Sovjet-architectuur wil geen „wildgeworden eierkisten" VOORJAARSBODEN „Modelistes de France" WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 13 MAART - PAGINA 2 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Elysees'* eenmaal op zich hebben laten Inwerken, zy op staande voet tot het communisme worden be keerd. En Inderdaad ziet men hier het communisme op zyn Zondags. Maar voor een bekering is de Stalin- allee toch niet voldoende. Om te beginnen twijfelt men er aan of deze ..proletarische wandel- en winkel straat" wel Iets met het communisme uitstaande heeft. Men zou de vraag willen stellen of zü. hoewel er ar beiders wonen, niet een apotheose van in burgerlijke landen reeds lang overwonnen burgerlijke bouwopvat- tingen is. Daarbij staat de Stalin-allee niet op zichzelf. Zij is een getrouwe af spiegeling van straten, zoals die al meer dan twintig Jaar lang in grote Russische steden als Moskou. Kiew en Charkow zijn aangelegd. Des te verbazingwekkender is het dat men. in de Stalln-allee wandelend, direct aan twee Duitse stedebouwers denken moet: Schinkel enSpeer.. Hitiers lijfarchitect. Vooral de invloed van Albert Speer, de lang niet onbegaafde man. die enige kilometers daar van daan in de Spandauer gevangenis een 20-jarige straf uitzit, is direct te voe len. En niet alleen omdat de Stalin- allee zo wonderwel in de grote „Oost- West-as" past, die Speer een soort van Duitse Haussmanm door zijn vooruitziende stedebouwkundige blik door Berlijn traceerde. Ook de kwasl-monumentale architectuur van de Stalin-allee ligt volkomen in de lijn van de Nazi-bouwerij; tot in haar zullen, balkons, frontons, friezen en postamenten toe. Wat dat met communisme te maken heeft? Een Oost-Berüjnsc journalist heeft over de zakelijke huizen, die als regel in Westelijke landen worden gebouwd, als over „wild geworden elerklsten" geschreven. Hjj had met die formule zoveel succes, dat geen Oost-duitee architect meer in die trant duarft bouwen. Nieuwe zake lijkheid. eens een bewijs vóór pro gressiviteit. Is nu een bewijs daar tegen geworden. Zo sluit men zich nu progressief bi) ouderwetse bouwstijlen aan. De ver wachting. dat men de kapitalistische architectuur daarmede kan revolution- neren, heeft men echter nog geens zins opgegeven. Dit geloof wordt ge schraagd met een propagandistisch uitgebuite uitlating van de Ameri kaanse Hoge Commissaris in Duits land, de vroegere president van ae Harvard universiteit, die gezegd zou hebben: „Eén Stalln-allee kunnen we te boven komeneen tweede ech ter niet". De vele correspondenten, die tijdens de Berlljnse conferentie de Stalin-allee bezochten, en in café „Warschau" of „Boedapest" als do beste „activisten" konden eten en drinken, namen het niet zo tragisch op. Zy vonden de Stalln-allee wel niet „helemaal niks", maar waren zich desondanks bewust, dat de legen- larische Potemkin weer eens aan het werk is geweest. Sedert ook Potemkin communist Is geworden en van Stachanow heeft ge leerd. heeft zijn bescheiden dorps- bouw kunde zich alleen tot veel impo santer stedebouwkunde ontwikkeld. De opzet is echier dezelfde geble ven en een origineel bouwmeester zal Potemkin waarschijnlijk nooit worden, ook al staan veel meer ar beiders klaar om op zijn wenk vlie gensvlug bouwwerken uit te voeren. Want dat de Stalin-allee in record- temnn is gebouwd,, kan niemaDd ontkennen. Monumentaal en sentimenteel Sporthal aan de btann-auee communistische progressiviteit in antiek gewaad (Van onze correspondent in Bonn) Tijdens de