AUGUSTE DE MORNY
Een Zoeklicht.
LEVEN VAN
Volgde stem van zijn bloed
,,D'
A
i Jaargang No. 23
Zaterdag 5 Juni 1954
Bewogen Leven LXXV
Geworpen in buitenste duisternis
Nu, in het vijf en zeventigste BEWOGEN LEVEN, vertel ik mijn lezers wel en zeer merk
waardige geschiedenis. Vermoedelijk zullen velen wel eens van de Talleyrand
gehoord hebben, de grote staatsman uit de Napoleontische tijd, die Frankrijk verte
genwoordigde op het Wener Congres.
Deze de Talleyrand nu, was in zijn jeugd, ofschoon hij geestelijke was, een zeer
galant heer. Vaak bezocht hij een zekere graaf Flahaut, die al oud was en een beeld
schone jonge vrouw bezat: Adelaide Tilleul genaamd. Aangezien het huwelijk zeer
ongelukkig was, bezocht en vond Adelaide troost bij de jonge Abbé de Talleyrand en
het is wel zeer zeker dat deze laatste dit hooglijk waardeerde. Hij omringde haar met
die kleine, voor buitenstaanders onopvallende attenties, die een man een vrouw
bewijst van wie hij zeer veel houdt.
Nadat Adelaide zes jaar getrouwd was geweest, kreeg zij een zoon die zij Charles
noemde, Charles de Flahaut. Doch feitelijk had het kind de Talleyrand moeten heten.
De zoon zou even elegant worden als de vader en hij
eveneens zeer intelligent. Vanzelfsprekend werd hij
Scier, dat was in die dagen het beroep voor een der-
üjk type om te slagen in het leven. Mede door hulp
0 de Talleyrand werd hü op zeer Jonge leeftijd brigade-
Kraal en in de salons maakte hij nog grotere verove
ren dan op het slagveld.
Zijn stem moet wel bijzonder welluidend en gevoelvol
veest zijn. want niemand minder dan Koningin
iriense de Beauhamais, die getrouwd was met Koning
idewijk Napoleon van Holland, werd op hem verliefd,
ra zij zijn stem hoorde. Nu was, dit zij tot haar
rontschuldiging gezegd Hortense de Beauharnais ook
ongelukkig getrouwd. Haar huwelijk had indertijd
uts gehad op bevel van Napoleon, die haar moeder
1 gemalin genomen had.
rORTENSE. jong en hunkerend naar nieuwe gevoe-
lens. raakte geheel in de betovering van de graaf
i de Flahaut, die even onweerstaanbaar was als eens
Zo werd er dan op de 22ste October van het jaar 1811
nk uit deze tweede liefde een zoon geboren. Doch de
aiders, dat waren dus Koningin Hortense en de graaf De
Flahaut, lieten het kind op het raadhuis inschrijven
«der een vreemde naam. Zulks om een schandaal te
toorkomen. Er werd een echtpaar gezocht, dat zijn
uam wilde geven aan dit nieuwe, menselijk wezen,
4»t nog minder dan een bastaard was", en dat was
puw gevonden. Er zijn nog altijd mensen te vinden
iit mededogen hebben met het pasgeborene „dat ge-
ivetst de wereld in moet", en zo kreeg dit jongetje de
uam Demomy. Zo heetten namelijk de mensen, die
ion naam hadden afgestaan. Maar om toch bij deze
ungifte te laten blijken, dat het hier ging om een
wr bijzonder kind. gaf men het vier voornamen:
Charles, Auguste, Louis, Joseph.
DELAIDE TILLEUL vernam dat haar zoon een zoon
had. Ook werd zij gewaar wie de moeder was. Haar
1 eerste man, de graaf De Flahaut, was al lang ge-
haar tweede man, de Portugese gezant De Souza,
niet in staat gebleken haar haar Jeugdliefde te doen
r;eten. Zij was ook zo schoon geweest in haar jeugd
jonge Abbé had haar zulke wonderlijk-tere dingen
agd.
