Winnetou's De Dromedaris „GEDICHTEN" Te midden van (iii) nazaten Sedert vroegste tijden hebben Indianen geen begrip gehad van privé-bezit als een ademloze beklemming WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 5 DECEMBER 1953 - PAGINA 2 Rol der blanken niet altijd even fraai ïndianenjongens bij het uitvoeren vcm een krijgsdans (Van c r medewerkers) Van de vroegste tijden af hebben de Indianen geen begrip gehad van privé-bezit. De verkoop van Manhattan aan de Nederlanders, die in ruil voor een hoeveelheid kralen en siera den dit eiland waarop nu New York's wolkenkrabbers oprijzen, kochten, is daarvan een bewijs. En ofschoon er Indianenstam men zijn, die op het ogenblik op grootscheepse wijze zaken doen en belangrijke inkomsten genieten door het verlenen van concessies voor mijn-exploitatie enz., kan men in het algemeen zeggen dat het vermogen om privé-bezit te vormen enerzijds weinig ontwikkeld is, anderzijds aan beperking onderhevig is, als gevolg van het leven in stamverband. De regering der Verenigde Staten is bovendien gedwongen geweest om de Indianen in bescherming te nemen tegen de practijken van blanken, die hen vaak op gewetenloze wijze van hun bezit resp. bestaansmogelijkheden, hebben beroofd. Dit is er ook de oorzaak van dat zij wat de verkoop van grond betreft aan bepaalde wetten zijn gebonden, zodat zij in dit opzicht in een afhankelijke staat leven. Toen de regering van de Ver. Staten Sn de vorige eeuw van de Indianen uitgestrekte gebieden kocht ten be hoeve van de blanke bevolking, wer den hun bepaalde streken toegewezen waar zij konden wonen. Vaak waren dat gebieden, waar de Indianen sedert eeuwen waren geves tigd. Zy werden voor altydclurend ge bruik gereserveerd en kregen d? naam reservaat. Zo'n reservaat moet men zich niet voorstellen als een met prik keldraad omheinde sUeek en evenmin kunnen er «Ityd natuurlijke begren zingen worden aangewezen. De enige aanwijzing dat men een Indianenreservaat nadert, is een bord, dat aangeeft bi) welke stam men te recht komt en het is begrijpelijk dat de AmerlkaeJlse Jeugd in de wolken is als Vader cp een Zondagmiddag be sluit de kinderen mee te nemen naar de nazaten van de hoofdpersoon van iedere jongensdroom. In de souvenier- winkels, die er ln de omgeving zijn, kan de sfeer dan nog verlevendigd worden Aanvankelijk behoorde het land tot de stam. Aan de leden werden stroken toegewezen, waarop zij de landbouw konden beoefenen en wanneer daar van een onvoldoende gebruik werd ge maakt - vele Indianen stonden in den beginne vreemd tegenover deze werk zaamheden - kon het stuk worden toegewezen aan een ander, ijveriger, stamlid. Er ontstonden echter allerhande moeilijkheden en in 1887 nam het Amerikaanse Congres een wet aan, de zogenaamde Toewijzlngswet, waarbij de landerijen, welke tot het reservaat behoorden, werden opgemeten en ver kaveld tussen de stamleden, die eige naar werden De enige restrictie, welke er nog be stond. was dat de regering toezicht uitoefende, maar daaraan kwam na dertig jaar een eind. tact - werd bij de reorganisatiewet van 1934 de verdeling stopgezet. Op dat ogenblik waren 36.5 mlllioen hectare aan de regering, die een toezichthou dende taak heeft teruggegeven als zijnde surplusgebleden, landerijen dus waarin de Indianen geen belang meer stelden Ook werden deze gronden ver kocht aan niet-Indianen. Tegenwoor dig behoort ongeveer 12.5 millioen hec tare land tot de Indianen, waarvan 6 procent