in Het zwarte ras een Duistere Wereld W— Vijf jaar geleden in Praag 25 Februari 1948 TEVERGEEFS? WEKELIJKS BIJVOEGSEL van hel LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 28 FEBRUARI 1953 Pagina 1 Het recept voor een communistische staatsgreep Bij hei sluiten van het vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie. V.l.n.r.: Gott wald, de Russische delegatie leden Soeslov. Joedin en Maletikov en Slansky. (Van onze Weense ispondent) Toen Benesj, de leider van de Tsjechische emigranten-regering, in 1943 naar Moskou ging om daar op 12 December met de Sovjet-Unie een bondgenootschap te sluiten, geloofde hij in de oprechtheid van Moskou toen het de „onafhankelijkheid van de Slavische staten" waar borgde. Hij had echter geen rekening gehouden met de communist Gottwald, die reeds lang in Moskou vertoefde en heftige critiek had uitgeoefend op het kabinet-Benesj. Gesteund door Moskou, eiste Gottwald, dat bij de vorming van de aanstaande regering ten minste twee sleutelposities door communisten jouden worden bezet, namelijk binnenlandse zaken (politie) en defen sie (leger). in audiëntie ontvangen en kreeg te ho ren, dat men onmogelijk bondgenoot van Moskou kon zijn en tegelijk aan hanger van het plan-Marshall. Zo doende verscheen Praag niet op de Pa- rijse conferentie. Op bevel van Moskou werd dadelijk daarna een decreet afgekondigd, zeg gende dat een hervorming van het gioot-grondbezit zou worden doorge voerd, waardoor automatisch alle bezit tingen van boven 50 bunder werden ont eigend en tot staatseigendom verklaard. Het verzet in het land openbaarde zich bet sterkst in het landbouwge bied van Slowakije. Daarom werden de leiders van de democratische party aldaar als reactionnairen door pers en radio aan de kaak gesteld en onmid dellijk afgezet. Op 11 September 1947 volgde een bomaanslag tegen de minister van buitenlandse zaken Masaryk, de vice- premier Zenkl en de minister van justitie Drtina. De aanslag, die door de schoonzoon van Gottwald, dr Ce- picka, zou zün voorbereid, mislukte. De schuldigen werden echter vrijge sproken en de regering achtte het beter er geen ruchtbaarheid aan te geven ook niet toen Cepicka tot minister van binnenlandse handel werd benoemd. De crypto-communlst Fierlingcr <de latere minister voor kerkelijke aangele genheden! werd vervolgens als voorzit ter van de socialistische partij afgezet en opgevolgd door Lauschmann. Ter wijl in het verzetsfront de eenheid ont brak. ontwikkelden de communisten voortdurend een grote activiteit en ver oorzaakten zij een angstpsychose, voor al onder het gewone werkende volk, door te dreigen met gevangenis en de portatie naar de mijnen of de „Berg werken", een dreigement, waartoe zij in staat waren omdat Znpotocky als leider de vakverenigingen beheerst. Op dit tijdstip publiceerde Drtina alle gegevens over de bomaanslag op Masa ryk e a. Bovendien beschuldigden socia listen en de Benesj-partij de minister van binnenlandse zaken, Nosek, er van, dat hij acht niet-communistische com missarissen van politie had afgezet en alleen communisten in het politiecorps opnam. Nosek werd door de minister raad ter verantwoording geroepen, maar hij verscheen eenvoudig niet op de zit ting van 17 Februari. Wel verklaarde Gottwald dat Nosek op 20 Februari re kenschap zou afleggen. VIERDE STAP: MOSKOU GRIJPT IN. Nu zich een gesloten verzetsfront scheen te gaan vormen, verscheen op 18 Februari de vroegere Russische ge zant. Zorin. persoonlijk in Praag. Als