Een
Zoeklicht.
KLEINGOED
HET KAN TE PAS KOMEN
DE OVERGOOIER,
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 23 JANUARI 1954 - PAGINA 2
Kijkjes in de Natuur
MAAR we weten niet, wat we het
dier moeten gevenZie hier
de steeds weerkerende vraag van
mensen, die een dier, meestal een vo
gel, in handen hebben gekregen en
zich voor de moeilijke taak geplaatst
zien, het enige tijd te verzorgen. Het
betreft dan een dier, dat door een of
andere oorzaak, aan het eind van zijn
krachten is gekomen of gewond is
geraakt, in ieder geval niet in staat
is. voor zichzelf te zorgen, met het
gevolg, dat het zal moeten
indien geen hulp wordt gegeven
Ik kan me dit zo goed voorstellen
en ik begrijp, wat de mensen be
weegt, wanneer zij een in nood ver
kerend dier niet kunnen voorbijgaan
ondanks het feit, dat dit dier ondanks
de beste bedoelingen maar bitter wei
nig gebaat is bij hun bemoeienis. Laat
ik het duidelijk zeggen: het is ontzag
lijk moeilijk het werk van de natuur
over te nemen. Die natuur heeft haar
wetten, haar strenge leefregels, waar
aan moet worden voldaan op straffe'
van ondergang, vernietiging.
Niet zodra zijn de velden dan ook
met sneeuw bedekt en is het water van
p'assen en rivieren door een ijslaag
afgesloten of de alarmtoestand gaat
in voor alles wat daar buiten op eigen
kracht is aangewezen, een toestand,
die verergerd, naarmate de vorst aan
houdt. Dit geldt speciaal voor de
watervogels zoals eenden, waterhoen
tjes, meerkoeten en voor de dieren, die
door hun voedsel aan de waterkant
en het rietland zijn gebonden, bijvoor
beeld het ijsvogeltje en de achterge
bleven reisers en roerdompen, die bij
aanhoudende vorst met hun ergste
vijand, de honger, te kampen krijgen.
Ons goedkoop
knippatroon
Prijs 40 ct. Maten 42 en 46
Onderjurk met broekje
Maat 42, bovenwijdte 92 cm.
Maat 46, bovenwfjdite 110 cm.
Benad zde stof voor groot?!.' maat:
Onderjurk 2 50 m vam 80 cm breed.
Broekje 1.15 m, van 80 cm. breed.
Een Ijsvogeltje kan men bij gebrek
aan insecten, fijn geraspt rauw vlees
geven. Vooral rauw! Met een mes ge-
krapd van een stuk vlees En weinig
tegelijk hoogstens een kwart vinger
hoed, waarbij we eraan moeten den
ken. dat een dier. dat honger heeft
geleden, alleen met grote tussenpozen
iets mag hebben.
Een uil Is een vleeseter. Onze bosuil
krijgt per dag een paar stukjes rauw
vlees Hij drinkt niet, maar onze ekster
krijgt dagelijks drinkwater en, bij zon
nig weer, een bak met badwater.
DEGENEN, die, door medelijden be
wogen zioh het lot van zo'n ver
kommerend dier aantrekken, be
hoeven zich voor dat gevoel zeker niet
te schamen tegenover anderen, aan
wie dit vreemd is en die het maar
malligheid vinden.
Wanneer U bij Iemand wat stro
komt vragen als nestvulsel voor een
gevonden ekster en de man kijkt U
aan. of U van lotje bent getikt iwie
maakt zich nou toch druk om „zulk
tuig" als kraaien en eksters!) wel
laat hem kijken en doe, wat U meent
dat goed is. (Dat een ekster met op
stro hoeft te zitten, heeft hier niets
mee te maken.)
Laten anderen ons malloten vinden,
omdat we ons bemoeien met een
scharminkel, dat ergens In de sneeuw
ligt en, de kop in de veren, de strijd
heeft opgegeven Wij mensen zijn nu
eenmaal verschillend van aard en
aanleg. Al naar gelang van die aard
en die aanleg bepalen we onze houding
ten opzichte van onze medemensen
en van de dieren om ons heen.
Voor de een is een dier iets, waar naar
hl) (of zijkijkt als naar een tafel of
een stoel terwijl bij de ander onmid
dellijk iets wakker wordt, aandacht,
belangstelling.
