Napoleon IN OPKOMST Een Zoeklicht De liefde maaki me krankzinnig. ONGESLUIERDE WAARHEID T 2e Jaargang No. 1 Zaterdag 2 Januari 1954 Bewogen Leven LUI Napoleon op de Cadettenschool te Brienne „De wereld kan niet zonder gezag"! Zo was dan Napoleon het vierde kind van Laetitia Rarnolino en Charles Marie Boncfparte. Al héél vroeg zou hij zijn geliefd Corsica verlaten, om het slechts enige keren w»er te zien. Zijn vader, in de ogen van Napoleon een even grote vrijheidsheld als Paol«, was arm en probeerde, nu Frankrijk toch eenmaal de macht had veroverd, zo verzr enend mogelijk op te treden. Dit was immers in het belang van zijn kinderen. Het gelukte Charles een plaats voor Napoleon te veroveren op de Krijgsschool te Brienne. Daar zou hij kosteloos kunnen studeren. Wie weet welke schitterende carrière het kind zou wachten! Misschien zou bij eens Corsicci bevrijden, misschienzou hij nóg groter worden dan Paoli, de grote held van Corsica OP zijn negende Jaar vertrekt hij, in gezelschap van zijn vader en zijn oudste broer Jozef, naar Frank rijk. om er later zijn bestemming te vinden. Vut jaar van 'zijn jonge leven brengt hij te Brienne door, m eenzaamheid. Hij, de arme cadet, met zijn gesloten karakter en zijn vreemd accent, maakte in die belangrijke Jaren geen enkele vriend Zo nu en dan. bij een strate gisch spel, voegde hij zich plotseling bij de anderen en nam dan de leiding op zich, wat ieder vanzelfsprekend vond. Mer. was bang voor de bleke, kleine jongen, met zijn fanatiike ogen en zijn onverzettelijke wil. Wat zou er uit hem groeien? Een gevaarlijk mens? HU was zo knap en hu /eek zo ontevreden! Worden zulke mensen niet altyd gevaariyk? DE vuf studiejaren te Brienne gaan zonder al te veel schokken voorbij Ei wordt door zun omgeving rekening met hem gehouden, doch nier-iand houdt van hem. Soms. in zUn eenzaamheid, zwerft hü naar buiten, naar Madame Marguerite, die boter en eieren verkoopt aan de jonge officieren. Tegenover haar is hg open. Dwalend door de velden gingen zun gedachten naar alle richtingen, en in de eenzaamheid worstelde hij met zich zelf. Wat wilde hu nu precies? Officier worden en zijn familie vooruit helpen Maar vooral toch zichzelf? Bu Madame Marguèrite week die eigenaardige hard heid uit hem. die een scheidsmuur had opgeworpen tussen zyn kameraden en hem Hoe dankbaar zou hU haar blijven voor die weinige ogenblikken, waarin hij zich door haar vriendelijkheid voelde aangeraakt. Zij zou er dan ook rykeiyk voor beloond worden. Als Keizer der Fransen zou hij eens tot haar terug keren En zü. die hem toen niet herkende, hu zat zo lioog ie paard, en zU was al zo oud zong zijn lof. De Keizer! ZU had de Keizer gekend toen hij nog een kind was. zei ze tot de vreemde, en zy had het wel gevoeld dat hU het héél ver brengen zou. dat God hem zeg men zou omdat hU een hart had voor de eenvoudigen, zoals zU Toen Napoleon afsteeg en voor haar ging staan, werd ze doodsbleek. Ze herkende hem en hU sprak tot haar zoals alleen hij het kon Toen Napoleon wegreed hield ze zUn beurs met goud stukken in de hand Dit alles gebeurde dus Jaren, vele Jaren later Er zou nog héél wat moeten gebeuren voordat de cadet van Brimne zun scepter kon zwaaien over de helft van Europa OP zUn 15e Jaar ging hU naar de Militaire school te Pargs! Er ging een wereld voor hem open! Onmid dellijk nam ParUs hem In beslag zoals het dat met elke vreemdeling doet Zonder dat hU het zelf melkte, begon ParUs aan hem te trekken „Zet toch die dwaas- heoen over de bevryding van Corsica uit Ie hoofd! Wat kan het je bieden? Ik ben jouw bruid!' In deze tyd de 24ste Februari 1785. st'erl zgn vadei aan eer maagkwaal en weldra werd Napoleon in leite het noofd van de familie; op