Een Zoeklicht. KLEINGOED HET KAN TE PAS KOMEN DE OVERGOOIER, WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 23 JANUARI 1954 - PAGINA 2 Kijkjes in de Natuur MAAR we weten niet, wat we het dier moeten gevenZie hier de steeds weerkerende vraag van mensen, die een dier, meestal een vo gel, in handen hebben gekregen en zich voor de moeilijke taak geplaatst zien, het enige tijd te verzorgen. Het betreft dan een dier, dat door een of andere oorzaak, aan het eind van zijn krachten is gekomen of gewond is geraakt, in ieder geval niet in staat is. voor zichzelf te zorgen, met het gevolg, dat het zal moeten indien geen hulp wordt gegeven Ik kan me dit zo goed voorstellen en ik begrijp, wat de mensen be weegt, wanneer zij een in nood ver kerend dier niet kunnen voorbijgaan ondanks het feit, dat dit dier ondanks de beste bedoelingen maar bitter wei nig gebaat is bij hun bemoeienis. Laat ik het duidelijk zeggen: het is ontzag lijk moeilijk het werk van de natuur over te nemen. Die natuur heeft haar wetten, haar strenge leefregels, waar aan moet worden voldaan op straffe' van ondergang, vernietiging. Niet zodra zijn de velden dan ook met sneeuw bedekt en is het water van p'assen en rivieren door een ijslaag afgesloten of de alarmtoestand gaat in voor alles wat daar buiten op eigen kracht is aangewezen, een toestand, die verergerd, naarmate de vorst aan houdt. Dit geldt speciaal voor de watervogels zoals eenden, waterhoen tjes, meerkoeten en voor de dieren, die door hun voedsel aan de waterkant en het rietland zijn gebonden, bijvoor beeld het ijsvogeltje en de achterge bleven reisers en roerdompen, die bij aanhoudende vorst met hun ergste vijand, de honger, te kampen krijgen. Ons goedkoop knippatroon Prijs 40 ct. Maten 42 en 46 Onderjurk met broekje Maat 42, bovenwijdte 92 cm. Maat 46, bovenwfjdite 110 cm. Benad zde stof voor groot?!.' maat: Onderjurk 2 50 m vam 80 cm breed. Broekje 1.15 m, van 80 cm. breed. Een Ijsvogeltje kan men bij gebrek aan insecten, fijn geraspt rauw vlees geven. Vooral rauw! Met een mes ge- krapd van een stuk vlees En weinig tegelijk hoogstens een kwart vinger hoed, waarbij we eraan moeten den ken. dat een dier. dat honger heeft geleden, alleen met grote tussenpozen iets mag hebben. Een uil Is een vleeseter. Onze bosuil krijgt per dag een paar stukjes rauw vlees Hij drinkt niet, maar onze ekster krijgt dagelijks drinkwater en, bij zon nig weer, een bak met badwater. DEGENEN, die, door medelijden be wogen zioh het lot van zo'n ver kommerend dier aantrekken, be hoeven zich voor dat gevoel zeker niet te schamen tegenover anderen, aan wie dit vreemd is en die het maar malligheid vinden. Wanneer U bij Iemand wat stro komt vragen als nestvulsel voor een gevonden ekster en de man kijkt U aan. of U van lotje bent getikt iwie maakt zich nou toch druk om „zulk tuig" als kraaien en eksters!) wel laat hem kijken en doe, wat U meent dat goed is. (Dat een ekster met op stro hoeft te zitten, heeft hier niets mee te maken.) Laten anderen ons malloten vinden, omdat we ons bemoeien met een scharminkel, dat ergens In de sneeuw ligt en, de kop in de veren, de strijd heeft opgegeven Wij mensen zijn nu eenmaal verschillend van aard en aanleg. Al naar gelang van die aard en die aanleg bepalen we onze houding ten opzichte van onze medemensen en van de dieren om ons heen. Voor de een is een dier iets, waar naar hl) (of zijkijkt als naar een tafel of een stoel terwijl bij de ander onmid dellijk iets wakker wordt, aandacht, belangstelling. De ene schrijver over de natuur na dert de dieren met alle voorzichtigheid en schroom, die