De ene schrijver over de natuur na
dert de dieren met alle voorzichtigheid
en schroom, die hij aan de onbegrepen
raadselen, waarvoor zij hem plaatsen,
verschuldigd is de ander schrijft over
gestrikt wild alsof het een grapje be
treft, waarover we even zouden moeten
glimlachen.
EN nu die vraag: wat moeten we
een wilde vogel geven? Laat ik
liever zeggen, wat U hem b°slist
niet moet geven, dat is eenvoudiger
Iemand kreeg eens een havik in huls,
die met z'n bellen aan de poten dui
delijk aan een valkenier bieek te be
horen H(1 legde een wortel in het hok
waarin het dier voorlopig was onder
gebracht Dat is dom, zult U zeggen,
want een havik als roofvogel eet
slechts rauw vlees. Een lezeres vond
een ijsvogeltje in haar tuin dat zich
had bezeerd Zij gaf het dier stukjes
pekelvlees en legde g-aankorreltjes bij
hem neer D;t laatst" was niet eig,
want een Ijsvogel raakt die toch niet
aan, maar pekelvlees oor een vogel,
die van kleine visjes en nog veel meer
van larven van waterinsecten leeft, is
toch werkelijk niet juist Een bosuil,
die ik sinds 3 weken heb en die met
een verbonden poot op genezing moet
wachten, kreec van degene die hem
vond, (U raadt het in geen honderd
jaar!) pannekoek voorgezet.
Ik schrijf deze dingen niet om die
goedwillende dierenvrienden op de hak
te nemen. Daarvoor heb lk zelf te vaak
misgeslagen, al heb ik het niet zo bar
gemaakt bij het zoeken van voedsel
voor de vele pleegkinderen, die lk heb
gehad. Ik hoop alleen, dat anderen
hun voordeel kunnen doen met deze
fouten, terwllle van de dieren, die nog
geholpen moeten worden.
NU heb ik sinds twee weken nog
een gast. die, verzwakt door hon
ger en kou, bezig was dood te vrie
zen. Het is een meerkoet (zie tekening)
Een paar dagen heeft hij in onze huis
kamer gebivakkeerd in een doos be
dekt met gaas, zo ver mogelijk van de
kachel af Daar heeft hij consequent
alle voedsel geweigerd nadat hl) zeer
krachtdadig met keiharde snavelsto
ten alle vriendelijke aanbiedingen had
afgeslagen, hetgeen me tenslotte bijna
radeloos maakte. Toch geven zijn ver
beten verzet en zijn sterke bewegingen
me de hoop dat hl) door het vasten
nog niet zo erg verzwakt is en op de
duur belangstelling krijgt voor een
roodaarden schotel (voor wit zijn vele
vogels bang!) met rauw geraspt vlees
(ongezouten!) en geweekt wit brood,
met een bakje drinkwater.
HU zit nu in een klein bultenhok, op
een laagje turfmolm en 's nachts goed
windvrij afgedekt.
Het is een merkwaardige verschij
ning. deze zwemmer van de veenplas-
sen en de bosvijvers. Het snit van zijn
grijszwarte jas is rond, soms kogelrond,
als hij in elkaar zit. maar heel bijzon
der is het fijne kopje met de witte
snavel die overgaat m de even witte
bles op het voorhoofd. In het zwart
van de kop glanst het heldere vogel
oog. prachtig rood met als kern een
donkere pupil Aan de kordate zware
poten zitten tenen met zwemvliezen
als roeispanen, alles van een bijzondere
grijsgroene kleur.
Wat een combinatie in één wezen:
zwart, groen, wit en rood!
We hopen vurig, dat hij zijn hon
gerstaking spoedig opgeeft en dat ik
binnenkort over onze meerkoet de
beste beriohten kan geven!
S. VAN DER ZEE.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand....
die... niet slechts overgooier is
Parijs, 19 Januari 1954
We hebben een tijd gehad dat de; overgooier buitenge
meen in zwang was, maar sinds lang al heeft hij enorm aan
populariteit ingeboet. Niet langer is hij een vooraanstaand
onderdeel van de mode, noch in het Hoofdkwartier, noch in
practijk. Maar toch is hij niet geheel van het modefront ver
dwenen en wie oplet, zal constateren dat hij nog steeds, en
alom, op het appèl is, zij hetin een totaal andere vorm
dan die, welke we van voorbije jaren kennen.
