Winnetou's EEN MERKWAARDIG VOLK DREIGT UIT TE STERVEN Eeuwenlang isolement primitieve cultuur handhaafde Te midden van nazaten Indian Service wil de Indianen op eigen benen zetten WEKELIJKS BIJfOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 12 DECEMBER 1953 - PAGINA 4 De Aino's en hun Berenfeesf (Var i bijzondere medewerker) HET meest verslagen,, volgzame en vertrapte mensenras op aarde vormen wel de Aino's. Er is een ti|d geweest, dat dit zeer oude mensenras het merendeel van de Japanse eilanden bevolkte, doch thans vinden we hen voorna- melijlt op het meest Noordelijk gelegen Japanse eiland, Hokkaido of .Yesso genaamd. Over hun aantal zijn geen recente gegevens bekend: volgens de ethnoloog Montandon zouden er in 1947 15—18000 Aino's op Hok kaido geleefd hebben. denken, dat de Aino's menen, dat hun gaven in de hemel vermenigvuldigd worden, zodat ook de Goden hun drankfestijn kunnen houden. Verder dient de snorhouder om de snor tijdens het drinken uit de kop te houden. Zijn snor in de wijn laten hangen geldt als een grove belediging, niet alleen tegenover de gasten, maar ook tegenover dé Goden. De Aino's zun het enige volk op aarde, dat snorhouders gebruikt. Dat het brengen van deze wijnoffers nogal even duurt is te begrijpen; de god van het jachtgerei. van de deu ren en ramen, van de potten en pan nen en vele andere godheden krijgen een beurt, waarbij geen enkele god mag worden vergeten. Zou de slaap god b v. worden overgeslagen, dan deed de familie geen oog meer dicht. Iedere man drinkt daarna zoveel hij krygen kan, waarbij de vrouwen en dochters maar heel spaarzaam worden bedacht. mieën gesneden, evenals op de jacht of bjj de visvangst. De inao is dus een medium tussen mens en goden. Richt de Aino een ge bed tot een hogere macht, dan snijdt hij een inao. Zijn b.v. een paar Alnomannen aan het vissen en wordt het ruw weer, dan snijden ze snel een inao en werpen die in zee met de woorden; „Ga naar de god van de golven en smeek dat het weer rustig moge worden". Dit voorbeeld toont weer eens het grote vertrouwen van de primitief in de macht van zijn wensen. Door sim pele handelingen zet men daaraan trouwens kracht bij. Wil de Aino re gen hebben, dan doet hij iets dat aan regenen denken doet Hij vult b.v. een zeef met water en giet dat uit over de grond. Daarna zet hij de zeef op een paal en vraagt de goden ze op- te vullen. Ook gaan een aantal en wel pootjebaden en elkaar met water natspatten. Weer anderen vullen hun mond met water en spu wen het naar alle richtingen uit. In het leven na de dood zal volgens de Aino-opvattingen de menselijke geest, ccn ander tehuis krijgen, nl. in een levend lichaam, dat precies gelijk zal zijn aan het huidige. Ook de gees ten van dieren zouden een bestaan na de dood voeren. In die andere wereld vinden we dezelfde maatschappij structuur als ln de huidige, met als grote verschil dat de mensen daar on sterfelijk zijn Maar ook verdriet, pijn en zorg ziin er onbekend. Het bestaan in het hiernamaals wordt geheel materialistisch gedacht. De geest heeft weer een huis nodig benevens werktuigen voor jacht en visserij, de voornaamste bestaansbron- nen van de Aino's. De mensen in het hiernamaals bekijken ons net als wy hen. Ze kunnen ons ook als geest be zoeken. De Aino-mannen hebben een Intelli gent uiterlijk: mooie ogen, hoog voor hoofd en een grote schede/capaciteit. De schedel van een beer is een kost baar bezit: ze brengt de eigenaar geluk en voorkomt tegenspoed. Primitieve cultuur De Aino cultuur is zeer primitief en men denkt onwillekeurig aan een volk uit het stenen tijdperk als men de