zestienjarige leeftgd dus Jozef, die achttien was, was het in naamOp de 1ste September van hetzelfde jaar tekende Koning Lodewijk XVI zUn luitenantsbrevet, in de verste verte niet vermoedend dat deze Jonge luitenant met zyn wonder lijke naam, eens zUn opvolger zou worden. VOLWASSEN, op zestienjarige eeftUd! Hij kan zichzelf op een diner tiacteren van zUn eigen geld! Een jaar tater n.ag hU met verloi naar Corsica! Hóe bewondeien zUn broei en zuster nem in zun kianige uniform! Louis, de latere Koning va Holland is nu 8 jaar Toen Napoleon Ajacclo voor de eerstp maal verliet, was Louis juist geboren. Voor hem en voor de drie kinderen beneden hem zal Napoleon de vade zgn. De Franse revolutie breekt uit. De Bastille wordt in genomen en verwoest Een historische gebeurtenis, die tot op heden, op de 14e Juli, wordt herdacht. NEEN, laat ik U niet beschrü- ven met welke gedachten ik van de opvoering van Pirandello's „Wat is de waar heid? thuis gekomen ben. Het ligt precies in de lijn van dit toneelstuk om te con stateren., dat het mU weinig zou baten te betogen welke waarde, of onwaarde, ik aan het werk van de schrUver en van de spelers toekén. Dit zou immers slechts mijn mening zUn Ieder ander heeft 7-Un op vatting. Vraag alstublieft niet, ln ernst of uit nieuwsgierigheid: „Wie heeft nu eigenlük geiyk?" U gedrag tegenover anderen en in hun zelfbedrog, een stukje waarheid? Slechts één figuur blijft het gehele stuk door zien- zelf' een romanschrijver. hu bekykt het dwaze spel. hoe wel hij voortdurend op het to neel is en door zun steekhou dende vragen en opmerkingen, soms ook door zijn luchtige of sarcastische lach, aanleiding geeft tot nieuwe misverstanden en verwikkelingen, die steeds verder van de fel begeerde „waarheid" afvoeren „Ach ja," bedenk ik me nu. DE LASTIGE vragensteller ls verdwenen. Nu ben ik weer alleen met mij zelf: „Maar, aangenomen, dat ik mij niet vereenzelvig met de romanschrijver of met Piran dello. heb ik in mUn eentje, voor anderen verborgen achter de zware sluier van mUn persoon- lUkheld en mij niet nader te be redeneren overtuiging, de waar heid?" Plotseling komt mU nu te bin. nen dat naast de romanschrij ver nóg een figuur optreedt, die afwijkt van de anderen. En kele minuten vóór het doek valt, treedt een zwart-gesluierde r~ Woord van Bezinning zou partij kiezen En U doet ik blijf in de sfeer van Piran- dellos stuk een eenzydige. door bijkomstige factoren be paalde keus. Bovendien ook een les van „Wat is de waarheid?" welk recht hebt U in de persoonlijke, achter een tere maar ondoor dringbare sluier verborgen ge- dachtenwereld van de ander binnen te dringen? LATEN Wil niet vervallen in de dwaasheid, die de figu ren van Pirandello's stuk zo breeduit en overtuigend de monstreren! De een na de ander wordt boos, verdrietig, verontwaar digd of geraakt in opwinding, wanneer znn haar standpunt wordt aangevallen en onhoud baar blijkt Uit zucht tot hand having van hun eng begrensde mening verwisselen zij telkens van overtuiging. Terwijl zU an deren betichten van leugen of misverstand, zijn deze mensen stuk voor stuk van dergelijke beschuldigingen het meest be klagenswaardige slachtoffer en tegelijk het meest vermakelnke voorbeeld. Bij al hun verbeten zoeken en vragen naar de waar heid hebben zU geen oog voor de onwerkeliike en onnatuur lijke toestand, waarin zu ver keren. ZU willen de waarheid HEB BEN Koste wat het kost. Maar ZIJN zU zelf. in hun „in die schrijver op het toneel heeft de schrijver van het spel zichzelf getekend Tenslotte is hij de man. die scene voor scène heeft geconstrueerd en de gang van het stuk heeft uitgedacht." METEEN doe ik nog een andere ontdekking. Het liefst zou ik mij in het spel