schijn-argument werd opgegeven, dat hij kwam ter viering van de dertigste verjaardag van het rode leger. In wer kelijkheid echter trad hij op om de re gering te intimideren en de oppositie te breken. Op de voor 20 Februari aangekondig de kabinetszitting verscheen inderdaad Nosek, maar hij verklaarde, dat hij geen veranderingen kon aanbrengen in het politie-corps. Daarop maakte de rege ring een grote fout: twaalf ministers dreigden met af te treden. Gottwald mobiliseerde nu de com munistische arbeidersbrigades en ver klaarde de twaalf ministers tot sa menzweerders. die een „reactionnaire Putsch" hadden voorbereid. Politie en leger waren in handen van de com munisten. Nosek gaf alle burgemees ters opdracht om alleen de hevelen van de communistische comité's van actie op te volgen. Hij liet de gren/cn sluiten, alle radiozenders en redactie- bureaus der niet-eommunislische bla den bezetten en vooral huiszoeking VIJFDE STAP: 25 FEBRUARI. Nadat de verzwakte Benesj tot vijf maal toe de eisen van Gottwald had af gewezen, gaf hij op 25 Februari oneer druk toe en erkende de nieuwe regering, bestaande uit twaalf communisten en twaalf „betrouwbare" vertegenwoordi gers van andere partijen. Daarmee was het lot van een democratisch en onaf hankelijk Tsjecho-Slowakije bezegeld. Van de communistische ministers zi.in de meesten nog in de regering: a o. Za- potocky. Gottwald, Siroky, Nosek. Do- l3nsky, Nejedly, Kopecky en Cepicka. Van de „andere" partijen zijn nog ge bleven de geëxcommuniceerde pater Plojhar. generaal Svoboda en Fierlinger. Clementis echter, Gregor. Jan Masaryk en Slansky, die bij deze Putsch een bij zonder grote rol hebben gespeeld, zijn van het toneel verdwenen. Men kan met grote waarschijnlijkheid aannemen, dat Jan Masaryk niet door zelfmoord is ge storven, maar dat hij werd vermoord. Zijn vader, Thomas Masaryk, de stich ter van de eerste Tsjechoslowaakse re publiek. de vroegere afgod van zijn volk, wordt nu ook door de (communistische) regering voor verrader uitgemaakt. HET RECEPT. Op de vraag hoe de communisten te gen de ovennacht van de andere par tijen toch de overhand konden krijgen, ofschoon zij slechts op de steun van slechts een derde van de bevolking kon den rekenen, gaven Tsjechi.sche emi granten het volgende antwoord: de staatsgreep van Februari 1948 was al leen mogelijk, omdat de niet-communis tische partijen niet eensgezind waren, ongeorganiseerd en afgunstig. Daardoor waren de roden in staat onder lei ding van Moskou deze staatsgreep door te voeren. Bü de vorming van de eerste na-oor- I logse regering in Kosice, op 4 April 1945, varen er van de 23 ministers niet twee, maar reeds acht communisten! Erger dat twee zogenaamde „partijloze" ministers de communisten steunden, na melijk Fierlinger en generaal Svoboda. Op deze wijze kwamen onmiddellijk het gehele politie-corps, het ministerie van propaganda en het leger in handen van de communisten. Bij de algemene verkiezingen in Mei 1946 behaalden de communisten 36 <"c der stemmen, voornamelük in de in dustrie-gebieden van Bohemen en Moravië. De algemene stemming onder het volk vooral in Slowakije was anti-eommunistisch, maar men liet zich misleiden door een langzaam be ginnende welvaart, oindat men daarin het leken zag, dat het communistische gevaar was geweerd. Begin Juli 1947 besloot de regering (in een tijd, waarin Benesj wegens een beroerte het bed moest houden) deel te nemen aan de Panjse conferentie voor aansluiting bij het Marshall-plan. De