sterk behaarde, bijna naakte Aino be zig ziet met een stuk rendiergewei de grond wat los te peuteren of met een schelp de aren van het koren ziet afsnijden. Het sterke Isolement waarin de Aino's eeuwenlang geleefd hebben, is wel een der oorzaken van deze pri mitieve cultuur: iedere stimulerende tendens, die ligt in het contact met hoger ontwikkelde volken ontbreekt. Godsdienstige voorstellingen ston den tevens de vooruitgang in de weg: bodembewerking, toepassen van be mesting of irrigatie is taboe, want het zou de Goden zeer kwetsen, als de mens trachtte hun werk te verbeteren. Ook het diep ingevreten drankmis bruik speelt een grote rol, misschien wel als reactie op de zware bestaans- stryd. De Aino wordt gekenmerkt door een stevige gespierde doch gedrongen bouw, een huidskleur, die iets lichter is dan de Japanse, uitstekende juk beenderen en diepliggende ogen. Van de Aino kleding is het voornaamste onderdeel een soort hemd, vervaar digd van de iepvezel. Het borduur werk wordt met Japans materiaal ge maakt. De mannen zyn zeer trots op de borduurcapaciteiten van hun vrou wen. Is het werk echter niet naar de zin van de man, dan laat hy het zyn vrouw overdoen en dat is geen klei nigheid. want ze heeft er al haarvrye tijd gedurende een heel Jaar aan op geofferd. De woning De hutten zijn zeer weinig comfor tabel, omdat huishouden voor de Aino's pas op het tweede plan komt. Ze zyn geheel niet solide: 'swinters waait de lamp herhaaldelijk uit en lyden de bewoners kou. 's Zomers is het er zeer benauwd en wemelt het er van insecten. Een schoorsteen is niet aanwezig en een paar gaten in het dak dienen als zeer gebrekkig ver- vangmlddel. De woningen zijn zeer klein, maar die van het hoofd is gewoonlijk wat groter. Nu hangt de grootte van de hut ook af van het aantal jaren ge trouwd zyn. Van bulten noch van binnen ziet zo'n hut er hemels uit Toch beschou wen de Aino's hun woning als zeer heilig, ja zelfs als iets met een per soonlijke identiteit. Het materiaal wordt maar beschouwd als een scha duw, terwyi de levende geest de wer kelijke substantie is. Als de hut geheel klaar is wordt hy ingewyd. Bekenden en hoofden van het dorp worden uit genodigd. De vrouwen maken gerst- koeken en van Japanse handelaars wordt, saké (wijm betrokken Met de wynkan in het midden gaan de man nen dan in een kring zitten. Beurte lings, naar ouderdom en waardigheid, krijgen ze een kop wijn. Dan worden allerlei Goden aanbeden. Van de wyn worden drie druppels aan Iedere God geofferd, die maar iets met het huis houden te maken heeft. En dat zyn er heel wat! Hierby bedient de Aino zich van een merkwaardig instrument: de snor houder. Het doel hiervan is tweeledig. Aan het einde zyn ze gepunt: de Aino s offeren hiermede druppels wijn aan de Goden. Hoewel zo'n „offer" voor ons gering lykt, moeten we be- Inrichting van de hut De Aino's kennen geen bed Ze sla pen op matten, waarin ze later ook begraven worden Deze matten worden uit de hand gemaakt, ze zijn recht hoekig cn hebben een eenvoudig pa troon. Ze worden gevlochten van grof stro. waardoor ook de patronen een rechthoekig motief hebben. Babies kunnen natuurlyk niet op zo'n matje slapen: voor hen is er dan ook een soort wieg. van hout gemaakt cn van touwen voorzien. Daarmee kan de wieg met kind en al aan de zolde ring gehangen worden op een warm plaatsje, als de vrouw op het veld aan het werk is. Aardig is. dat de Aino-vrouw hoog opgeeft van de opvoedende werking, die ligt in het alleen laten van de baby. Babies, zegt ze. zyn net praat grage mannen en vrouwen en moeten gelegenheid hebben zich eens te uiten. Laat ze