hij aan de onbegrepen raadselen, waarvoor zij hem plaatsen, verschuldigd is de ander schrijft over gestrikt wild alsof het een grapje be treft, waarover we even zouden moeten glimlachen. EN nu die vraag: wat moeten we een wilde vogel geven? Laat ik liever zeggen, wat U hem b°slist niet moet geven, dat is eenvoudiger Iemand kreeg eens een havik in huls, die met z'n bellen aan de poten dui delijk aan een valkenier bieek te be horen H(1 legde een wortel in het hok waarin het dier voorlopig was onder gebracht Dat is dom, zult U zeggen, want een havik als roofvogel eet slechts rauw vlees. Een lezeres vond een ijsvogeltje in haar tuin dat zich had bezeerd Zij gaf het dier stukjes pekelvlees en legde g-aankorreltjes bij hem neer D;t laatst" was niet eig, want een Ijsvogel raakt die toch niet aan, maar pekelvlees oor een vogel, die van kleine visjes en nog veel meer van larven van waterinsecten leeft, is toch werkelijk niet juist Een bosuil, die ik sinds 3 weken heb en die met een verbonden poot op genezing moet wachten, kreec van degene die hem vond, (U raadt het in geen honderd jaar!) pannekoek voorgezet. Ik schrijf deze dingen niet om die goedwillende dierenvrienden op de hak te nemen. Daarvoor heb lk zelf te vaak misgeslagen, al heb ik het niet zo bar gemaakt bij het zoeken van voedsel voor de vele pleegkinderen, die lk heb gehad. Ik hoop alleen, dat anderen hun voordeel kunnen doen met deze fouten, terwllle van de dieren, die nog geholpen moeten worden. NU heb ik sinds twee weken nog een gast. die, verzwakt door hon ger en kou, bezig was dood te vrie zen. Het is een meerkoet (zie tekening) Een paar dagen heeft hij in onze huis kamer gebivakkeerd in een doos be dekt met gaas, zo ver mogelijk van de kachel af Daar heeft hij consequent alle voedsel geweigerd nadat hl) zeer krachtdadig met keiharde snavelsto ten alle vriendelijke aanbiedingen had afgeslagen, hetgeen me tenslotte bijna radeloos maakte. Toch geven zijn ver beten verzet en zijn sterke bewegingen me de hoop dat hl) door het vasten nog niet zo erg verzwakt is en op de duur belangstelling krijgt voor een roodaarden schotel (voor wit zijn vele vogels bang!) met rauw geraspt vlees (ongezouten!) en geweekt wit brood, met een bakje drinkwater. HU zit nu in een klein bultenhok, op een laagje turfmolm en 's nachts goed windvrij afgedekt. Het is een merkwaardige verschij ning. deze zwemmer van de veenplas- sen en de bosvijvers. Het snit van zijn grijszwarte jas is rond, soms kogelrond, als hij in elkaar zit. maar heel bijzon der is het fijne kopje met de witte snavel die overgaat m de even witte bles op het voorhoofd. In het zwart van de kop glanst het heldere vogel oog. prachtig rood met als kern een donkere pupil Aan de kordate zware poten zitten tenen met zwemvliezen als roeispanen, alles van een bijzondere grijsgroene kleur. Wat een combinatie in één wezen: zwart, groen, wit en rood! We hopen vurig, dat hij zijn hon gerstaking spoedig opgeeft en dat ik binnenkort over onze meerkoet de beste beriohten kan geven! S. VAN DER ZEE. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand.... die... niet slechts overgooier is Parijs, 19 Januari 1954 We hebben een tijd gehad dat de; overgooier buitenge meen in zwang was, maar sinds lang al heeft hij enorm aan populariteit ingeboet. Niet langer is hij een vooraanstaand onderdeel van de mode, noch in het Hoofdkwartier, noch in practijk. Maar toch is hij niet geheel van het modefront ver dwenen en wie oplet, zal constateren dat hij nog steeds, en alom, op het appèl is, zij hetin een totaal andere vorm dan die, welke we van