communisten hadden zich officieel voor het plan Marshall uitgesproken, maar niettemin ging Gottwald naar Moskou om tegen de Praagse plannen te ageren. Een delegatie werd toen naar Moskou ontboden. Zij werd. onder leiding van Gottwald en Jan Masaryk, door Stalin 'ZJb ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiim Woord van Bezinning I Wat maakt „Tranen over Johan nesburg" de bekende film van Zoltan Korda, naar de roman „Cry, the beloved Country", geschreven door de Zuidafrikaanse auteur Alan Paton zo indrukwekkend? Het aangrijpende beeld van men sen, negers èn blanken, die lijden, zonder dat zij geholpen kunnen worden? De onherroepelijke en onverbid delijke handhaving van een streng vonnis? Ongetwijfeld! Maar het meest benauwende van deze film, evenals van het boek, is het feit, dat wij, als blanken of zegt U, wat mij betreft: als Chris tenen hier staan voor een enorm, levend vraagteken, dat onbedwing baar op ons afspringt. Je kunt van dit drama, als het goed is, niet loskomen. Je mag hiervan zelfs liet los komen. Het flitst als een felrood, onvei lig signaal over de schijnbaar vei lige binnenweg van je particuliere leven. Hier zie je öf je bent moed willig blind een onmiskenbaar symptoom van de hevige spanning tussen Oost en West. tussen niet- blanken en blanken, over de gehele wereld. Hier moet en zal, vroeg of laat, een ontknoping volgen. Op welke manier? Kunnen wij door overleg of door bepaalde maatregelen een kun stige èn rechtvaardige oplossing be werken? Is er nog een uitweg te vinden uit dit afschuweiyk dilemma, waar voor niet alleen Zuid-Afrika maar tevens alle volken en rassen zich in deze tijd zien geplaatst? Kan de Kerk hier misschien een bevrijdend woord spreken? Ach neen, ook de Kerk blijkt machteloos te zijn. Zie slechts, hoe de voortvarende, nog jonge geestelijke, die dagelijks met de ellende van de gescheiden- lieidheid der rassen te maken heeft, hard en bits wordt, tegenover an deren en tegenover zichzelf. Zijn optreden draagt het stempel van krampachtigheid. Hij wil tot geen prijs zijn werk opgeven. Maar dit gebeurt tegen beter weten in, want resultaten z(jn er niet. Zie ook de oude negerpredikant uit het binnenland, die reeds zoveel persoonlijk leed heeft te verduren en ondanks dit een open oog heeft voor het onbeschrijfelijke en niet te verzachten leed van zijn zwarte en blanke medemensen Hij is een toonbeeld van hulpeloosheid. Neen, de Kerk staat hier zwak en machteloos Terecht wordt dit in de film enkele malen onomwonden uitgesproken I Nog vele anderen zouden ge noemd kunnen worden: de welge stelde landbezitter, die door de tra gische dood van zijn zoon. de „idea list", tot nadenken wordt gedwon gen: de moeder, die wegkwijnt in ellende en verdriet; de opvoedings ambtenaar, wiens hoopvol begonnen werk op mislukking uitloopt. Het is één onafgebroken „Neen". Het is één onafwendbare afbraak van hoge idealen, één vreselijke chaos van teleurstellingen. De keiharde feiten wrijven elk woord en zelfs iedere daad van hulp of barmhartigheid stuk. Ook gebed en zuivere vroomheid brengen geen uitkomst. Nog zie ik de verslagen gezichten voor mij van het groepje mensen rondom de versleten, opengesla gen bijbel, in de verwaarloosde en vervallen kerk van de negerpredi kant als opnieuw verpletterende berichten binnenkomen. En de dageraad, aan het slot van de film, als symbool van de hard nekkige hoop op een betere wereld, is, kritisch beschouwd, geforceerd en kunstmatig. Want in werkelijkheid