pNGKOE DE GEHEIMZINNIGE RUINENSTAD RESTEN VAN OUDE BESCHAVING Sluimerend in de jungle van Achter-lndië SALAMANDERS STEENKOLOSSEN LACHENDE BOEDDHA'S en VLEERMUIZEN - (Van een bijzondere medewerker) Vroeg in de ochtend vertrok het boemeltreintje van Bangkok naar Aran-Pratet, het Siamees-lndochinese grens-station. Traag kroop het voort door een land, dat in de zengende zonnebrand leeg en verlaten leek. Slechts groepjes klapperbomen en hier en daar een troepje karbouwen - met, grote witte vogels op hun brede logge ruggen en begeleid door lome bruine kwajongens - braken de eentonigheid van het landschap. Met Oosterse gelatenheid kwam trein de twee uur te laat te Aran-Pratet aan. Nog scheidden mij zowat 130 km. van het doel van mijn tocht: Angkor, de geheim zinnige ruïneriitad in het oerbos. Een koele dronk. Toen reed ik weg, in snelle vaart, de onmetelijke vlakte van Indochina in. De avond was gevallen. Boven mij de schit terendste sterrepracht, die men zich denken kan. Om mij heen heerste onbeperkt de zwoele, geladen stilte van de tropennacht. In majeur klonk boven de geheimzinnige geluiden der vlakte het geronk van de motor. Onweerstaanbaar is de bekoring van het Oosten bij nacht. Wie haar heelt ondergaan weet zich voor immer gevangen, in de tropenban. Laat in de avond bereikte ik het plaatsje Siem-réap. Nog enige kilometers, toen stopte ik voor het hotel Angkor-les-Ruines. De directeur verwelkomde mij hoffelijk. Toen hij zag, dat ik in mijn ogen wreef, bracht hij me naar mijn kamer. Doodmoe tolde ik in bed. Van de geheimzinnige, monumentale bouwvallen van Angkor klonk klagende, monotone, opzwepende muziek, met fel-scherpe tonen, opsnerpend in de nacht. De bewoners van de streek bij Angkor zijn ter ruïne getogen, dacht ik en viel in slaap. Diep en droomloos. Nacht te Angkor. Voor mij stond een Kolossaal Boeddhabeeld, fors van afmetingen, indrukwekkend van schoonheid. Het leek te zijn opgeschrikt uit zijn verveeldheid door mijn komst. De blanke her-ontdekkers van Angkor hadden deze Eoeddha overeind gezet. Door de eeuwen heen was hij blijven glimlachen, een onverstoorbare glimlach. ■fc Onrust liccrst in Achter-lndië. Indochina is een strijdtoneel. Het was zulks ook eeuwen geleden. s" •tr toen een machtig rijk en een bloeiende beschaving u- ten onder gingen. Hoofdstad van dat rijk u-as Angkor. ..DE STAD" zoals deze naam in Nedcr- landse vertaling luidt. En inderdaad was vele -Cr eeuwen geleden Angkor „de stad" bij uitstek u- voor grote delen van Zuid-Oost-Aziëbcsluurscen- ,j. trum. godsdienstig centrum, brandpunt van bc- schaving. Thans is Angkor een verzameling brok- stukken, half overwoekerd door het oerbos. Een toonbeeld van verval. Een sprekend bewijs van de vergankelijkheid van aardse glorie. ochtend te angkor «In de stralen der opgaande zon, even getroffen door k eerste boden van de nieuwe dag. rezen statig en trots de grote torens van het hoofdcomplex op. massaal en ge- ■edend. in plechtige eenvoud van lyn. Als roerloze reu- aen stonden zy tegen het zonlicht. De met varens be- 2 Moeide grond en de brede stenen opgang tot de torens - Jagen nog ln de vale ochtendschemering, evenals de ggote vijvers ter weerszijden van de stenen weg. Het vreemde, geheimzinnige Angkor bleek werkelijkheid •f dook op uit de duisternis van de nacht als een mani- uit lang vervlogen tijden, lang had Angkor gesluimerd in het oerbos, dat machtige stad als een lijkwade omhulde, handen voorzichtig, stukje