Eliab's
wraak
NEDERLAND
PAASVUUR
he
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van liet LEIDSCII DAGBLAD -
ZATERDAG 4 APRIL 19Ö3 - Pagina 1
L ET wekt wellicht bij velen ver
bazing, wanneer in het Paasspel
van M. Ntjhoff ..De Dag des He
ren" plotseling een oud man. wens
tengere lichaam schuil gaat onder
een ruig-bruin kleed, zwaar leu
nend op zijn schop, te voorschijn
treedt.
„Adam" is zijn naam.
Zijn wezen is één en al aandacht
voor de natuur: de bomen, het
gras, de bloemen, de vogels, de wol
ken, de wind. Zijn handen tasten
behoedzaam de bladeren van de
struiken af, als was hij een blinde.
Maar zijn ogen staren, wijd ge
opend. in alle richtingen. Met
langzaam begeren drinkt hü alle
kleuren en bewegingen van de
schepping in.
Even later is hij aan het werk.
Met zijn schop wordt de aarde om
gegraven. Dit is zo peins je, tij
dens het spel de oer-arbeid van
de mens, van „Adam", de eeuwen
door.
Het is in geen geval een geest
dodende bezigheid Deze „Adam"
werkt niet alleen met zijn handen,
als een machine-geworden-mens.
HU lééft, ook tijdens zijn werk, met
hoofd en hart; hij ziet en peinst,
hij staat open voor stemmen buiten
en in hem.
Aan het ruwe koord, dat deze
„tuinman-denker", deze ..arbeider-
intellectueel" om zijn kleed heeft
geknoopt, hangt een in elkaar ge
strengelde doornentak.
Tijdens het spel blijkt, dat hij
deze „doornenkroon" heeft opge
raapt bij het graf, waarin Jezus'
gekneusde lichaam op die stille
„Goede-Vrijdagavond". door vrien
denhanden en met grote zorg, werd
neergelegd.
Dit graf behoort tot het domein
van de zwoegende, peinzende
„Adam". Maar het wordt niet om
sloten door de grenzen van een
zorgvuldig afgemeten stuk grond.
De gehele aarde: de rulle akker
grond. rotsen, beken, bossen, zeeën,
bergen, hier onze aarde, het gebied
van de „Mens" Adam, is graf van
Jezus geworden.
De man met de spade bhjft gra
ven: beeld van ons. mensen, die ge
neratie na generatie zwoegen en
zoeken, speurend naar de verbor
gen schatten van aarde en schep
ping, tastend in de diepten van
denken en doen, bewust of onbe-
Woord van Bezinning
PASEN IS MIJN
GEBOORTEDAG
wust verlangend de zin en de uit
eindelijke achtergrond van het le
ven met zijn winst cn verlies, zijn
bitterheid en vreugde, te ont
sluieren.
„Adam" graaft voort.
Maar hij mag niet blijven graven.
Immers, de rouwengelen, die zich
bu Jezus' graf hebben neergezet,
komen hem vragen de „doornen
kroon" af te staan.
Jezus zo melden zij is neer
gedaald, diep in de aarde. Hij staat
op het punt de poorten van het
dodenrijk open te stoten. Zodra de
Koning der duisternis Hem zal
zien, met de doornenkroon als on
miskenbaar herkenningsteken, is
de overwinning onvermijdelijk.
Adam reikt, met moeite maar
ook gewillig, de doornenkroon over.
Was niet. bij Adam's ..zondeval"
voorzegd, dat de aarde doornen en
dlstelen zou voortbrengen? Beduidt
niet het weggeven van de doornen-
krans. dat de oude belofte van een
nieuwe aarde, zonder onkruid in
letterlijke en in figuurlijke zin
door Jezus Christus, de overwin
naar van alle boosheid, tot nabije
verwezenlijking werd gebracht?
Het zal de geboortedag zijn van
een nieuwe schepping, zoals in
oude profetieën reeds is voorzegd.
Adam zelf, als oervader der men
sen en door God aangestelde be
heerder der schepping, moet echter
als eerste vernieuwd worden. Daar
toe moet hij zo luidt Christus'
bevel neerdalen in graf en do
denrijk.
Een hoge eis.
Ziet. hoe de glimlach van de
tuinman, die zijn aarde liefheeft
en in het licht van de hemel wenst
te blijven werken, verstijft en hoe
de glans van zijn ogen verdooft. De
handen krimpt hij ineen: „Ik,
Adam. in het graf?"