voorbije jaren kennen. De overgooier van deze modephase is niet slechts een kledingstuk, dat alleen bestemd is voor het gebruik waaraan het zijn naam ontleent, neen, de moderne versie is meestal een japon (of de combinatie van rok en lijfje: de separates), die tevens als over gooier gebruikt kan worden en wordt. Hij maakt derhalve meer variaties mogelijk dan zijn meer klassieke voor ganger en leent zich voor een veel uit gebreider gebruik. De moderne over gooier is veel practischer en aantrek kelijker dan de rok-met-helpjes van weleer. Hij kan, volgens de huidige mode,, een rechtrokkige japon zijn met i lange of) driekwart mouwen en een al dan niet royale halsuitsnijding, waarin een blouse, een trui of een vestje zichtbaar is, of die in het tegenovergestelde geval met een garnituurtje of een collier wordt opgefleurd Onder de driekwart mouwen van deze japonovergooler mo gen de lange dito's van trui of blouse tot aan de pols toe zichtbaar zijn. Meer variatie echter dan deze over- gooier-vorm i die van elke willekeurige wollen stof kan worden gemaakt) is de meer gedecolleteerde japon, die, vooral wanneer zwart materiaal het uitgangspunt is, van de vroege ochtend tot de late avond dienen kan bij al die verschillende gelegenheden, welke een etmaal biedt En, ware het niet, dat we een japon liever niet dag-in dag-uit dragen, dat we de stof geregeld rust willen en moeten geven, en dat we, als we 's avonds feestelijk uitgaan, ons jurkje van de hele dag graag ver wisselen voor een fris japonnetje, dan zou een met overleg gekozen over- gooierjapon een complete binnenshuis- uitzet kunnen zijn: elk uur van de dag, elke dag van de maand en vrijwel elke maand van het jaar zal hij im mers een passend tenue kunnen zijn, dank zij de verschillende accessoires, Het japonnetje heeft een mouwloci streng getailleerd lijfje met royïj halsuitsnijding en aangeknipte schot derbanden; de vierbaanse, gerende ro( heeft op de heupen een aantal oninjf, streken plooitjes. In de zijnaden Is jej steekzak gewerkt. De ceintuur kan, naar gelang de omstandigheden van dj japonstof, van boxcalf of goudleer, of. wel van fluweel (dit bfi de wolle japon) of zijde zijn en veroorlooft jq op zichzelf al diverse variaties. Acc«. soires, zoals blouses, truitjes en garni, tuurtjes, maken echter de grootste a|. wisseling mogelijk' 'smorgens op koe. toor of op school kan het bijvoorbeeld worden gecompleteerd m°t een over. hemdblouse van (effen of) gestreepiJ popcline tl)het geheel zal jeugdig pP fris en eenvoudig zijn. Thuis, of wan'L neer de temperatuur het kwik tn d,l thermometer niet hoog opstuwt. het worden aangevuld met een truitjjP van niet te dikke wol i2) en wannsnl de voorjaarszon de eerste bloerr.fcl streelt, zal een kortgemouwd wit blous J een fris en aardig complement zijn 13,1 Gemakkelijk ook. en met zeer veel s.Tl ces, kan het tolletje met een bo J worden gedragen een korte of larwF streng getailleerde bolero van pnsiri-1 kleurige mantelstof of welke zijdesoj-H dan ook 14i. In de schouwburg, in opera, in de concertzaal of tijdens t,- cocktailuur zal hetzelfde tolletje Foor de Vrotnv Het weekmenu voor deze tijd Het. Voorlichtingsbureau van de Voedingsraad meldt: Een van de eisen, die we aan een warme maaltijd stellen is. dat er vol doende eiwitten in voorkomen Door de naam zouden we misschien denken, dat eiwit speciaal in het wit van een ei te vinden is, maar dat is niet zo Deze voedingsstof komt in het gehe le dieienruk voor, dus ook in vlees, vis, melk en kaas; bovendien in de za den van planten: erwten en bonen, graan en noten. In iedere maaltijd van