Daarom nam zü' haar kleinkind, dat later in de ge-
liedenis bekend is geworden onder de naam Auguste
Morny (dat klonk veel beter dan Demorny) tot zich
laf hem een opvoeding die hem geschikt maakte voor
i toenmalige soclëtyleven.
iims zond zij het kind naar zijn beroemd geworden
jotvaderEn De Talleyrand, die „zijn woorden zou
c??en hebben om zijn gedachten te verbergen", speelde
'een echte grootvader met het kind en genoot van
o. Hij was zo trots op het jongetje, dat hij meermalen
wan getuigenis moest afleggen tegen zijn vrienden,
taguste groeide op tot vreugde van zijn grootouders,
telkaar in dit kind weer ontmoetten.
0 die kleine rakker zal later over vele mensen heer-
zal knnnen worden wat hij wil Hij zal nog eens
zijn, ik voorspel het U". Aldus sprak de groot-
ongeveer.
ELDEN is er een kind opgevoed bij wie zo de nadruk
is gelegd op uiterlijke vormen. Eens zou hij immers
uit eigen kracht de wereld voor zich moeten ver-
En dit gelukt het best wanneer men in de smaak
wanneer men aangenaam is in de omgang, zonder
te zijn.
zou het alleen moeten volbrengen, dit mensenkind,
zijn vader was zowel bij Lodewijk XVIII als bij
«1 X uit de gratie. Deze na de grote revolutie terug-
kerde Bourbons, moesten vanzelfsprekend niets heb-
t van hen die eens op een intieme voet hadden ver-
jtd met Bonaparte of zijn naaste familie. Zij waren
[noord op de Hertog van Enghlen nog niet vergeten.
deze Bourbon in koelen bloede op te lichten en te
^eren had Napoleon de wereld getoond hoe hij over
sehten der Bourbons dacht.
kar Karei X werd door de Juli-revolutie verdreven
Je nieuwe Koning I-odewijk Philippe kon het zich
permitteren de Bonapartisten voor het hoofd te
en. Tijdens zijn regering begon het socialisme de kop
steken, en de aanhangers der Bourbons bleven rich
en Zo gevaarloos mogelijk zocht de nieuwe Koning
during tot de Bonapartisten. Eens zou hij zelfs toe-
uning geven Napoleon de Grote van Sint Helena re
n om hem te begraven aan de oevers van de Seine
EN der eerste daden van de nieuwe Koning was om
Mevrouw de Souza, en haar zoon. de graaf De
Flahaut terug te roepen uit Engeland. Weldra werd
■raaf tot pair van Frankrijk verheven en benoemd
teneraal-luitenant.
'der en zoon kregen nu de wind in de zeilen en de
(moeder zag het met vreugde en dankbaarheid aan.
^ds ln 1831 slaagde Auguste voor het militair examen
!erd weldra tweede luitenant. Zelden had Frankrijk
tanig officier in zijn gelederen gezien en zo'n
fmend ruiter bovendien.
kwamen de Jaren van de stoutste verwachtingen
t, onder zo \Teemde omstandigheden geboren
Mnkind. Zijn vader was een machtig man gewor-
zün moederHortense de Beauharnais. leefde
steunde hem geldelijk. Welke weg moest hij kiezen?
<)n dagen lagen twee wegen open voor de officier:
Jeg via het slagveld en de weg via de salons. Voor
fe was hij geknipt. Indien hU gewild had. had hu
-ddellijk enfant chérie kunnen worden, de charmante
tovendien intelligente cavalier van tientallen belang-
vrouwen.
i koos echter het eerste Tot groot verdriet van zijn
'moeder. die nog altijd in hem De Talleyrand ver-
t, vertrok hij naar het Franse leger in Tunis.
'tldra werd zijn dapperheid spreekwoordelijk en toen
het hem eens gelukte, ln de hitte van een zeer fel gevecht
het leven van zijn eigen generaal te redden, werd hij
beloond met een benoeming tot Ridder in het Legioen
vwi Eer.