Maar hü gaat de weg, die hij
zelf niet zou kunnen graven, diep
en ver tot in het dodenrijk; de weg
van vernedering, die Jezus Christus
is gegaan, de weg van Golgotha,
maar ook de weg van Pasen, van
triumph en glorie.
Daarom springt, in M. Nijhoff's
Paasspel, op zeker moment u.t het
graf een verblindend licht te voor
schijn. De boosheid, die door
„Adam" en zyn geslacht met de
spade en met vele geestelijke wa
penen. aan de buitenzijde, wordt
aangevallen, is door Jezus Christus,
van binnen-uit. overwonnen.
Paasmorgen
Het Licht rijst: geboortedag van
een nieuwe schepping, geboortedag
van „Adam", geboortedag van mij!
P L. SCHOONHEIM
Predikant voor het Bijzonder
Kerkewerk der Hervormde
Gcmceente te Leiden.
Hoge Rijndijk 14a.
luistert ntiur het heelal
KOMT DE NIEUWE RADIOSTERRENWACHT IN EINDHOVEN
Er is een plaats in Nederland waar men naar de zon en sterren luistert.
Waar men signalen opvangt van hemellichamen en kosmische gassen. Men
vangt daar zelfs stralingen op van sterren, die al duizenden jaren geleden zijn
vergaan. Deze verbinding met het heelal staat in Kootwijk op de Yeluwe. Het
is de radio-sterrenwacht van de Stichting „Radiostraling Zon- en Melkweg".
Gezien de resultaten van het werk
van de Stichting „Radiostraling Zon
en Melkweg" is het verheugend te ver
nemen dat deze Stichting een nieuwe
en grotere radiotelescoop laat bouwen,
waarvan de spiegel een doorsnede
krijgt van 25 meter. De bouw van deze
reuzen telescoop is mogelijk gemaakt
door een subsidie van 6 ton van de
Ned. Organisatie van Zuiver Weten
schappelijk Onderzoek.
De plaats waar deze radiotelescoop
zal komen te staan, staat nog niet vast.
Het is de bedoeling deze nieuwe teles
coop niet in Kootwijk te bouwen. De
krachtige radiozenders van Kootwijk
storen dikwijls de ontvangst van de
kosmische golven. Waarschijnlijk zal de
nieuwe radiosterrenwacht in Noord-
Brabant komen ten Zuiden van Eind-
verticaal 15.000 lichtjaren (De afstand hoven. Deze nieuwe radiotelescoop zal
van 1 lichtjaar is 9'j billioen km!) En Nederland de leiding kunnen geven op
het heelal kent tal van dergelijke spi- het gebied van het onderzoek van de
ralenl radiostralen uit het heelal.
WANNEER aan het einde van de
eerste Paasdag het duister zijn
mantel spreidt, als de lijnen en
kleuren in de langzaam dalende avond
vervagen en vervloeien, zullen we we
derom de vuren zoeken en de donkere
paden gaan.
Want aantrekkelijker dan het kijken
naar een stadspaasvuur met fanfare en
feestelijk rumoer is het dwalen in dc
donkerte en het zoeken naar een vuur,
dat bij een boerenerf of op het open
wijde veld wordt ontstoken. Groter be
koring ook ligt er in de verrassing van
een plotseling oplichtend schijnsel daar.
waar men het niet verwachtte, een nog
schuchter, wankelend licht, dat de plek
verraadt, waar een Paasvuur gaat bran
den.
Daar wordt dan de vonk gewekt in
het donkere hart van de takken- en
stobbenopstapeling. die naar oud ge
bruik, dagen lang is bijeengegaard en
opgetast. De vonk, die ontgloeit aan het
dorre hout en wordt tot een vlam. eerst
aarzelend en zoekend naar steun, dan
schijnbaar zich terugtrekkend, de cm-
trek dompelend in duisternis, die zwar
ter is dan de nacht.
MAAR weer vlamt het licht. Het
klimt langs de hemel, 't veegt tas
tend over bomen cn verspreide huizen
en kronkelt omhoog met vurige sidde-
waaruit het zich met wilde vurige ar
men gaat bevrijden.
Nu mengt zich de avondwind in het
gevaarlijke spel. Hij jaagt een rookwolk
omhoog, die wild uiteenbarst in een re
gen van vonken. Vurige vonken, die
door de takken van de omringende bo
men schieten en ver er boven uit. al
verder en verder, tot ze over de velden
worden uiteengedreven.
