedrongen vogel ter grootte R-
kleine patrijs of. als dit de stedeling niets zegt. mé
metingen van een krielkip.
De vergelijking is wat dwaas, want van een fan
hoenderachtige dus. heeft de ijsvogel helemaal niets';
ziet U dadelijk aan de opvallend grote kop, die on-f?
een derde van het lichaam beslaat, en aan de fornv.
beie snavel, waarmee hij heel wat anders uitvoert i
een hennetje of een haantje, dat er alleen een gra:-
mee pikt.
DE COUCABOURRA heeft me altijd bijzonder au
trokken en veelvuldig is dan ook het aantal
dat ik van deze markante verschijning in c»~
van de jaren heb gemaakt tijdens mijn regelmat::;
zoeken aan de Amsterdamse dierentuin, die op t o?
blik een drietal van deze vogels herbergt.
Zijn vormen zowel als zijn kleuren nodigen je ui-
op het papier vast te leggen.
De Australische ijsvogel
Geen groen en blauw van ons Hollandse vissertje. -
de bruinrode gloed, die deze kleine vogel tot zo:
btjzondere bewoner van onze bossen en landgoed
maakt, maar een stemmig grijs en bruin van het raö
weliswaar verlevendigd door een pareling van witteVi
gelvlekken. Borst- en buikveren vertonen een fijn? a
mertekening van dwarsstreepjes, zwart en cionkerb-
op een witte pluizige ondergrond.
Maar het opvallendst is de kop met het clans
vogeloog, waaruit een scherpe blik alles ziet wat er
onmiddellijke omgeving gebeurt.
Een donkere band waarin het oog is opgenomen, li
van de snavelbasis tot het achterhoofd waarop dé;
sige veren staan, die voortdurend in beweging zijr.
gelang van de mate van opgewondenheid en levend,<t
waarin het dier verkeert.
Het is deze donkere kopstreep. die aan het vogelen
iets bijzonders verleent, iets kwieks en bijdehands. Ki
en ongedurig is hij namelijk in hoge mate. Hij spc
letterlijk van de hak op de tak. neemt kennis van i
wat er gebeurt in zijn zitboom of op de grond van
een ekster en een halfwas Vlaamse gaai rondschar*
wipt naar beneden en wandelt op grappige korte p
wat rond. om daarna met een snelle boog naar he-
ste topje van zijn verblijf weg te schieten Dit sis
pijl uit een boog wegflitsen heeft hü tooh wel m;:
ijsvogeltje gemeen en ook dat vlugge om en om spr.;
op zijn tak.
ZIJN GELUID is heel bijzonder. Waar die grol?
winding zo plotseling vandaan komt, is bij zor
gel nooit na te gaan. maar ineens, voor ons m
aanwijsbare oorzaak, strekt hij zijn lichaam van
tot het korte staartje, legt de veren plat en strai
geeft een serie snelle ratelende klanken ten berte. re-c;
en op eenzelfde toonhoogte, maar zo schel, dat he'
mert in je oren. Volgens oerwoudreizigers moet ir
harde lachende geluid een bijzondere sensatie zeian
men het in de vroege oohtend voor het opga.in v
zon plotseling in de bomen hoort. „Lachende Han<'
is de bijnaam, die hem wegens dat merkwaardig stes
luid wel wordt gegeven.
VOLGENS EEN OUD.maar overbekend dierkunis
Brehmli is de grote ijsvogel geen hefn-oi;:
water en neemt hij geen bad. Onze vrind eenter
pelt vrolijk naar het kleine bassin in het v.
gaat zich heel omstandig wassen, waarna hij pous
op een tak toilet gaat maken.
Het is me altijd weer een raadsel, hoe een vege!e
slaagt na eindeloos geflodder en gestryk orde te sü
pen in de vormloze warwinkel van naar alle kanter.
piekende pennen. Maar het komt altijd 111 orde. je t
er op te waohten. Na een kwartiertje zit ieder donsre
waar het hoort te zitten en dan zit meneer mach
rond te kijken, klaar voor een volgende onderr.eir
PAKISTAN ZENDT ONS ZIJN „BEGUM"
(Van een bijzondere medewerkster)
I n 1929 was zij afgestudeerd In sociologie en
economie. De stugge studie had van haar geen
„boekenwurm" gemaakt. Ze was een mooi meisje:
klein, gracieus en zeer vrouwelijk. De meisjes van
het „Indraprastha Girls' College" in Delhi keken
dan ook zeer verwonderd toen er in 1931 een
gracieuze, bijna vorstelijke verschijning, die eigen
lijk helemaal niet geschikt leek om droge econo
mische vraagstukken te bespreken, achter de
lessenaar plaats nam.