De overgooier van deze modephase
is niet slechts een kledingstuk, dat
alleen bestemd is voor het gebruik
waaraan het zijn naam ontleent, neen,
de moderne versie is meestal een japon
(of de combinatie van rok en lijfje:
de separates), die tevens als over
gooier gebruikt kan worden en wordt.
Hij maakt derhalve meer variaties
mogelijk dan zijn meer klassieke voor
ganger en leent zich voor een veel uit
gebreider gebruik. De moderne over
gooier is veel practischer en aantrek
kelijker dan de rok-met-helpjes van
weleer.
Hij kan, volgens de huidige mode,,
een rechtrokkige japon zijn met i lange
of) driekwart mouwen en een al dan
niet royale halsuitsnijding, waarin een
blouse, een trui of een vestje zichtbaar
is, of die in het tegenovergestelde geval
met een garnituurtje of een collier
wordt opgefleurd Onder de driekwart
mouwen van deze japonovergooler mo
gen de lange dito's van trui of blouse
tot aan de pols toe zichtbaar zijn.
Meer variatie echter dan deze over-
gooier-vorm i die van elke willekeurige
wollen stof kan worden gemaakt) is
de meer gedecolleteerde japon, die,
vooral wanneer zwart materiaal het
uitgangspunt is, van de vroege ochtend
tot de late avond dienen kan bij al
die verschillende gelegenheden, welke
een etmaal biedt En, ware het niet,
dat we een japon liever niet dag-in
dag-uit dragen, dat we de stof geregeld
rust willen en moeten geven, en dat
we, als we 's avonds feestelijk uitgaan,
ons jurkje van de hele dag graag ver
wisselen voor een fris japonnetje, dan
zou een met overleg gekozen over-
gooierjapon een complete binnenshuis-
uitzet kunnen zijn: elk uur van de
dag, elke dag van de maand en vrijwel
elke maand van het jaar zal hij im
mers een passend tenue kunnen zijn,
dank zij de verschillende accessoires,
Het japonnetje heeft een mouwloci
streng getailleerd lijfje met royïj
halsuitsnijding en aangeknipte schot
derbanden; de vierbaanse, gerende ro(
heeft op de heupen een aantal oninjf,
streken plooitjes. In de zijnaden Is jej
steekzak gewerkt. De ceintuur kan,
naar gelang de omstandigheden van dj
japonstof, van boxcalf of goudleer, of.
wel van fluweel (dit bfi de wolle
japon) of zijde zijn en veroorlooft jq
op zichzelf al diverse variaties. Acc«.
soires, zoals blouses, truitjes en garni,
tuurtjes, maken echter de grootste a|.
wisseling mogelijk' 'smorgens op koe.
toor of op school kan het bijvoorbeeld
worden gecompleteerd m°t een over.
hemdblouse van (effen of) gestreepiJ
popcline tl)het geheel zal jeugdig pP
fris en eenvoudig zijn. Thuis, of wan'L
neer de temperatuur het kwik tn d,l
thermometer niet hoog opstuwt.
het worden aangevuld met een truitjjP
van niet te dikke wol i2) en wannsnl
de voorjaarszon de eerste bloerr.fcl
streelt, zal een kortgemouwd wit blous J
een fris en aardig complement zijn 13,1
Gemakkelijk ook. en met zeer veel s.Tl
ces, kan het tolletje met een bo J
worden gedragen een korte of larwF
streng getailleerde bolero van pnsiri-1
kleurige mantelstof of welke zijdesoj-H
dan ook 14i. In de schouwburg, in
opera, in de concertzaal of tijdens t,-
cocktailuur zal hetzelfde tolletje
Foor de Vrotnv
Het weekmenu voor deze
tijd
Het. Voorlichtingsbureau van de
Voedingsraad meldt:
Een van de eisen, die we aan een
warme maaltijd stellen is. dat er vol
doende eiwitten in voorkomen Door
de naam zouden we misschien denken,
dat eiwit speciaal in het wit van een
ei te vinden is, maar dat is niet zo
Deze voedingsstof komt in het gehe
le dieienruk voor, dus ook in vlees,
vis, melk en kaas; bovendien in de za
den van planten: erwten en bonen,
graan en noten.
In iedere maaltijd van onderstaand
menu is een eiwitrijk gerecht opgeno
men. Zij maken de maaltijden duur
der, maar voedzamer en smakelijker.