Wilder wordt het vuur, want vaardige
handen weten het te voeden en aan te
wakkeren. Woester en ontembaarder
wordt het en hoger worden vlammen en
vonken opgestuwd Het is als een boze
geest. die. eenmaal opgeroepen door de
mens en van zijn boeien bevrijd, aan
zijn macht ontglipt en onweerstaanbaar,
onverbiddelijk voortraast tot het hoog
tepunt is bereikt: een helse baaierd van
loeiend en brullend geweld!
DS toeschouwers, naderend of terug
tredend, naarmate de hellebrand
afneemt of aanwakkert, zien zwij
gend toe, hoe zij, die het toezicht hou
den. met rustige bewegingen hun ge
reedschap hanteren. Vieemd en onwer
kelijk zijn hun helverlichte gezichten,
groot hun flakkerende schaduwen.
Ook wij staan geboeid. Ook wij laren
ons doortrekken van warmte en rook en
de geuren van brandend harsig hout, en
weten van tijd noch heengaan.
Als dan tenslotte de wilde brand ls
Wij horen de zon en de sterren
Om goed te kunnen begrijpen wat
men daar in Kootwijk doet, moeten wij
U eerst iets van het heelal vertellen.
Onophoudelijk komen uit het heelal
krachtige radiogolven naar de aarde.
Deze ..golven" zijn dus van kosmische
oorsprong en worden uitgezonden uit
de sterrenwereld. Deze stralingen zijn
van het type dat wij hier op dc aarde
kennen als radiogolven. Met gevoelige
radio-ontvangtoestellen kunnen wij ze
registreren. Deze golven hebben een
snelheid van liefst 300.000 km. per sec.!
De golven bestaan uit korte- en lange
radiogolven. Alleen de korte golven
kunnen wij ontvangen. Dit komt door
het bovenste gedeelte van onze atmos
feer, die wij lonosfeer noemen. Deze
Ionosfeer laat n.l. alleen de korte ra
diogolven door. Deze golven dringen
door de wolken en de mist heen en
kunnen door radiotelescor>en worden
opgevangen en geregistreerd.
De ontdekking van deze radiogolven
dateert van het jaar 1932. Het is dus
nog een van de jongste takken van de
wetenschap. De golven worden met be
hulp van een radiotelescoop opgevan
gen. Deze radiotelescoop bestaat uit een
parabolische spiegel van metaaldraad.
Deze „spiegel" concentreert de stra
lingen uit het heelal in een brandpunt
(zi«f tekening), waar zich de eigenlijke
antenne bevindt. Via een ontvangtoe
stel en een versterker worden de opge
vangen trillingen geregistreerd.
In Kootwijk staat een „radiospiegel"
met een middellijn van 7.5 meter. Deze
„spiegel" ls een overblijfsel van een
Duitse radar-installatie. Ook heeft men
de beschikking over een „radiospiegel"
uitgegraven in de grond. Deze „kuil"
heeft een middellijn van 30 meter. De
wanden van de „kuil" zijn bedekt met
fjzerdraad. In het midden van de
„spiegel" staat de antenne. Met behulp
van deze „kuil" in de grond, beluistert
men een groot deel van de melkweg.
Niet altijd worden de opgevangen
trillingen automatisch opgetekend. Dik
wijls „luistert" men naar de zon of de
sterren door middel van koptelefoons
of luidsprekers. Merkwaardig is daarbij
dat men ook signalen opvangt van he
mellichamen of kosmische gassen die
men niet ziet.
In 1942 ontdekte men dat de zon ook
radiogolven uitzendt. Tegenwoordig
wordt de radiostraling van dc zon op
verscheidene radiosterrenwachten da
gelijks geobserveerd. In het jaar 1950
is het voor de eerste maal gelukt om
radiostralingen te registreren, die hun
oorsprong buiten ons Melkwegstelsel
hebben. Op 11 Mei 1951 is het lr Mul
ler gelukt radiogolven op te vangen
waarvan het vaststaat dat deze in de
Melkweg hun oorsprong hebben.
Aanvankelijk werd deze ontdekking
geheim gehouden. Later heeft prof dr
J. H. Oort van de Leidse Stcrrewacht,
na bewijzen over de juistheid te hebben
verkregen, deze ontdekking wereldkun
dig gemaakt. Echter, ook een Amen-
kaan was het 'nkele weken eerder ge
lukt om stralingen uit de Melkweg op
te vangen.
Uit de waarnemingen van ir. Muller
bleek overtuigend dat het waterstofgas
verantwoordelijk is voor hc' ontstaan
van de radiogolven. De waterstofato
men zenden op een bepaalde golfleng
te radiogolven uit.