onderstaand menu is een eiwitrijk gerecht opgeno men. Zij maken de maaltijden duur der, maar voedzamer en smakelijker. Het zal ons lang niet altlji gelegen komen om een vlees- of kaasgerecht op tafel te brengen. Dit hindert ook volstrekt niet, als wij het dan maar niet zonder meer weglaten Het is be langrijk dat er voor een vervanging gezorgd wordt. Gemakkelijk, gezond en niet duur zijn de melk- en karnemelk- gereehten. Zij bieden daarbij het voor deel dat we ze net zo stevig of licht kunnen maken als we willen." Zijn de menu's ons te bewerkelijk, te duur of misschien juist niet uitgebreid genoeg, dan moet U zeker eens aan een melk- gerecht denken. MENU'S Griesmeelscep - oarbonaden, aard appel- appelen, spruitjes, jus vla. 2. Erwtensoep met soepgroenten drie-ln-de-pan 3. Rest erwtensoep corned beef of ham, aardappelen, andljviesla. 4 Gebakken haring, aardappelen, winterpeen. 5. Gehakt, zuurkoolstamppot. 6 Rest gehakt, aardappelen, kool raap. jus. 7. Kaaspannekoek, aardappelen, prei jus. 1. Voor de soep nemen we eens een stukje schenkel en wat krulden Het soepvlees bewaren we voor de erwten soep van de volgende dag en als er bouillon over is, gaat die er ook door. In dit jaargetijde zal het bewaren van vlees en bouillon geen moeilijkheden opleveren De spruitjes word?n 30 minuten voor dat we aan tafel gaan met een bodem kokend water en zout opgezet, en op het laatst met een stukje boter of margerine en desgewenst nootmuskaat omgeschud. 2. Voor de voedzaamheid doen we een flinke scheut melk en een stukje boter of margarine door de soep en op het laatst een paar eetlepels fijnge sneden selderij- of petersellegroen. Na een stevige soep is een vrucht of vruchtensla lekker, na een minder dik ke soep een gebakken gerecht. 3. Andijvie dient zeer fijngesneden te worden als hij tot sla wordt ver werkt. Een pittige slasaus met wat aroma, mosterd of peper smaakt er goed bij. Wie echter de smaak wil ver zachten, kan hangop, yoghurt of kar- nemelksaus nemen 4 De baring kunnen wij in zijn ei gen vet bakken of in een weinig olie. 5 De zuurkoolstamppot kan bereid worden van rauwe, fijngesneden zuur kool of van gekookte zuurkool. In het eerste geval nemen wij op 2 kg aard appelen 'i kg, ln het tweede geval 1 kg zuurkool. 6. Koolraap doen we op in een melk- saus.ie met nootmuskaat. 7 Van prei behoeft alleen het harde, donkergroene gedeeite weggesneden te worden. De kooktijd van prei is plm 15 minuten Aan prei wordt door veel huisvrouwen een scheutje azijn toege voegd. Kooknat kan ln soep worden gebruikt. Gricsmeclsocp: 200 gr schenkelvlees, een stukje ui. eën paar takjes peterselie, een laurierblad, zout, 50 gr. (4 afgestreken eetlepels) gnesmeel, peterseliegroen. Het vlees wassen en opz'tten met ruim een liter water, zout, de groen ten en het laurierblad. Het geheel aan de kook brengen en zachties 3 uur la ten {rekken. De soep zeven, het vlees van het b"en nemen en in stukjes snij den Een deel van het vlees ln de bouillon terugleggen. Het gresmeel in een pannetje voorzichtig lichtbruin roosteren onder roeren met een vork. De gries meel aan de bouillon toevoegen en in p'm. 10 minuten gaarkoken De soep afmaken met zeer fijngesneden peterselie Kaaspannekoek: 200 gr. b'oem of bakmeel. 1. melk, 150 gr. beiegen kaas, zout, boter, margarine of vet. De kaas raspm De bloem of hel bak meel met de helft van de melk tot een glad deeg roeren en verdunnen met de rest van de melk.