Het zal ons lang niet altlji gelegen
komen om een vlees- of kaasgerecht
op tafel te brengen. Dit hindert ook
volstrekt niet, als wij het dan maar
niet zonder meer weglaten Het is be
langrijk dat er voor een vervanging
gezorgd wordt. Gemakkelijk, gezond en
niet duur zijn de melk- en karnemelk-
gereehten. Zij bieden daarbij het voor
deel dat we ze net zo stevig of licht
kunnen maken als we willen." Zijn de
menu's ons te bewerkelijk, te duur of
misschien juist niet uitgebreid genoeg,
dan moet U zeker eens aan een melk-
gerecht denken.
MENU'S
Griesmeelscep - oarbonaden, aard
appel-
appelen, spruitjes, jus
vla.
2. Erwtensoep met soepgroenten
drie-ln-de-pan
3. Rest erwtensoep corned beef
of ham, aardappelen, andljviesla.
4 Gebakken haring, aardappelen,
winterpeen.
5. Gehakt, zuurkoolstamppot.
6 Rest gehakt, aardappelen, kool
raap. jus.
7. Kaaspannekoek, aardappelen, prei
jus.
1. Voor de soep nemen we eens een
stukje schenkel en wat krulden Het
soepvlees bewaren we voor de erwten
soep van de volgende dag en als er
bouillon over is, gaat die er ook door.
In dit jaargetijde zal het bewaren van
vlees en bouillon geen moeilijkheden
opleveren
De spruitjes word?n 30 minuten voor
dat we aan tafel gaan met een bodem
kokend water en zout opgezet, en op
het laatst met een stukje boter of
margerine en desgewenst nootmuskaat
omgeschud.
2. Voor de voedzaamheid doen we
een flinke scheut melk en een stukje
boter of margarine door de soep en op
het laatst een paar eetlepels fijnge
sneden selderij- of petersellegroen. Na
een stevige soep is een vrucht of
vruchtensla lekker, na een minder dik
ke soep een gebakken gerecht.
3. Andijvie dient zeer fijngesneden
te worden als hij tot sla wordt ver
werkt. Een pittige slasaus met wat
aroma, mosterd of peper smaakt er
goed bij. Wie echter de smaak wil ver
zachten, kan hangop, yoghurt of kar-
nemelksaus nemen
4 De baring kunnen wij in zijn ei
gen vet bakken of in een weinig olie.
5 De zuurkoolstamppot kan bereid
worden van rauwe, fijngesneden zuur
kool of van gekookte zuurkool. In het
eerste geval nemen wij op 2 kg aard
appelen 'i kg, ln het tweede geval 1
kg zuurkool.
6. Koolraap doen we op in een melk-
saus.ie met nootmuskaat.
7 Van prei behoeft alleen het harde,
donkergroene gedeeite weggesneden te
worden. De kooktijd van prei is plm
15 minuten Aan prei wordt door veel
huisvrouwen een scheutje azijn toege
voegd. Kooknat kan ln soep worden
gebruikt.
Gricsmeclsocp:
200 gr schenkelvlees, een stukje
ui. eën paar takjes peterselie,
een laurierblad, zout, 50 gr. (4
afgestreken eetlepels) gnesmeel,
peterseliegroen.
Het vlees wassen en opz'tten met
ruim een liter water, zout, de groen
ten en het laurierblad. Het geheel aan
de kook brengen en zachties 3 uur la
ten {rekken. De soep zeven, het vlees
van het b"en nemen en in stukjes snij
den Een deel van het vlees ln de
bouillon terugleggen. Het gresmeel
in een pannetje voorzichtig lichtbruin
roosteren onder roeren met een vork.
De gries meel aan de bouillon toevoegen
en in p'm. 10 minuten gaarkoken De
soep afmaken met zeer fijngesneden
peterselie
Kaaspannekoek:
200 gr. b'oem of bakmeel. 1.
melk, 150 gr. beiegen kaas, zout,
boter, margarine of vet.
De kaas raspm De bloem of hel bak
meel met de helft van de melk tot een
glad deeg roeren en verdunnen met de
rest van de melk.- '•'0 gr. kaas en zo
nodig een weinig zcut er door rceren.