Berlijnse conferentie is duidelijk gebleken, hoe trots de Sovjets op hun tegenwoordige architectuur zijn. Niet de laatste reden, waarom zij Berlijn als conferentie oord hebben voorgesteld, was om eens met twee parade-voor beelden van hun „bouwval" te kunnen pronken: de kolossale ambassade en de Stalin-allee. De, een halve kilometer lange Sovjet-ambassade is voor onze begrippen een wonder van wansmaak en kitsch. Het is onbegrijpelijk waarom Moskou er op stond, dat midden in een van de meest verwoeste gedeelten van het oude Berlijn zo'n bouwkunstig monster moest verrijzen. Waarschijnlijk gaven propaganda-motieven de doorslag en gaan de Moskouse kunstpsychologen ervan uit, dat de grote massa artistiek gesproken nog altijd in de tijd voor 1914 leeft, wat overigens ook Hitiers kunstexperts dachten. Er is eens een periode geweest, dat de bolsjewisten een revolutionnaire bouwkunst voorstenden en de meest „progressieve" Westelijke architecten in Moskou met open armen werden ontvangen. Maar die periode ligt nu ver achter ons. In Rusland zelf behoorde zij reeds voor 1M5 tot het verleden. In de na 1945 door Russische troepen bezette landen waren de architecten van die veranderingen echter slecht op de hoogte en zo kon het gebeuren, dat daar eerst nog enige Jaren in progres sieve trant word gebouwd. Sommige van die architecten hadden als emi grant in Westelijke landen geleefd en daar de Sovjets toen nog veel moeite deden om Westelijke kunstenaars kringen voor zich te winnen, lieten zij hen geworden Ook in Oost-Berlijn droomden toen Duitse architecten van een nieuwe revolutlonnaire bouw kunst. die zich zou oriënteren aan de Bauhaus-beweglng van de jaren '20. Wat toen een beweging van baanbre kers was geweest, zou nu een aange legenheid van het gehele volk worden. IN 1949 KWAM OMMEKEER. Omstreeks 1949 kwam de omme keer. De Sovjet-autoriteiten in Oost- Berlijn trokken de handen van de profeten van de „nieuwe zakelijk heid" af, verdoemden hen als „formalisten" en schreven voorlaan een nieuw-oude. half monumentale, half sentimentele bouwstijl voor, zo als die in Moskou al lang triomfen Wil men een kunsthistorisch etiket, dan zou men het best van een neo- neo-neo-classlslsme kunnen spreken, het derde neo-classisisme an het eerste van het begin en het tweede van het einde van de 19de eeuw. Op het neo-classisisme van het begin van de 19de eeuw beroepen de huidige Russische en Oo6t-duitse architecten zich reeds zonder schaamte. De grootste van de toenmalige neo-classistische ar chitecten, de Duitser Karl Fnedrich Schinkel, die met zijn voorkeur voor Griekse tempelmotieven het beeld van het oude Berlijn heeft bepaald, staat ln de communistische kunstwereld nu zeer hoog aangeschreven en wordt daar naarstig geïmiteerd. Wat moeilijker is het voor de Sovjets zich op het laat-19de eeuwse neo- classisisme in Duitsland ook wel „Wilhelminisme" genoemd te beroe pen. Die stijl is namelijk de typische uitdrukkingsvorm van het protserige, laat-kapitalistlsche Duitse burgerdom. En kan men Schinkel Inderdaad voor een groot architect houden, zo waren zijn Wilhelminische navolgers ge speend van elk gevoel voor zuivere lij nen en goede proporties. Het pikante is echter, dat juist dat volslagen valse Wilhelminische neo- classisisme nu bij communistische ar chitecten het meest In de smaak valt. Het klassieke voorbeeld is bovenge noemde Sovjet-ambassade, waar Molo- tov voor gastheer heeft gespeeld. Pas ln 1953 kwam zü klaar. Gedu rende vier jaar zijn alle bouwprojecten