Ltiija rr\ SF LOI D Drie schepen voeren uit met vreemde bestemming Een ZoeklichtN ■m li 10' Op zoek naar het Zuidland I 2e Jaargang No. Zaterdag 13 Februari 1954 c Bewogen Leven LIX acob Roggeveen liet zich niet kortwieken! Toeveel hoofdstukken in de Neder- "1 landse Geschiedenis zouden dit op- rhrift niet kunnen dragen! Zelfs in de ricor ons zo vaak .geminachte achttiende •uw, de zogenaamde „Eeuw van Ver- al", was nog de koenheid en het ver- igen nieuwe gebieden te ontdekken onder de opvarenden en hen die bij het raren zijdelings betrokken waren, even poot als in de Gouden Eeuw. Dat blijkt wel uit de reis om de wereld j? jn Jacob Roggeveen, in de jaren 1721 i '22 volbracht, in de hoop op die tocht j iet nog nooit ontdekte, fabelachtig rijke Juidland te vinden, waarvan vele ontdek- ters in vroeger eeuwen geruchten had- len opgevangen. De Arend, de Thienhoven en een Africaense Galey op weg naar het Zuidland. tOEVELEN vóór hem hadden al gezocht. H Spanjaarden. Portugezen, EngelsenNederlan- dersHad Jacques Le Maire de zoon van Iza&c, goedvinden der Staten-Generaal ook geen poging eaaagd? Hij was door de naar hem genoemde Straat r. Maire gevaren regelrecht naar Indiëwat Colum- eens had gewild. Maar daar in Indië had Jan Pieters- n Coen hem in de kraag gegrepen, zyn schepen erbeurd verklaard, hemzelf en zUn manschappen aan oord van schepen der Compagnie naar het vaderland •rug laten brengenhetwelk hU echter niet weer zou I, want aan boord stierf htj. ..Daer con in Indien iets roots geschieden", vond Coen. doch slechts onder lei- ling van de Ver. Oost-Indische Compagnie. In het midden van de zeventiende eeuw zeilde Abel isman langs de Australische kust, doch zette er geen et aan wal. Hij zocht niet naar barre kusten, doch naar et onmetelUk rijke Zuidlad. dat zeker moest bestaan. :oen hU dan ook terugkeerde van een reis die het doel ;t had bereikt, was men met zijn toch alleszins gun- tige resultaten maar matig tevreden. N Middelburg woonde zo omstreeks 1675 een zekere Arent Roggeveen, die er vele beroepen op na hield. Hij aas mathematicus, zeevaartkundige, sterrekundige, eograaf hij had zelfs een atlas gemaakt dichter, indmeter en wUnproever. Voorwaar een man met een ontwikkeling en een rüke fantasie. In Middelburg kwamen in die dagen de Oost-Indië- «rders nog en menigmaal stond de geograaf aan de aar de schepen te kUken, daarbU zijn fantasie de rije loop latend. Héél ver naar het Zuiden, achter Indië. daar moest het Zuidland zün. HU had ervan gelezen in oude reis beschrijvingen en journalen. Een land met fabelachtige rijkdommen en onbegrensde mogelijkhedenAls hij eens probeerde octrooi te krijgen voor dit nog niet ontdekte gebied Zijn huwelijk met Maria Storm was rijk gezegend met Meren ZUn derde zoon Jacob werd spoedig een zijner waste leerlingen En een kind dat al vroeg een uitweg 'oor zijn fantasie, wordt sterker dan enig ander, trwiji de meeste kinderen hun vleugels voelen schrom en bij het ouder worden zij komen immers te staan i een werkelijkheid die het fantaseren verbiedt, hon- erddulzenden mogen zelfs niet vrUelijk hun gevoelens 'en gaan inzake de Godsdienst kon Jacob zich bly- 'nd verheffen op zijn Immer groeiende vleugels Zijn 'der kreeg het octrooi, goedgekeurd door ..Heren Sta ll". zijn vader zou éénmaal en dat zou niet lang meer 'ren naar dat verre vreemde land varen, dat nog emand had aanschouwd en hU, Jacob zou met hem 'eegaan. SOMMIGE mensen willen altijd en zelfs bij voorbaat gelijk hebben. Dat is hun eigen zaak. maar het Is onuitstaanbaar en belachelijk, wanneer zy daarbij duidelijk blijk geven van kortzichtigheid. Talloze christenen verkeren, schijnbaar of werkelijk, ln dezelfde omstandigheid. Zij hebben, volgens de indruk bij anderen, slechts oren voor hun eigen beperkte opvattin gen. Van enig begrip voor mede mensen, die een afwijkende of te gengestelde mening verdedigen, is geen sprake. Zij verstaan niet eens de kunst om te luisteren. HET mag ergerniswekkend zijn of niet. maar de Bijbel ver toont eveneens een exclusief karakter. De geschriften van het oude Is raël beweren met onwrikbare stug- WOORD VAN BEZINNING beelden tenslotte niet bU