Van het besla? pannekoeken bakken
in hete boter, margarine of vet. De
koeken pas keren wanneer z(J aan de
bovenkant opgedroogd zijn De panne
koeken op elkaar st? pelen met gerasp
te kaas er tussen. De koeken warm
opdienen en in punten snijden.
die het kledingstuk aan het milieu, het
uur en de temperatuur aanpassen.
Doch ook in de uitzet, welke een nor
maal aantal Japonnen omvat, Is de
overgooierjapon, die we als eenvou
dig. maar veelzeggend voorbeeld heb
ben uitgezocht uitermate practlsch,
want ook daar betekent hij: uitkomst
onder alle omstandigheden.
Het modelletje kan van zware wollen
stof of heel fijne dito ribsfluweel wor
den gemaakt. Het is uiterst simpel,
maar, alhoewel voor elke veranderjurk
een eenvoudig model het meest doel
matig is, kunnen altijd een biesgarne-
ring. garnerende zakken of dergelijke
worden toegevoegd, terwijl het boven
dien in twee delen, volgens de formule
van de moderne „separates" gemaakt
kan worden, dat wil zeggen: de rok
en het lijfje zijn afzonderlijke delen,
van dezelfde stof gemaakt.
nen, ditmaal echter aangevuld met «a
garnituurtje van gekleurde zpde, w
piqué of zwart fluweel (dit laatste
leen bij de wollen japon 1; een biae-
vormlge kraag, een vestje dal als et:
keursje even uit het decolleté gluurt,
een schouderstuk dat de halsbasis ni-
raakt (5) of hoog is opgeknipt, of te
strik (5) die zich aan de basis van i
halsuitsnijding nestelt, zijn slechts pi
kelp flatteuze mogelijkheden uit vel
Hetzelfde jurkje is tenslotte ook opt
dansvloer geenszins misplaatst. 3
klein-avondtoilet of dansiurkje Is hi
al niet minder aantrekkelijk dan 3
huis- of kantoordracht en gemakkeliji
is het van een sober sportief tot
romantisch en jeugdig tenue te n-
morphoseren, dank zij een parelcolte
(of een fluwelen halsbandje met 'na
ger) en een feestelijke corsage 161.
J. V,
FTT
Onderjurk
Deze onderjurk heeft een zeer goede
coupe, die maakt dat de japon onbe
rispelijk zit
Het voorpand heeft een enigszins
klokkende vooroaan, die met een punt
ingezet wordit en waarvan dt naden
een weinig gebogen uitlopen, waarop
de gebogen lijn van de zijpanden die
tot onder de arm uitlopen, aa: .sluiten.
Midden achter bevindt zich een
naad en aan weerszijden da ar var. een
coupenaadje.
De onderkant wordt afgewerkt met
een strookje.
De bovenkant kan afgewerkt worden
met een biesje van dezelfde stof of
met een kantje.
Broekje
Dit Ls aan de bovenkant voorzien
van een schuifje, waardoor elastiek
wordt geregen De onderkant van de
plipen wordt afgewerkt met een biesje
van dezelfde stof of een kantje
Verkrijgbaar van Maandag zolang
de voo-raa-d strekt, aan ons Bureau
Wirte Singel 1.
Toezending per post gesch edt na
ontvangst van brief met ingesloten
en niet opgeplakt 55 ct. aan post
zegels
Verzoeke op de enveloppe te ver
meiden: „Goedkoop Patroon".
Marian Broese. „Bij ons thuis".
Ad. Donker. Rotterdam 1953.
Het houdt maar niet op, die stroom
van leuke gezinstoestanden. De ver
schoppelingetjes van een Jaar of der
tig geleden schijnen niemand meer te
interesseren, de or.begrejaen en tragi
sche kinderen hebben afgedaan en
plaats gemaakt voor de Jonge, over
moedige en zich danig overschattende
jongelieden, die sedert de ontdekking
van de Eeuw van het Kind, door ouders
die de pen kunnen voeren in dit
geval blijkbaar een zuster nog eens
extra over het paard worden getild
door elk normaal verstandig woord,
dat uit hun mond komt, op te tekenen
als ware net een uiting van de genius
van de humor zelve
Hier hebben wij Marian Broese, die
zich bepaald verdiept heeft ln dc Ame
rikaanse auteur Prank B QMhret 1
schrijver van „Cheaper by the Dozen"
en „lm a lucky Guy of althans naar
de film is geweest die naar het eerste
meesterwerk gemaa"kt is. Zij geneert
zich niet ronduit ook met een twaalf
tal te komen aanzetten aangezien het
inderdaad „Voordeliger per dozijn"
schijnt te zijn om volgens het bekende
recept' opgewekte toon. oppervlakkige
goedhartigheid, geen griin beerlp voor
de realiteit, die reeds bij voorbaat be
plakt ls met het etlquet „humoris
tisch", de ouders, broers en zusters
als een soort robots van de humor voor
te stellen.