ln de Sovjet-zone aan het welslagen van dit communistische „pronkjuweel" ondergeschikt gemaakt. Wat de ambas sade-bewoners nodig hadden, werd di rect geleverd, ook wanneer het werk aan andere gebouwen daardoor dagen- of wekenlang moest worden stopgezet. Voor materiaal, dat alleen in West- Duitsland verkregen kon worden, zijn lancy-pryzen betaald. Voor de Moskouse schatkist was dat geen bezwaar, want de Sovjet- ambassade In Oost-Berlijn is bet •erste voorbeeld van een ambassade lie volkomen door het „gastland" is letaald via bezettingskosten. Welke nidcrwetse opvattingen aan deze •onstruclie ten gTondslag liggen, kan men misschien het best daaruit op maken, dat YVest-Berlijnse stucadoor- weer eens goede tijd hebben beleefd Dit beroep was een beetje in de knel gekomen, want in dc na-oorlogse woningen vindt men weinig gips- kunstwerken meer. Maar toen de Sovjet-ambassade werd gebouwd, konden West-Berlijnse studenten in Oost-Berlijn 2500 D M.-Oost in de maand verdienen. Zelfs wanneer men dat in D.M.-West omrekende,., is het een heel aardig loon. Interessant is verder nog. dat de Sovjet-ambassade door een Mantsjoe- jijse architect is ontworpen, wiens voor ouders Russen waren een die een groot verlangen had zelf weer Rus te worden. Hij heeft geweldig zyn best gedaan om het zijn opdrachtgevers in alle op zichten naar de zin te maken. Hij is om zijn prestatie van communistische zyde ook zeer geprezen, maar permissie om te repatriëren heeft hy nooit ge kregen en ln 1951, toen de bouw nog in volle gang was. ging hy naar West- V ANN ACHT heb ik een mug dood- gzslagen! Het was er een van zwaar kaliber, die met indruk wekkend geluid om mijn sluimerend hoofd zeurde, zeer tot schade van m'n nachtrust. Ik houd veel van dieren en zonder noodzaak leg ik ze nooit een strobreed in de weg. ook muggen niet, omdat het toch onbegonnen werk is. teg?n die nachtelijke plaaggeesten iets te beginnen. Maar als zo'n helicopter, ondanks herhaalde waarschuwingen, zijn doel bewuste aanvallen niet opgeeft, dan komen er moeilijkheden. Voor hem! Hoor es. mug. geen geslulp om myn hoofd geen guerilla en van mijn bloed heb je ni3ar af te blijven. Dat kunn?n Je bendegenoten, die nu nog op vorst- vrije plaatsen aan een zoldering of ln kieren en spleten hangen, zich voor gezegd houden. By het razen van mijn wekker in de vroege morgen, toen ik het zichtbare bewijs van de nachtelijke schermutse ling zag. herinnerde ik me meteen weer nujn primitieve reactie op het paras:etenbezoek en zeer tevreden zei ik tegen mezelf: „Ziezo, dus nu is het voorjaar". Dat gaat U te gauw? Die sprong van een verpletterde mug naar de lente Is U te groot? Dat komt, omdat U teveel kijkt naar de witb?vroren grond van Uw tuin. waar de wind met zijn koude adem de plassen heeft strakgetrokken. En U ziet alleen maar het ijs in Uw tulnvijvertje, vuil. aftands ijs, waar niemand, meer enige belangstelling voor heeft. Maar we moeten niet naar deze din gen alleen kijken, want ze behoren tot de winter, die achter ons ligt. We kun nen toch even goed over de steenharde grond heenzien naar de glimmende knoppen aan de struiken, bijvoorbeeld de ki-rna. die ons lichtgroen en fris te- genglanst! En dan de bladkransen van de rhododendron, die uit hun midden de gezonde, stevige knoppen omhoog steken. We weten toch nog wel. hoe ze voor dood erby stonden, een maand geleden? Toch wilt U er nog niet aan. Voor jaar? „En die keiharde hagelbuien d3n en dat hondenweer, waarin we naar huls of naar ons werk moesten ploeteren? Nee. verband