de „ene God" uit?. Waarom toch zoveel on heilstichtend gekrakeel van kerken, theologen, van geleerden en hun goedwillende volgelingen, over de religie? Laten wij alstublieft de een heid zoeken, niet bij voorbaat ex clusief zijn, maar de verbindende elementen in alle „hogere" geeste lijke en godsdienstige opvattingen van volken en individuen opsporen en dankbaar aanvaarden! Hoe kun Je ook bij deze „grote" raadselachtige dingen nog klein en betweterig zijn? Dit is slechts een bewjjs te meer van je armzalig en twijfelachtig „geloof". OOK uit later eeuwen zouden vele vertegenwoordigers van dit standpunt genoemd kunnen worden. Voor ons staat echter de vraag .Exclusief?" als een niet te ontwij ken leegte open. Ons antwoord kan geen vormelijke en onkritische her haling zijn van de mening der vroeg-christelljke apologeten. Iede re generatie moet. bewust rekening houdende met de geestelijke stro mingen van de eigen tijd, een up to date antwoord geven. Op gevaar af. dat velen zich te leurgesteld afwenden, mag en moet echter een christen, ondanks de on afzienbare ruimte van zijn open heid en waardering voor anderen, slechts exclusief zijn. Dat waren de schrijvers van de oude kerk óók. ondanks hun sterk inclusief den ken. t ACOB ROGGEVEEN was opgegroeid bij alles wat met I de zee te maken had. De zee is zo wijd en de mens die J zijn gedachten vrij laat gaan in die wonderlijke wijd heid voelt zijn vleugels groeien. Dat heeft zo zijn bezwaren in dit leven! Op een kwade dag voor Jacob kwamen de gereformeerde dominees in zyn leven, om te proberen hem te kortwieken. Ook in het godsdienstige leven had Jacob zich een vry mens gevoeld; die dus voor zich het recht opeiste zó te geloven dat hy in harmonie bleef met zün diepste zelf. HU werd. nadat hü Spinoza, na zware innerlijke strüd de rug had toegekeerd, een volgeling van Pon- tiaan van Hattem een piëtist, die het accent meer had gelegd op een geduldig dragen van het lyden dat op onze weg komt. daar dit een goddelijke opdracht was, dan op het dienen van den Hcere In vreze en beven, met de duivel en een verschrikkelijke hel op de achter grond. IN Maart 1714 werden voor het Middelburgse stadhuis Hattemlstische geschriften in het openbaar verbrand., en weldra ging de gereformeerde predikant Tuinman, die eens het graf van Spinoza had bespuwd. Jacob Rog geveen te lyf. Hy. met nog enige anderen, wist de stede lijke overheid tenslotte zover te krygen dat Jacob ver bannen werd buiten de jurisdictie der stad en vanaf die tyd was hy een zwerver. Maar dat betekende niét. dat hy zyn pen liet rusten. Onvervaard, ofschoon zachtmoedig, ging hy door met zyn strijd „de mens te verlossen van duivel en hel". held en stelligheid: Onze God is de God. Alle andere goden zijn waardeloze afgoden. Met even grote stugheid en stel ligheid beweren de volgelingen van Jezus, ln de boeken van het Nieuwe Testament: Onze Heer ls de enige Heer. de enige Redder van alle mensen. Alle andere Heren en Hei landen zijn bedriegers en pseudo- messi assen. IS het mogeiyk dit standpunt van de bybelschrüvers, ln onze tyd. nu philosophic, godsdienstweten schap, phychologie en sociologie nimmer of nauwelyks vermoede gebieden van de menselyke geest en van de religieuze voorstellings wereld hebben opengelegd, te hand haven? Populair gezegd: Komen alle godsdiensten en religieuze denk- WAREN de christenen van de eerste eeuwen niet veel sym pathieker en ruimer dan ve len van ons? Zij namen tenminste ln hun verdedigingsgeschriften van het christelijk geloof de algemeen gangbare gedachten van heidense philosophen zonder enig bezwaar over. Wat de klassieke denkers en profeten van Egypte^Babylonië en Griekenland aan geesteiyke en re ligieuze wysheid hadden voortge bracht werd, met oprechte waarde ring. in de christelijke gedachten- wereld een plaats toegewezen. Deze apologeten van de oude kerk waren niet exclusief, maar inclusief: ln Jezus is weliswaar de hoogste god- deiyke openbaring verschenen: niet temin moet het waardevolle uit an dere godsdiensten zeker niet wor den uitgebannen. WAAROM ls een christen, van elke eeuw, maar zeker ook in onze beweeglijke en meegaan de tyd, in wezen