onverdeeld gebied is en tot de geven tot grote moeilijkheden, vooral wanneer zij onder erfgenamen moeten stam behoort, terwijl de rest is verka veld. Het bureau voor Indiaanse zaken beheert deze gebieden, waarvan vooral de verkavelde aanleiding hebben ge worden verdeeld. Deze moeilijkheden zyn dezelfde als die. welk? in ons land aanleiding ge ven tot ruilverkaveling, want ook hier ziet men vele Indianen rechten doen gelden op ver van elkaar gelegen snip pers grond. Het bureau voor Indiaanse zaken, dat een zeer omvangrijke taak heeft, waakt er voor dat de gronden van In dianen niet worden vervreemd of be last met een hypotheek zonder zijn toestemming. Het bureau zorgt er te vens voor. dat alle gebieden op ver standige wijze worden gebruikt en ln goede staat blijven. Het bui eau heeft evenzeer bemoeienis met het privé- eigendom van de Indianen, voorname lijk wat de bedragen betreft, die de Indianen hebben gekregen op grond van het verhuren van land of andere transacties met hun gronden. Tachtig millioen dollar, die eigendom zijn van de stammen en 56 millioen. die eigen dom zijn van individuele Indianen worden door het bureau beheerd Er zijn stammen, die hun voornaam ste middel van bestaan vinden in de handel, waarbij de federale regering optreedt als bankier. In sommige gevallen moeten de In dianen toestemming hebben van het stamhoofd om grotere sommen van hun rekening af te schrijven. Deze regeling ls gemaakt om de In dianen te beschermen tegen geweten loze lieden. Uitgaven, waarvan de noodzaak kan worden aangetoond, krijgen onmiddellijk goedkeuring voor uitbetaling. DIVERSE BESTAANS MOGELIJKHEDEN De levensstandaard der onderschei denen stammen ls zeer verschillend. De Menominee-Indlanen In Wiscon sin beschikken ln hun reservaat over grote hoeveelheden uitstekend tim merhout. Zij exploiteren zelf een za gerij en genieten uit een en ander be langrijke Inkomsten. De Jioarilla's in Nieuw Mexico be schikken over grote kudden schapen, die wol en vlees leveren. De Kerrdam in de Flathead-rlvler In Montana ver schaft de Flathead-Indlanen Jaarlijks een som van 200.000 dollar als winst aandeel van de electrisohe oentrales, die in de stuwdam zijn gebouwd. Op het ogenblik wonen twee derden van de'Indianen in de VS ln reser vaten. Er zün wel eens stemmen op gegaan om deze reservaten af te schaffen en de Indianen te leren In de blanke maatsehappU op eigen be nen te slaan. Een der oorzaken daarvan Is dat de stammen groter worden en dat de grond, die ter be schikking staat, niet in voldoende hoeveelheid aanwezig Is om voor al le leden een bestaan te waarborgen. Vandaar dat er ook naar gestreefd wordt om de jonge Indianen buiten de reservaten te brengen en hen daar te bekwamen voor een vak. Kijkjes in de Nutuur Indien er nog stukken grond in het reservaat waren overgebleven, moch ten deze worden gebruikt door ruet- Indiaanse landbouwers. Toen de termijn van dertig jaar, gedurende welke de regering toezicht hield, was geëindigd, rezen er grote moeilijkheden. Duizenden Indianen verkochten hur grond voor een fractie van de waarde Het wanbegrip ten aanzien van privé- bezit wreekte zich en de zgn. Toewij zlngswet bleek een misstap te zijn ge weest. De Indianen hadden geen er varing wat de landbouw betreft en toen bleek dat zij het niet konden bol werken, verkochten zij de grond om tijdelijk van de zorg van het bestaan te zijn verlost. Maar toen het geld op was. werden zij opnieuw een zorgen