Sovjet-architectuur wil geen
„wildgeworden eierkisten"
VOORJAARSBODEN
„Modelistes de France"
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD
- ZATERDAG 13 MAART -
PAGINA 2
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Elysees'* eenmaal op zich hebben
laten Inwerken, zy op staande voet
tot het communisme worden be
keerd. En Inderdaad ziet men hier
het communisme op zyn Zondags.
Maar voor een bekering is de Stalin-
allee toch niet voldoende. Om te
beginnen twijfelt men er aan of deze
..proletarische wandel- en winkel
straat" wel Iets met het communisme
uitstaande heeft. Men zou de vraag
willen stellen of zü. hoewel er ar
beiders wonen, niet een apotheose
van in burgerlijke landen reeds lang
overwonnen burgerlijke bouwopvat-
tingen is.
Daarbij staat de Stalin-allee niet
op zichzelf. Zij is een getrouwe af
spiegeling van straten, zoals die al
meer dan twintig Jaar lang in grote
Russische steden als Moskou. Kiew
en Charkow zijn aangelegd. Des te
verbazingwekkender is het dat men.
in de Stalln-allee wandelend, direct
aan twee Duitse stedebouwers denken
moet: Schinkel enSpeer.. Hitiers
lijfarchitect. Vooral de invloed van
Albert Speer, de lang niet onbegaafde
man. die enige kilometers daar van
daan in de Spandauer gevangenis een
20-jarige straf uitzit, is direct te voe
len. En niet alleen omdat de Stalin-
allee zo wonderwel in de grote „Oost-
West-as" past, die Speer een soort
van Duitse Haussmanm door zijn
vooruitziende stedebouwkundige blik
door Berlijn traceerde. Ook de
kwasl-monumentale architectuur van
de Stalin-allee ligt volkomen in de
lijn van de Nazi-bouwerij; tot in haar
zullen, balkons, frontons, friezen en
postamenten toe.
Wat dat met communisme te maken
heeft?
Een Oost-Berüjnsc journalist heeft
over de zakelijke huizen, die als
regel in Westelijke landen worden
gebouwd, als over „wild geworden
elerklsten" geschreven. Hjj had met
die formule zoveel succes, dat geen
Oost-duitee architect meer in die
trant duarft bouwen. Nieuwe zake
lijkheid. eens een bewijs vóór pro
gressiviteit. Is nu een bewijs daar
tegen geworden.
Zo sluit men zich nu progressief bi)
ouderwetse bouwstijlen aan. De ver
wachting. dat men de kapitalistische
architectuur daarmede kan revolution-
neren, heeft men echter nog geens
zins opgegeven. Dit geloof wordt ge
schraagd met een propagandistisch
uitgebuite uitlating van de Ameri
kaanse Hoge Commissaris in Duits
land, de vroegere president van ae
Harvard universiteit, die gezegd zou
hebben: „Eén Stalln-allee kunnen we
te boven komeneen tweede ech
ter niet". De vele correspondenten,
die tijdens de Berlljnse conferentie de
Stalin-allee bezochten, en in café
„Warschau" of „Boedapest" als do
beste „activisten" konden eten en
drinken, namen het niet zo tragisch
op. Zy vonden de Stalln-allee wel
niet „helemaal niks", maar waren
zich desondanks bewust, dat de legen-
larische Potemkin weer eens aan het
werk is geweest.
Sedert ook Potemkin communist Is
geworden en van Stachanow heeft ge
leerd. heeft zijn bescheiden dorps-
bouw kunde zich alleen tot veel impo
santer stedebouwkunde ontwikkeld.
De opzet is echier dezelfde geble
ven en een origineel bouwmeester
zal Potemkin waarschijnlijk nooit
worden, ook al staan veel meer ar
beiders klaar om op zijn wenk vlie
gensvlug bouwwerken uit te voeren.
Want dat de Stalin-allee in record-
temnn is gebouwd,, kan niemaDd
ontkennen.
Monumentaal en sentimenteel
Sporthal aan de btann-auee
communistische progressiviteit in antiek gewaad
(Van onze correspondent in Bonn)
Tijdens de Berlijnse conferentie is duidelijk gebleken, hoe
trots de Sovjets op hun tegenwoordige architectuur zijn.