voor stukje, het op te lichten en Angkor ontriik- absolute vergetelheid. De zonen des lands had- ,.De Stad" reeds als verloren prijsgegeven. Toch nog grote, grijze, deels misvormde steenklompen prachtige stad, die vijf eeuwen geleden „uitge was. geschiedenis van Angkor's opkomst en verval ls ten volle geschteven. Cainbodsja is een over een rompstaat van dc grote mogendheid, die eens tot hoofdstad had. lang beschutten en bewaarden de tropische het geheim van Angkor s bestaan en zeker nooit hebben prijsgegeven, als niet Wes- cn Westerse techniek het oerbos deze schone onroofd hadden. veel piëteit en zin voor historische waarden heeft Europeaan getracht, van die oude glorie te redden ic redden viel. Povere resten van een waarlijk tijd! ZWARE STRIJD TEGEN HET OERWOl D was de strijd, die gevoerd moest worden om uit de dodelijke omarming te bevrijden. Steen steen moest op het oerwoud heroverd worden, blok blok, beeld voor beeld moest worden ontrukt aan de overwoekerende plantengroei. Blijvende bescherming nodig tegen die overdaverende groeiweelde en wel- onstuitbare kracht der tropen gewassen. Pierre Loti, bekende Franse schrijver, noemde de vijgeboom „Heer •feester der Ruïnes". En dat is hij Alom in de zwart- bossen liggen de brokstukken der bouwwerken, struiken op de altaren en op de trappen naar Als een heirleger polypen, met on- vangarmen, vielen de bomen en gewassen op aan. Zonder Westerse tussenkomst zou die aan- tot volkomen vernietiging van die eens trotse stad geleid. Toen ik er to "de. waren de meeste com- schoongemaakt" en bereikbaar. Alom in het bos verspreid Grauwe steenklompen, vaak versnoerd en basreliëfs, grillig opeengestapeld of nog. hier en daar door uitgedroogde grachten transit gloria mundi! Inderdaad, aardse is vergankelijk. Nergens ervaart men dit zo dui- t, zo schrijnend ook, als in Angkor. BOEDDHA GLIMLACHT AL EEUWENLANG Door het bos voerden smalle, uitgekapte paden. De zon 6teeg. de atmosfeer werd drukkender Fel-gekleurde bloemen en vlinders braken de somberheid van het woud. Apen vluchtten ruisend weg door het gebladerte. Altijd Geluk, gelatenheid of gelukspose? Rustig staan die glimlachende Boeddha's, eens neergeknuppcld door de veroveraars van Angkor, in die broeikas-vochtig warme bovscn. Zij staan temidden van steenklompen, met hon derden meters lange bas-reliefs, die nog steeds getuigen van de kunstzinnigheid en het vakmanschap der beeld houwers en handwerkslieden, die ze gewrocht hebben. zal de schaduw van het oerbos om de ruines blijven han gen en de triestheid der dode stad. als in nevelen gehuld, bewaren. Als een herinnering aan een groots verleden schreed loom en vorstelijk een tamme olifant langs het bospad. Het dier gaf voedsel aan de Indruk van gevallen grootheid, die Angkor heet. Die bas-reliels. vaak met faniartische waren oorspronkelijk veelal in kleuren uitgevoerd Nu zyn ze door de tropische-klamme warmte egaal geworden. Hier en daar hadden devote handen kleine stukjes goudblad aangebracht. Doch versleten goudbrocaat der middeleeuwen laat zich niet oplappen, zelfs niet. als de Voor-Indische heldendichten Mahabhnrata en Ramayana veel voorstellingen der bas-reliefs inspireerden. - 1=UEKEI.IJKS BIJVOEGSEL van hel LEIDSCU DAGBLAD - ZATERDAG 18 APRIL 1953 - Pagina 3 Ik maakte een ommegang over enige terrassen en kwam bij een stenen poort. Een bruine, idiote knaap vroeg om een aalmoes. Door een halfduistere gang kwam ik ln het hart van een