is er geen uitzicht en geen licht. U moet ook niet verwachten, dat ik als ondeskundige toeschou wer voor deze benauwende mi sère als zodanig, een oplossing zal aanwijzen. Dat mag ik en dat wil ik per sé niet doen. Ik hoop slechts één ding: dat deze ellendige kwestie ons niet meer los laat. Wij mogen elkaar, ook als mensen van verschillend ras, tot geen prijs in de steek laten. De stormramp van enkele weken geleden heeft bewezen, dat een grootse, daadwerkelijke hulpverle ning niet tot de onmogelijkheden behoort. Is het niet dringend nodig, dat dwars tegen alle onweersprekelijke en verlammende feiten in de volken en rassen elkaar te hulp komen, materieel en geestelijk, fi nancieel en moreel, gezamenlijk en individueel? Deze daad zal niet goedkoop zijn. Dit vraagt volledige, persoonlijke offers. Ook dit lijkt machteloos gepraat. Je doet er niets mee, evenmin als met de hardnekkige ijver van de jonge geestelijke, of 'de hulpeloze bewogenheid van de negerpredi kant, in de film. Dat zou zo zijn, wanneer Chris tus. Wiens dood cn overwinning in deze weken vóór Fasen nadruk kelijk wordt bekend gemaakt niet het persoonlijke en geza menlijke leed. van alle ecuwen, voor Zün rekening had genomen. Zijn kruis staat stralend in het niet te keren Licht van Gods Da geraad. Alleen hierin ligt de zekerheid, dat elk werk in dc naam en de kracht van Christus ondernomen zelfs wanneer het in onze ogen als een volmaakte mislukking moet worden beschouwd niet tevergeefs is. P. L. SCHOONHEIM, Herv. predikant voor" het buitenkcrkeiyk werk, Hoge RUndijk 14a. F DE MENS en dan gaat het ons soms als wijkn GG, de beroemde detectieve, die een schokje door zijn achterhoofd kreeg als hij, met een bepaald onderzoek bezig zijnde, iets belangrijks ontdekte, iets dat hem op het juiste spoor bracht. Schouwende in de Historie der mensheid, wordt ook aan ons iets geopen baard. Weliswaar zal de historische openbaring voor ieder verschillend zijn, doch belangwekkend is ze voor elk. Een openbaring is altijd belangwekkend! Toen schrijver dezes enige dagen geleden voor de zoveelste maal nog eens weer langs de lijnen der Historie ging, zag hij opeens merkwaardig duidelijk de eigenaardige tragiek van de mens en zijn bezit. Boekdelen zouden vol te schrijven zijn over dit, over deze tragedie niet alleen tragedie, ook comedie. ]3 E mens die te voet door een berglandschap moet trekken naar een doel in de hoogte, vele dagreizen ver, neemt zo min mogelijk bagage mee, omdat alle overtolligheid ballast is, die met de dag zwaarder gaat wegen. En de mens die reist naar de dood alle mensen reizen daarheen neemt zoveel poespas mee op zijn reis, dat hem de vreugde aan het leven er vaak door wordt benomen. Hamsterend, soms alsof hij zijn nageslacht eeuwen moet onderhouden, trekt hij voorwaarts; zó bezig met zijn aardse goederen, de nasleep der belastingen, dat hij gewoon het doel vergeet en doet alsof zijn leven hier eeuwig zal zijn. Is het niet een beetje koddig dat mensen op hun sterfbed pas de ogen „open gaan", en dan reeds naar adem snakkend nog besjeshuizen gedenken, de armen, of weet-ik-wat? Waarlijk, er zouden boekdelen over vol te schrijven zijn! t~>.E gelec-rden hebben er het hunne van gezegd. I- ZU waren het er niet over eens, hetgeen wel vaker bij geleerden voorkomt. De een verhief zich in zijn nobelheid en verkon- digcie Ce volkeren: eigendom is diefstal. De ander kreet niet minder overtuigend: bezit is Goddelijk. Christus heeft er het Zijne van