Niet de laatste reden, waarom zij Berlijn als conferentie
oord hebben voorgesteld, was om eens met twee parade-voor
beelden van hun „bouwval" te kunnen pronken: de kolossale
ambassade en de Stalin-allee.
De, een halve kilometer lange Sovjet-ambassade is voor
onze begrippen een wonder van wansmaak en kitsch.
Het is onbegrijpelijk waarom Moskou er op stond, dat
midden in een van de meest verwoeste gedeelten van het oude
Berlijn zo'n bouwkunstig monster moest verrijzen. Waarschijnlijk
gaven propaganda-motieven de doorslag en gaan de Moskouse
kunstpsychologen ervan uit, dat de grote massa artistiek
gesproken nog altijd in de tijd voor 1914 leeft, wat overigens
ook Hitiers kunstexperts dachten.
Er is eens een periode geweest, dat
de bolsjewisten een revolutionnaire
bouwkunst voorstenden en de meest
„progressieve" Westelijke architecten
in Moskou met open armen werden
ontvangen.
Maar die periode ligt nu ver achter
ons. In Rusland zelf behoorde zij reeds
voor 1M5 tot het verleden.
In de na 1945 door Russische troepen
bezette landen waren de architecten
van die veranderingen echter slecht op
de hoogte en zo kon het gebeuren, dat
daar eerst nog enige Jaren in progres
sieve trant word gebouwd. Sommige
van die architecten hadden als emi
grant in Westelijke landen geleefd en
daar de Sovjets toen nog veel moeite
deden om Westelijke kunstenaars
kringen voor zich te winnen, lieten
zij hen geworden Ook in Oost-Berlijn
droomden toen Duitse architecten van
een nieuwe revolutlonnaire bouw
kunst. die zich zou oriënteren aan de
Bauhaus-beweglng van de jaren '20.
Wat toen een beweging van baanbre
kers was geweest, zou nu een aange
legenheid van het gehele volk worden.
IN 1949 KWAM OMMEKEER.
Omstreeks 1949 kwam de omme
keer. De Sovjet-autoriteiten in Oost-
Berlijn trokken de handen van de
profeten van de „nieuwe zakelijk
heid" af, verdoemden hen als
„formalisten" en schreven voorlaan
een nieuw-oude. half monumentale,
half sentimentele bouwstijl voor, zo
als die in Moskou al lang triomfen
Wil men een kunsthistorisch etiket,
dan zou men het best van een neo-
neo-neo-classlslsme kunnen spreken,
het derde neo-classisisme an het
eerste van het begin en het tweede
van het einde van de 19de eeuw.
Op het neo-classisisme van het begin
van de 19de eeuw beroepen de huidige
Russische en Oo6t-duitse architecten
zich reeds zonder schaamte. De grootste
van de toenmalige neo-classistische ar
chitecten, de Duitser Karl Fnedrich
Schinkel, die met zijn voorkeur voor
Griekse tempelmotieven het beeld van
het oude Berlijn heeft bepaald, staat
ln de communistische kunstwereld nu
zeer hoog aangeschreven en wordt daar
naarstig geïmiteerd.
Wat moeilijker is het voor de Sovjets
zich op het laat-19de eeuwse neo-
classisisme in Duitsland ook wel
„Wilhelminisme" genoemd te beroe
pen. Die stijl is namelijk de typische
uitdrukkingsvorm van het protserige,
laat-kapitalistlsche Duitse burgerdom.
En kan men Schinkel Inderdaad voor
een groot architect houden, zo waren
zijn Wilhelminische navolgers ge
speend van elk gevoel voor zuivere lij
nen en goede proporties.
Het pikante is echter, dat juist dat
volslagen valse Wilhelminische neo-
classisisme nu bij communistische ar
chitecten het meest In de smaak valt.
Het klassieke voorbeeld is bovenge
noemde Sovjet-ambassade, waar Molo-
tov voor gastheer heeft gespeeld.
Pas ln 1953 kwam zü klaar. Gedu
rende vier jaar zijn alle bouwprojecten
ln de Sovjet-zone aan het welslagen
van dit communistische „pronkjuweel"
ondergeschikt gemaakt. Wat de ambas
sade-bewoners nodig hadden, werd di
rect geleverd, ook wanneer het werk
aan andere gebouwen daardoor dagen-
of wekenlang moest worden stopgezet.