ONTMOETING MET LIAQUAT AU KHAN
In deze tijd ontmoette zij Nawabzada Liaquat
All Khan, die Pakistan's eerste Minister-President
zou worden. De kleine, brede man met de grote
hoornen bril, welke de vriendelijkheid van zijn
gezicht nog accentueerde, werd verliefd op de
jonge docente met de donkere, gesluierde ogen.
In 1933 trouwden zij.
En wie de redevoeringen, die de Begum de
laatste jaren in het buitenland gehouden heeft,
gehoord heeft, zal bemerkt hebben, met hoeveel
verering zij spreekt over de man. die één van
Pakistan's eerste martelaren werd.
In de schaduw van de grote Jmnah. die ijverde
voor de vereniging van de Moslems, werkten
Liaquat All Khan en zijn vrouw voor de All India
Moslim League. Hij was secretaris en zij op haar
beurt weer als zijn secretaresse, omdat de fond
sen van de League te klein waren om veel perso
neel in dienst te nemen. Met haar fijne, smalle
vingers leerde ze razendvlug typen en tot diep in
de nacht kon men haar in de werkkamer van haar
man vinden.
GEEN TIJD VOOR PIANO EN GUITAAR
Mevrouw Liaquat Ali Khan bracht twee zonen
ter wereld: Ashraf en Akbar. Van nature was zü
huiselijk en zij zou eigenlijk niets liever gedaan
hebben dan zich helemaal wijden aan de opvoeding
van de jongens. In haar vrije uren zou zij plano
hebben gespeeld of naar de guitaar gegrepen
hebben, waarbij zij zo graag zingt met haar rijke
altstem en uren zou zy zich verdiept hebben in de
grote werken uit de wereldlitteratuur. Maar voor
dit alles was er geen tijd. Het werk voor „de zaak"
kwam in de plaat", van de goede, huiselijke dingen.
De twee zoons moesten hun eerste muziekonder
wijs van vreemden krijgen en het gebeurde maar
zelden, dat Vader en Moeder beiden luisteren
konden als Akbar op zijn viool speelde, 's avonds
voor het naar bed gaan.
In 1947 verdween de naam Brits-Indië uit de
wereldatlas en kwamen de namen India en
Pakistan hiervoor in de plaats. Maar nauwelijks
was Bnts-Indiè's laatste onderkoning. Lord Louis
Mountbatten. in Engeland teruggekeerd of in ce
streken, die het hoogste geschenk, de vrijheid,
hadden gekregen, vloeide het bloed. Moslems en
Hindoes bevochten elkaar. Pakistan en India be
vochten elkaar. Pakistan en India betwistten
elkaar de bloelende streek, die Kashmir heet. Er
werd gehongerd, geroofdtienduizenden ver
lieten hun huis en trokken naar de vreemde verte:
duizenden lijken lagen te vergaan langs de kapotte
wegen, de cholera brak uit en de ziekenhuizen
waren overvol.
Ontsteld zagen Jlnnah en zijn Eerste Minister
Liaquat Ali Khan de chaos aan. „Geboorte gaat
met pijn gepaard", zei de oude strijder Jinnah
smartelijk, „maar het nieuwe leven breekt altijd
door".
DOOR DE DONKERE NACHT
Liaquat Ali Khan ontvluchtte de problemen niet,
maar nam zyn intrek in Lahore, waar de tien
duizenden daklozen binnenstroomden. En ook de
Begum zag een nieuwe, grote taak. Zu riep de
vrouwen van de nieuwe staat op om lid te worden
van de „Pakistan's Women's Voluntary Service".
„De hongerigen moeten gevoed worden en zij, die
geen huls meer hebben, moeten onderdak vinden."
De vrouwen stonden eerst wat vreemd tegenover
deze nieuwe situatie, maar spontaan beantwoord
den zij toch de oproep van haar Begum om vrij
willigers.
Binnen vijf maanden werden zeven millioen
vluchtelingen in de West-Punjab ondergebracht.
Moslem-vrouwen, die zelden tevoren de sche
merige koeltcn van haar huizen hadden verlaten,
kwamen bü honderden om te helpen ln de
ziekenhuizen en de kampen.