tussen mug gen en voorjaar wens ik niet te zien Goed. maar mag ik U dan vertellen, dat er op het ogenblik, dat ik dit schrijf. e:n andere gast rondtippelt over myn beschreven bladen? Het is een klein kevertje, bol rond, rood van kleur, met op ieder dekschild een zwarte stip. „Zunnekuukske" zeggen ze er hier in de streek tegen, maar wy noemden het vroeger „koekelesaantje welke naam lk net zomin begryp. ik vind „lievenheersbeestje" trouwens ook vardig. Zo'n Judassende mug en zo'n drib helend zespotertje als een llevenheers- heestje zyn voor mi) nu onmisbare ymptonen van naderend milder gety. iat door geen kletsbulen, door geen lachtvorsten meer ls tegen te hou den. ties aanvaard, voordat hen de eer en óe kleine vergoeding niet meer vol doende waren en de ontevredenheid openiyk werd uitgesproken. zy sloten zich aaneen en vormden een groep die zich de „Soclété des Mo- délistes de Prance" noemde. Met een bedrijfskapitaal van niet meer dan een duizend gulden begonnen ze hun groepscarrière ln een klein salonnetje, dat ze dit voorjaar voor een groter en beter verbiyf hebben verwisseld. Ze stelden er. nu vier seizoenen geleden, hun eerste collectie samen - een collec tie van modellen, di? uit hun aller ontwerpen werden gekozen en die door geroutineerde naaisters inpa troonkatoen werden uitgevoerd. De groep, die by haar ontstaan 50 leden had en er nu een goede zeventig telt, had met die e?rste kleine collectie meteen groot succes en direct al meld den zich de kopers, confectiefabnkan- ten uit Frankrijk en het buitenland, we'.ke laatste voor de helft V3n de om zet van de modelisten aansprakely k zijn. Aan het einde van haar eerste be staansjaar had de groep meer dan 650 modellen uitgebracht en kon zij. ten behoeve van haar Belgische en haar Hollandse afnemers een doch teronderneming in Brussel openen. Ieder half jaar - enige dagen voor dat de grote couturiers hun geheimen vlinders te letten (niet minder inte ressant dan olifanten en leeuwen!) die kan, om zekerheid te krygen om trent 't naderend voorjaar, zich beter met de vogels bemoeien. HET HE GO EMUS JE byv., onze eer ste verkondiger van de lente, zit zeker al een maand te vertellen, dat het anders gaat werden. Op ver schillende punten in de stad hoor ik het korte twinkelende liedje, heel be scheiden maar. en zl; lk het donker bruine iets gestippelde vogeltje tussen de kale struiken scharrelen. Wat een naam anders! Heggemus! Familie nog wel van de roodborst en van de nachtegaal. Hoe komt een vo gel aan zyn naam! En hoe komt hy er af? Neem nu eens die andere vogel, de pestvogel met zyn afschuwe:yke naam! Is er haast mooier dier denkbaar dan deze winterdoortrekkcr uit de Siberi sche vlakten? Een paar dagen geleden vielen ze als bü toverslag letterlyk uit de hemel onze buurt binnen en was ons huisge zin een uur lang wel een beetje ln de war. Uit alle beschikbare ramen en hoekjes stonden we ze te begluren, ge nietend van de opgewekte forse vo- g?ls, bruinbeige van kleur, ter grootte van e:n spreeuw, met een duideiyke en zeer beweegiyke kuif op hun kop. By beurten vlogen ze op uit een hoge larix, zwenkten ln de lucht 180 graden om en schoten over onze tuin heen, waar een cotoneaster met hei-rode bessen hen wenkt». Toen myn vrouw de wapperende was van de lün had gehaald, bleek een beletsel te zyn weggenomen, want prrr! prrrr! bij tweeën en vieren te- gelgk vielen ze midden ln de gedekte tafel en trokken de glanzende b:ssen van de takken, die doorbogen onder hun gewicht. Wat gemorst