Voor materiaal, dat alleen in West-
Duitsland verkregen kon worden, zijn
lancy-pryzen betaald.
Voor de Moskouse schatkist was
dat geen bezwaar, want de Sovjet-
ambassade In Oost-Berlijn is bet
•erste voorbeeld van een ambassade
lie volkomen door het „gastland" is
letaald via bezettingskosten. Welke
nidcrwetse opvattingen aan deze
•onstruclie ten gTondslag liggen, kan
men misschien het best daaruit op
maken, dat YVest-Berlijnse stucadoor-
weer eens goede tijd hebben beleefd
Dit beroep was een beetje in de knel
gekomen, want in dc na-oorlogse
woningen vindt men weinig gips-
kunstwerken meer. Maar toen de
Sovjet-ambassade werd gebouwd,
konden West-Berlijnse studenten in
Oost-Berlijn 2500 D M.-Oost in de
maand verdienen. Zelfs wanneer men
dat in D.M.-West omrekende,., is het
een heel aardig loon.
Interessant is verder nog. dat de
Sovjet-ambassade door een Mantsjoe-
jijse architect is ontworpen, wiens voor
ouders Russen waren een die een groot
verlangen had zelf weer Rus te worden.
Hij heeft geweldig zyn best gedaan
om het zijn opdrachtgevers in alle op
zichten naar de zin te maken. Hij is
om zijn prestatie van communistische
zyde ook zeer geprezen, maar permissie
om te repatriëren heeft hy nooit ge
kregen en ln 1951, toen de bouw nog
in volle gang was. ging hy naar West-
V ANN ACHT heb ik een mug dood-
gzslagen! Het was er een van
zwaar kaliber, die met indruk
wekkend geluid om mijn sluimerend
hoofd zeurde, zeer tot schade van m'n
nachtrust. Ik houd veel van dieren en
zonder noodzaak leg ik ze nooit een
strobreed in de weg. ook muggen niet,
omdat het toch onbegonnen werk is.
teg?n die nachtelijke plaaggeesten iets
te beginnen.
Maar als zo'n helicopter, ondanks
herhaalde waarschuwingen, zijn doel
bewuste aanvallen niet opgeeft, dan
komen er moeilijkheden. Voor hem!
Hoor es. mug. geen geslulp om myn
hoofd geen guerilla en van mijn bloed
heb je ni3ar af te blijven. Dat kunn?n
Je bendegenoten, die nu nog op vorst-
vrije plaatsen aan een zoldering of ln
kieren en spleten hangen, zich voor
gezegd houden.
By het razen van mijn wekker in de
vroege morgen, toen ik het zichtbare
bewijs van de nachtelijke schermutse
ling zag. herinnerde ik me meteen
weer nujn primitieve reactie op het
paras:etenbezoek en zeer tevreden zei
ik tegen mezelf: „Ziezo, dus nu is het
voorjaar".
Dat gaat U te gauw? Die sprong van
een verpletterde mug naar de lente Is
U te groot? Dat komt, omdat U teveel
kijkt naar de witb?vroren grond van
Uw tuin. waar de wind met zijn koude
adem de plassen heeft strakgetrokken.
En U ziet alleen maar het ijs in Uw
tulnvijvertje, vuil. aftands ijs, waar
niemand, meer enige belangstelling
voor heeft.
Maar we moeten niet naar deze din
gen alleen kijken, want ze behoren tot
de winter, die achter ons ligt. We kun
nen toch even goed over de steenharde
grond heenzien naar de glimmende
knoppen aan de struiken, bijvoorbeeld
de ki-rna. die ons lichtgroen en fris te-
genglanst! En dan de bladkransen van
de rhododendron, die uit hun midden
de gezonde, stevige knoppen omhoog
steken. We weten toch nog wel. hoe ze
voor dood erby stonden, een maand
geleden?