De werkingssfeer van een radioteles
coop reikt tot diep in het heelal, hier
door kon vorig jaar worden vastgesteld rende tongen, die zich slingeren door uitgewoed en de laatste vlammen zich
j0ILiS i c!kwe8stelsel, waarvan de het bouwsel van takken en stokken. met tegenzin hebben gelegd, laien we
aarde deel uitmaakt, de vorm heeft van Daar vliegt het al omhoog, het de smeulende resten van het vuurfevtijn
een platte spiraal. De afmetingen van laaiende vuur en baant zich een weg achter ons en keren terug langs de st.ile
ons Melkwegstelsel zijn enorm en be- door de belemmerende takkenwarreling paden en de slapende erven
dragen horizontaal 90.000 lichtjaren en die het gevangen w houden, maar S. VAN DER ZEE.
EEN PAASVERHAAL
door
H. G. CANNEGIETER
Toen een centurio zijn afdeling deed opmar
cheren naar de heuvel, waar de terechtstelling
zou geschieden, maakte een satanische vreugde
zich van Eliab meester. Hij zou de gehate man, die
zijn jong geluk bedorven had, zien hangen. Hij
v/as nu blij, dat het lot hem had gedreven om in
Romeinse krijgsdienst te gaan Het ondraaglijke
verlies van zijn idylle in het landelijke Galilea
werd hiermee vergoed.
Het was waarlijk een idylle geweest, die hij
daarginds in het lieflijke dorpje aan het meer met
zijn Salome had genoten. Maar toen was die man
gekomen, die zich de Koning der Joden noemde
en die een nieuw rijk wou stichten, waarin de
Hemel op aarde zou neerdalen. Velen, vooral
onder de vrouv/en, hadden in zijn zonderlinge
prediking geloofd. Ook zijn jeugdige echtgenote
had zich laten meeslepen door deze geestdrijverij.
Met haar vriendinnen v/as ze de man gaan volgen
op zijn tocht langs de dorpen en ze had oog noch
oor meer gehad voor haar huis en haar man.
Eliab had op den duur dit gedweep niet meer
verdragen. Doch zijn mannelijk zelfrespect had
hem weerhouden, iets van zijn jaloezie aan
Salome te doen blijken. En zij, geheel en al weg
in haar verering voor de Meester en in de ijver
voor zijn Rijk, had niets gemerkt van het leed, dat
zij Eliab aandeed, ontoegankelijk als zij v/as ge
worden voor al wat aards en huiselijk is. Om uit
zijn stilzv/ijgend broeden en mokken te worden
verlost, had Eliab zich opgegeven om dienst te
nemen bij de hulptroepen van de keizer. En
Salome had er nauwelijks acht op geslagen, toen
hij haar zijn besluit meedeelde.
Zo was hij in de
hoofdstad in garni-
zien gekomen en
daar stond hij nu
tegenover de man,
aan wie hij zijn
verdriet had te wij
ten. Hij keek de
man aan. die zo lij
delijk alle plage
rijen onderging,
waarop de soldaten
hem onthaalden.
Hij kon zich
voorstellen,
deze droefgeestigi
lijder hadden ge
zien. Toch was
Eliab te ridderlijk
om met de anderen
mee te doen, die
de man in het ge
laat spuwden en
stokslagen gaven.
Ook nu beheerste
hij zijn gevoel; het
was hem voldoen
de. dat de man uit
zijn leven verdween
Toen eindelijk de
terechtgestelde de
geest had gegeven,
slaakte Eliab een
zucht van verlich
ting.
Hij kon nu. zodra
zijn diensttijd was
afgelopen, rustig
naar zijn dorpje te
rugkeren. waar Sa-
lome, van haar
dweepzucht beko
men, met hem weer
het oude geluk zou
hervatten.
Maar hjj was
van de man nog
niet af! Want de
volgende dag kwam er een order, dat hij met nog enkele
soldaten weer op wacht moest, en nu bij de spelonk,
waarin men het lijk van de terechtgestelde had bijgezet,
lijk van de terechtgestelde had bijgezet
Er liep een gerucht, dat dc volgelingen van deze Koning
der Joden zijn lichaam wilden weghalen om dan, op het
ledige graf wijzend, te kunnen getuigen, dat hij uit dc
doden was opgestaan. Want dit had luj zijn volgelingen
beloofd!
Eliab was nogmaals verheugd, dat hij mee was uitge
kozen om dit bedrog te voorkomen. Want als deze
streek lukte, zou Salome blijven hopen op een nieuwe
ontmoeting met haar Heer. Daarom bleef Eliab waak
zaam. terwijl zijn wapenbroeders indommelden of zich
met kaartspel dc tijd kortten. Hij had zich tegen dc
steen aangevleid. die dc grafsteen afsloot.