werd en op de grond terecht kwam werd op gepikt door hun kornuiten, die daar op ïystermanier rondhlpten. By elkaar waren het er e»n twintig tal. alle heel byzondere en ongewone verschynmgen in de kale tuin. Toen ze na een uur spoorloos waren verdwe nen, was er geen bes meer te beken nen. Dit staat dan ook vast: volgende herfst planten we nog meer cotone- asters, want het is niet de eerste keer, dat onze bessenstruik ln de nawinter de zeldzaamste trekkers tot zich lokte. VANDAAG is ook de zangiyster by ons verschenen 'laat. In verge- UJklng met vorige jaren» en heb ben we zijn heeriyk opwekkend geluld, nog vóór het doorbreken van het dag licht, gehoord. Het voorjaar behoeft dus niet meer e komen, het is er! Het klinkt uit de .temmen van de vogris, het staat ge schreven in het koele licht van dc ochtenden en ln de brandende avond hemel. We kunnen het desgewenst ook ho- im uit hpt priemende geluid van de vrregste muggen Maar die zijn gewaarschuwd! S. VAN DER ZEE Potemkin: de grootste Russische bouwmeester aller tijden Duitsland, zyn naam prykt echter nog op een bronzen herinneringsplaat, die aan de ambassade ls aangebracht. IS STALIN-ALLEE EEN PROPAGAXDA-MIDDEL? Het tweede grote voorbeeld van Sovjet-architectuur in Oost-BerlUn is de Stalln-allee. Communistische functionarissen twijfelen er niet aan dat wanneer ..niet vooringenomen" gisten uit he Westen deze „Champs 1. Uil wille en zu>ort« palroonxatoen 2. Een tailleur uil ef- /cn wille en mei de hand qeilrtepl* (aioen; een cleganle hoed uit 3. Een avondjapon, be doeld voor zijden jener. maar prnuail uil mul en roorrien ran „goud- broderiedal door crllophaanappllcalie u-trd rertregen. prysgeven en 's werelds confectiefa- brikanten naar hun showrooms trek ken - tonen de Modellsten hun collec tie aan pers en kopers. En zowel voor de een als voor de an der geven ze een aantrekkelyke show, ook alvalt er ln de gehele collec tie geen enkele fraaie stof te ontdek ken en ls al het gebruikte materiaal van de goedkoopste soort. Doch de collectie waarop de Modellsten hun gasten onthalen Is ryk aan ideeën en vol fantasietjes en originele vindingen van diverse aard. De modellen zyn even afwisselend als de opvattingen en inzichten van da volkomen zelfstandig werkende ont werpers. en even gevarieerd als hun leeftyden die van „aankomend" lot „dertig beroepsjaren" uiteenlop?n. Ten einde de eentonigheid te ban nen uit een collectie, die uit louter pa troonkatoenen modellen bestaat, heb ben de Modellsten hun toevlucht ge nomen tot soms ingenieuze kunstmid deltjes. die geen afbreuk doen aan het patroon als zodanig, maar die het aanzioht veraangenamen. Zo werken ze niet uitsluitend 'maar wel hoofdn- keiyk) met het geelwitte, ongebleekte katoen, doch brengen ter variatie hetzelfde goedkop» knlpkatoen ln zwart, bruin of rood. ATTRACTIEVE HULP MIDDELEN Ter variatie ook maken zy hun el- gen len even kunstzinnige als fraaiei imprimé's: met een handborstel in inkt gedoopt, met zwart of gekleurd potlood dat op de lichte stof zo ge- makkeiyk ïynm trekt, met chloor- water dat op donkere katoen fraaie dessins bleekt, met de stempels van het bureau der secretaresse, of met een schroeiendhete strykbout, die op het ongebleekte goedje onverwyid zyn spo ren achterlaatEen bolerootje, dat van contrasterend materiaal moet zijn, maksn zij van dwellgoed en de soepele draperieën van een zyden jersey avondjapon imiteren zy in mul. Moiré en tule ontbreken ln hun katoenen col lectie niet: voor het laatste gebruiken zy tarlatan, het