dus maar hullen, zoveel ze willen. Erg gerieflijk ic zo'n hut dus niet: Tal van ongemakken zoals de stank van rook en gedroogde vis. soms ver jaagd door een yzige wind in de win ter. die gemakkelijk door vele gaten en spleten kan binnendringen. De Aino-vrouween slavin van haar man Vóór het huwelyk zyn in de Aino- maatschappij man en vrouw volkomen gelykwaardig. Daarna verandert ech ter de situatie radicaal. De huisheer wordt als baas over zijn vrouw be schouwd en de vrouw is niet eens goed genoeg om ziin naam te noemen Ze moet de echtgenoot gehoorzamen en mag niet tegenspreken als hy wat aanmerkt. Tegenover mannen moet de vrouw een uitgebreide etiquette ln aanmer king nemen: als ze een hut binnen komt. moet ze een ingewikkelde groet brengen en wachten tot de man haar belieft aan te spreken Bii het verla ten van de hut mag ze de man niet haar rug toekeren, want dat is onbe leefd. Het grootste deel van het werk verricht ze als een slavin. Naar ge lang het jaargetijde werkt ze op het land of weeft en verstelt kleren en maakt touw. De hele oogst wordt aar voor aar door haar afgesneden. Binnenshuis moet ze eten koken, het vuur verzorgen en op de kinde ren passen. De '\ino ontkent veelal laconiek dat ook zijn vrouw een leven na de dood wacht. Ook hoort men verkon digen. dat vrouwen geen ziel heb ben en daarom ook niet mogen bid den en geen deel hebben aan reli- gieuse feesten. Men kan d>t als volgt verklaren: de mannen zyn bang voor de gebe den van hun vrouwen! Ze zijn zich heel goed bewust dat hun houding tegenover de vrouw niet is, zoals het behoort. De luiheid van de man moet immers door het harde werk van de vrouw gecompenseerd wor den, Ook ondermijnt zyn voortdu rende dronkenschap het gezin. De Ainovrouw heeft een slavenle ven en het is dan ook geen wonder, dat ze graag met een Japanse man trouwt om van haar onmenselijke taak ontheven te worden. Religie De Aino's zyn een zeer godsdienstig volk. Als ulteriyk symbool van hun godsdienst geld de inao. een stokje van wilgenhout, dat by allerlei gele genheden gesneden wordt. Men heeft er verschillende modellen van, al naar ze dienen als offer aan de goden, die de bergen, rivieren of de zee bewonen. Ze worden steeds by een gebed ge bruikt en by geboorte, ziekte of epide- Het berenfeest Dit ls de grootste feestelijke ge beurtenis, die de Aino's kennen, enerzyds een diep religieuse han deling, maar anderzijds een uiting van wrede onbeteugelde driftenbevre diging. Aino bcrenjagers zyn zeer trots als ze er in slagen één of meer berenjongen te bemachtigen en ze zijn bereid hun leven voor dit doel op het spel te zetten. De berenjacht wordt altijd als een grote onderneming beschouwd. In het vroege voorjaar nu. als de sneeuw hard genoeg is om erover te lopen, gaan de jagers met hun honden1 op zoek naar een berenhol, dat te her kennen is aan een gaatje in het Aino-familie voor haar hut. De vrouw in het midden is bezig met het bor duren van een mat; ook de figuur geheel links op de foto behoort tot het vrouweli/k geslacht. sneeuwdek, veroorzaakt door het ade men van het dver, dat zyn winterslaap houdt. De beer wordt dan uit zyn hol gedreven en gedood, wat zeer gevaar- ïyk is en dikwyls één van de jagers het leven kost. Vindt men jonge beertjes, dan wor den deze met de grootste liefde ver zorgd door de vrouwen, die hen. als ze tenminste nog geen tanden hebben, zelfs zogen. De beertje worden beter verzorgd dan de kinderen. Als ze de eerste dagen onwenig zyn cn luid om hun moeder schreeuwen, worden ze mee naar bed genomen om zo aan de nieuwe omgeving te wennen. Wordt de beer groter en dus ge