kind van de regering. De federale regering heeft later vele gronden, die de Indianen hadden ver kocht. van de blanken gekocht en aan de stammen teruggegeven. De rol, die de blanke Amerikaan heeft gespeeld in het Indianenvraag stuk, Is niet altijd even fraai ge weest. In het gebied van de ..ereat plains" kochten zij van de stam men belangrijke stroken, bijvoorbeeld die welke rijk aan water zijn. Zodra de Indianen de controle over het water hadden verloren, konden de kopers de omringende gebieden ten prooi maken van de droogte. De blanken konden deze waardeloze omringende gebieden dan voor een zacht prijsje huren en zodra het contract was gemaakt, stroomde het water er weer als voorheen naar toe. INDIANEN BEZITTEN 12!4 MILLIOEN H.A. LAND Ofschoon niet alle reservaten wer den verkaveld - de reservaten van de Navajo's, de Hopi's en de Indianen van het Rode Meer bleven geheel in i- w' nl - NU HOOP IK maar. dat U mijn opmerking aan het slot van mijn kameelpraatje, n.l. dat ik een volgende keer de eenbultlge drome daris Uw kamer zou binnenleiden, niet al te letterlijk hebt of>gevat. Zijn afmetingen lenen zich met be paald voor onze kamers en zijn ken merkende eigenschappen zijn al even Het haar blijft soepel en zacht, breekt niet of splijt niet, wan. neer Uw kapper U de nieuwste permanent geeft, die door de grote „haarkunstenaars" ;n Parijs en Rome op deugdelijk heid is beproefd en een hoog cijfer kreeg. Het proces is te vergelijken met de zgn. ,,Cold- Wave"; er komt dus geen e/ec- triciteit aan te pas. Tijdens een demonstratie te Londen toonde de mannequin Audrey Windows uit Londen de resultaten van de nieuwe permanent. onpleizlerlg als die van z'n neef. de tweebulter. Ze zün beide even schrik achtig. niet zeer intelligent en weinig gehecht aan hun verzorger. Boven dien bedienen ze zich van hetzelfde afweermiddel ze spuwen je zeer kun stig in je gezicht, als je hun misnoe gen opwekt Geen gezellige hulsgenoten dus. Vergelijken we het uiterlijk van dromedaris en kameel, dan geloof ik, dat de eerste het wint. HU ls fUner van lün, fraaier van voorkomen, ter- wül de kaneel een zware massieve Indruk maakt. Er komen blijkbaar nogal wat rassen voor onder de dro medarissen. en vele variëteiten wat betreft kleur, vorm en dichtheid van vacht. Dit ls me onlangs nog eens duidelijk opgevallen, toen een circus troep met z'n levende have bij wilze van reclame door onze straten trok. Wat mi) toen frappeerde was, dat de mensen, nu zij niet in het flatterende licht van de piste stonden, maar ln het nuchtere daglicht, een tamelijk sjofele. Ja. een enigszins armoedige Indruk maakten, in tegenstelling tot de paarden, de lama's, de yaks en de dromedarissen, vooral de laatste, die op hun hoge slanke benen onbewogen aan het gapende publiek voorbijgin gen. Hun grote ogen glansden vochtig, over hun lichtbruine, hun grüze en hun beige huid schemerden tinten van donker geschroeid eikenhout. Prachtige koninkiyke dieren! W^hiAT WE over de kameel schre ven. kan zonder bezwaar ook gezegd worden van de drome daris Ook hij is al even onmisbaar voor de mens in zijn onherbergzame doortrekgebleden. waarbij we de ka meel dan een Aziaat mogen noemen, terwijl de dromedaris thuishoort ln Noord- en Oost-Afrika Arabië kun nen we beschouwen als het grensge bied der belde soorten. Die onmisbaarheid bestaat aller eerst in hun dienstbaarheid aan de mens. die de dieren gebruikt als last en rydier. Ook als trekdier, getuige