gewaterde effect van moiré verkregen zy door twee lagen haast gaasachtig dunne katoen op el kaar te leggen en tezamen te verwer ken. Gebruiken zy twee lagen van contrasterende kleur dan heb'oen zij hetzijden changeant, dat voor weer een ander model de aangewezen stof is. En ofschoon ln hun atelier geen stukje echt bont te vinden is. bevat hun katoenen collectie tooh ocelot. In disch lam en persianer; het eerste is v;tte watten die met bruine en zwarte verf bewerkt werd. voor het In disch lam dienden lichte plukjes mede- clnale watten die op een ondergrond van zwarte satinet werden geplakt, en natuurgetrouw persianer verkregen zij door korte reepjes zwarte satinet met de krultang te friseren! Uit hetzelfd! materiaal ontstonden de „haneveren" die voor een hoed of een stola nodig waren: in de vereiste vorm geknipt werd het zwarte goedje met kachelpot lood glanzend gemaakt! Zoals hun imprimé's en hun bontgarneringen, zo baren ook het broderie waarmee de Modellisten hun creaties verluchten vaak het nodige opzien. Op het eerste gezicht biykt niet dat het fleurige bro derie van een zomerjurk uitopge- i plakte zuurtjes bestaat, en het sierlijks j goudborduursel van een bruin katoe- i nen avondjapon uitvergulde let- tertjesvermlcellil Niemand herkent on- middeliyk het „Engelse broderie" van een zomerse pellerlne. waarvan de gaatjes met een sigaret werden inge- i brand, waarna onder de brandgaten I tarlatan werd gelegd VAN BRUID TOT STRANDNLMP Een show van de Modelisten, die uit- I sluitend katoenen patronen tonen, is zelfs voor de leek een genot. En niet alleen hun kleine foefjes en hun originele vindingen zün aan- trekkeiyk, maar ook hun modellen, waar het tooh om gaat. zün ge slaagd. De clou van hun voorjaars- colleptie was wel de bruid, die, nadat '.e haar sluier had afgelegd, in een vlot middaglurkje verder paradeer- Ie om zich al draaiend van een spen- •cr te ontdoen en in een flatteus 1 onnejurkje door te wandelen - waarna ze In een handomdraai haar I wijde rok aflegde, die een mo- I Jieuze cape bleek te zün bü het P drandpak ie. uaarmee ze de show room verliet Wie zij zijn en wat zij doen Parys, Maart '54 Kijhj es in de Natuur Met een gerust hart zet ik mijn ke vertje straks dan ook ln myn tuin. waar het zün weg wel zal vinden naar Moeder Aarde, dlc uit de spaarzame bestraling van de zon al weer zoveel warmte heeft weten te verzamelen, dat Z2 haar kinderen ermee kan koesteren. Wie op een zonnige Maartdag zyn tuin instapt en let op wat er onder de bladeren en het turfmoim al reeds tot '.even ls gewekt, zal dan ook verbaasd s taan. Wat de llevenheersbeestjes betreft, k zie ze graag in mün turn. We heb- b;n n 1. een boom, die eerst luizen '.raagt, geweldig! wat een drachtI en daarna komen de pruimen. Aan die vruchtbomen hebben we al veel gedok terd maar hij b'ljft ieder jaar maar even luizig Hoewel ik weet. dat een enkel kevertje als verdelger van dat kleine goedje weinig effect sorteert, toch doet 't me alt yd plezier, als ik zon twee- drie- of vlerstlppellg ventje (er zijn er wel met 22 slippen!) zie exerceren tussen zijn wandelend menu. Een dezer dagen ontving ik berich ten over de earste uitgekomen vlin ders. Geen overwinterde exemplaren, maar nieuwelingen vers uit hun pop gekropen. In de eerste dagen van Fe bruari kreeg lk op deze wijze zelfs een konlnginnepag? in handen, die, veel te vroeg natuurlijk, zün kluisters had \crbroken en moederziel alleen een vijandige wereld binnenstapte. Een wereld, waarin hy, nauwelük^ verschenen, slechts gedoemd was, angzaam uit te doven Een schitterend uw eel in een armzalig weckflesje Wie evsnwel niet gewend :s, op nie tige wezens als muggen, kevers en Wie kent niet de naam Dior? Wie heeft niet van Fath gehoord? En wie ker.de, in haar tijd, niet de naam Chanel om alleen maar de bekendste mode-ontwerpers te noemen? Wie zich ook maar heel even in mode verdiept kent immers deze namen en..kent er meerdere nog. Menige vrouw van deze tijd weet wie elk half jaar lang nieuwe mode maken, ze weet aan wie ze deze of een andere lyn te danken heeft. Mogelijk denkt ze dat de grote modevorst zelf alle creaties ontwierp, die hy aan het begin van voor- en najaar lanceert, wellicht ver onderstelt ze dat hy niet alleen de grote kledingstukken, maar ook al die zeer gevarieerde bijkomstigheden, die zijn toiletten verge zellen en die in zyn boutique er. zyn vitrines liggen uitgestald, zelf bedacht. Doch danheeft ze het toch by het ver keerde emd! Al zetten de grote modevorsten hun „griffe" in vele, vele mode.len, al zyn Dior- en Fath-kousen. Carven- en Chanel-parfums even bekzni als ny lons en reukwerken, die niet door een modevorst werden uitgebracht, al ge ven de couturiers voorts hun naam aan allerhande accessoires - van po chettes tot broohes, van sjaals tot tas sen - die hun huls via de statige voor deur verlaten, dan toch werdan heus niet al die zaken ln de werkkamer van de „patron" ontworpen en ln zyn ei gen ateliers uitgewerkt 1 PRIJSSTIJGINGEN TUSSEN VOOR- EN ACHTERDEUR Vele voorwerpen, die 's modekonings naam dragen, zyn het werk van anonieme kunstenaars en hand werkslieden. cn kwamen kant en klaar via de achterdeur het grote modehuis binnen, alwaar ze, voorzien van het cachet van de grote vorst, aanzienlyk in prijs stygen. voordat ze hel door de voordeur weer verlaten. Maar niet alleen die kleine verlelde- ïykneldjes, zelfs vele van de grotere 'mantels. Japonnen en tailleurs» die toch een specialiteit van het huis zyn, wordm lang niet altyd in het hol van de leeuw ontworpen. Want. al zijn er inderdaad modevorsten die zelf ont werpen, hetzy op mannequin, hetzij op tekenpapier, dan zyn er ook die de materie amper kennai en van ontwer pen geen verstand hebben. Ja. er zün zelfs modevorsten die niet bestaan en wier naam, die in grote letters op de pui van hun mode huis prijkt, of een pseudoniem is, of de naam van een couturier die sinas lang zyn erfenis aan het nageslacht overliet, ofwel de naam van een volkomen fictieve fi guur! De een zowel als de ander, de bestaanden en de niet-bestaanden, zy dia met zelf ontwerpen en zy die ln te korte tüd een te grote collectie moeten samenstellen, roepen daarom vaak de hulp van een ander ontwerper ln. Zy laten het gehele of gedeelteiyke weik over aan hun „première" (de eer ste naaister» of hebben een modellst in dienst. Ook kopen zy schetsen van ambulante tekenaars, die leder seizoen langs de grote modehulzen trekken en trachten enkele van hun creaties aan de ihoogtronende modevorst te verko- p:n. Deze put uit het aangekochte mo del misschien een idee voor één van zyn modellen, misschien echter ook vindt hy er het Leidmotief ln voor zün gehele collectie. Doch wat hy ook met het ontwerp doet. welk profyt hy er ook uit trekt, hy geeft het resultaat zyn naam en verkoopt het voor een astronomische prys. Voor de kleine, anonieme ontwerper de „eer" en een kleine vergoeding. Lange tüd hadden de ambulante te kenaar-ontwerpers de gangbare condi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 8