van Pirandello de rol van de romanschrijver toedelen Als geboren toeschouwer heb ik reeds wellicht eerder dan de andere bezoekers van deze to neelavond! de dwaasheid en de beperkte waarheidsopvattin gen van de overige spelers door zien. Zo kom ik tot de volgende antwoorden aan iemand, die mü van kortzichtigheid ver denkt: „Wat zegt U' Ik begrUP Uw opmerking niet" „Ja. ik applaudisseer voor de spelers, maar het meest voor de romanschrUver" „O, U bedoelt, dat ik dus voor mijzelf applaudisseert' Het spUt mU. maar ik moet op grond van Uw eigen woorden vaststellen, dat U niet boven dit toneelstuk staat. U bent niet objectief zoals ik. U laat zich inkapselen door bijkomstigheden, precies als de mensen, die Pirandello tekent" Neen. ik applaudisseer niet voor de onverstoorbare en on kreukbare romanschrijver, of voor mijzelf Ik applaudisseer uitsluitend voor de waarheid". vrouw op het toneel. De nieuws gierigheid van de mensen doet haar pijn ..Mag ik niets voor mijzelf houden? Ik ben ik en voor U ben ik niemand tK BLIJF erbij, dat ik U niet I beschrijf met welke gedach- J- ten ik van de opvoering van Pirandello s „Wat ls de waar heid?" thuis gekomen ben. Ik zou tóch slechts de in druk wekken de mening van de romanschrijver, van de geslui erde figuur aan het slot. van Pirandello of van myzelf te geven. Ach, deze waarheden, die wü menen te i moeten i hebben blyven subjectief en betrekke- lyk. OnafhankelUk van mijn be zoek aan de schouwburg weet ik slechts één figuur, in de naar waarheid zoekende wereld, die zegt: Ik HEB de waarheid. U behoeft Jezus, van wien dit woord afkomstig is. geen geiyk te geven. Dat zou veronder stellen, dat Hy zegt: Ik HEB de w aarheid Neen. hier staat afgezien van Uw en mUn persoonlijke toestemming of tegenstand één. die zegt zonder sluier van van „laat mij in müzelf beslo ten blijven" ,Jk BEN de waarheid". P L. SCHOONHEÏM. Predikant voor het Bijzonder kerkewerk der Hervormde Gemeente te Leiden. Hoge Rgndgk 14a. Koning Lodew'lk XVI vergeet de gebeurtenis in zijn dagboek te vermeldenNapoleon ook. Napoleon studeert in zUn vrUe tyd, hU schrijft een geschiedenis van Corsica. Zo wil hU zich op zyn leven bezinnen en op zUn taak Als alles buigt en barst in Frankrgk gaat Napoleon ten tweede male naar zUn „vaderlandHet moment ran de bevrUding is daar. denkt hU- Tezamen met zijn broer Jozef probeert hij de Corsicanen tot opstand te bewegen. Doch dit mislukt Ontgoocheld keert hij zijn vaderland de rug toe en kiest voor Frankrijk. Iljj neemt Louis met zich mee. In de kazerne van Auxonne hebben ze maanden samen gewoond, levende van 3 frs. 50 per dag. Louis sliep op een kermisbed, in hun vertrek stonden slechts twee stoelen. jv tAPOLEON is alles voor zijn jonge broer, vader. I\| moeder, leraar. Louis is zacht en aanhankeiyk. En 1 het verwondert ons. nu wy dit neerschrijven, dat hu later, als Koning van Holland, zijn broer niet meer heeft gesteund HU had toch alles aan hem te danken? In het plaatsje Auxonne vindt men heden ten dage nog een klein museum, waarin verschillende dingen norden bewaard die hem eens toebehoorden: zo o.a. een ivoren fiche met de naam van een meisje er in gegrift: Manesca Pillet. Van zijn verhouding tot haar weten we weinig. Een woord van hem echter uit deze tijd is ons bewaard gebleven: „De liefde maakt me krankzinnig. Dat zyn dingen waarvan men nooit weer geneest." Zo spreekt het genie als het wordt aangeraakt door een ander. Zo is slechts het genie gebogen, met ver wondering, smart en ontzag, over de beroeringen van de eigen zielezee. 