Menige zieke legde in die dagen haar koortsige
hand in de kleine handen van de Begum, die zelf
kwam om haar te troosten. In donkere nachten
zag men de Begum in de cabines van de trucks
zitten, die dekens, kleren en voedsel vervoerden
naar de afgelegen kampen. Thuis lagen haar belde
jongens ziek, maar de zorg om haar land en volk
was groter, zy dacht aan geen gevaar als een
cholera-lyder om enkele zachte woorden van
troost vroeg en geen enkel werk, hoe simpel en
hoe afstotend soms ook, was beneden de waardig
heid van deze waardige vrouw, zy wist, dat dit
volk haar nodig had en zy gaf zich zonder enige
reserve.
OPKOMST DER VROUWEN
Een groot probleem was het gebrek aan geschool
de verpleegsters. De Begum deed een beroep op
meisjes van goede familie om een cursus te volgen.
Het was een revolutionnalr gebaar, want deze
meisjes moesten met veel tradities breken, maar
zy kwamen. En in haar vrye tijd waren zy dikwyis
te gast in het huis van Mevrouw Liaquat Ali Khan,
die voor de meisjes „parties" gaf om hen de over
gang van het oude naar het nieuwe milieu niet
te moeilyk te maken.
De Begum ging nog verder en vormde de Pa
kistan Women's NatWnal Guard. In deze organi
satie, die onder militaire contróle' stond, leerde de
vrywilllgsters eerste hulp-verlening, sociale ver
zorging, typen, de beginselen van de ziekenver
pleging. maar ook kregen zy een militaire trai
ning. By parades hebben deze slanke, fyngebouwrie
Pakistaanse Jonge vrouwen al menigmaal een goed
figuur gemaakt De Begum heeft de rang van Bri
gadier En ook dit beschouwt zy niet als een ere
baantje. Zy bemoeit zich zeer Intensief met de
organisatie en door persoonlyke gesprekken met de
meisjes weet zy deze te bezielen met een totaal
nieuwe geest.
STEEDS MEER WERK!
Nog meer taken nam de Begum op haar smalle
schouders. De All Pakistan Women's Association
werd gesticht. Het doel was, de Pakistaanse vrouw
op te voeden in cultureel en sociaal opzicht. On
geacht politieke overtuiging, huidskleur of kaste
kon ieder zich by deze organisatie aansluiten. Er
wordt nauw samengewerkt met internationale
organisaties en verschillende afgevaardigden van
de beroemde Amerikaanse vrouwenclubs hebben in
het huis van de Begum boeiende discussies gevoerd
met de Pakistaanse leden van de A.P.W.A.
Vooral de opvoeding van de Jeugd had de aan
dacht van Begum Sahiba. Er moest op dat gebied
nog zoveel gedaan worden in dat grote land. Ook
de economie haar oude liefde werd niet ver
geten. zy stichtte nl. the All-Pakistan Women's
Association of Cottage Industries. Het verdrlette
de jonge vrouw iedere keer weer, dat zy alles
eigenlyk maar schematisch kon aangeven, omdat
er zo véél gedaan moest worden en men maar niet
meteen een kader tot zyn beschikking heeft.
„Een dag heeft maar vier en twintig uur",
klaagde zü soms tegen haar man, „en daar moe
ten ook nog zoveel uren slaap af."
TRANEN OP PAKISTAN'S AARDE
Man en vrouw zagen elkaar zelden, omdat
beiden al hun werkkracht gaven aan het volk,
waarmee zy zich zo innig verbonden voelden.
Zij wonnen het respect van de wereld. En een
golf van ontroering ging door Ieders hart toen
enkele jaren geleden fatale revolverschoten het
leven van Minister-President Liaquat Ali Khan
midden in zyn bloei afsneden.
Begum Sahiba's tranen vermengden zich met de
aarde, waarin het lichaam van haar man rustte.
Naar de oude gebruiken zat zy met haar zoons op
het graf en bad en treurde. Maar de slag had haar
niet gebroken. ZU kon zich niet terugtrekken in
haar huis met haar boeken en piano. Het werk
moest voltooid worden. En met nóg groter energie
wydde zy zich aan de door haar gestichte organi
saties. zy reisde naar Europa. Amerika en Canada.
In ons land was zij de gast van Koningin Juliana,
die zy zeer bewondert en sprak in Den Haag en
Utrecht over sociale en opvoedkundige problemen.