gezegd, doch wat Hij kon, kunnen wij niet volbrengen. Wij zijn geen Lichtmensen, wij zijn mensen van licht en schaduw. De wereld zit ermee en wij ook. Wij kunnen wel treuren bü een grote overstroming, die meer dan 1000 mensenlevens heeft gekost, aanzienlijk meer, en warm lopen voor hulp, doch het leed van 40.000000 vluchtelingen die terzelfder tijd over de aarde zwerven, kunnen we „niet vatten" Wij zijn zo beperkt, en het is goed dit te verstaan! Wat bezitten wü? j| Datgene waarover we de baas zijn. Datgene, dat wc gemerkt hebben als zijnde van ons. Wij hebben ons gereedschap gemerkt, opdat een ander het ons late. Wc hebben ons huis van een naamplaats voorzien. Wc hebben zelfs eens ons brandmerk in de huiden der slaven gebrand, opdat zy, in hun vlucht ge- stuit, weer tot ons werden gebracht. Dit artikel dan zal gaan over een bepaald soort slaaf, een soort uit vele soorten: „dc negerslaaf". tN het jaar 1444 werd er te Lagos, in Portugal, een Compagnie opgericht, die haar bestaan zou J- moeten zoeken in de neger jacht Weldra voeren de eerste schepen naar de Afrikaanse kust, waar zij factorijen stichtten, die zouden, moeten zorgen voor „verse voorraad". Deze taak was, ofschoon onmenselijk, voor deze nederzettingen niet zo moei- lijk te vervullen, want de negerkoningen ruilden gaarne wat van hun ondercanen voor prachtige spiegeltjes, waarin ze zichzelf konden zien. Nog liever roofden zij, in de nacht, weerbare Jonge mannen van naburige stammen, die daarna, onder gruwelijke omstandigheden naar de kust werden gevoerd De helft dezer krijgsgevangenen haalde het slavenschip niet eens Na de ontdekking van Amerika deden de slaven- jagers grote zaken, want Amerika vroeg telkens nieuwe waar Duizenden Indianen, die daar moesten lal werken in mijnen en op plantages, waren omgeko men, andere duizenden stonden voor de poort van de dood. Een priester, begaan met het lot dezer duizenden, gaf de raad het werk te laten doen door de veel sterkere negerslaven. Vanaf die tijd kwamen er razzia's op grote schaal in Afrika. Wie deden hier niet aan mee? Koningin Elisabeth van Engeland heeft in de wereld een goede naam. Zij hielp ons in dc strijd tegen Spanje. Ze zond zelfs haar Sweet Robin, de graaf van Leicester naar ons met de beste bedoelingen. Dat laatstgenoemde het hier ver prutste was niet helemaal haar schuld. De Historische encyclopaedic vertelt ons dat deze Queen Virginia, de maagdelijke kon;ngin, de slavenhandel fel veroordeelde. Doch toen zij bemerkte welk een winstgevende zaak dit was werd ze deelgenoot in dg slaven handel van John Hawkins en bracht voor haar aandeel het oorlogsschipJesus.in. Een nieuw hoofdstuk uit het drama DE MENS EN ZIJN BEZIT!. EN niet alleen Good Queen Bess, ook andere monarchen en volkeren lieten zich niet on betuigd. Heinrich Heine, de overbekende dichter van de Lorelei vertelt ons er meer van in zyi. ballade Das Sklavenschiff. In deze ballade komt een Hollander voor, meneer Van Kloek, die 600 slaven heeft inge laden en uitgerekend heeft, dat hij nog een zoet winstje zal maken als er niet meer dan 300 onder weg zullen sterven. Heine laat meneer Van Kloek het volgende bidden „Um Christi willen, verschone, o Herr, Das Leben der schwarzen Sünder' Erzürnten sie dich, so weiszt du ja, Sie sind so dumm wie die Rinder. Verschone ihr Leben um Christi willn, Der für uns alle gestorben' Denn bleiben mir nicht dreihunderd Stück, So ist meis meiGeschöft verdorben". OP het Wener congres, in 1815 bijeen, werd de