Spoedig daarna greep een kwaadaardige ziekte hem
aan, die hem op de rand van de dood bracht. Toen de
beterschap intrad begon hij zich te bezinnen op de
zin van zijn eigen leven. Het leven is zo kort en hij zou
vie ztfn militaire loopbaan niet kunnen bereiken wat
hij wilde. Hij was Ridder ln het Legioen van Eer. Geen
mens ter wereld kon nu meer twijfelen aan zijn dapper
heid.
Er bestaan nog meer waarden in dit leven dan dapper
heid alleen. Daarom verliet hij Afrika, ging naar Parijs
en diende zijn ontslag ln.
Toen hü luitenant was geworden had hü zün oorspron-
kelüke naam: Demorny, veranderd in De Morny. Dat
stond beter voor een officier. En aan het einde van
zür- militaire loopbaan, nu hü voorlopig als ambtenoos
burger in de hoge kringen zou verkeren. de positie
van zün vader stelde hem daartoe in staat noemde
hü zich: graaf De Morny.
Dat klonk nóg beter!
EEN geheel nieuw leven begon.
Een leven van feesten en vergaderen. Een leven van
liefde en spel. Maar geen van de dames die tijdeluk
met hem door het leven gingen, behield zijn hart. Voor
hem bleef alles schone schijn. Voor hem was dit de weg
geworden naar politieke macht.
Waar hij al het geld vandaan heeft gehaald dat hü
nodig had om zo te kunnen leven, is tot nog toe een
raadsel gebleven. Wel weten wij dat zün grootmoeder en
moeder, bovendien nog zün vader, hem steunden, doch
die steun kan niet voldoende geweest zijn voor dit leven
op grote voet. Heeft hü het in de suiker verdiend?
Het is bekend dat hü een fün gevoel voor zaken had.
Van zün hand verscheen op een goede dag een zeer des
kundige brochure over de suikerkwestie, over de strüd
van de toenmalige suikerfabrikanten en de handelaren
in koloniale suiker. Auguste richtte zelfs, met behulp van
aandelenkapitaal züner vrienden, een suikerfabriek op
te Ciermont. Zeer vermoedelük heeft hij uit zün suiker
campagne voor zichzelf een goede winst behaald. Hij
bracht het zelfs tot voorzitter van de Vereniging van
Franse suikerfabrikanten.
Doch het ging hem niet om geld, suiker, of om het
hooglied van het salonleven. Hü wilde in de politiek zün
carrière maken, zoals zijn grootvader, De Talleyrand, het
eens had gedaan.
In de streek van Clermont-Ferrand, waar hü een sui
kerfabriek had gesticht, kende men hem. Men was ver
rukt over zün innemende manieren. Hü zou stellig een
goed afgevaardigde zün voor dit district Want men kon
van zün gezicht wel lezen, dat hü met Koningen en
andere grote heren om kon gaan. En hij ging ook zo
vriendelijk en gewoon met hen om! Zon mens hadden
ze nog nooit ontmoet. Zó voornaam en tegelijk zo een
voudig! Hij moest hun candidaat zün! Auguste de Morny
stemde toe. Met vlag en wimpel haalde hij de eindstreep
bij de verkiezingen en vier jaar later werd hü opnieuw
met een zeer grote meerderheid gekozen.
DE Hohe Messe van Johann
Sebastian Bach klinkt. :n
een onbeschrijfelüke veel
kleurigheid van zangstemmen en
instrumenten, van tekst en toon.
van melodie en rhythme. tussen
de gehavende muren van de
Hooglandse kerk.
Hoe bestaat het, dat mensen,
die met lüf en geest gebonden
zijn aan de rusteloze, materieel
en geestelük in duizenden delen
en deeltjes gespleten wereld van
thans de geconcentreerde ener
gie en de onverstoorbare con
centratie ten toon spreiden om
zo aaneen gesloten, elkaar" af
wisselend, elkaar beantwoordend
elkaar steunend en stimulerend,
te zingen en te musiceren?
Bijnadere overweging valt
echter geen wezenlüke tegen
stelling te construeren tussen
onze te pas en te onpas als „ver
warde en gejaagde" gekarakte
riseerde tüd èn de wereld van
Johann Sebastian Bach, twee en
een halve eeuw geleden. In deze
schepper van strak gebouwde
kerkmuziek, met een onverzette
lijk rhythme en een zeer per-
soonlüke. streng doorgevoerde
stijl, schuilt een spanning en
onevenwichtigheid, die het
schrüven van elke regel muziek,
zelfs van de meest sobere, een
stemmige koorzang of orgel-
partü. onmogelijk moet maken.