Zy besloot één van haar redevoeringen met
deze noorden: „Jinnah overwon de beletselen,
die ons scheidden van de geboorte van Pakistan
en maakte onze dromen tot werkelykheld. Wij
moeten geen enkel offer te groot achten voor de
zaak waarvoor wij staan, net zomin als Quaid-i-
Millat Liaquat Ali Khan dit in ;|jn leven, zijn
werk en zijn martelaarschap heeft gedaan.
EEN GROOT GESCHENK
Pakistan is trots op zyn Begum, die één van
de meest bekende en gerespecteerde vrouwen ter
wereld Is. En deze vrouw zal in ons kleine land
de functie van Gezante gaan vervullen. Zy zal
ons ongetwijfeld veel geven, maar zy zal ook veel
ontvangen. Iedere ervaring in ons land. dat
vooral op gebieden, waarin de Begum geïnteres
seerd is. veel te bieden heeft, zal zy „bundelen"
en deze ervaringen zullen ten goede komen aan
haar volk. Met haar humor en charme zal zy
iedereen voor zich winnen.
Het is een groot geschenk, dat Pakistan ons
geeft door de afvaardiging van deze vrouw.
.Lijdens een hevige sneeuwstorm werd in een klein bergdorp (Almora) in India een
baby geboren. Een klein, tenger meisje met zwartfluwelen ogen. „Een lastige baby", zoals
haar Moeder zei, want het kleine ding voelde er weinig voor, zuigend op haar duim, het
wonderlijke leven eerst eens rustig te verkennen. Ze toonde direct een grote activiteit.
Een activiteit, die haar hele leven van baby tot Begum is blijven kenmerken.
Ze was het derde kind, maar na haar werden nog zes kinderen geboren. In het grote
gezin was ze al spoedig de onbetwiste leidster. Ze dacht het kattekwaad uit en had de
leiding bij de kinderlijke escapades. Maar ook de plichten vergat ze niet, er haast vanzelf
sprekend werd ze een tweede moeder voor de kinderschaar.
Haar ouders waren welgesteld en stonden er op, dat hun intelligente dochter goed
onderwijs zou krijgen. Eerst ging ze naar de Middelbare School, om later als studente
ingeschreven te worden bij de Universiteit van Lucknow. Haar jaargenoten waren allemaal
jongens, maar dit deerde haar niet. Ze sloeg geen enkel college over en was een briljant
studente. Bij haar mede-studenten was zij zeer populair door haar levendige geest en
fijne zin voor humor. Maar de professoren hebben menigmaal hun hoofd over haar geschud.
Later, toen de Pakistaners haar „onze Begum" gingen noemen, heeft één van haar leer
meesters verklaard: „Waar zij was, was altijd leven en beweging. Zo'n levendige, intel
ligente studente is tegelijk een vreugde en een verantwoordelijkheid."
Hy maakt een sprongetje, draait een halve sla;
terste voren en kykt „listig" met schuine kop
grond. Héééé! daar ligt iets wits. dat hadden
maal nog niet gezien! Nog een draai, hup! een tak
wip! naar de gronden dan met dr bbelpasjes n:>:
dode witte muis, die zeer uitnodigend ligt te wach'
een liefhebber.
Nou! die is by de coucabourra aan het goede h
Hy neemt de kleine langstaart in zijn grote s
hem op re germanler omhoog, draait hem zo. dat -•
zenkop naar beneden wyst én dan gaat het lekfc
met een paar slikbewegingen naar binnen
t Zo pikt hij in zyn geboorteland op dezelfde
z'n maaltje: muizen, hagedissen, vliegensvlugge
maar ook wel slangen, als die tenminste niet
zyn. Zyn vervaarlijke hakbek zal hem daarbij
groot nut zyn.
ZIEZO, dat was dat. Hy heeft z'n bad genn"'-
maal ls binnen, nu is het tyd voor een 1
hipt hy nog wat rond op zyn boomtak, roste
z'n vaste plaatsje boven op een loodrecht 1
stompje, trekt zyn kop achter uit in de vleuge
gluurt hy met een lodderoog naar zijn kamen*
zo'n bruingrijs gekleurde en even fraai gevlekte
De coucabourra is in slaap. De lachende kon.tf
is een paar minuten van het toneel verdwener1
dat muisje zal al gauw geen staartje meer hebber
S. VAN DEK 2