vaarlijker, dan krygt hy een speciale kooi als verblyfplaats. Eigeniyk ïsdan zijn prettig leventje voorby, hoewel nog steeds de grootste zorg aan zijn voedsel wordt besteed. Hy krygt het zelfde eten als zyn verzorgers. Het berenjong wordt nl. beschouwd als zelf een God en bovendien nog als kind van de Berggod cn wordt daarom als goddeiyke gast behandeld. Het offerceremonieel Als de beer ongeveer twee en een half jaar oud is wordt hy „geofferd". Dan komen alle dorpsgenoten en Aino's van naburige dorpen het feest by wonen: er is weer gelegenheid om eens goed dronken te worden Alle gas ten doen hun best er zo verzorgd "mo gelijk uit te zien en ze zyn zelfs ge wassen. Gerstkoeken wordt gekookt en geroosterd en er wordt al vast wat gedronken, vooral door de mannen. Ztln alle gasten aanwezig, dan wordt gebeden en de onvermOdelyke inao gesneden. Daarna gaan de mannen naar de kooi van de beer, de vrouwen volgen en maken veel lawaai. Dan gaan ze allen in een grote kring zit ten en steken de gemaakte inao in de grond. Eén man wordt door de gast heer uitgekozen, die voor de kooi gaat zitten en de beer vertelt, dat hij naar ziin voorouders zal worden gezonden. Hii vraagt vergiffenis voor hetgeen zal gebeuren cn smeekt de beer niet boos te zijn. Tenslotte is het een hele eer voor hem en hy' wordt getroost met de mededeling, dat hij veel inao, koeken cn wiin zal meekrijgen. Dan vraagt de man tenslotte of de beer zyn vader en moeder wil vertellen, dat hy het zo goed by de Aino's heeft gehad cn of hij terug wil komen, om later opnieuw geofferd te worden. Dan ODenen enige Aino's de kooi. werpen de beer en strik om ziin kop en leiden hem binnen de kring. Alle aanwezigen maken zoveel mogelijk la waai en schieten met stompe pijlties on de beer. totdat het dier wild wordt van angst en kwaadheid. Als het ten slotte van uitputting kalmer wordt binden de mannen liet aan een Daal. met inao versierd, die midden in de kring in de grond wordt gestoken. Dan gaat het schieten door, totdat de beer tenslotte machteloos zijn woedend ve-zet staakt. Met een schot in het hart maakt tenslotte een goed boog schutter een eind aan de ellende van het dier. Direct na ziin dood wordt de beer gevild. De huid wordt aan de afge- sneden kop gelaten. Dan worden een stuk gedroogde vis, wat gerstkoeken en wat van zijn eigen gekookt vlees voor de berenkop neergelegd. Na even ge wacht te hebben verklaart de leider dat de beer gegeten heeft en geeft dan een pot met berenvlees rond. zodat ieder wat nemen kan, om zo de in nigste gemeenschap met de god te verkrygen. Wat is nu de geestelijke achter grond van dit feest? De Aino's zyn ervan overtuigd, dat de geesten van gejaagde of geofferde dieren weer op aarde zullen terugkeren in een soortgelyk lichaam, vooral ten gun ste van de Aino jagers. De gangbare naam van het feest is „iyomande", d.i. wegzenden. Uit de gebeden blykt dat men het beest Vraagt terug te komen om andermaal geofferd te kunnen worden. De Aino's beschou wen het dus niet alleen als een feest voor zichzelf maar evenzo als een feest voor het slachtoffer. Het is dus een wederzijds genoegen, een feest van vriendschap en verwant schap en als zodanig de hoogste ex pressie van de Aino-godsdicnst. Im mers het intiemste contaet leggen is de god opeten. Evenzeer is het ech ter een wederzijdse verplichting. Het kind van de berggod wordt goed behandeld, cn in ruil daarvoor moet de berggod de Aino's een goede jac verzekeren. Recente veranderinge De dieren, waarop de Aino's h meest jacht maken herten en t ren zyn thans door 't invoeren v. vuurwapens en de meedogenloze jac van de