tempel Een open ruimte, omgeven door een gaanderij, die beladen was met Boeddhabeeld jes. gemaakt van steen en hout. De tand des tij da knaagde er aan. Houtwormen en andere insecten hadden aan dit knaagwerk deelgenomen. Het waren louter resten van vroegere heerlijkheid, die ik ontwaarde. Rode. zwarte, gouden en grauwe restanten van vergane macht en pracht. En eigenlijk gaf het mij een gevoel van bevrijding, te zien. hoe al die onwezenlijk glimlachende gestalten ge tuimeld waren, ter aarde gestort, en hoe achter hun glimlach nog slechts machteloosheid schuilging. Boeddha's ondergang? lawine van vleermuizen Mijn neus ontwaarde een nare. scherpe lucht. Toen ik in de sombere gang omhoog keek. zag ik duizenden vleer muizen In grote trossen hingen zij als reuzenklitten om laag. Nieuw leven bloeit op de ruïnes, dit Goetheaanse woord schoot my door de geest. Nög deed de bevolking haar best om de gevallen godheidjes te troosten en naar vermogen te eren. Offeranden, wierookstaafjes en schaal tjes met etenswaren stonden aan hun voeten. Daarboven hingen de vleermuizen. slotaccoord Het was inmiddels laat ln de middag geworden Ik ver langde naar de koele avondstonde. Ik kwam langs diepe, geheimzinnige nissen. Bizarre, fantastische schaduwen slopen door de gangen Zij rekten zich en kronkelden in de nissen en hoeken, als maakten zij zich gereed voor hun nachtelijk bedrijf Soezend en zacht voor zich heen pra tend zat de idioot bij de tempelpoort. Hij was het enige menselijke wezen, dat er niet aan dacht, de ruines tegen de avond te verlaten Traag drentelden een paar in fel geel opperkleed gehulde priesters over de stenen hoofd opgang heen en weer. Een gevoel van gewijde rust maakte zich meester van mi). Eerbied voor het grootse bouwwerk Angkor ver vulde. beter: overviel mij. Daagse critlek werd gesmoord in avondlijk duister. Machtig lagen de massale torens voor mij. De zon neigde ter kimme. Een vlinder, even fel van kleur als de priesters, fladderde weg. Bij het vallen van de avond breekt te Angkor het uur der vleermuizen aan. Als dichte rookwolken uit de to rens. van alle vier windstreken kwamen zij. Een grauwe, suizende en piepende massa, die zich als een sluier tus sen aarde en hemel uitspreidde en spookachlig-klam over mij heen streek. Tienduizenden en nog eens tienduizenden dier schemerdleren dansten hun vampierdans achter muggen en kevers. Millloenen vonden de dood tussen vleermuizenkaken. Zij zwermden uit. onberekenbaar, maar toch onfeilbaar zich bewegend achter hun prooi, die onuitputtelijk is. zyn de vleermuizen verzadigd, vol-gevreten, dan keren zU terug naar hun nissen en gewelven, waar zii opnieuw klitten-trossen vormen en blyven hangen, slapende han gen. tot een nieuwe zonsondergang hen tot nieuw leven wekt en zij opnieuw uitzwermen, in moordende jacht. Het was donker geworden. Even nog gloeiden Angkor's statige torens na in de laatste stralen der ondergaande zon. Toen ontkleurden zy zich snel en werden met de overige bouwvallen gewikkeld in het gevaarlijk-bescher mende kleed van de tropische nacht. Ik praatte nog even na met een oudere dame. Frangaise. IedeT jaar - vertelde zij - reisde zy van Europa naar Angkor om de rust der zonsondergangmomenten over zich te laten komen Zij was een dame van de oude stempel, geestig en beschaafd. „En U, monsieur, wat voerde U hierheen0'' vroeg ze my. Ik vertelde haar van myn reislust en van myri studie. Ze glimlachte, keek my guitig aan. en