tóch exclusief? Terwille van Jezus Christus. Hij roept alle mensen, van welke opvatting of huidskleur dan ook. Maar Hij wil, dat zij uitsluitend bij Hem behoren. Zijn exclusief Evan gelie en zyn exclusief, komend Ryk wil allen, zonder uitzondering om vatten. Als U dit vreemd en onaanvaard baar vindt, moet U hiervan niet de christenen, de kerk of my persoon lijk byvoorbeeld, de schuld geven, maar de bybel. Deze is nu eenmaal exclusief, maar wil tegelijk U en ieder ander onder de unieke, be vrijdende macht van Christus bren gen. P. L. Sohoonheim, Predikant voor Byzonder kerkewerkvan de Hervormde Gemeente te Leiden (Hoge Ryndyk 14a). Ofschoon de Kerk hem later met rust liet zou dominee Tuinman hem vervolgen tot zyn laatste ademtocht In zyn bundel Rümlust vinden wij een kwatryn op een werk, door Roggeveen verzorgd, hetwelk als volgt luidt: dit Dit land is groot geweest in vele opzichten. In zün handel, zün kunst, zün zeevaart; bovenal ln zijn ver draagzaamheid, zeggen sommigen. Dat kan wel. MAAR DIE VERDRAAGZAAMHEID IS TOCH HÉÉL ANDERS GEWEEST DAN MILLIOENEN VAN DIT VOLK ZICH VOORSTELLEN. NOOIT heeft Jacob Roggeveen het verlangen verlaten om dat verre Zuidland te ontdekken. Hy kreeg zyn kans! Na de Spaanse successie-oorlog waren de Zuldelyke Nederlanden by Oostenrük gekomen. En de Keizer van dat ryk richtte te Ostende een compagnie op die handel zou gaan drijven op Oost en West: een doorn ln het oog der Nederlandse kooplieden. Hadden zy daarvoor meege holpen om Oostenryk de oorlog te laten winnen? Achter Indië kon best dat Zuidland liggen! Het diende te worden onderzocht voordat er kapers op de kust ver- schynen zouden. De West-Indische Compagnie durfde het met Roggeveen aan. nadat ze alles van te voren ter dege met hem geregeld had. Op de le Augustus liepen er drie schepen het zeegat van Tessel uit. met vreemde bestemming. Het grootste schip, de Arend, had honderdtien koppen aan boord, het tweede, de Thienhoven. tachtig, het derde, een Africaense galey. slechts drie en dertig. Er was. wan. neer de leveranciers de zaak niet hadden bedrogen, voor dertig maanden voedsel aan boord. En zeventig kanonnen spraken een taal die niemand zou misver staan. Het was een schone dag, en allen waren zeer opgeruimd, toen zü wegvoeren, op zoek naar een land. dat op deze aarde niet te vinden is. Hoe groot zouden hun ontberingen worden, hoeveel groter nog hun teleurstellingen. Maar dat kon niemand weten toen zij nltvoeren, en daarom fU-ten zijl REIN BROUWER. OVER zou het niet komen, j De vader probeerde rüke kooplieden te Interesseren 'oor zyn tocht Hij schreef over zyn plannen, doch ■relde met dat ny niets garanderen kon Eens was de tocht van Heemskerk en Barendsz mislukt, maar zeeweg naar tndië was tenslotte ook door Nederlan- s gevonden. En welke voordelen had dit onze handel ""acht Kwamen onze schepen niet tot in Japan? Was l geen zaak voor ons ook te gaan zoeken naar dat 'nderbaarliike Zuidland waarover zo vele geruchten heen, waarover al zo veel geschreven was. voordat "dere volkeren ons voor zouden zün? ioordat Arent Roggeveen het geld bUeen had. stierf fc'j- Maar zyn zoon leefde en een mens Is een schakel ,B de keten »an zijn restarht Een mens wil zo gaarne '"brengen wal de vader niet Is gelukt. Eens Is Immers de vader het hoogste in een mensenleven geweest! De oudste van de drie is Frangols Pauwels. die meer dan met zjjn ver zen. zich een naam heeft verworven met zyn novellen en romans. Evenals in zijn prozawerk toont Pauwels zich in zyn verzen de veroe- dig?r van de „underdog" de sociaal misdeelde, de slachtoffers van milieu en maat.schappü; een verdediging die de dichter ook in zijn dagelykse leven op zich heeft genomen. Hy is advocaat. Men denke echter niet dat deze ver dediging een klakkeloos medelyden tot grondslag heeft. Het onrecht dat Pauwcis ziet. ziet hij in een breder verband. Wat hem treft is voorname- lyk het onrecht dat uit het recht vooi tvloeit. uit de pasklaarheid van een maatschappij, die niet pasklaar kan zyn. omdat het individu - nood- zakelyk onderdeel van die maatschap pij - alleen maar ln aanmerking komt voor maatwerk en zelden past in de vorm. die