Japanse jagers, schaars e worden. Ook hebben de Japanne langzamerhand de gohele structu van de Ainomaatschappy beïnvloed. De geweldige afname van het ee zo machtige Aino-ras werd veroc zaakt door enerzijds de oorlogen n de Japanners, benevens de voortd rende twisten en onderlinge oorlog en anderzijds door de slechte hysier sche toestand en de verslaafdheid a: de drank. De Aino's bevinden zich nu in ongelukkige positie van hun eig geloof te hebben verloren, terwijl niet in staat zyn zich bij het nie we aan te passen. Het is fout om te geloven dat m zonder een geheel opvoedingspla zowel cultureel, religieus, econ misch en physisch de Aino's tot t hoger niveau verheffen kan. Tenminste als dat nog nodig is. I vermindering van het aantal schlj door te gaan en mogelijk zullen i Aino's na korte of langere tijd t de uitgestorven volken behoren. J. H. VAN DEN BRINK (Slot) Complex van 400 verdragen tussen Washington en de stammen Een Indiaan, zoals men zich uit boeken voorstelt. Het dikke grijs-zwarte haar is laag ingeplant op het voorhoofd en hij kon een afstammeling zijn van een krijgsman. Maar de Pima-stam in Arizona, waartoe hij behoort, heeft weinig aan oorlog voeren gedaan Het is een vreedzaam volk, dat met grote moeite de katoen en maïs van de droge akkers oogst. (Van e r medewerkers) Van de ingewikkeldheid van de verhouding der Ameri- kaanse-regering tot de Indianen kan men zich een idee vormen als men weet dat er niet minder dan 400 verdragen bestaan tussen Washington en de Verschillende stammen. Er is een speciale dienst in het leven geroepen, de Indian Service, die er op toeziet dat de bepalingen van deze verdragen worden nagekomen en dat de federale regering haar beloften waar maakt. Gezien dit complex van verdragen, welke onderling vaak grote verschillen te zien geven, is het duidelijk dat het moeilijk is om een eenvoudige vastomlijnde -politiek jegens de Indianen vast te leggen. Die verdragen zijn over een periode van 150 jaar tot stand gekomen en er is' een leven van studie voor nodig om ze allemaal te kennen en toe te passen. Toen de blanke pioniers uitzwermden over de grote vlakten van het Midden Westen, op zoek naar nieuwe gebieden, waakte de Amerikaanse regering' er voor dat geen Indianenstam werd be roofd van zijn gebied zonder dat er een voldoende compensatie kon wor den geboden en zonder dat de rechten van de Indianen werden geschonden. Onrecht kon echter, zoals later maar al te vaak ls gebleken, niet worden voorkomen. Het „frontgebied" van de harde en niet altyd even kieskeurige en be schaafde pioniers bewoog zich ln zulk een snel tempo voorwaarts, dat zy op traden buiten het territoir waar de orde - hetzy door de politie of door het leger - kon worden gehandhaafd. Het geweer was het enige argument, dat in die dagen werd gebezigd. De pioniers namen wat zy wilden hebben en zy verdedigden hun bezit met de wapens in de hand tegen de Indianen. In vele gevallen slaagde de regering er echter in bloedvergieten te voorkomen door het sluiten van een verdrag, waarby de rechten van de In dianen werden afgekocht, en hun grond waarop zy sedert eeuwen waren gevestigd, ter beschikking werd ge steld van de pioniers. Was de regering te langzaam of kwam zy een verdrag niet na. dan gingen de Indianen op het oorlogspad. BESCHERMENDE MAATREGELEN De gesloten verdragen beloofden de Indianen geld, of in plaats daarvan voedsel of kleding. Ook voorzagen zul ke accoorden in het ter beschikking stellen van onderwyzers, boeren en smedzn ten einde de Indianen te hel pen om ln hun onderhoud te voorzien, zoals de blanke man dat deed. Voor sommige