slavenhandel strijdig verklaard met het vol kenrecht. Let wel: niet de slavernij dus. Deze stap durfden de toenmalige groten nog niet te doen. Wel had de Csaar van Rusland zich erg druk gemaakt- voor het tot stanakomen van de Heilige Alliantie. De macht hebbers, die zich hierbij aansloten beloofden elkaar plechtig hun volkeren „als vaders te regeren, met de Bijbel als richtsnoer". In Rusland bleef de lijf eigenschap tot 1881! De „aartsvaders" van deze Heilige Alliantie speelden maar één spel: bellen blazen, met heel ernstige gezichten. De Paus van Rome deed aan dit spel niet mee, de Sultan van Turkije ook niet, en de Prins-president van Enge land wilde niet door het Parlement uitgelachen worden. Alle aangesloten vorsten keken in bewon dering naar de bellen van de Csaar. Aan afschaf fing van de slavernij dacht niemand. Het te Wenen genomen besluit bracht geen ver lichting voor dc slaven. Want de officiële handel werd nu smokkelhandel. Men kon pas een sla venjager straffen als men hem op heterdaad betrapte. Vandaar dat sommige slavenjagers niet schroomden om hun zwarte lading, mannetje aan mannetje gebonden, over boord tc zetten via dc ankerketting, als ecu oorlogsschip naderde. In de Nieuwe Rotterdamse Courant van 16 Januari 1858 kunnen w(j een bericht lezen, over genomen uit de Shipping en Mercantile Gazette uit Kaapstad, die het publiceerde in haar nummer van dc 27ste November 1857, waarin het bovengeschre- vene in concreto wordt vermeld: een slavenhaler had, toen een Engelse kruiser naderde, 800 levende negers via de ankerketting laten zinken, tweederde van de lading. Voor de rest was geen tiid meer. Op de 19e Januari van het jaar Onzes Heren 1833, werden door het Gerechtshof van Suriname drie jonge negers veroordeeld. Zij hadden gestolen, en daarna, bang voor ontdekking, brand gesticht. Zij weiden veroordeeld om levend te worden verbrand. Een week later rookte te Paramaribo de brand stapel. Het was in het jaar Onzes Heren 1833. D\NK zij het taaie volharden van Wilberforee was Engeland de eerste staat die de slavernij afschafte. Dit gebeurde in 1833. De gedupeerde eigenaars kregen schadevergoeding. In 1861 hief Rusland de lijfeigenschap op, en twee jaar later kregen de slaven van Suriname en Curacao de vrijheid. In 1865 zouden milliocnen negers in de Verenigde Staten van Noorc'-Amerika de vrijheid krijgen. Dit gebeurde pas nadat de noordelijke staten, onder leiding van Abraham Lincoln, de zuidelijke staten, die merendeels vóór slavernij waren, in een bloedige oorlog hadden verslagen. In dal jaar verlieten enige milliocnen de „vlees potten van de planters", die schraler waren ge weest dan die van de Pharao, eeu geleden. Ook zy zochten hun beloofde land, i als de Joden vroeger. Doch zy vonden het niet. Hoe zou dat ook kunnen zonder woestijn en.... zonder Mozes? Zij, Jie van de aanvang der Historie af nog nooit vrijheid hadden gekend? Plotseling vrij worden, na eeuwen slavernij, be tekent: ogenknippererd neerliggen als een pas geboren kalf. Plotseling banden slaken die eeuwen hebben gekneld, cn daardoor „niet meer worden gevoeld" heert een instinctief oprichten tengevolge, waarbij men heen en weer slingert op trillende benen, waarbij men tegen de stalwand b« nst a's een jong lier. dat voor het eerst is gaan staan. Eeuwen en eeuwen duurt het, voordat een volk in vrijheid lopen kan. In vrijheid, geen „bezit" meer zijn aardse macht ook! REIN BROUWER. welke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 5