Een roman voor jonge mensen,
staal er op de omslag, waartegen ik
het bezwaar moet maken dat deze
verzameling losse schetsjes totaal
'yOP DE BOEKENMARKT^)
gren roman Is en dat Jonge mensen
een hoogst eigenaardige indruk van
het menselijk bestaan moeten krij
gen door deze leeghoofdigheid.
Joost de Klerk. - „Kleine
Drukte".
Joost de Klerk heeft het er beter,
althans persoonlijker afgebracht. Ook
hij zingt de lof van het grote gezin,
ditmaal als procreator van een zes- of
zeventallig nageslacht ik ben de tel
kwijt waarvoor hit de innigste be
langstelling koestert. Dit siert hem als
vader, maar het ls toch vreemd, dat
hij meent dat de rest van Nederland
wel dezelfde belangstelling zal koeste-
nre. Hij heeft het geval echter in zo
verre binnen de peiken van de gopde
smaak gehouden, dat hl) zich niet
heeft ingespannen om van zijn uilen
valken te maken en op een eigen
manier, zonder veel ophef, vertelt wat
hit bij zijn kinderen heeft waargeno
men, waarin dan nog te waarderen
valt, dat hij het gezonde verstand
heeft laten zegevieren.
Annie M. Cl. Schmidt. „Kom,
zei het schaap Veronica". -
N. V. Dc Arbeiderspers. Am
sterdam 1953.
Meer plezier dan aan al deze grote
en kleine kinderen, kunnen wij beieven
aan Annie Schmidts fantasie-schaap
Veronica, dat langzamerhand wel een
nationale figuur genoemd mag worden.
De verzen over de lotgevallen van dit
merkwaardige fabeldier echt geen
vee, ondanks de aanslag van de vee-
belastirig vanwege „een schaap in het
perceel" huisgenote van de dames
Groen en de dominee, hebben een
verfrissende geestigheid en oorspron
kelijkheid, ofschoon de gebeurtenissen
op de keper beschouwd even innig
huiselijk zijn als die in de vorige werk
stukken beschreven. Waar zit het ver
schil9 In die oorspronkelijkheid na
tuurlijk, die eigenheid, die van Annie
Schmidt alleen is en niet een slap
afgietsel van wat Amerika en Enge
land op het terrein van de kinderen
en het huisgezin gepresteerd hebben.
Annie M. G. Schmidt. „Abcl-
tje". N V. De Arbeiderspers.
Amsterdam 1953.
Jammer, dat er in het boek
„Abeltje" zo nadrukkelijk vermeld
staat, dat het bestemd is voor Heden
van leeftijden tussen 5 en 95 Als dat
niet zo was, zouden wij kunnen zeggen
dat het een wel aardig kinderboek
was, niets bijzonders en niets nieuws.
Nu willen wij lieden boven de arl.t,
die niet geheel simpel zijn. toch aan
raden liever iets anders te kiezen.
Johan Fabrieius. „De Nerts
mantel". II. P. Leopolds
iiitgeversmü Den Haag 1953.
D?ze novelle ls wat men in Neder
land ..een ondeugend verhaal' pleegt
te noemen Het speelt in Parijs na
tuurlijk, die arme Franse hoofdstad,
waarvan iedereen in Nedeiland nog
steeds denkt, dat de brave burgerij ex-
wentelt in ontucht. Een man, een
vrouw, een vriendinnetje, och, het had
ook Amsterdam kunnen zijn, want lk
geloof niet, dat Parijse mannen zoveel
sneller met nertsmantels gaan zwaaien
dan die van andere nationaliteit.
Maar goed, de anecdote om deze
nertsmantel plus een speculatie heen
ls niet onaardig en lk zal ze niet ver
tellen, want dan is de grap er af
Natuurlijk is de geschiedenis compe
tent geschreven en goed verteld, maar
kan men van Fabrieius anders ver
wachten?
CLARA BGGINK.