verdragen was een bepaalde looptyd vastgesteld, met andere was dat niet het gnal Gedurende een periode van ander halve eeuw werden er 400 verdragen gefloten en het bleek noodzakelyk een afzonderlijk bureau in het leven te roepen dat toezag op de naleving der verdragen. Reeds ln 1829 stichtte het Ministerie van Oorlog te Washington een bureau voor Indiaanse Zaken, dat 25 jaar later kwam te ressorteren on der het ministerie van binnenlandse zaken, zoals ook thans nog het geval ls. Beschaving brengen aan de rood huid was een der doelen van het bu reau, maar aanvankelijk ging dat niet zo gemakkelyk. Tenvyl het leger her haaldelijk optrad tegen vyandige stammen, had het bureau voor In diaanse Zaken later de Indian Servi ce genoemd, tot taak vrede te stich ten en de Indianen op velerlei wyze te hulp te komen, o.a. door h stichten van ziekenhuizen, het ?cv. van adviezen bij het beheren van I diaanse eigendommen, het uitrust met de nodige werktuigen voor i landbouw, een omvangrijk schooipr gramma - er zijn 238 scholen voor li dianen ln de Ver. Staten en ruim middelbare scholen - en vele ande sooiten van hulpverlening. De Inöi. Service wil de Indianen op het leven peil brengen van hun blanke m» burgers en uitdrukkelijk niet de k dianen hun afkomst doen vergelen Dat zou ook in stryd zyn met h< streven om die Indianen, die op ln reservaten willen blyven, hun c ?c leven t? laten leiden, met name i cultureel ópzicht. De uitingen van Indiaanse cultu; zijn van een verrassende schoonhe:: De weef- en pottenbakkerskunM. 1 muziek enz., zy alle hebben het Ara: rlkaanse leven verrykt en uit de servaten komt een ononderbro.: stroom van prachtige voorwerpen U groot aantal is verzameld in de v.f Indianen-musea, die onder leid-: staan van de Indian Service, terx kle.nere verzamelingen zyn Ingeriu in tal van scholen. Wat de godsdienst betreft is de If derale wet van toepassing, welk» vo. ledige vryheid waarborgt. Het wort als waarschynlyk aangenomen, oi het aantal, tot christenen bekeeicle h dianen toeneemt. Byna elke christelyke secte ln Ver. Staten heeft evangelisten uit:' zonden naar de reservaten Hun aae wezigheid Is niet onderworpen s': welke contróle ook. maar wel dient evangelist of missionaris toestemmtb te hebben van de eigenaar van ;l grond - hetzy de regering, do .-tsn- een Indiaan of een niet-Indiaan - een kerk of kapel te bouwen. BEPERKTE VRIJHE"1 De vrijheid, welke de Indiaan geiu! in de reservaten, is sleohts bepe'f- waar de Indiaan zulks zelfs te nen heeft gegeven. Met een zeker fanatisme heeft N er voor gevochten om, wat zijn Ua"' rijen betreft, onder toezicht te •ti^ In de dagen dat ook te dien aan: 3 de regering volledige vrijheid wL' toepassen, bleek dit uit. te lcpert het ruïneren van zyn bestaansmodi ïykheden. ïtie il ar „cmancipji Indianen" vindt eigeniyk alleen klank bij hen, die menen dol reeds le veel geld voor hen is uilf geven en dat zy aan hun lot nu"1'1 worden overgelal »n. Tegenover 11 vrijwillig aanvaarde beperk"'.!1' slaan voor de Indianen vrydom lJ schoolgeld, vrydom van grond bel»1 ting, gratis medische hulp en tal 'J1 andere diensten. Er is geen sprn van ontevredenheid in de reserve" over het beleid van de federale tt? ring. liet is gebleken, dal de reset" ten kunnen bloeien. In tien jM'J de productie aan voedsel verlienve- digd en het sterftecijfer wordt s'"*" meer gedrukt. Er rest dan nut brhandeling als twerde rangsbuh'' die hy zich in m*n'ge staal bui'' het reservaat moet laten wrie'™' len. Het is onmogelijk te vrorspU" wanneer daaraan een eind «1 tl!'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 10