Toch wilt U er nog niet aan. Voor
jaar? „En die keiharde hagelbuien
d3n en dat hondenweer, waarin we
naar huls of naar ons werk moesten
ploeteren? Nee. verband tussen mug
gen en voorjaar wens ik niet te zien
Goed. maar mag ik U dan vertellen,
dat er op het ogenblik, dat ik dit
schrijf. e:n andere gast rondtippelt
over myn beschreven bladen? Het is
een klein kevertje, bol rond, rood van
kleur, met op ieder dekschild een
zwarte stip. „Zunnekuukske" zeggen
ze er hier in de streek tegen, maar wy
noemden het vroeger „koekelesaantje
welke naam lk net zomin begryp. ik
vind „lievenheersbeestje" trouwens ook
vardig.
Zo'n Judassende mug en zo'n drib
helend zespotertje als een llevenheers-
heestje zyn voor mi) nu onmisbare
ymptonen van naderend milder gety.
iat door geen kletsbulen, door geen
lachtvorsten meer ls tegen te hou
den.
ties aanvaard, voordat hen de eer en
óe kleine vergoeding niet meer vol
doende waren en de ontevredenheid
openiyk werd uitgesproken.
zy sloten zich aaneen en vormden
een groep die zich de „Soclété des Mo-
délistes de Prance" noemde. Met een
bedrijfskapitaal van niet meer dan
een duizend gulden begonnen ze hun
groepscarrière ln een klein salonnetje,
dat ze dit voorjaar voor een groter en
beter verbiyf hebben verwisseld. Ze
stelden er. nu vier seizoenen geleden,
hun eerste collectie samen - een collec
tie van modellen, di? uit hun aller
ontwerpen werden gekozen en die door
geroutineerde naaisters inpa
troonkatoen werden uitgevoerd. De
groep, die by haar ontstaan 50 leden
had en er nu een goede zeventig telt,
had met die e?rste kleine collectie
meteen groot succes en direct al meld
den zich de kopers, confectiefabnkan-
ten uit Frankrijk en het buitenland,
we'.ke laatste voor de helft V3n de om
zet van de modelisten aansprakely k zijn.
Aan het einde van haar eerste be
staansjaar had de groep meer dan
650 modellen uitgebracht en kon zij.
ten behoeve van haar Belgische en
haar Hollandse afnemers een doch
teronderneming in Brussel openen.
Ieder half jaar - enige dagen voor
dat de grote couturiers hun geheimen
vlinders te letten (niet minder inte
ressant dan olifanten en leeuwen!)
die kan, om zekerheid te krygen om
trent 't naderend voorjaar, zich beter
met de vogels bemoeien.
HET HE GO EMUS JE byv., onze eer
ste verkondiger van de lente, zit
zeker al een maand te vertellen,
dat het anders gaat werden. Op ver
schillende punten in de stad hoor ik
het korte twinkelende liedje, heel be
scheiden maar. en zl; lk het donker
bruine iets gestippelde vogeltje tussen
de kale struiken scharrelen. Wat een
naam anders! Heggemus!
Familie nog wel van de roodborst en
van de nachtegaal. Hoe komt een vo
gel aan zyn naam! En hoe komt hy
er af?
Neem nu eens die andere vogel, de
pestvogel met zyn afschuwe:yke naam!
Is er haast mooier dier denkbaar dan
deze winterdoortrekkcr uit de Siberi
sche vlakten?
Een paar dagen geleden vielen ze als
bü toverslag letterlyk uit de hemel
onze buurt binnen en was ons huisge
zin een uur lang wel een beetje ln de
war. Uit alle beschikbare ramen en
hoekjes stonden we ze te begluren, ge
nietend van de opgewekte forse vo-
g?ls, bruinbeige van kleur, ter grootte
van e:n spreeuw, met een duideiyke
en zeer beweegiyke kuif op hun kop.
By beurten vlogen ze op uit een hoge
larix, zwenkten ln de lucht 180 graden
om en schoten over onze tuin heen,
waar een cotoneaster met hei-rode
bessen hen wenkt».
Toen myn vrouw de wapperende
was van de lün had gehaald, bleek
een beletsel te zyn weggenomen, want
prrr! prrrr! bij tweeën en vieren te-
gelgk vielen ze midden ln de gedekte
tafel en trokken de glanzende b:ssen
van de takken, die doorbogen onder
hun gewicht. Wat gemorst werd en
op de grond terecht kwam werd op
gepikt door hun kornuiten, die daar op
ïystermanier rondhlpten.