- '•'0 gr. kaas en zo nodig een weinig zcut er door rceren. Van het besla? pannekoeken bakken in hete boter, margarine of vet. De koeken pas keren wanneer z(J aan de bovenkant opgedroogd zijn De panne koeken op elkaar st? pelen met gerasp te kaas er tussen. De koeken warm opdienen en in punten snijden. die het kledingstuk aan het milieu, het uur en de temperatuur aanpassen. Doch ook in de uitzet, welke een nor maal aantal Japonnen omvat, Is de overgooierjapon, die we als eenvou dig. maar veelzeggend voorbeeld heb ben uitgezocht uitermate practlsch, want ook daar betekent hij: uitkomst onder alle omstandigheden. Het modelletje kan van zware wollen stof of heel fijne dito ribsfluweel wor den gemaakt. Het is uiterst simpel, maar, alhoewel voor elke veranderjurk een eenvoudig model het meest doel matig is, kunnen altijd een biesgarne- ring. garnerende zakken of dergelijke worden toegevoegd, terwijl het boven dien in twee delen, volgens de formule van de moderne „separates" gemaakt kan worden, dat wil zeggen: de rok en het lijfje zijn afzonderlijke delen, van dezelfde stof gemaakt. nen, ditmaal echter aangevuld met «a garnituurtje van gekleurde zpde, w piqué of zwart fluweel (dit laatste leen bij de wollen japon 1; een biae- vormlge kraag, een vestje dal als et: keursje even uit het decolleté gluurt, een schouderstuk dat de halsbasis ni- raakt (5) of hoog is opgeknipt, of te strik (5) die zich aan de basis van i halsuitsnijding nestelt, zijn slechts pi kelp flatteuze mogelijkheden uit vel Hetzelfde jurkje is tenslotte ook opt dansvloer geenszins misplaatst. 3 klein-avondtoilet of dansiurkje Is hi al niet minder aantrekkelijk dan 3 huis- of kantoordracht en gemakkeliji is het van een sober sportief tot romantisch en jeugdig tenue te n- morphoseren, dank zij een parelcolte (of een fluwelen halsbandje met 'na ger) en een feestelijke corsage 161. J. V, FTT Onderjurk Deze onderjurk heeft een zeer goede coupe, die maakt dat de japon onbe rispelijk zit Het voorpand heeft een enigszins klokkende vooroaan, die met een punt ingezet wordit en waarvan dt naden een weinig gebogen uitlopen, waarop de gebogen lijn van de zijpanden die tot onder de arm uitlopen, aa: .sluiten. Midden achter bevindt zich een naad en aan weerszijden da ar var. een coupenaadje. De onderkant wordt afgewerkt met een strookje. De bovenkant kan afgewerkt worden met een biesje van dezelfde stof of met een kantje. Broekje Dit Ls aan de bovenkant voorzien van een schuifje, waardoor elastiek wordt geregen De onderkant van de plipen wordt afgewerkt met een biesje van dezelfde stof of een kantje Verkrijgbaar van Maandag zolang de voo-raa-d strekt, aan ons Bureau Wirte Singel 1. Toezending per post gesch edt na ontvangst van brief met ingesloten en niet opgeplakt 55 ct. aan post zegels Verzoeke op de enveloppe te ver meiden: „Goedkoop Patroon". Marian Broese. „Bij ons thuis". Ad. Donker. Rotterdam 1953. Het houdt maar niet op, die stroom van leuke gezinstoestanden. De ver schoppelingetjes van een Jaar of der tig geleden schijnen niemand meer te interesseren, de or.begrejaen en tragi sche kinderen hebben afgedaan en plaats gemaakt voor de Jonge, over moedige en zich danig overschattende jongelieden, die sedert de ontdekking van de Eeuw van het Kind, door ouders die de pen kunnen voeren in dit geval blijkbaar een zuster nog eens extra over het paard worden getild door elk normaal verstandig woord, dat uit hun mond komt, op te tekenen als ware net een uiting van de genius van de humor zelve Hier hebben wij Marian Broese, die zich bepaald verdiept heeft ln dc Ame rikaanse auteur Prank B QMhret 1 schrijver van „Cheaper by the Dozen" en „lm a lucky Guy of althans naar de film is geweest die naar het eerste meesterwerk gemaa"kt is. Zij geneert zich