zelde „Maar wilt U my beloven, nooit een roman te schry- venromans, geloof my, moet U alleen maar beleven Met zyn belden wandelden wU terug naar het hotel. Een groepje mensen van de streek liep achter ons. De nacht had Angkor in zijn armen genomen en slechts de idioot was op de ruïnes gebleven. Een gevoel van beklem ming kwam over my. Op het hotelteiras was het roezemoezig Druk pratende en gebarende Fransen, enige in zonderlinge tropenuit- rustinren gestoken toeristen. Uit een der kamers schalde gramofoonmuziek. Na het diner werd het stiller. De plechtige, dwingende rust van de tropennacht maakte zich. onweerstaanbaar, ook van de blanken meester. Maanlicht speelde over de sombere contouren der ruïnes, die zich vagelyk aftekenden tegen de donkere achter grond der bossen en van de lichte hemel Eentonige muziek klonk op. klagend en slepend, soms snerpend door de nacht. Avond te Angkor. Beklemming, Slotaccoord. Kijkjes in de Natuur anderen hun leven mee verryken. „.Hm. dat zal wel. Je leven verryken met salamanders En toch is het zo. maar dit is een on- T tïT ZOMER AQUARIUM is weer ïn- iHH gericht. Het heeft', na een heifst -l- en een winter van non-activiteit, wjecr een extra beurt gekregen, het .-Bri.ikt met frisse waterplanten en wacht derwerp apart, waarover ik het vast en de gasten van het eerste seizoen. Er zeker een keer wil hebben. Want vnn- ^in er trouwens al een paar gen rrivectd. daag wil ik by de salamandertjes blij- ■n kleine waterkever, een paar boots- J ""netjes (ook rugzwemmers Salamanders zün voor vele mensen rbrekeiyk verbonden met hun Jeugd. lemd) en wat kronkelenden muggen- Zy behoeven hun neus maar even te die de gedekte tafel op peil houden boven zon grote stopfles met paar salaman- waterplanten in onvervalst slootwater. of ze zeggen met een zekere intonatie in hun stem: „Haaa! dat ruikt nou echt naar dat slootje van laat es ku isenhoe lang is dat nu geleden. en dan gaat er iets in hun herinnering Maar als een paar ijverige slootvis- op^n Herinnering aan jongensdagen. J weer zon stelletje van toen ze de sloten afzochten naar aller- beetje lei verborgenheden en ze uren en uren konden sly ten aan de waterkant, waar at maar bewoog of er werd opgevist en be- i. En dan nog e 't Is eigenaardig Ieder jaar denk ik: ""en we de salamanders deze keer naar dat slootje van niet overslaan en eens w: i net aquarium opnemen? ie aardige diertjes brengen. P kleur al en met duidelijke bruilofts- - Kigingen. dan neem ik ze altijd maar letteriyk alles v t aan pn geef ze een plaats by een vreemd uitzag. listig karpertje of een lobbes van een keken. Het En zU betreuren het. die gezeten wel burgers, die bezadigde huisvaders, diep t plezier aan in de eerste voorjaars- in hun van ouds avontuurlijke hart lr"" betreuren zy het. dat hun omvang of -„aardige die- hun lichaamslengte een beletsel is ge- Dat was gericht aan '1 adres worden om no§ eens lang uit en haaks t ai- te gaan liggen aan een sloot, zoals Z'j deze dat in die dagen van weleer deden, met deze de ogen vlak boven dat donkere water. erkeerdo houding tegenover de natuur dat onder hun verwonderende blik hoe pas afsnijden tot het genieten van langer hoe geheimzinniger werd en een Ulerlel merkwaardigs en moois, waar wereld voor hen deed open gaan. lelcerd hebben te griezelen pieze beesten" en zichzelf door Met een glimlach of misschien ook met een komische gryns op het ge zicht zetten ze de fles met het wrie melende goedje