7U werd niet de zgne. Haar vader wilde zijn dochter niet afstaan aan een arme officier van bedenkelijke afkomst. Deze weigering werd voor Napoleon belangrUk, evenals „het verraad" der Corsicanen, die zich niet door hem ter overwinning hadden willen laten leiden. DE revolutie golft door. Op de 10de Augustus van het jaar '92 staat hU er plotseling midden in! Vanuit een huis op de Place du Carrousel ziet hy het gepeupel de Tuillerieèn bestor men. Wat is dit voor dwaasheid. Waarom jaagt men het grauw niet met geweld terug? Als men dit optreden toelaat trilt toch de ganse mensenmaatschappU op haar grondvesten? Voor zUn ogen wordt de Zwitserse garde uitgemoord. Alles in hem komt m opstand tegen het optreden van het gepeupel. HU dringt het paleis binnen en brengt een stervende in veiligheid En terwijl hy dit doet klinkt het om hem en ln hem: „de wereld kan niet zonder gezag!" DAT biykt trouwens op Corsica Lucien Bonaparte heeft in de JacobUnenclub van Toulon de Corsi- caanse vryhetdsheld Paoli, in een hartstochtelijke rede aangeklaagd wegens het najagen van persooniyke belangen Paoli wreekt zich op de moeder, die nog te Ajaccio woont Met zes kinderen moet ze de vlucht nemen naar de kust Achter haar gaat haar huis in vlammen op Wel dra komt ze met haar kinderen te Marseille aan, waar ze moet leven van de liefdadigheid van anderen ZU uit geen klacht. Zelfs als ze haar kinderen honger ziet ïyden, stort ze geen traan. Een Marseillaanse lakenfabrikant. Clary genaamd, trekt zich eindelijk het lot der vluchtelingen aan Waar om? Wat zag hij in hen? Bewonderde hy de strüdlust, het nimmer versagen van dit Corsicaanse ras? Wy tasten hier in het duister. Joseph neemt hy in zun zaak open schenkt hem al spoedig de hand van zun oudste dochter Julie Napoleon dong naar de gunst van een andere dochter. Désiréezonder succes. Heeft hU ook dez- nederlaag over zich opgeroepen om sterker te kunnen gloeien?.. Al spoedig kreeg hy een andere kans. In 1793 komen grote gedeelten van Frankrijk, die het Jacobynse juk niet verdragen, ln opstand. Eén van de zwaarste opgaven is de verovering van Toulon, dat vanuit zee. d">or een Engelse vloot, wordt gesteund Als de commandant der artillerie gewond wordt, moet er yiings een opvolger komen De keus "alt op Napoleon. Hij is Désirée vergeten Het is bittere ernst Toulon wordt geacht onneembaar te zyn. Doch al spoedig heeft -iy de plek voor zyn kanonvuur gevonoen. vanwaaraf hy de vloot onder vuur nemen kan En boven de monden van het zware geschut komt een bord te hangen met de woorden: „Batterie des Hommes sans peur!" Battery van de mannen zonder .rees! De kanon nen beginnen te bulderen, de Encelse vloot wordt getrof fen. slag op slag en neemt weldra de «Uk naar de ruime zee. Ol'LON geeft zich over. door het optreden van een jong officier, wiens naam weldra op de lippen van alle Jacobynen is! Nu heeft hy het maar voo het zeggen. Niemand minder dan Robespierre is zün be schermheer geworden. Hij wordt brigade-generaal.en dan vliegt de tyding van mond tot mond dat zelfs Robespierre is gevangen genomen en geguillotineerd. Wee hem die iets mei hem te maken hebben gehad. Weldra legt men ook de hand op de kleine commandant van de mannen zonder vrees! Juist nu hü zich in gedachten reeds een weg had ge baand naar eer en roem, gingen de gevangenisdeuren voor hem open en wachtte hem de duisternis. REIN BROUWER. Ras mond Brulez. „De Verschyning te Kallista". J. M. Meulenhof, Am sterdam 1953. Men zou .De Verschynlng te Kal lista" van Raimond Brulez in zeseren zin een parabel kunnen noemen in zo verre. dat hg problemen die ook he den actueel zijn. behandelt in een klas- s eke tijd. en wel in Griekenland ty- dens de regering van Alexander de Grote De kern van het verhaal ls de verschijning van Pallas Athene aan het naaistertje Dione De schrUver laat ons geen ogenblik twijfelen aan ae on