By elkaar waren het er e»n twintig
tal. alle heel byzondere en ongewone
verschynmgen in de kale tuin. Toen
ze na een uur spoorloos waren verdwe
nen, was er geen bes meer te beken
nen. Dit staat dan ook vast: volgende
herfst planten we nog meer cotone-
asters, want het is niet de eerste keer,
dat onze bessenstruik ln de nawinter
de zeldzaamste trekkers tot zich lokte.
VANDAAG is ook de zangiyster by
ons verschenen 'laat. In verge-
UJklng met vorige jaren» en heb
ben we zijn heeriyk opwekkend geluld,
nog vóór het doorbreken van het dag
licht, gehoord.
Het voorjaar behoeft dus niet meer
e komen, het is er! Het klinkt uit de
.temmen van de vogris, het staat ge
schreven in het koele licht van dc
ochtenden en ln de brandende avond
hemel.
We kunnen het desgewenst ook ho-
im uit hpt priemende geluid van de
vrregste muggen
Maar die zijn gewaarschuwd!
S. VAN DER ZEE
Potemkin: de grootste Russische bouwmeester aller tijden
Duitsland, zyn naam prykt echter nog
op een bronzen herinneringsplaat, die
aan de ambassade ls aangebracht.
IS STALIN-ALLEE EEN
PROPAGAXDA-MIDDEL?
Het tweede grote voorbeeld van
Sovjet-architectuur in Oost-BerlUn
is de Stalln-allee. Communistische
functionarissen twijfelen er niet aan
dat wanneer ..niet vooringenomen"
gisten uit he Westen deze „Champs
1. Uil wille en zu>ort«
palroonxatoen
2. Een tailleur uil ef-
/cn wille en mei de
hand qeilrtepl* (aioen;
een cleganle hoed uit
3. Een avondjapon, be
doeld voor zijden jener.
maar prnuail uil mul
en roorrien ran „goud-
broderiedal door
crllophaanappllcalie
u-trd rertregen.
prysgeven en 's werelds confectiefa-
brikanten naar hun showrooms trek
ken - tonen de Modellsten hun collec
tie aan pers en kopers.
En zowel voor de een als voor de an
der geven ze een aantrekkelyke show,
ook alvalt er ln de gehele collec
tie geen enkele fraaie stof te ontdek
ken en ls al het gebruikte materiaal
van de goedkoopste soort. Doch de
collectie waarop de Modellsten hun
gasten onthalen Is ryk aan ideeën en
vol fantasietjes en originele vindingen
van diverse aard.
De modellen zyn even afwisselend
als de opvattingen en inzichten van da
volkomen zelfstandig werkende ont
werpers. en even gevarieerd als hun
leeftyden die van „aankomend" lot
„dertig beroepsjaren" uiteenlop?n.
Ten einde de eentonigheid te ban
nen uit een collectie, die uit louter pa
troonkatoenen modellen bestaat, heb
ben de Modellsten hun toevlucht ge
nomen tot soms ingenieuze kunstmid
deltjes. die geen afbreuk doen aan het
patroon als zodanig, maar die het
aanzioht veraangenamen. Zo werken
ze niet uitsluitend 'maar wel hoofdn-
keiyk) met het geelwitte, ongebleekte
katoen, doch brengen ter variatie
hetzelfde goedkop» knlpkatoen ln
zwart, bruin of rood.