dan weer neer; heel wat van die flessen hebben ze inder- tyd naar huls gesjouwd en zeker was de ontvangst van de kant van moeder of vader niet altyd even mals. Maar daarover zou ik het immers op een andere tyd hebben! Salamanders zyn het grootste deel van het jaar tamelyk stille en soms wel wat saaie dieren, die door gaans beheerst worden door twee dui-; delyke verlangens, n.l. wormen ver slinden en uit het aquarium kruipen. De eerste liefhebberij kan gemakkelijk worden bevredigd. Je spit in de tuin een paar kleine wormpjes, of je koopt een doosje z.g. tubifex. dat zyn heel kleine dunne rode wormpjes, die in een aqauriumwinkel verkrijgbaar zijn en het menu is klaar. Heel kleine stukjes rauw vlees, langzaam bewogen voor de nets van de miniatuurdraken, kunnen ork dienen als voedsel en muggenlarven. die In stilstaand water soms bij honderden kunnen worden geschept, zyn zelfs aan te bevelen. Dat uit het water kruipen echter is een lastiger vraagstuk. Daar beginnen ze meestal mee. als de paartijd voorbij is en ze de belangstelling voor elkaar gaan verliezen Speciaal de nocken van het aquarium hebben dan hun speciale en voortdurende belangstelling en wee u! salamanderllefhebber. als U geen glasruit op hun vcr,blyf hebt eelegd! Als Jongen heb ik vaak de hele kamer af gezocht. Vergeefs De uitbrekers vond ik zelden terug, verdroogd of verschrom peld en met stof bedekt. Eerst veel later ben lk aan de weet in een kamerhoek zetten. Een van mijn gekomen, dat Je. in geval van ont- salamanders heeft onlangs zyn Jas uit- vluchting, een vochtige lap In de hoe- getrokken, dat wil zeggen, hy heeft zijn ken van de kamer moet leggen, waar zeer dunne doorschynende opperhuid de diertjes, liefhebbers van vocht en aan de waterplanten afgeschuurd en nu koelte, al kruipende langs de karna- lv.ngt c:e afgestroopte huid als een sa- phnten, tenslotte op terechtkomen. Men Umarcergeest in het groen. kan ook een schotel met vochtige aarde Rustig laten hangen. Er komt een tyd, dat de eigenaar van de Jas aan zijn eigendom begint te trekken en te nikken en zijn afgelegde garderobe bij stukjes en beetjes naar binnen werkt Stil laten begaan! Een salamander heeft de afge worpen huid blijkbaar nodig voor een goed functionneren van bepaalde or ganen. Wie zo'n splinternieuw salamander mannetje ln zijn aquarium heeft in ge zelschap van één of meer wijfjes, kan dan op zekere dag het aardige spel te zien krygen van een prachtig gekleurd mannetje, dat. al trillend met zyn dub bel omgebogen en fraai gekamde staart, een van de dametjes het hof maakt. Hy kan er vast van verzekerd zijn, dat het vijfje zich dan ook niet onbetuigd laat. Hy moet maar eens goed zoeken naar zwarte stlpies tussen de waterplanten. Elk stipje is dan een eitje dat het wyfje net behulp van haar achterpootjes aan een plant heeft „vastgelijmd". Ieder jaar hebben wy een aantal van die eitjes cp deze wiize gekregen, waar uit in de maind Juni de jongen werden geboren. Heel kleine, doorschynends srcldeknopjes. die zeer voorspoedig op groeiden en tegen het eind van Juli al een lengte hadden van een halve centi meter. En dat ls al heel wat voor e<-n salamandsrbaby! Maar kwekers! neem de pa's en de ma's van het kroost vandaan, want die lieve diertjes zijn op hun eigen terrein karibalen eerste klas! Zie Je welzeggen die griezelende leiers. ..daar heb je 't nu al. Het zijn toch engerds! O zo!' S. VAN DER ZEE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 9