de afbeeldingen van dromedarissen, die met een paard of met een muildier in het ploeggareel de akker afstappen. Voorts dient hun vlees de mens tot voedsel. terwUl kamelenmest ln de houtarme woestynen en steppen een waardevolle brandstof ls. En het ka- melenhaar dan, heeft dan geen waar de? En of! Als de ruige knapen gaan verharen, zijn de eigenaren er als de kippen bü om de dotten oud haar te verzamelen. Dat haar wordt gewassen en geverfd en levert de grondstof voor de mooie Perzische kleden en kleedjes, waarmee de dieren, wanneer ze extra mooi moeten worden uitgedost, zijn bedekt Een „ruiende" kameel of dro medaris ziet er na de winter altijd zeer slordig uit. omdat hun haar niet, zoals bü onze huisdieren bij kleine hoeveelheden loslaat, maar met grote lappen tegelijk, zodat met-ingewijden zouden kunnen denken, dat er iets met de arme stakkers aan de hand is. of dat hun oppasser ze zo slecht verzorgt. WANNEER we het. over het nut van de kameel hebben, mogen we vooral niet vergeten, dat dit dier wel zeer weinig eisen stelt aan zijn voedsel. Niet zo droog en schraal kan een woestünplant zün. of de ka meel eet ze met graagte en de dorens, die een autoband met gemak door boren, kunnen niet zo scherp zijn. of hü weet er wel raad mee. Zün tong en verhemelte móeten wel van gewa pend beton zyn. Daarbij komt. dat dit dier met betrekkelijk weinig bij voeding geruime tüd voort kan. al vraagt hU ln ruil voor zün uithou dingsvermogen wel zün vaste tüden. Als Ik kamelen en dromedarissen zie, moet ik vaak denken aan de ver halen uit het Oude Testament. D;: komt zeker door de rust, die van dee dieren uitgaat. Misschien ook nel, omdat het landschap, waarin ;.j leven, sinds die oude tijden in feie niet ls veranderd, zomin als de ver houding, waarin zU nog steeds stair, tot de mens. de hen nodig heeft, neen sterker, die ze niet kunnen missen Want het vliegtuig mag over hur. woestynen heendaveren, de karavanen trekken hun spoor over de zandheu vels. die weken en maanden lang vo - hen geen begin hebben en geen eind moderne trucks, voorzien van rups banden en alle uitvindingen, waar mee de vernuftige mens zich waper- tegen de moeiten en gevaren van c; woestijn, ze mogen het pad van >1; kamelen kruisen, de viervoeters hor den onverdroten hun langzame tri! tred. overdag ln de barre zon. 'snach i in de woestiinkoude onder de sin- lende sterrenhemel. Alleen de nat heid van water, gespeurd door hen onfeilbaar reukzintuig, kan ze tot c: plotselinge snelle draf aanzetten, ca hun begeleiders niet kunnen stute voor het lokkende water is bereft*. Zo'n tafereel van een oase met pal men, gebukte waterputtende Bedouï nen en de tot rust gekomen karavaan, alles ln het harde licht van de woes tijn. het is een schouwspel, zeldzaa- boeiend en schilderachtig. Dat d» nasebewoners daarbij een o lende armoede tonen en een achter lijkheid. die wel een schrille tegen stelling vormt met ons moderne Wes terse leven, dat is een heel ander hoofdstuk. „En" vraagt misschien een van d; lezers of lezeressen, d e zich halen uit jeugdboeken of schooljaren herinneren' „Hebt U niet vergeten dat spannei»Je ogenblik, als de Ars bier. door een verschikkelllke dom gekweld, zün mes grupt. zün kemel doorsteekt en de kemelmaag open snijdt. om zich te laven aan het ter. dan de kemel daarin had be waard....?" Neen, dat heb ik nir! vergeten. Ik heb het als dessert aan het slot gezet, niet omdat, bet iets lekkers is. Integendeel, het