niet ronduit ook met een twaalf tal te komen aanzetten aangezien het inderdaad „Voordeliger per dozijn" schijnt te zijn om volgens het bekende recept' opgewekte toon. oppervlakkige goedhartigheid, geen griin beerlp voor de realiteit, die reeds bij voorbaat be plakt ls met het etlquet „humoris tisch", de ouders, broers en zusters als een soort robots van de humor voor te stellen. Een roman voor jonge mensen, staal er op de omslag, waartegen ik het bezwaar moet maken dat deze verzameling losse schetsjes totaal 'yOP DE BOEKENMARKT^) gren roman Is en dat Jonge mensen een hoogst eigenaardige indruk van het menselijk bestaan moeten krij gen door deze leeghoofdigheid. Joost de Klerk. - „Kleine Drukte". Joost de Klerk heeft het er beter, althans persoonlijker afgebracht. Ook hij zingt de lof van het grote gezin, ditmaal als procreator van een zes- of zeventallig nageslacht ik ben de tel kwijt waarvoor hit de innigste be langstelling koestert. Dit siert hem als vader, maar het ls toch vreemd, dat hij meent dat de rest van Nederland wel dezelfde belangstelling zal koeste- nre. Hij heeft het geval echter in zo verre binnen de peiken van de gopde smaak gehouden, dat hl) zich niet heeft ingespannen om van zijn uilen valken te maken en op een eigen manier, zonder veel ophef, vertelt wat hit bij zijn kinderen heeft waargeno men, waarin dan nog te waarderen valt, dat hij het gezonde verstand heeft laten zegevieren. Annie M. Cl. Schmidt. „Kom, zei het schaap Veronica". - N. V. Dc Arbeiderspers. Am sterdam 1953. Meer plezier dan aan al deze grote en kleine kinderen, kunnen wij beieven aan Annie Schmidts fantasie-schaap Veronica, dat langzamerhand wel een nationale figuur genoemd mag worden. De verzen over de lotgevallen van dit merkwaardige fabeldier echt geen vee, ondanks de aanslag van de vee- belastirig vanwege „een schaap in het perceel" huisgenote van de dames Groen en de dominee, hebben een verfrissende geestigheid en oorspron kelijkheid, ofschoon de gebeurtenissen op de keper beschouwd even innig huiselijk zijn als die in de vorige werk stukken beschreven. Waar zit het ver schil9 In die oorspronkelijkheid na tuurlijk, die eigenheid, die van Annie Schmidt alleen is en niet een slap afgietsel van wat Amerika en Enge land op het terrein van de kinderen en het huisgezin gepresteerd hebben. Annie M. G. Schmidt. „Abcl- tje". N V. De Arbeiderspers. Amsterdam 1953. Jammer, dat er in het boek „Abeltje" zo nadrukkelijk vermeld staat, dat het bestemd is voor Heden van leeftijden tussen 5 en 95 Als dat niet zo was, zouden wij kunnen zeggen dat het een wel aardig kinderboek was, niets bijzonders en niets nieuws. Nu willen wij lieden boven de arl.t, die niet geheel simpel zijn. toch aan raden liever iets anders te kiezen. Johan Fabrieius. „De Nerts mantel". II. P. Leopolds iiitgeversmü Den Haag 1953. D?ze novelle ls wat men in Neder land ..een ondeugend verhaal' pleegt te noemen Het speelt in Parijs na tuurlijk, die arme Franse hoofdstad, waarvan iedereen in Nedeiland nog steeds denkt, dat de brave burgerij ex- wentelt in ontucht. Een man, een vrouw, een vriendinnetje, och, het had ook Amsterdam kunnen zijn, want lk geloof niet, dat Parijse mannen zoveel sneller met nertsmantels gaan zwaaien dan die van andere nationaliteit. Maar goed, de anecdote om deze nertsmantel plus een speculatie heen ls niet onaardig en lk zal ze niet ver tellen, want dan is de grap er af Natuurlijk is de geschiedenis compe tent geschreven en goed verteld, maar kan men van Fabrieius anders ver wachten? CLARA BGGINK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 6