De verrassende gaafheid en de
stugge, maar tegelijk speelse
kracht van Johann Sebastian
Bach is kort en goed te danken
aan de Heilige Geest. Deze in
wezen gespannen en rusteloze
mens is gebonden in de afgeme
ten, niettemin bevrüdende rust
van God. in de gave. alle wan
orde bedwingende macht van
Christus.
„Eén heilige, algemene cliris-
telijke kerk" zingt de bassollst,
in een onverstoorbaar op en
neer klimmende melodie, terwijl
slechts een enkel instrument dit
Woord van Bezinning
Gaafheid
van
Geest
persoonlük getuigenis op de voet
volgt. Deze overrompelende so
berheid, Juist in een gedeelte,
waar aanleiding zou zün een
breed koor van zangstemmen
en instrumenten te verwachten,
verraadt de diepe, innerlüke
gaafheid van geest, waarmee de
christen Johann Sebastian Bach
zün gebondenheid aan de Heilige
Geest belijdt.
i Heilands tuin", het
Pinksterspel van M.
Nljhoff. wordt in die
zelfde Hooglandse kerk gespeeld,
door een groep jongeren uit zeer
verschillende kerken.
In woord en gebaar, ln wisse
lende kleuren en taferelen ver
rijst voor toeschouwers en luis
teraars. die veel geringer in aan
tal zijn dan de avond tevoren,
bij de Hohe Messe. de oudste
kerk ter wereld, twaalf aposte
len. die hoe verschillend naar
afkomst en aanleg, samenge
bundeld worden tot één mach
tige stem van Christus, gedra
gen en gedreven door de adem
van de Heilige Geest.
Weer staat daar die gave. on
kwetsbare „ene heilige, algemene
christelüke kerk" ondanks de
hachelijke toestand van de ste
nen kerk, die ons daarbü om
ringt, en ondanks de ergcrlüke
en zorgwekkende aanblik, die de
christenheid van nu en van
vroeger en van de toekomst op
levert.
De zang en ook het spel van
de ene. ongedeelde. In strakke,
sierlüke lünen verrüzende kerk
is geen ijdei. vervagend lied van
een musicus, die ons enkele uren
weet te boeien, of het werk van
een dichter, die ons op een stille
avond vóór Pinksteren in een
vergankelijke compositie van
woorden en gebaren gevangen
houdt.
De alle volken en eeuwen om
spannende kerk van Christus
blijft één en heilig door de on
vergankelijke en onvergelijkelü-
ke gaafheid van de Heilige
Geest.
P. L. SCHOONHEIM
Predikant voor Büzondere
Kerkewerk van de Her
vormde Gemeente te Lei
den, Hoge RUndük 14a.
AUGUSTE DE MORNY ging als afgevaardigde na3r
Parüs. En daar, temidden der Franse politici, die
doorgaans zeer elegant zün en zeer veel spreken,
deed hü een voor hem schokkende ervaring op. Tot nog
toe was hij een vriend geweest van de Koning, van het
Huis Orleans dus. maar er waren duizend tekenen die
erop wezen, dat dit Huis zou worden weggevaagd De
Koning had de greep verloren op het voornaamste en
belangrijkste deel van zijn volk. Wat is een Koning, die
zichzelf op het dode spoor zet?
De intelligente Auguste De Morny zag dat het Koning
schap zich in de richting van de afgrond bewoog Hij
zag ook dat niemand het meer zou kunnen verhinderen.
Wat zou er na de Burgerkoning komen?
Er waren nog altijd Legitimisten in Frankrijk, dat
waren zij. die de Bourbons terug wilden. Er waren mil-
lioenen Republikeinen. Zij werden bij de dag machtiger
In hen vlamde het vuur der revolutie voort. Zij zochten
voortdurend naar wegen om ook de gewone man in te
schakelen als een volwaardige. De revolutie van de Vierde
Stand stond voor de deur.