is een vervelend oud leugenverhaaltje, dat niets met de werkelijkheid te maler, heeft. Maar ik hoop, dat het aan het eind wat meer de aandacht trekt vr die lezers, die er nog aan mochten sf loven. Ik zou hun willen vratten: Wat denkt U te vinden in de maat van een kameel of een dromedari'' Schoon helder drinkbaar water Dat weet U toch wel beter! En ge steld al, dat een Arabier in een aan val van razernij ertoe overgaat ztm kostbare en onmisbare metgezel doden, gelooft U dan. dat hij de vier. drabbige maaginhoud zou kunne: drinken? „Neen", zegt Mohammed el Abed, laat U mij In de woestijn d" liever gewoon doodgaan."' Eén troost voor ons. waarde Mo hammed: jullie Arabieren hebben 6!'t van die sterke verhalen, die Je jeugd inprent, dus jullie zijn haar beter dan wij. verlichte Eux- peanen. S. VAN DER ZEE Aan de zeggingskracht van Hubert van Herreweghen menen wij groot be lang te moeten hechten Het Neder lands van deze Jonge Vlaming is zó voortreffelijk, zo verrijkt door eigen, maar verantwoorde vondsten. b v. het deelwoord „onaangerand" dat men er alleen bewondering voor kan hebben. Van Herreweghen heeft niets van de typische Vlaamse slordigheid. Hü ls door en door een dichter van en voor het Nederlandse taalgebied. Wij geloven nochtans niet. dat daar zijn grootste verdienste ligt. Zijn werk op zichzelf loont de moeite van een uitgebreid essay, waartoe wy ons niet geroepen achten. Dit werk is door drongen van de ernst het ..bittere kruid van de dood": echter is het nergens terneerdrukkend. Luister naar deze eenvoudige belij denis tegenover de Dood: Vocht tekent zee en schiereilanden en duivels op melaatse muur. Mijn vaadren wrongen klam de handen woelend tot het afgrijselijke uur. WIJ bukken het hoofd en gaan binnen en sluiten de deur op de herst_ maar de gewarlge vijf zinnen krimpen samen voor het bederf: Dit Jaargetyde ls deze kamer vol met de halo van de dood. door de nevelen schreit gestamel van een man In de laatste nood, Wind wanlt. gij hoort geruisen, klanken on stem, een zinloos woord, van hen. die eena ln deze hulzen woonden en lang zijn overboord. Zij hullen ln de wind als honden. zU hullen ln ons hart dat krimpt. O. gruwlljk vergezicht der zonden, waarheen als ons de dood bespringt? Een herinnering aan zijn eigen maandenlange ziekte vormen de drie verzen over de Dood: In 't hout van 't oude bed gedurig (klopt een memel en maant m|j als de stem der (vaadren die dit bed een eiken ledikant onder een (donkre hemel, getimmerd zelf en ln elkaar hebben (gezet. Aan my. de laatste telg. (de onguurste hunner erven, vermaakte als relikwie mijn (puriteins geslacht dit mljterlg bod. dat baren, (paren zag en sterven mijn vaderen en enkel op mijn (sterven wacht. Ik Hg roerloos en lang. en hoor (de memel knagen Ik hoor hem elke nacht, er ls geen (toeverlaat, de memels kloppen staag, de (memels blijven vragen en manen dat elk hout en elk (geslacht vergaat. De latere gedichten, naar wy me nen tussen 1950 en 1952 geschreven, zyn veel milder, en er is zelfs een ge dicht. dat treft door het verlossende gevoel, dat het leven ook heeriyk kan zün, zoals dat van over 6Childeryen van zün vriend Maurits van Saene: Hubert van Herreweghen: (Van onze correspondent te Brussel) De bundel gedichten", welke zojuist door „Elsevier" werd uitgegeven, zal de jonge Vlaamse dertiger Hubert van Herre weghen, naar veler oordeel, rangschikken tussen de eerste en beste dichters van het Nederlandse