ATTRACTIEVE HULP
MIDDELEN
Ter variatie ook maken zy hun el-
gen len even kunstzinnige als fraaiei
imprimé's: met een handborstel in
inkt gedoopt, met zwart of gekleurd
potlood dat op de lichte stof zo ge-
makkeiyk ïynm trekt, met chloor-
water dat op donkere katoen fraaie
dessins bleekt, met de stempels van het
bureau der secretaresse, of met een
schroeiendhete strykbout, die op het
ongebleekte goedje onverwyid zyn spo
ren achterlaatEen bolerootje, dat
van contrasterend materiaal moet zijn,
maksn zij van dwellgoed en de soepele
draperieën van een zyden jersey
avondjapon imiteren zy in mul. Moiré
en tule ontbreken ln hun katoenen col
lectie niet: voor het laatste gebruiken
zy tarlatan, het gewaterde effect van
moiré verkregen zy door twee lagen
haast gaasachtig dunne katoen op el
kaar te leggen en tezamen te verwer
ken. Gebruiken zy twee lagen van
contrasterende kleur dan heb'oen zij
hetzijden changeant, dat voor weer
een ander model de aangewezen stof
is. En ofschoon ln hun atelier geen
stukje echt bont te vinden is. bevat
hun katoenen collectie tooh ocelot. In
disch lam en persianer; het eerste is
v;tte watten die met bruine en
zwarte verf bewerkt werd. voor het In
disch lam dienden lichte plukjes mede-
clnale watten die op een ondergrond
van zwarte satinet werden geplakt, en
natuurgetrouw persianer verkregen zij
door korte reepjes zwarte satinet met
de krultang te friseren! Uit hetzelfd!
materiaal ontstonden de „haneveren"
die voor een hoed of een stola nodig
waren: in de vereiste vorm geknipt
werd het zwarte goedje met kachelpot
lood glanzend gemaakt! Zoals hun
imprimé's en hun bontgarneringen,
zo baren ook het broderie waarmee de
Modellisten hun creaties verluchten
vaak het nodige opzien. Op het eerste
gezicht biykt niet dat het fleurige bro
derie van een zomerjurk uitopge- i
plakte zuurtjes bestaat, en het sierlijks j
goudborduursel van een bruin katoe- i
nen avondjapon uitvergulde let-
tertjesvermlcellil Niemand herkent on-
middeliyk het „Engelse broderie" van
een zomerse pellerlne. waarvan de
gaatjes met een sigaret werden inge- i
brand, waarna onder de brandgaten I
tarlatan werd gelegd
VAN BRUID TOT STRANDNLMP
Een show van de Modelisten, die uit- I
sluitend katoenen patronen tonen,
is zelfs voor de leek een genot. En
niet alleen hun kleine foefjes en
hun originele vindingen zün aan-
trekkeiyk, maar ook hun modellen,
waar het tooh om gaat. zün ge
slaagd. De clou van hun voorjaars-
colleptie was wel de bruid, die, nadat
'.e haar sluier had afgelegd, in een
vlot middaglurkje verder paradeer-
Ie om zich al draaiend van een spen-
•cr te ontdoen en in een flatteus 1
onnejurkje door te wandelen -
waarna ze In een handomdraai haar I
wijde rok aflegde, die een mo- I
Jieuze cape bleek te zün bü het P
drandpak ie. uaarmee ze de show
room verliet
Wie zij zijn en wat zij doen
Parys, Maart '54
Kijhj es in de Natuur
Met een gerust hart zet ik mijn ke
vertje straks dan ook ln myn tuin.
waar het zün weg wel zal vinden naar
Moeder Aarde, dlc uit de spaarzame
bestraling van de zon al weer zoveel
warmte heeft weten te verzamelen, dat
Z2 haar kinderen ermee kan koesteren.
Wie op een zonnige Maartdag zyn
tuin instapt en let op wat er onder de
bladeren en het turfmoim al reeds tot
'.even ls gewekt, zal dan ook verbaasd
s taan.
Wat de llevenheersbeestjes betreft,
k zie ze graag in mün turn. We heb-
b;n n 1. een boom, die eerst luizen
'.raagt, geweldig! wat een drachtI en
daarna komen de pruimen. Aan die
vruchtbomen hebben we al veel gedok
terd maar hij b'ljft ieder jaar maar
even luizig Hoewel ik weet. dat een
enkel kevertje als verdelger van dat
kleine goedje weinig effect sorteert,
toch doet 't me alt yd plezier, als ik
zon twee- drie- of vlerstlppellg ventje
(er zijn er wel met 22 slippen!) zie
exerceren tussen zijn wandelend menu.
Een dezer dagen ontving ik berich
ten over de earste uitgekomen vlin
ders. Geen overwinterde exemplaren,
maar nieuwelingen vers uit hun pop
gekropen. In de eerste dagen van Fe
bruari kreeg lk op deze wijze zelfs een
konlnginnepag? in handen, die, veel
te vroeg natuurlijk, zün kluisters had
\crbroken en moederziel alleen een
vijandige wereld binnenstapte.