de maatschappy nu eenmaal op der wille van de orde moet aanne- Deze bundel ls een bloemlezing uit het grote poëtische oeuvre van deze vruchtbare schryver. En hel Ls een zeer goede bloemlezing. Voorafgegaan door een voorwoord van J. W. F. We- rumeus Buning. zyn hier een goede twintig verzen samengevat van e?n dichter, die een genre vertegenwoor digt. waarvan de moderne Nederlandse poëzie er niet velen telt. Men zou kun nen denken aan Speenhof, aan A J. D. van Oosten, aan Jac. van Hattum. zonder echter tot vcrgeiykingen te ko men daar Pauwels' stem een geheel andere ls. Zyn stem ls eerder de stem van het levenslied, doch ditmaal met het ge luid van een dichter en niet met dat van de sentimentele liedjeszanger. Zijn vers is een gevoelig vers naar den Inhoud en een weelderig vers volgens de vorm. Het zijn verhalende gedichten met een loon van zeer 'y OP DE BOEKENMARKT Drie degelijke dichtbundels Frangois Pauwels. „Bloemlezing". J. W. F. Werumeus Buning. „Rozen. Distels en Anjelieren". Louis de Bourbon. „Halverwege". Drie uitgaven van A. J. G. Strengholt. Amsterdam 1953. Drie gelijkvormig en (raai uitgegeven verzenbundels zijn door de Uitgeverij Strengholt op de markt gebracht. Het is plezierig om na de vele zuinige uitgaafjes, die tegenwoordig de poëzie te beurt vallen, weer eens flinke bundels in handen te krijgen op goed, gemerkt papier gedrukt en in Ingres-papier gebonden. Deze welverzorgde uitgave is ten goede gekomen aan drie dichters, die zeer bekend zijn en stellig hun vaste publiek hebben. oprecht mededogen voor de lyden- den, de zwoegenden, de verdrukten. Dc verzen .De Vreemde Tocht". ..lie Nachtelijke Sleepster", en „De Zieke Hond" wil ik speciaal noemen. De tweede dichter ln dit drietal is J. W. F. Werumeus Buning zelf, ver tegenwoordigd met een lyvige bundel genaamd „Rozen. Distels en Anjelie ren" tk heb by deze bundel dezelfde Indruk gekregen, die het latere werk van deze grote dichter my weieens meer gegeven neeft. n.l die van een zeer verwilderde tuin Er bloeit nog veel en overvloedig, maai onkruid en roos zitten ln elkaar verward ten kos- t? van wat eens ae oorspronkelijke be woners van de tuin zyn geweest On kruid is nu eenmaal van een demoni sche levenskrachtigheid en neemt zon der onderscheid de overhand op teer dere gewassen. Het gevolg is dan ook dat men In deze bonte mengeling van copla's, balladen, zeemansliedjes, ver taald en oorspronkelyk. met aandacht de anjelier der poëzie los moet wikka- len uit de wilde lianen van rUmelary Dat Werumeus Huning met een volk se stem wenst te zingen en het land heeft aan het gepiep dat hy meent naar te nemen bij die dichters, die hy bonend „literatoren" noemt - zie rijn voorwoord bU Pauwels - is voor treffelijk, maar hij moet zün gehoor ook niet onderschatten. Derde dichter is Louis de Bourbon, zo verschillend van de beide anderen als kant van linnen. Als men de bundel halverwege open slaat is men even geneigd nem met een gevoel van onbescheiden te zyn weer snel dicht te doen. daar ieder veis van een opdracht voorzien is. Maar zich realiserend, dat dit exem plaar er eén uit vele is voor de verkoop bestemd, stapt men over zyn schuch terheid heen en gaat kyken wat de Bourbon aan zgjn vrienden en vrien dinnen te zeggen heeft. Ook dez? bundel heeft een inleiding een zeer uitvoerige, van de hand van Ben van Eysselsteyn. waarin vele bio grafische bijzonderheden over de dich ter. afstammeling van het Franse ko ningshuls vla het Naundorf-mysterie, verwerkt zyn. De Bourbon ls een romantische lyri cus. die zyn heimwee - naar zijn jeugd, naar de droom - met een hel dere tenor uitzingt Hy is goed ver staanbaar. nergens vaag en geneigd tot een lichte, glimlachende trom? om zijn eigen weemoedigheid Evenals Marsman slaakt hy de verzuchting: „Wy zyn eeuwen en eeuwen te laat geboren", echter niet met Marsmans militante tromgeroffel, maar met een hobo van manneiyk verdriet. Hy Is een van de zangers over een verlorenheid, zoal niet een paradysc- Hjke dan toch van een plek van rust en vervulling. Een stem In het koor van het romantische verlangen, maar een eigen stem. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 5