Zn kon niemand het graf naderen zonder met hem in
aanraking te komen.
Het was een mooie steen; Eliab bewonderde de gave
afwerking van het marmer en zijn oog genoot van do
lijnen en kleuren, welke het ontwakende morgenlicht er
op spelen deed. Maar terwijl hg zo keek, leek het, of de
steen zich naar voren \erschoof. Toen Eliab er eenmaal
op lette, zag hjj het duidelijk: het ging heel, heel lang
zaam. maar er kwam beweging in de steen. Tot zijn
ontsteltenis ontwaarde de soldaat, dat eindelijk de ope
ning bloot kwam, cn nog meer raakte hg verbijsterd,
toen uit die oppnlng een licht scheen, dat heller werd,
naarmate de ruimte vorderde.
Eliab's hart stond stil; met van schrik te herge rij
zende haren, zag hij. hoe de zware steen tenslotte van
de hemel afrolde en hoe het licht in de grafstee een
menselijke gestalte aannam. Het leek een figuur, uit
licht geschapen en gehuld in een mantel van zonne
stralen En een hemelse stem fluisterde uit dit licht
woorden, die Eliab in zijn verbijstering maar half ver
stond, maar die klonken als werd er gezegd: „Wat zoekt
gij dc levende bij de doden?"
odra zijn van schrik- verstijfde benen de dienst
hervatten, stond Eliab op en nam de vlucht. Te laat be
dacht hij, dat er op deze desertie straf zou kunnen staan.
Maar het verwonderde hem niet, dat hij nog in de
loop van de dag bij de centurio werd ontboden, waar hij
ook dc overige soldaten van de wacht bijeen vond. Ook
deze soldaten hadden het vreemde verschijnsel waarge
nomen cn ze hadden dit aan de centurio gerapporteerd.
Maar inplaats van over zijn desertie te spreken, ver
telde de centurio, dat hem een grote som geld was aan
geboden om onder de wachters te verdelen, wanneer
dezen over de verschijning zouden zwijgen en, als ze
erover ondervraagd werden, zouden beweren, dat het lijk
van de terechtgestelde gestolen moest zijn, terwijl zij
sliepen. Eliab, blijde verrast, dat zijn desertie niet was
ontdekt, nam het bedrag aan; het was meer dan een
maand soldij!
cheerde, zag hij tot zijn verrassing plotseling Salome
straf had gekregen, met ferme pas over straat mar
cheerde. zag hij tot zijn evrrassing plotseling Salome
voor zich. Zijn blijdschap bereikte het toppunt: ze was
naar de stad gekomen om zich, nu de Meester uit haar
gezichtsveld was verdwenen, met haar man te verzoenen.
Vrolijk sprak hij haar aan. Maar hoe werd hij teleurge
steld, toen ze hem snikkend meedeelde dat zij op weg was
naar het graf om de gestorvene met welriekende krulden
te balsemen. Dus nog altgd
Het bevel van de centurio schoot Eliab in dc gedachte;
reeds had hg de leugen omtrent de diefstal van het lijk
op dc lippen, maar eensklaps besefte hij, dat deze toch
geen uitkomst zou bieden, omdat hij hier met hogere
machten had te strijden, waartegen geen sterfelijk man
is opgewassen.
Hij vertelde zijn vrouw de waarheid en beschreef
haar hetgeen hij had bijgewoond. Doch tevens begreep
hij, dat hij nu ook zijn afkoopsom had verspeeld. Hij kon
nu geen recht meer doen gelden op dit verradersloon.
En dat hij nu tegenover zijn geweten weer vrij was,
schonk hem verademing in zijn bitter verdriet.
Hij haalde de beurs met geld voor dc dag en reikte die
aan Salome over. „Neem dit", zei hij op gedempte
„Niet om er balsem voor te kopen voor een gestorvene,
maar om er een levende mee te zalven. Je zult hem
terugzien, je Meester, maar mij zul je niet terugzien. Ik
ga me melden voor het vreemdelingenlegioen, dat ver in
hot noorden tegen de Germanen strijdt
Salomo scheen deze woorden niet te horen; het was of
ze luisterde naar een andere stem, waaraan ze dc uit
sluitende aandacht schonk.
In haar hart klonken de woorden na, die Eliab haar
gezegd had van de verschijning te hebben verstaan:
„Wat zoekt gg de levende bg de doden? Hg is niet hier,
maar Is opgestaan!"