Er waren ook nog altüd Bonapartisten en hun
candidaat was de halfbroer van De Morny. De zoon van
Lodewük Napoleon, eens Koning van Holland, en Hortense
de Beauharnais
LS deze eens aan de macht kwam... Auguste had
hem nog nooit gesproken. Zou deze jonge Napoleon
hem willen erkennen ais zün broer? Vermoedelijk
niet. Hü was immers een. hoe noemt men dat ook
weer? Zün halfbroer was geboren uit een wereld van
haat. Vaak waren er scheidingsplanncn geweest tussen
diens ouders. Hü. Auguste. was geboren uit een wereld
van liefde. Maar hij had de wet op zijn weg gevonden
en die had hem vooreerst in de buitenste duisternis
geworpen. Terecht, wist hüzelf. Zonder de wet houdt
men de wereld niet in stand. Doch ais zijn halfbroer
eens macht zou krügen in Frankrük, zou hij hem weten
te vinden. Hij behoefde de stem van zün bloed maar
te volgen. REIN BROUWER.
De wandschildering van Leonardo Da Vinei genaamd ,,Het Laatste Avondmaaldie zich bevindt in de eetzaal van
S. Maria delle Grazie te Milaan, is gerestaureerd. Zeven oor heeft Professor M. Pelliccioli, de directeur van de
Brera-restaurotieschool. eraan gewerkt. Hij maakte de afgesprongen schilfers van de schildering met een speciaal
plakmiddel aan de muur vast, waarna de gehele oppervlakte werd gereinigd. Vervolgens begon de professor
de later opgebrachte lijm en vernis te verwijderen alsmede de door sommige vorige restaurateurs aangebrachte
overschilderingen. Op enkele plekken bleek een vi/fdubbele laag van li/m en verf, in verschillende perioden aange
bracht, aanwezig te zijn. Het gerestaureerde „Laatste Avondmaal". De restaurateur aan de arbeid.
H. P. van den Aardweg.
„Maagd in Montparnasse".
A. J. G. Strengholt's Uitge-
versmü- Amsterdam 1954.
Men zou deze titel een contradictio
in terminis kunnen noemen, doch de
roman van H. P. van den Aardweg
ligt hier om ons te bewfjzen, dat deze
toestand wel degelük mogelijk en zelfs
volkomen aanvaardbaar kan zün.
In deze roman met zün interessante
probleem treedt een jong Nederlands
meisje op, dat aan de Sorbonne gaat
studeren na een mislukte verloving in
Nederland. Deze mislukking is symp
tomatisch voor de gemoedsgesteldheid
van Jantine. Zü sluit zich moeilük aan
by de na-oorlogse Parijse studenten,
die haar vrienden zün. en die over het
algemeen de rationalistische levens
houding huldigen. Niet dat deze jonge
mensen er op los zouden leven of ne
men wat zü krügen kunnen. Zü allen
hebben een doel in het leven, een we-
tenschappelük doel of een sociologisch
doel. Zü Interesseren zich voor poli
tiek, doch hoofdzakelük op emotionele
wfjze, waar het debat over d? kwestie
Rosenberg in een studentencafé duide
lijk op wjjst.
Janiinc echter vindt geen bevredi
ging in deze houding; zü ziet in het
leven een ander doel en wel het offer
op ethische basis, echter zonder gemo
raliseer. Dat zü. zowel bü de steun die
zü haar medemensen tracht te geven
als bil de liefde, het hoofd stoot, komt
omdat zü evenmin instaat is om met
het realisme van de anderen rekening
te houden, als de anderen met haar
idealistische streven Haar afkeer van
machtswellust, waar zü ln haar Jeugd
cn ln Parüs een ogenblik het slachtof
fer van is geweest, maakt haar nog
onverzettelüker in haar contacten met
anderen.
OP DE BOEKENMARKT)
Een zeer goede milieuschildering en
een logisch uit dat milieu groeiende
karaktertekening dragen mede bü
tot de kwaliteiten van deze roman.