taalgebied. Sinds iaren heelt deze jonge Vlaming niets meer gepubli ceerd Dat is overigens een systeem bij hem. Hij is als dichter een purist, jarenlang kan een gedicht in hem groeien en rijpen, en neergeschreven wordt het nog vaak verbeterd en bewerkt. Van deze 30 gedichten kan men dan ook gerust getuigen, dat ze van een superieure kwaliteit zijn. Aarzelen zal men in de beoor deling: is het de lorse zeggingskracht, echter zo scherp geslepen ol is het de beklemming, de sfeer, welke van deze gedichten uitstraalt, die er in de eerste plaats de waarde van bepalen? Waarschijnlijk beide tegelijk, maar hoe zelden kan mep een bundel, zoals deze, ademloos in één stuk doorlezen? Geen ogen blik verveelt Van Herreweghen, ofschoon zijn onderwerpen nooit ver uit elkaar gaan. De gedachte aan de Dood, zoals het Leven eeuwig, leeft in ieder der zv/ierige verzen. LANDSCHAP Tussen de weelderige badend of ln 't pas neergevleid die de zuivere handen rouwen over hare bekoorlijkheid. Voel Ik mij over hoek en schuinte geheven uit een evenwicht, moeilijk ademend In de ruimte, be zond door perkamenten licht. Maar de idee van de Dood blijft doorwerken Koudweg rijst de vraag ln een der meest kernachtige verzen van deze bundel Er ls maar één alternatief- word Ik gered of niet gered de Dood zal komen als een dief op straat. In 't drankhuis of ln 't bed. er ls maar één alternatief: word Ik gered of niet gered. Van Herreweghen heeft van zijn lange diensttyd in het leger een sterk medegevoelen met alle soldaten mee gedragen. Een Kerstmis in Korea ont lokt hem dit prachtige beeld: Het gaat zo snel, dat hun kreet (wordt gedoofd; een bom luidt een onlzaggelltke bel soldaten zyn klndrcn. klndren (moeten slapen. In de ..Ballade der dertien gezellen" klinkt dit menselijk medevoelen en de bitterheid over onze droevige samen leving- En de lange, blonde, zwijgzame met de blauwe ogen als een zee na wilde Jacht door bossen namen bandieten hem mee veel I zijn i op de dodenllls' te Dnehau overal vertroetelt men honden en zorgt men dat geen doodgaan zou. maar mensen laat ons de (ogen sluiten. Een sterk gedicht, origineel van visie en zegging, is: DE TOREN. Een toeë toren. In zichzelf besloten, geen oog ln het melaats gezicht door eeuwen en seizoenen (onverdroten, verpulnd en stomp en blind (ln 'tllcht. een zwart karkas, waarrond (de winden hullen en 't ontweer bliksemt, regen vlaagt, dat gore wind en vogelen bevuilen en door oroslowomien afgeknaagd, geen oog ln bet gezicht. (maar binnen staat de aandacht strak en (scherp geve', bewuste wil van de gespannen zinnen op 't meten van een ongemeten tred. een klok. een ziel. een puur en (stipt geweten, elke seconde van bewustzijn stil. wordt door de tijd van binnen (uitgevreten, die eeuwig loopt en eeuwig (haapren *U- Moeliyke zuiverheid gedurig puren naar streng verlies en meest (subtiel verval, het stof gaat op de wind verloren (de uren groeien tot ccn onmeteiyk getal. Aan de geboorte van een zoon wijdt Van Herreweghen vier gedichten, waarin de vraag van het Leven een voudig en treffend te lezen staat: Oy ziet hem, Ood. Hoe ziet gU hem? De bundel „Gedichten" ls een aan winst voor de goede poëzie van Noord en Zuid. „Elsevier" heeft dooi de uit gave van het werk van deze Jonge Vla ming een grote dienst bewezen aan de culturele samenwerking tussen Holland en Vlaanderen, een samen werking, die, zoals bekend, nogal eens overlaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 6