Een wereld, waarin hy, nauwelük^
verschenen, slechts gedoemd was,
angzaam uit te doven Een schitterend
uw eel in een armzalig weckflesje
Wie evsnwel niet gewend :s, op nie
tige wezens als muggen, kevers en
Wie kent niet de naam Dior? Wie heeft niet van Fath gehoord? En
wie ker.de, in haar tijd, niet de naam Chanel om alleen maar de
bekendste mode-ontwerpers te noemen? Wie zich ook maar heel even
in mode verdiept kent immers deze namen en..kent er meerdere nog.
Menige vrouw van deze tijd weet wie elk half jaar lang nieuwe mode
maken, ze weet aan wie ze deze of een andere lyn te danken heeft.
Mogelijk denkt ze dat de grote modevorst zelf alle creaties ontwierp,
die hy aan het begin van voor- en najaar lanceert, wellicht ver
onderstelt ze dat hy niet alleen de grote kledingstukken, maar ook
al die zeer gevarieerde bijkomstigheden, die zijn toiletten verge
zellen en die in zyn boutique er. zyn vitrines liggen uitgestald,
zelf bedacht. Doch danheeft ze het toch by het ver
keerde emd!
Al zetten de grote modevorsten hun
„griffe" in vele, vele mode.len, al zyn
Dior- en Fath-kousen. Carven- en
Chanel-parfums even bekzni als ny
lons en reukwerken, die niet door een
modevorst werden uitgebracht, al ge
ven de couturiers voorts hun naam
aan allerhande accessoires - van po
chettes tot broohes, van sjaals tot tas
sen - die hun huls via de statige voor
deur verlaten, dan toch werdan heus
niet al die zaken ln de werkkamer van
de „patron" ontworpen en ln zyn ei
gen ateliers uitgewerkt 1
PRIJSSTIJGINGEN TUSSEN
VOOR- EN ACHTERDEUR
Vele voorwerpen, die 's modekonings
naam dragen, zyn het werk van
anonieme kunstenaars en hand
werkslieden. cn kwamen kant en
klaar via de achterdeur het grote
modehuis binnen, alwaar ze, voorzien
van het cachet van de grote vorst,
aanzienlyk in prijs stygen. voordat ze
hel door de voordeur weer verlaten.
Maar niet alleen die kleine verlelde-
ïykneldjes, zelfs vele van de grotere
'mantels. Japonnen en tailleurs» die
toch een specialiteit van het huis zyn,
wordm lang niet altyd in het hol van
de leeuw ontworpen. Want. al zijn er
inderdaad modevorsten die zelf ont
werpen, hetzy op mannequin, hetzij op
tekenpapier, dan zyn er ook die de
materie amper kennai en van ontwer
pen geen verstand hebben. Ja. er zün
zelfs modevorsten die niet bestaan en
wier naam, die in grote letters op de
pui van hun mode
huis prijkt, of een
pseudoniem is, of
de naam van een
couturier die sinas lang zyn erfenis
aan het nageslacht overliet, ofwel de
naam van een volkomen fictieve fi
guur! De een zowel als de ander, de
bestaanden en de niet-bestaanden, zy
dia met zelf ontwerpen en zy die ln te
korte tüd een te grote collectie moeten
samenstellen, roepen daarom vaak de
hulp van een ander ontwerper ln.
Zy laten het gehele of gedeelteiyke
weik over aan hun „première" (de eer
ste naaister» of hebben een modellst
in dienst. Ook kopen zy schetsen van
ambulante tekenaars, die leder seizoen
langs de grote modehulzen trekken en
trachten enkele van hun creaties aan
de ihoogtronende modevorst te verko-
p:n. Deze put uit het aangekochte mo
del misschien een idee voor één van
zyn modellen, misschien echter ook
vindt hy er het Leidmotief ln voor zün
gehele collectie. Doch wat hy ook met
het ontwerp doet. welk profyt hy er
ook uit trekt, hy geeft het resultaat
zyn naam en verkoopt het voor een
astronomische prys. Voor de kleine,
anonieme ontwerper de „eer" en een
kleine vergoeding.
Lange tüd hadden de ambulante te
kenaar-ontwerpers de gangbare condi-