P. H. v. Moerkerken. „Naar
de Eenzaamheid". Kimmer-
dralendreeks. Nügh en Van
Ditmar. 's Gravenhage 1954.
Het is een goed idee geweest van de
uitgever om in de Nimmerdralendreeks
P. H. van Moerkerkens „Naar de een
zaamheid" te herdrukken. Van Moer
kerken (18771951» is een auteur die
voortgekomen is uit De Beweging van
Albert Verwey. in zün tüd zeker de
belangstelling had. doch daarna een
periode lang ln de vergetelheid is ge
raakt Zün romans zün gestoeld op
een gedachte cn op de demonstratie
van die gedachte in een bepaald tijd
perk. De gedachten, die hem tot schrü
ven aansporen, scharen zich om drie
begrippen en wel de liefde, de kunst
en het geluk van de mens. Een roman
reeks van zijn hand heet dan ook niet
ten onrechte „De Gedachte der Tü-
den".
Zoals dat wel meer het geval is. is
Ie naam van deze schrüver in de her-
nnering gebleven door zijn zwakste
werk „André Campo's witte rozen"
erwül novellen als „De ondergang van
een Dorp", waarin het Laren van de
kunstenaars ten onder gaat aan het
streven en de geldmakerü van de
kunsthandelaars en de hoteliers, een
sarcastisch monument van wat eens
geweest is, en het boek dat wjj hier
bespreken. verloren dreigden te gaan.
Deze beide boekan hebben de lezer van
heden niet alleen veel te zeggen als
lüdsbeeld .Naar de eenzaamheid" is
als verhaal zeer zekor Interessant ge
noeg met zün boeiend beeld van een
kunstenaarsleven in het begin van de
achttiende eeuw. doch het persoon-
lüke denkelement, dat op het ogenblik
even levend is als toen de schrijver het
te boek stelde, geeft er de werkelijke
blijvende waarde aan.
De opvattingen over kunst en maat
schappij en over het contact tussen
d'.e beide is Van Moerkerkens persoon-
lüke opvatting, overeenkomend met de
algemeen gangbare van omstreeks
1900.
Wü kunnen dus wei aannemen dat
de auteur door die overeenkomst is
aangetrokken geworden tot het ma
nuscript dat hü. naar zün zesgen.
heeft aangetroffen bü een antiquaar
in Zuid-Frankrük en dat moet stam
men uit het begin van de achttiende
eeuw.
De vorm. die een persooniyke sa
menvoeging Is van mémoires en ge-
-prekken. leent zich uitstekend voor
het beschouwende en commenta
riërende van deze roman.
Ferdinand Langen. „Al deze
mensen". N.V. De Arbeiders
pers. Amsterdam 1593.
Het genoegen dat ik beleef aan de
verhalen van Ferdinand Langen heb
lk enige malen onder woorden ge
bracht. o.a. bü de bespreking van zün
..Morgen kom ik terug" en „Hoe
maakt U het?".
Ik zou dus met een „da capo" kun
nen volstaan, daar deze schrüver zich-
z?lf merkwaardig gelük blüft. Doch
ditmaal verrast hü zün lezers met een
aantal anecdotische verhalen „Al deze
Mensen" genaamd, zodat er toch weer
reden is enige woorden aan hem te
wijden.
Deze korte verhalen bezitten dezelf
de kwaliteiten als zün romans. Zü zün
koddig om de beschreven situaties -
stelt U zich eens voor dat er een
plano op Uw trap klem zit. die met
voor- of achteruit wil - en hebben des
-chrüvers eigen poëtisch sentiment,
dat soms een ogenblik aan de Ameri
kaan Saroyan herinnert - „Ik geloof
Je" - gelukkig echter zonder diens
oierdreven sentimentaliteit.
Een paar maal heeft Langen beken
de anecdotes bij de kop gegrepen,
zoals in De Stofzuiger en Een lift in
de Mist. die dan ook minder bedeeld
zün mei dat oorspronkelüke fluïdum,
dat Langens werk zo aantrekkclük
maakt. Het geheel is echter plezierig
als altüd.
CLARA EGGINK
4