waarheid van dit z.g. wonder, hoenel Krimon. verliefd op de voor hem on bereikbare Dione. zyn invloed by Alexander, wiens ïyfarts hU vele jaren geweest ls. aanwendt om op de plaats van de verschynlng een tempel ge plaatst te kiygen waar Dione zieneres zal zün Dione echtei kent in haar le ven slechts éen liefde en wel voor haar broer, die epilepticus is Deze bioer is een karakter vol zelfoveischatting en ressentiment. Hy verbeeldt zich een groot, maar miskend beeldhouwer te zyn en ls een opstandeling van de kwade soort. Het lukt Krimon dan ook niet Dione van deze bindins aan haai broer lo6 te krijgen In een tragisch slot, nadat de broer wegens opruiing ln de gevangenis heeft gezeten doch door de hulp van Krimon bevryd is vinden broeder en zuster hun einde In een paroxisme van genegenheid dat de man in de dood drUft en het meisje ln de krankzinnigheid. 'y OP DE BOEKENMARKT) Drie Vlamingen Deze parabel van de onwaarheid, van de bedoelingen achter de daden, is een klein meesterwerk van composi tie en styi- Gerard Walschap. „Bejegening van Christus". A. A. M. Stols, 's-Gra- venhage 1953. De Nederlandse boekenmarkt ligt vol vertaalde geromantiseerde levens van Christus, die het aankyken niet waard zyn. Werken als „De mantel" en „Pau- lus", slechte verhalen met liefdesge schiedenissen doorspekt om de zaak op te smukken, worden by duizenden ver kocht en gelezen.terwijl een meester- lyk werk van Gerard Walschap voor gaar geen onbekei.d auteui er dertien Jaar over moet doen om herdrukt te worden. „Bejegening van Christus" ls een boek van grote wysheid en diepte, dat een leder die worstelt met de proble men des geloofs in de ziel moet raken. Prachtig uitgebalanceerd staan naast elkaar de man die de genade welgért. Asveer, hU die de genade deelachtig Is. de blinde Johannes en de weifelmoe dige Nxodemus. zoekend naar waar heid. doch bezeten van het verstand WU zien hier de reacties op Christus verschijning van de bewuste intellec tueel. die niet rusten zal voor ook zyn verstand overtuig», is. van de zuiver in stinctieve natuurmens Instaat te ge loven wat hU niet kan zien en van de realistische bruut, die meent dat het tastbare het hoogste goed van de mens ls In deze drie representanten van het mensdom wordt de centrale figuur van Christus getoetst. In deze tyd waarin religie voor velen problemen oplevert, behoort een boek als dit. zo voortreffelijk helder en Innig en zo waardig en fraai van taal door een leder gelezen worden. Hubert Lampo. „Terugkeer naar Atlantis". A. A. M. Stols. 's-Gra- venhage 1953. „Terugkeer tot Atlantis" van Hubert Lampo zou men de filosofie van de ro mantiek kunnen noemen In de sfeer van herfst en regen speelt zich in een groep huizen om een fabriek, te klem om een voorstao genoemd te worden, een reeks gebeurtenissen af. waai van de dokter het middelpunt vormt Wat de schrUver ons tracht duldelUK te maken, is een zekerheid van een werkelijkheid achter de werkelykheid Het beste gedemonstreerd vinden wy zijn bedoeling in zyn beschryvlng van een surrealistisch schilderu en in zyn droom daarvan Minder helder is deze in de gebeurtenissen de terugkeer van figuren uit de jeugd van dek er Dewandeiaar en zlii. zoeken naar zyn verdwenen vader. Hoewel het duldeiyk Is waar de schrijver heen wil het fatum als gids naar een onbekend doel vóoi de dood bluft het geheel toch te va ig en soms tc romantisch ongeloof waardig om er ons van te overtuigen dat het de schrijver zelf geheel hel der Is geweest waar Itii op atstuuine Toch heeft dit boek. speeiaa' loer het oproepen van de sfeei van '>rl landschap met de daarin zuiver aan gepaste gestalten grote kwaliteiten. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1954 | | pagina 5